3
eene betere straatverlichting in de Lange-
straat en de Arnhemsche straat.
B. en W. stellen voor hen te machtigen in
de Langestraat en de Arnhemsche straat eene
verlichting, als thans in de Utrcchtsche straat
aanwezig is, aan te brengen.
Het adres van de bewoners van de Kamp
straat komt hierbij in behandeling.
De heer Ilamers. Mijnheer de Voorzit
ter, ik heb met groote voldoening dit voor
stel gelezen. Het is mij bijzonder aangenaam,
dal de betere verlichting op deze wijze zal
worden uitgevoerd en dat ook de Arnhem
sche straat er in is opgenomen. Dit is één
complex van straten. Nu kan men zeggen:
De Kampstraat behoort er ook bij. Maar ik
ben van meening, dat wij dal later moeten
doen, maar 't op het oogenblik moeten laten
bij hel voorstel van B. en \V. Ik ben er een
groot voorstander van om de betere verlich
ting gaandeweg uit te breiden. Dan komt
ook de Kampstraat te zijner tijd daarvoor
in aanmerking. Voorloopig kan ik mij ge
heel vereenigen met het voorstel, dat hier
ter tafel ligt.
De heer vanDuinen. Mijnheer de Voor
zitter, mag ik voorstellen hc» adres van de
bewoners aan de Kampstraat te verzenden
aan B. en W. om prae-advies?
De Voorzitter. Kunnen de heeren zich
daarmee vereenigen?
Stemmen: Ja.
Wordt z. h. o. conform het voorstel van
B. en W. besloten.
6. Voorstellen van B. en W. tot het aanleg
gen van een plantsoen, gelegen aan den Soes-
terslraatweg en de Puntenburgerlaan, en
tot het doen van eene betaling uit den post
voor onvoorziene uitgaven.
B. en W. stellen voor hen te machtigen con
tracten te sluiten met den Staat en met de
Ilollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij,
lol het bekomen van den voor plantsoen be
stemden grond in huur en in erfpacht, en hun
een crediet te verleencn van f 1292 voor het
aanleggen van een eenvoudig plantsoen met
trottoir, voorts tot betaling van f 12 uit den
post voor onvoorziene uitgaven, ter betaling
van de huur over 1910 van het terrein der
Hollandschc IJzeren Spoorwegmaatschappij.
De heer Rolandus Hage doorn.
Mijnheer de Voorzitter, is er ook een bepaald
plan hoe dit plantsoen in orde zal worden
gemaakt? Het gedeelte, dat aan de Holland-
sche Spoorweg Maatschappij behoort, is laag
gelegen. Is de aanvoer van grond om het
terrein op te hoogen, ook in het aangevraag
de bedrag begrepen? Ej* zullen vele honder
den vrachten aangevoerd moeten worden om
dat gedeelte in orde te maken. Of heeft men
een ander idee omtrent den aanleg.
Dc Voorzitter. De kosten van den
grondaanvoer zijn er onder begrepen?
De heer Rolandus Hage doorn.
Op zich zelf vind ik het denkbeeld uitmun
tend.
De heer Sanders. Mijnheer de Voorzit
ter, ik wil in de eerste plaats opmerken, dat
bij het stuk eene teekening ter visie heeft
gelegen. Daaruit blijkt niet met juistheid of
er veel grond moet worden aangevoerd, maar
ik kan verzekeren, dat er niet veel grond zal
zijn aan te voeren. Het gedeelte, dat behoort
aan de Hollandsche spoorwegmaatschappij,
ligt laag, het stuk van den Staat daarente
gen hoog. Nu is het plan een verdiept plant
soen aan te leggen, waardoor men werkt in
compensatie. Men kan ook een aanleg maken,
die niet diep is, maar die is duurder; van het
plan, dat is gekozen, zullen dc kosten laag
zijn, omdat de gemeente geen grond heeft
aan te voeren. De aanleg wordt in den geest
van dien van den Hollandschen tuin op dc
Brusselsche tentoonstelling. Daardoor kan
men iets krijgen wat goedkoop en goed is.
De heer J o r i s s c n. Mijnheer de voorzit
ter, het zou goed zijn, als de verplaatsing kon
worden verkregen van den grooten telefoon
paal, die anders juist in een punt van het
plantsoen zal uitkomen. Die paal staat nu in
den weg en is gevaarlijk voor rijtuigen en
automobielen. Ik wil dat aan B. en W. in
overweging geven.
De Voorzitter. Ik ben bereid dat bij
B. en W. ter sprake te brengen.
De heer van E s v e I d. Mijnheer de voor
zitter, als dit plantsoen wordt aangelegd, dan
krijgen wij daar een prachtig terrein, maar
de parallelweg zal daarbij zeer afsteken.
Die verkeert in een erbarmelijkcn toestand.
Uil de geringe kosten, die aan dit plantsoen
zullen worden besteed, heb ik opgemaakt, dat
daaronder niet begrepen is de verbetering
van den parallelweg. Ik wil vragen: Is het
niet mogelijk, dal hot plantsoen wordt aan
gelegd en tevens dat gedeelte weg wordt ver
beterd?
Dc heer K r o e s. Mijnheer de voorzitter,
naar aanleiding van de vraag van den heer
van Esvcld moet ik Qpmerken, dal het onbil
lijk zou zijn tegenover andere bewoners als
daaraan werd voldaan. Als de gemeente (lien
parallelweg verbetert, dan zou zij in conflict
komen met de bewoners van straten, die in
niet minder slechte conditie verkeeren en
waarvan de gemeente de verbetering niet be
kostigt. Het plantsoen heeft overigens niets
te maken niet den parallelweg. De weg ligt
vrij tan het plantsoen, dat wordt aangelegd.
De heer Sander s. Mijnheer dc voorzit
ter, ik kan iii de eerste plaats antwoorden,
dat om het geheele plantsoen komt een trot
toir van grint. Er is dus geen directe aan
sluiting van den parallelweg aan het plant
soen. In de tweede plaats zou het voldoen
aan den wensch van den heer van Esvcld,
een reageeren zijn tegen eene belangrijke be
slissing, die door den raad is genomen. Bij
den Bisschopsweg is vastgesteld, dat de ver
betering van den weg niet zou worden ter
hand genomen, wanneer in de kosten niet
werd bijgedragen door de belendende eige
naars. Wanneer men dezen parallelweg ging
verbeteren zonder bijdrage van de eigenaars,
dan zou men eene zeer onrechtvaardige daad
doen. B. en W. hebben gevoeld, dat als het
mogelijk was, dat de parallelweg in orde
werd gemaakt, dit moest geschieden. Twee
eigenaars liggen met hun grond aan den
weg; B. en W. hebben hun gevraagd of zij
bereid waren om iels tot de verbetering bij
te dragen, maar zij hebben daarop een wei
gerend antwoord gekregen. Waar de paral
lelweg niet dient voor het verkeersbelang,
hebben B. en W. gemeend, dat, daar het
publiek het plantsoen ook van een anderen
kant kan naderen, alleen de eigenaars van
den hier bedoelden grond den parallelweg
zullen passeeren, om naar het plantsoen te
komen. B. en W. hebben daarom gemeend
den aanleg van het plantsoen niet afhanke
lijk te moeten maken van dc kwestie der be
strating van den parallelweg, die cle belen
dende eigenaars raakt.
De heer Rolandus Eagedoorn.
Mijnheer de voorzitter, mag ik nog ééne vraag
doen? Wordt dit een open plantsoen, zoodat
men er in kan wandelen, of wordt het afge
rasterd?
De heer Sanders. Het wordt een opert
plantsoen.
De heer Rolandus Hagcdoorn.
Dank u.
De heer van E s v e 1 d. Mijnheer de voor
zitter, ik betuig dank voor de inlichtingen, die
mij zijn gegeven. Ik heb juist mijne vraag
gedaan om te doen uitkomen, dat de paral
lelweg niet kan verbeterd worden, omdat het
geen weg van de gemeente is en de eigenaar^
niet genegen zijn in de verbetering bij te dra
gen. Dat antwoord heb ik willen uitlokken,
opdat algemeen bekend zou worden, waar
om de weg niet verbeterd wordt.
De V o o r z i 11 c r. Wanneer niemand meer
het woord verlangt, dan zal ik het voorstel
van B. en W. in stemming brengen.
Wordt z. h. o. conform het voorstel van
B. en W. besloten.
7. Nader voorstel van B. en W. betreffen
de de looncn van de werklieden, werkzaam
bij de gasfabriek, bij de reiniging van dc
fabricage, en de agenten van politie en de
nachtwakers.
De verslagen van de vergaderingen der af-
deelingen worden hierbij tevens aan dc orde
gesteld.
Ontwerpbesluit tot vaststelling van eene ver
ordening tot regeling van loonen der werk
lieden, in dienst bij de fabricage.
Dc artt. 1—7 worden z. h. o. voorloopig
goedgekeurd, waarna de verordening met
algemeene stemmen wordt vastgesteld.
Ontwcrp-besluit tot vaststelling van eene
verordening tol wijziging van de verordening,
regelende de inrichting der plaatselijke poli
tie.
De artt. 1 en 2 worden z. h. o. voorloopig
goedgekeurd, waarna dc verordening met al
gemeene stemmen wordt vastgesteld.
Wordt z. h. o. besloten B. en W. een cre
diet te verlecnen tot betaling van de loons-
verhoogingen, uit de genomen besluiten voort
vloeiende.
8. Voorstellen van B. en W. betreffende
de waterleiding en daarmede samenhangende
onderwerpen.
De heer P 1 o m p. .\iijnheer de voorzitter,
bestaat er bij het dagelijksch bestuur bezwaar
deze voorstellen te verzenden naar de afdce-
lingen? Ik vraag dit voornamelijk, omdat
hierbij punten ter sprake komen, die niet bij
zonder geschikt zijn voor openbare behande
ling.
Dc Voorzitter. Als de raad eene be
spreking in de afdcelingen nog verlangt, dan
heeft hel dagelijksch bestuur daartegen geen
bezwaar.
De heer Kroes. Ik ondersteun het voor
stel tot verzending naar de afdeclingen.
De heer Hamers. Ik zou het beter vin
den, dat de zaak nu behandeld werd. Dan is
ze spoedig afgcloopen, en dat acht ik wen-
schelijk.
De Voorzitter. Als nadere inlichtingen
worden verlangd, dan is het dagelijksch be
stuur bereid die dadelijk te geven. Wij zijn
volkomen van de zaak op de hoogte. Maar
meent men beter op de hoogte te komen door
bespreking in de afdeelingen, dan leggen B.
cn W. zich daarbij neer.
De heer H a m e r s. Mijnheer de voorzit
ter, het is wenschelijk, dat de zaak spoedig
wordt afgedaan. Hoe eerder zij tot stand
komt, des te beter is hel in 'l gemeentebelang.
Als de heeren nog vertrouwelijke inlichtin
gen wenschen, is het dan niet beter eene ge
heime zitting te houden? Dqar kunnen B. en
W. ons behoorlijk inlichten.
Dc heer Jorissen. Mijnheer de voorzit
ter, in dit geval zou ik, ook al waren 't slechts
enkele leden, die nauwkeuriger overweging
verlangen van den staat van zaken, voor ver
zending naar de afdeelingen zijn. Dit is eene
zaak, die ernstig ingrijpt in de financién en
in de geheele huishouding van dc gemeente.
Men zegt: „Er kan eene geheime zitting ge
houden worden", maar daarmee zal het doel
minder goed bereikt worden. Het is beter, dat
wij de zaak nog eens kalm in de afdeelingen
bespreken; dan hebben B. cn W. gelegenheid
de opmerkingen, die zijn gemaakt, schriftelijk
te beantwoorden en wij kunnen hun antwoord
nader overwegen. Op die wijze wordt onze
beslissing beter voorbereid dan door nu eene
geheime zitting te houden.
De V o o r z i 11 e r. Er is nog een reden om
de zaak nu te behandelen, nu wij het voor
recht hebben den heer Sanders als wethou
der nog in ons midden hebben, die, als er
mogelijk nog technische bezwaren zijn, daar
omtrent nadere inlichtingen kan geven. Maar
als de heeren verzending naar de afdeelingen
wenschen, dan zal het dagelijksch bestuur
zich niet daartegen verzetten.
De heer Jorissen. Ik heb genoeg ver-