r, us.
9de JaarganfT'
Maandag 26 September 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HANZE A TEN
AHERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post -1.30
Afzonderlijke nummer - 0.05.
Couian verschijn dagelijks behalv op Zon- en Feest
dagen
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men véór 11 uur
's morgens b$ de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C°.
Utrechtschestraat 1. Intcrtomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f O.SO
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 eeoU b$j voeruitbetaling
Groote letters naar plaateruimte.
Voor handel en bedrgf bestaan zeer voordeelioe bepalingen tfit
het herhaald adverteeren in dit Blad, bfl abonnement. ftao
cireulairebevattende de voorwaarden, wefdt ep aaavrimg
toegezonden.
Aan hen, die met 1 October
a. s. op dit blad inteekenen,
worden de nummers die ge
durende de maand September
nog zullen verschijnenkos
teloos toegezonden.
Politiek Overzicht.
Turkije en Rumenië.
Over dc Turksch-Rumeensche militaire con
ventie raakt men nog steeds niet uitgepraat.
De stelligste verzekeringen wisselen at' met
de uitdrukkelijkste dementis. Terwijl de No-
woje Wremja verzekert, dat men aan liet
Russische departement van buitenlandsche
zaken de Turksch-Rumeensche entente als een
voldongen feit beschouwt, wordt in Konstan-
tinopel het bestaan van eenc militaire over
eenkomst ontkend. De Turksche officieele of
officieuse démentis vinden echter in de
Turksche pers zelf maar half geloof. De mees
te Turksche bladen begroeten de gedachte
van deze entente met sympathieook al la
ten zij zich met voorbehoud er over uit, dan
zeggen zij toch, dat het bericht, al is het nu
voorbarig, morgen werkelijkheid kan wor
den. De Tanin, het officieele orgaan van het
genootschap „Eendracht en vooruitgang", zegt
van de aansluiting van Turkije aan den drie
bond, dat het zich aangesloten heeft of zich
zal aansluiten.
De Neue Freie Presse brengt de beide za
ken met elkaar in verbandzij schrijft, dat
de in de laatste dagen loopende geruchten
over ecne militaire conventie tusschen Tur
kije en Rumenië niet een ernstigen grond
slag missen, al komen zij ook niet geheel
overeen met de feiten. Men K.an niet bewe
ren, dat het sluiten van eene convenüe
reeds is geschied, maar het is niet te ont
kennen, dat dit in de lucht zit. Ieder van
de Balkanstaten heeft zijne neigingen naar ge-
biedsvergrooting. Dit geldt voor Griekenland,
Bulgarije en ook voor Servië. Turkije kent
die neigingen, maar weet ook, dat Rumenië,
dat trouwens evenmin geografisch als poli
tiek zich tot de Balkanlanden rekent, eerlijk
den status quo in het Oosten wil handhaven.
Rumenië deelt deze behoefte met Duitsch-
land en Oostenrijk-Hongarijehet voert dan
ook zijne politiek hoofdzakelijk in aansluiting
aan de bevriende naburige monarchie, welker
vriendschap alle partijen in Rumenië weten
te waardeeren.
Wanneer nu de grootvizier Hakki Pacha,
toen hij in de vorige maand zijne reis naar
Europa begon, het eerst in Bukarest stil is
geweest, deed hij dit in het volle bewustzijn,
dat eene aansluiting van Turkije bij Rumenië
in het Turksche belang zou zijn. Hakki Pa
cha voelt persoonlijk zich aangetrokken tot
de politiek van den driebond, en hij weet
wel, dat in het oosten geen staat zoo dicht
bij deze politiek staat als Rumenië, dat een
soort natuurlijke brug tusschen Turkije en
Oostenrijk-Hongarije vormt. Het kwam hem
doelmatig voor, met de toongevende staats
lieden van Rumenië, inzonderheid met den
Koning zelf, te spreken voor zijne ontmoe
ting met graaf Aehrenthal. Tot eenige schrif
telijke afspraak is het echter in Rumenië
evenmin gekomen als later in Mariënbad tus
schen graaf Aehrenthal en Hakki Pacha.
De nieuwe toestand in het Turksche rijk is
nog niet in die mate gekristalliseerd, dat
daar iemand het zou wagen den vollen waar
borg op zich te nemen voor ver reikende
verbintenissen. Aan den anderen kant is in
Europa ook het vertrouwen in de duurzaam
heid van dezen toestand nog niet zoozeer
bevestigd, dat nu reeds dc bereidwilligheid
aanwezig kon zijn om zich tegenover Tur
kije de handen te binden. De stemming is
voor een bondgenootschap met Turkije nog
niet rijp.
De driebondstaten hebben zich gereser
veerd gehouden tegenover Turkije. Nu is het
Turkije, dat toenadering tot hen wenscht. On
der gunstige auspices, mits de binnenland-
sche toestanden in Turkije in den gewensch-
ten zin zich ontwikkelen. Rumenie vormt een
bolwerk des vredes in het Europecsche zuid
oosten. Eene vergrooting van Bulgarije zou
aan Rumenie zeer onwelkom zijn, en het
heeft dus een gewichtig belang met Turkije
gemeen. Maar het is duidelijk, dat als
Rumenie en Turkije elkaar steunen, een aan
val van Bulgaarsche zijde niet te vreezen is,
en daarmee is de rust op den Balkan ver
zekerd.
De buitenlandsche politiek wordt thans
zoowel in Oostenrijk-Hongarije als in
Duitschland bestuurd door mannen, die met
de vreedzame bedoelingen van Rumenie vol
ledig vertrouwd zijn. Staatssecretaris von
Kidcrlcn-Wachter, die lang gezant in Buka
rest geweest is en meermalen het Duilsche
rijk ook in Konstantinopel heeft vertegen
woordigd, weet evenals graaf Aehrenthal met
juistheid te beoordeelcn, hoezeer de Turksch-
Rumeensche vriendschap den wereldvrede
dienstig kan zijn. Wat echter nog aan het
geheel ontbreekt, dat is oen lot helderheid
gekomen slaat van zaken in Turkije, en dit
dwingt voorshands nog tot een voorzichtig
oordeel.
Van de geruchten over het sluiten van eene
militaire conventie tusschen Turkije en Ru
menie geldt het spreekwoord: „Waar rook is,
is vuur". Derhalve er is iets waars aan de
zaak; alleen zijn mogelijkheid en behoefte
nog niet tot een feit geworden.
Aldus is dc opvatting, die de Neue Freie
Presse van de zaak heeft. Intusschen heeft
ook die opvatting weer tegenspraak gevon
den bij een correspondent van de Frankf.
Ztg. te Weenen, die verzekert, dat eene con
ventie niet in de bedoeling ligt van de be
trokken staten en ook niet steunt op de be
trekkingen tusschen de beide staten. Die be
trekkingen zijn de aLierbesten, maar binden
de afspraken zijn niet gemaakt, hetzij mon
deling of schriftelijk, en als men niet kan
onderscheiden tusschen eene conventie en
goede, zelfs voortreffelijke betrekkingen, dan
doet men beter niet deel te nemen aan eene
discussie over diplomatieke kwestiën. On
danks deze afstraffing, mag men 't wel als
zeker beschouwen, dat het laatste woord
over deze zaak nog niet is gezegd.
DMitschkuid.
Over de behandeling van het ontwerp van
eene grondwet voor Elzas-Lotharingen, be
richt de Strassburger Post, dat het ontwerp
eerstdaags gaat naar het Pruisische ministe
rie. Zoodra door de beslissing van het ministe
rie zekerheid bestaat omtrent de positie van
Pruisen, wordt het ontwerp naar de bonds
staten gezonden. In den tusschentijd zal staats
secretaris Delbrück ruggespraak houden met
vertegenwoordigers van eenige fractiën van
den rijksdag, üic niet vertegenwoordigd
waren bij dc tot dusver gevoerde bespre
kingen.
De Duilsche militaire autoriteiten zijn tot
het besluit gekomen geene Zeppelins meer
aan te koopen, maar hunne aandacht in de
toekomst enkel te richten op de aeroplanes.
De pil wordt verguld door de verzekering,
dat de autoriteiten de laatste ongevallen niet
toeschrijven aan eenige fout in het systeem
van de Zeppelins. De overtuiging is niet ge
schokt, dat de Zeppelin-luchtschepen kunnen
worden gebruikt in den oorlog, maar men
acht het verstandiger gebruik te maken van
aeroplanes, zooals ook Frankrijk doet. Dc uit
gave, aan dc aanschaffing van Zeppelins ver
honden, zou te groot zijn en daarbij nutteloos
als er niet velen werden aangeschaft, want
er zouden zeker verscheidenen worden ver
nield, omdat zij niet kunnen worden aange
wend op eene grootere hoogte dan 700 Meter.
Deze laatste ondervinding is blijkbaar op
gedaan bij de proefnemingen, die gehouden
zijn bij de laatste manoeuvres. Het Duitsche
legerbestuur lieeft dus er van afgezien het
luchtschip te gebruiken voor den verspieders-
dienst.
De Nordd. Allg. Zeitung doet in eene be
spreking van het gebeurde op den sociaal-
democratischen partijdag te Maagdenburg
uitkomen, dat het verloop van dezen partij
dag de meening te niet doet, dat de revisio
nistische intelligentie op weg is, de sociaal
democratie te vervormen tot eene partij op
den grondslag van het heden, die tot onder
handelen bekwaam is, en dat in het overleg
met deze richting het heil van het liberalis
me ligt. De voorzichtige houding van de so
ciaal-democratie gedurende de laatste jaren
kon hij kortzichtige politici deze meening be
gunstigen. Het was voor de sociaal-democrati
sche leiders met het oog op de aanstaande
verkiezingen niet ongewenscht geweest, u
de principieele contrasten met de burger
lijke oppositie in den achtergrond werden ge
steld. Zij hepen daarbij geen gevaar, want
zij hebben de volle zekerheid, dat hunne aan
hangers door dc burgerlijke democraten niet
te winnen zijn; zij kunnen daarentegen altijd
hopen, dat in den omgang met de burgerlijke
grenselementen bet radicale gedeelte het
overwegende is. Daarom hadden zij blijkbaar
gaarne gezien, dat ook de toestand in Baden
nog in eene zekere dubbelzinnigheid had
kunnen blijven. Voor deze fijnheden van de
taktiek hebben echter de grover georgani-
seerden onder de partijgenooten geen gevoel
gehad. Zij hebben van eene kleine fout in de
regie gebruik gemaakt om in alle eerlijkneiu
tegen dc stemmers voor de begrooling van
het recht der meerderheid gebruik te maken
en de zuiverheid der leer voor aller oogen
te herstellen. De heeren uit Baden zullen de
middelen vinden, om de partij-uitspraak te
gehoorzamen. Zij denken er niet aan, zich af
te scheiden van de radicale vrienden en be
raadslagen met hen, naüat de afrekening had
plaats gehad, alsof er niets is gebeurd. Zoo
is, gelijk nog steeds is geschied, aan de ver
wachtingen de bodem ingeslagen van hen, me
van de eigenmachtigheden, welke de revisio
nisten zich nu en dan veroorloven, telkens een
nieuw tijdperk in de ontwikkeling der par
tijen dateeren.
Frankrijk.
De voorzitter van het dagelijksch bestuur
van de radicale partij, de oud-minister Valié,
heeft aAn een dagbladschrijver met het oog
op de werkzaamheden van het congres van
deze partij, dat eerstdaags te Rouaan zal wor
den gehouden, het volgende geantwoord:
„Wij kunnen niet hopen hel oude radicaal-
socialistische blok te herstellen, want de so
cialisten willen niet meedoen, maar wij zijn
alleen sterk genoeg om de zaken van de repu
blikeinen te bezorgen, zonder den bijstand
van de rechterzijde te zoeken. Wij zullen
bovenal de leckcnschool verdedigen, die nog
altijd bedreigd is. Wij willen den vrede, maar
deze moet bestendigd worden in het zwijgen
van de overwonnenen, niet in het zwijgen van
den overwinnaar.
Wij zullen slechts een ministerie onder
steunen, dat uitsluitend hand in hand gaat
met de republikeinen en eene politiek volgt,
die de partijen van de rechterzijde niet als de
hunne kunnen beschouwen. Tegenover een
ander ministerie zullen wij onze vrijheid be
waren. Dat is geene vijandigheid, maar slechts
eene afwachtende houding".
Deze verklaring richt zich tegen de verzoe
ningspolitiek van Briand, die reeds dikwijls
bestrijding gevonden heeft in de radicale bla
den.
Italië.
Rome, 21 Sept. In een brief aan de
dagbladen betuigt de burgemeester zijn eer
bied jegens den Paus en verklaart bij dat
zijn geweten hem niets verwijt wat aangaat
aanvallen op den godsdienst.
Spanje.
Over het einde van de staking te Bilbao
hccrscht te Madrid groote voldoening. Mi
nister-president Canalejas heeft den militai
ren gouverneur-generaal Aguilar in overwe
ging gegeven den staat van beleg ten spoe
digste op te heffen. Ook dc staking te Bar
celona is afnemende.
Ten gevolge van vredelievende verzekerin
gen van de stammen in het Moeloejadal, is
het plan van eene expeditie opgegeven.
Portugal.
L i s s a b o n 2 5 Sept. Bij koninklijk be
sluit is bepaald, dat de cortes den 12en Decem
ber weder bijeen zullen komen.
Ooïtenrijk-Hongarlje.
De gemeenschappelijke ministerraad heelt
zich bezig gehouden niet dc begrooting voor
1911, die niet in de tegen 12 October bijeen
geroepen zitting van de delegation, maar in
de daarop volgende zitting van Januari a.s.
zal worden ingediend. Deze begrooting zal
ook de credietaanvrage voor de Dreadnoughts
bevatten.
De minister-president baron Bienerth heeft
naar aanleiding van het welgeslaagde ver
loop van de verzoeningsconferentie tusschen
Czechen en Duitschers, waardoor de landdag
van Bohemcn den gedurende twee jaren ge-
staakten arbeid zal kunnen hervatten, den
landinaarschalk en den stadhouder een tele
grafische dankbetuiging en gelukwensch ge
zonden en daarbij de hoop uitgedrukt, dat de
groote verwachtingen, die door de nu ver
kregen overeenstemming zijn opgewekt, vol
ledig tot vervulling zullen komen.
De Sladtrat van Weenen heeft besloten het
historisch oogenblik van den in het raadhuis
het woord voerenden Duitschen Keizer op
eene door kunstenaarshand te vervaardigen
plaquette voor het nageslacht te bewaren.
Rutland.
II e 1 s i n g f o r s, 2 4 Sept. De landdag
besloot aan den Keizer dc verklaring te
zenden, dat hij niet kon treden in eene be
raadslaging over de hem voorgelegde vragen.
In de Turksche leeningskwestie was in het
laatst van de vorige week een stilstand inge
treden. Voortgang werd eerst verwacht na
de komst van Sir Ernest Casscl te Parijs, die
daar heden wordt verwacht. De Parijsche
correspondent van de Frankf. Ztg. bericht,
dat inmiddels de radeloosheid van de
Parijsche pers met iederen dag grooter
wordt. Zij herroept heden wat zij gisteren als
vaststaand feit had vermeld, en verspreidt
de meest tegenstrijdige berichten over eene
ministerieele crisis in Konstantinopel. Nu
eens is het de grootvizier, dan weer de minis
ter van financiën, die zijn ontslag wil nemen.
Nadat Sir Ernest Cassel eerst als verrader
en Duilsch agent was uitgemaakt, is het niet
onmogelijk, dat hij nog als redder uit den
nood zal worden begroet. Men zou namelijk
gaarne zien, dat de leening ten slotte toch
nog in Parijs tot stand kwam, omdat het ver
zet van Turkije een tegenslag van de Fran-
sclie politiek is. Men stelt zijne hoop op uas-
sdl, ëri zulks te meer ómdat mCn wëet, dat
hij niet tegen den wil van de Engelsche regee
ring zal .handelen, die harerzijds het Parij
sche kabinet geene mocielijkheden zou wil
len berokkenen. Men werkt hem zelfs in de
hand, om eene aannemelijke combinatie te
vinden. In dien zin kan althans eene offi
cieuse nota van de Petit Parisien verstaan
worden, die zegt:
„Men is bier niet nauwkeurig ingelicht over
den aard van de besprekingen, die Cassel in
onze hoofdstad zal voeren en die hij misschien
parallel niet onderhandelingen in Berlijn zal
laten ioopen. Zeker is slechts, dat hij met het
oog op dc houding van de Londensche pers
en van de raadgevingen van de Engelsche
regeering er van afzag dc leening voor zich
zelf te nemen. Hij laat het gerucht rondgaan,
dal dc Engelsche regeering pogingen aan
wendt bij de Fransche regeering om eene
verzachting van hare voorwaarden voor de
officieele beursnoteering in Parijs te krijgen.
Wij meenen te weten, dat het Londensche
kabinet intusschen eerder zal ingrijpen in
Konstantinopel en de houding van de Porte
zal rcctificceren". Hierin ligt eene uitnoodi-
ging aan Cassel opgesloten, om zich niet al
leen met de Fransclic finunciecle groep, maar
vooral ook met de Fransche regeering te
verstaan.
Konstantinopel, 24 SepLAlde
afgevaardigden der Nationale Vergadering
van het patriarchaat, die gevangen waren ge
nomen, zijn weder in vrijheid gesteld.
Perzië*
Nasr el Mulle, de nieuw gekozen regent
van Perzië, is bij herhaling minister en ook
eerste minister geweest vóór de uitbartsing
van de omwenteling, die ten slotte aan sjah
Mohamed Ah den troon kostte. Hij is een
man van Europeesche beschaving, die eenige
jaren in Oxford heeft gestudeerd. In Decem
ber 1907 liet de vorige sjah hem gevangen
zetten, oin hem als aanhanger van de parle-
mentspartij ter dood te laten veroordeelen.
liet Engelsche gezantschap bevrijdde hem
echter en maakte, dat hij naar Europa kon
reizen. Hij keerde ook niet terug op een tele
gram van den sjah, dat hein in 1909 als mi
nister van financiën naar Teheran terug riep.
Allerlei.
B c r 1 ij n, 2 4 S e p t. In de wijk Moabit
hadden heden avond gevechten plaats tus
schen stakende en niet-stakende arbeiders
van eene steenkolenfirraa. Een aanzienlijke
53 »*ox
RUDOLF HERZOG.
De oude Vanheil was sukkelend. Enkele
weken geleden had hij een lichten aanval
van beroerte gehad en sedert kon hij niet
naar beneden, naar het kantoor gaan. Over
dag zat hij, in de huiskamer, gemakkelijk
in zijn leunstoel, terwijl Marga en de oude
Rochus bij hem bovenkwamen om te spreken
over de zaken en te vernemen hoe hij wilde,
dat er gehandeld zou worden.
Spoediger dan de huisgenooten verwacht
hadden, had hij zich in zijn droevigen toe
stand geschikt, en nad hij daarvan de zon
nige zijde weten te vinden. Hij genoot als
men hem goede berichten van het kantoor
kwam brengen en waardeerde de rust, die
zoo zelden zijn deel was geweest. Zijn klein
kinderen speelden aan zijn voeten, terwijl
mevrouw Vanheil hij de piano een liedje
zong, of Erica hem dc courant voorlas. De
dokter had hem namelijk voorloopig het le
zen verboden, omdat zijn oogen te veel ge
leden hadden.
Behagelijk in zijn gemakkelijken stoel neer
gevlijd, genoot hij met kinderlijk genoegen
van zijn rust.
De krantenberichten omtrent Cuba hielden
hem het meest bezig. Hij kon daarvan niet
genoeg hooren, en als er soms geen nieuwe
berichten in de courant stonden, liet hij zich
die van den vorigen dag nog eens voorlezen.
Vergenoegd wreef hij zich de handen, als
hij hoorde, dat de verhoudingen hoe langer
hoe meer gespannen werden en handel en
bedrijf zoo goed als stil lagen.
„Man," zeide mevrouw Vanheil dan, ter
wijl zij het hoofd schudde, „als ik je in die
dertig jaren van ons huwelijk niet had lee-
ren kennen als een der meest vredelievende
menschen, zou ik heusch gaan gelooven, dat
ik met een Nero getrouwd was. Je bent nu
opeens vreeselijk bloeddorstig geworden,
terwijl je vroeger al bleek werdt als je van
zulke zaken maar hoorde spreken."
„Iloogere politiek, vrouwlief," placht hij
dan te antwoorden, „hoogere koopmans-
politiek, weet je? Men trekt zijn besluiten
en wie een waar koopman is, hoort den
wind van het Westen waaien, begrijp je?
Van het Westen?"
„Neen, daar begrijp ik hoegenaamd niets
van."
„Dat komt er niet op aan, vrouwlief. Ik
heb licm gehoord, als anderen hem dan niet
willen hooren. En in het groote Hamburg
ben ik maar de kleine Vanheil."
Hij keek zoo vroolijk, alsof hij meende den
grooten Vanheil te zijn. Juist werd Robert
Twersten aangediend. De kinderen liepen al
len naar hem toe om de zakken van oom
Robert te onderzoeken of hij ook iets voor
hen had medegebracht en leidden hem daar
op juichend de kamer binnen.
„Nu, Robert, kom je ook eens naar den
ouden invalide kijken? Dat is braaf van jel
Kom hier bij mij zitten en vertel me eens
hoe het met je papa gaat. Dat is eerst een
vriend! Een ware vriend!"
„Ik kom u goedendag zeggen, meneer Van
heil! Ik kom afscheid nemen en ik vind 't
recht prettig, dat ik u zoo opgewekt mag aan
treffen."
„Afscheid nemenDaar wist ik niets
van! Weet Marga daar dan iets van?"
„Niemand weet er iels van," antwoordde
Robert. „Vader en ik hebben eerst kort ge
leden tot die reis besloten. Alles is heel snel
in zijn werk gegaan en ik heb 't zoo druk
gehad met de toebereidselen, dat ik hoege
naamd geen tijd over had voor iets anders."
„Gaat 't ver weg, Robert?"
De oude man geraakte opgewonden. „Naar
het Noorden, naar Scandinavië! Of naar het
Zuiden? Denk er om, je kunt van mij goe
den raad krijgen. Noem maar eens een paar
namen?"
„Ik ga enkele Amerikaansche steden berei
zen," antwoordde Robert, terwijl hij een
kleur kreeg over zijn ontwijkend antwoord.
„Amerikaansche stedenherhaalde
Vanheil met iets spijtigs in den toon van zijn
stem. „Daar ben ik, jammer genoeg, niet
bekend, 't Spijt mc, Robert, dat ik je niet in
gedachten op reis kan volgen. Dus een plei-
zierreisje?"
Robert Twerstcn knikte toestemmend. „Mijn
leertijd op de werf is om en daarom gaf va
der zijn toestemming."
„Hm!" zeide Martin Vanheil. „Dus naar
Amerika! Nu... daar zul je vreemde dingen
zien gebeuren. Ga maar niet te ver naar het
Zuiden. Daar is de duivel los."
,,'t Zal zoo'n vaart niet nemen, meneer
Vanheill"
„Wat, niet? Dat is de jeugd, die spreekt.
Hier, in de kranten, zijn ervaren mannen
aan 't woord. Ilcb je wat gehoord van de
ontploffing van de mijnen? Ja, dat is jam
mer. Anders had ik er je een tafereel van
opgehangen, alsof ik er zelf bij geweest was.
Na dien tijd is de boel daar wild aan den
gang geraakt. Iedereen heeft 't er nu over
de Monroeleer. Amerika, voor de Amerika
nen, Cuba boort daartoe. En al hoorde 't er
niét toe, dan ligt 't hen toch vlak voor den
neus en beheerscht den handelsweg naar hun
zuidelijke havens. Ik zeg je, Robert, de groo
te massa van het Amerikaansche volk is zoo
vol geestdrift vóór den oorlog, dat 't lijkt
of zij door een tarantula gestoken zijn. Eu al
houden zij op het congres nog zulke mooie
redevoeringen over bevrijding der volkeren
en bet verschaffen van een grondwet aan het
vrije Cuba ik heb die Amerikaantjes in
mijn zak. Kooplieden zijn ze, en de gepe
perde rekening hebben zij al klaar 1"
„U is bijzonder op de hand van de Ame
rikanen, meneer Vanheil."
„Ik ben op hun hand, omdat ik de verlei
ding heb weerstaan slechte zaken met Cuba
te doen."
Hij brak af en over het gezicht van den
ouden man kwam een verlegen uitdrukking,
terwijl hij kleurde als een schooljongen.
„Wat is er, meneer Vanheil?" vroeg Ro
bert vriendelijk. q
„Ach, ik ben een oude domkop," mompel
de dc oude lieer. „Jc moet 't mc niet kwa
lijk nemen, Robert. Mevrouw je moeder is
een Cubaansche en is dus door haar familie
op de hand van Spanje. Daar dacht ik niet
aan. Natuurlijk zal ik mij nu niet meer op
gewonden over Spanje uitlaten."
Robert Twcrsten lachte hem vriendelijk
toe.
„Onze bijzondere betrekkingen hebben niets
le maken met onze zaken. U kunt gerust
zijn, meneer Vanheil. Aan dergelijke ge
voeligheid heeft men mij niet gewend."
Maar Vanheil roerde het onderwerp niet
verder aan.
„Nu, Robert, kinderen worden groot. Daar
aan merkt men dat men oud wordt. Nu
heb je je leertijd reeds achter den rug cn
ga je eens in de wereld rondkijken. En
Frits heeft waarachtig ook al zijn ingenieurs
examen afgelegd en zal er den oen of anderen
dag ook wel van door gaan. Dat is 's we
reld beloop."
„Wat? Is Frits hier? En heeft hij zijn
cxameli gedaan?"
„Kinderen!" riep Martin Vanheil zoo luid
hij kon. „Hij weit nog van niets! Hij weet
niet, dat Frits zijn examen heeft gedaan en
dal hij geslaagd is „met lof"! Daar weet hij
nog niets van! En hij weet ook niet, dat J
Frits al sinds een week rondspaziert in de
Hamburger haven 1" Rij elk gezegde sloeg
hij met de handen op de leuning van zijn
stoel.
„Ik wensch u hartelijk geluk," zeide Ro
bert verheugd.
„En dat neem ik hartelijk aan aan, Robert.
Wees daarvan zeker. Het verheugt mij bij
zonder."
Behagelijk zette hij zich dieper in zijn
stoel.
Vrouw en dochter zagen elkander met
blijde oogen aan. De kleinzoontjes speelden
aan zijn voeten. Vredige gezelligheid
heerschtc in liet vertrek.
Wordt vertolgd.