M°. 136.
9de Jaargang.
Vrijdag 14 October 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalvo op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. TelepHoonnumttier 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f
Elko regel meer -
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeelige bepalingen let
hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht.
Duitsch-Czechische
verzoening.
In den landdag van Boheinen nemen dc on
derhandelingen over eene Duitsch-Czechische
verzoening een bevredigenden loop. Al is het
ook aan twijfel onderhevig, dat de nationaal-
politieke commissie binnen den daarvoor ge
stelden termijn van drie weken met het ge-
heele complex van dc haar toegewezen zaken
zal gereed komen, de loop van de algemeene
beraadslagingen over de nationaal-politicke
wetsontwerpen heeft toch getoond, dat de
stemming tot dusver gunstig is voor eene
verzoening. In de algeineene beraadslagingen
bleek van weerszijden geneigdheid lot den
vrede te bestaan. Wanneer die stemming
blijft aanhouden, dan zijn de vooruitzichten
gunstig, dat de behandeling der détails, die
nu moet volgen, althans op cenige punten
er toe zal leiden, dat men zich met elkaar
verstaat, en wal de overige punten betreft dc
grondslagen zal leggen voor eene voortzetting
van de onderhandelingen met goede kans van
slagen.
De te Weenen verschijnende Deutsch-
böhmische Ivorrespondenz heeft van het be
stuur der vereeniging van Duitschc afgevaar
digden van den landdag van Bohemen de
volgende mededeeling over den stand van
zaken ontvangen:
„liet einde van de algemeene beraadslagin
gen in de nationaal-polilieke commissie bc-
teekent, naar de algemeene opvatting van de
deelnemers uit beide kampen een succes, dat
wel nog niet als eene positieve uitkomst op
den weg naar de verzoening kan worden aan
gemerkt, maar toch ook in zijne politieke be-
teekenis voor het gezicht in de verdere toe
komst niet is te onderschatten. Als hoofd
moment voor dc gunstige beoordeeling van
dit debat wordt algemeen de zeer vredelie
vende, conciliante houding aangem rkt, die
door alle sprekers in het algemeen debat in
acht is genomen. Ja, juist een kort oogen-
blik van bedenkelijke spanning, dal echter
terstond door loyale verklaringen van beide
zijden is overwonnen, bewees des te meer,
hoezeer alle bij dc beraadslagingen betrok
ken groepen er prijs op stelden, elke compli
catie, die het verzoeningswerk in gevaar kon
brengen, zooveel mogelijk te vermijden. In
dit aan den dag leggen van de algemeene
gezindheid tot verzoening ligt dus de bete
kenis van het algemeene debat voor het tegen
woordige tijdstip. Het eindigt met een althans
niet ongunstig uitzicht op de beraadslaging
over de détails, die nu begint. Wanneer de
in het algemeen debat uitgesproken gevoe
lens van de CzecJien zich ook bij de verdere
behandeling in zóóver doen gelden, dat geen
van de eischen, waarvan de Duitschers niet
kunnen afzien, bits wordt afgewezen, dan is
ook aan dc beraadslaging over de détails een
vreedzaam verloop verzekerd. In deze debat
ten zullen ook aan de Duitschers eischen ge
steld worden, die hoofdzakelijk betrekking
hebben op de bescherming der minderheden
en inzonderheid op de minderheidsscholen
(in het Duitschc gebied van Bohemen). Men
gelooft echter, dat ook op dit punt de prin-
cipieele meeningsverschillen niet' zoo groot
zullen zijn, dat daaruit een afbreken van dc
onderhandelingen zou moeten voortvloeien.
Hoe ook dc verdere beraadslagingen mogen
eindige*!, het kalme verloop van het alge
meene debat heeft hel eindelijk mogelijk ge
maakt, dat de principieele gezindheid dei
Czeehen, om over de voornaamste eischen
van de Duitschers in onderhandeling tc tre
den, niet slechts officieel uitgesproken, maar
ook uitvoerig gemotiveerd is. Dat verschaft
in ieder geval een aanknoopingspunt voor
eventueele latere onderhandelingen, wanneer
de tegenwoordigen nog niet tot een tastbaar
resultaat mochten voeren, en daarin ligt de
groote beteekenis, die dc niet ongunstige uit
slag van het algemeen debat voor de natio-
naal-politieke toekomst van Bohemen heeft".
Het hier medegedeelde getuigt van eene
tamelijk optimistische stemming. Die wordt
intusschen niet algemeen gedeeld. Zoo wordt
uil Weenen aan de Frankf. Ztg. geschreven,
dat het slechts gelukt is over cenigen van de
verschilpunten heen te komen, maar dat do
principieele strijd in de gewichtigste kwestie
voortbestaat. liet is mogelijk, dat gemeen
schappelijke wenschen om aan het kabinet
eer.e parlementaire stelling te geven, beide
partijen aanleiding geven om over dezen
principieelen strijd heen te glijden en hem
voorloopig te laten rusten, maar hij blijft
aanwezig en daarmee de mogelijkheid om
iederen dag opnieuw den twist te beginnen.
Of de veel geroemde verzoenlijke stemming,
die in Praag is gebleken, werkelijk zoo hoog
is te schatten, kan menbetwijfelen, omdat
zij blijkbaar slechts liet doel heeft de Czeehen
in staat te stellen weder in de regeering op
te treden, zor.der dat de nationale zekerstel
ling van de Duitschers is voorafgegaan.
Duitschland.
De rede, die de Keizer gehouden heeft op
hel ccuwlecst van de Berlijnsehe universiteit,
heeft groote instemming gevonden, niet alleen
0111 de daarin aangekondigde milüoenensticli-
ting voor instellingen van wetenschappelijk
onderzoek, maar ook om haar vorm en in
houd.. De Kuln. Ztg. schrijlt van deze rede:
„Zij is waardig in den vorm cn nationaal
en vaderlandslievend in het gansche innerlijk
gevoel. Zij staat geheel op den bodem van dc
eischen van het moderne leven, want zij geeft
niet alleen aan de wetenschap wat haar toe
komt, maar brengt uil hare vele takken juist
den natuurwetenschappelijken vorm naar
voren, die bij dc hoogste wetenschappelijk
heid met het moderne leven in het nauwste,
meest rcchtstreeksche verband staat. Wij zijn
in Duitschland wetenschappelijk gebleven,
maar praktisch geworden, en wanneer dus
wetenschap en praktijk zich vereenigen, dan
harmonieert dat zoozeer met hel gevoel zoo
wel van onze ideaalste als van onze schran
derste geesten, dat er niet meer van wan
klank, maar slechts van samenslemmen
sprake kan zijn.
„Het beste bewijs voor dc waarheid van
hel liier gezegde biedt onze door partijschap
pen zoozeer verdeelde persoon. Er zijn on
getwijfeld bladen, die meer blijdschap zou
den hebben gevoeld, als er op dc rede van
den Keizer heel veel was aan te merken ge
weest. Er waren anderen, die de te verwach
ten redevoeringen niet zonder bezorgdheid
tegemoet zagen, maar aan het pessimisme
van de eenen is dc grond onttrokken, en de
verwachtingen van de anderen zijn bitter te
leurgesteld. De rede van den Keizer is dooi
de hoogte, waarop zij stond, aan alle partij-
getwist ontrukt, en hier is het verblijdende
geval te vermelden, zich zoozeer aan de ge-
dachlcnwereld van het volk heeft aangepast
cn daaraan welsprekende uitdrukking heeft
gegeven, dat er niets dan tevredenheid en
blijdschap is overgebleven. Bij het veelvul
dig overmatig op den voorgrond tredende
streven, om de redevoeringen van den Keizer
onder dc loupe te nemen, er aan te kritisee-
ren en ze te interpreteeren, is het werkelijk
eene bijzondere voldoening, dat hier eene
rede werd gehouden, die zoo klaar en door
zichtig is, dal er niets in kan worden geïn
terpreteerd. Vrijzinnige en conservatieve bla
den spreken zonder voorbehoud hunne groote
voldoening uit, cn de Keizer heeft niet slechts
eene goede, maar zelfs eene zeer goede pers.
„Ter zijde staat wel is waar de Vorwarts,
maar het is in hooge mate opmerkelijk, dat
zelfs dit blad een afkeurend oordeel niet kan
motivccren en niet eens tracht te motivce-
ren. Niets is bewijskrachtiger voor den in
druk van de rede, dan dat de Vorwarts, zeker
ondanks haar vurig streven, niets heeft ge
vonden wat er op kan worden aangemerkt.
Had zij iets kunnen ontdekken, dan zou zij
het aan de wereld met geestdrift medegedeeld
hebben".
B e r 1 ij n 1 3 O c t. Hedenavond w.rd in
hot koninklijk paleis een gastmaal gegeven
door den Keizer cn de Keizerin, waar o. a.
aanzaten de kroonprins en de. kroonprinses,
andere vorstelijke personen, de rijkskanselier,
professoren der universiteit en andere te Ber
lijn vertoevende bekende Duilsche en buiten-
landschc geleerden.
Na tafel hielden de Keizer en de Keizerin
cercle, waarbij zij gesprekken voerden met
vele Duitschc en buitenlandsche geleerden.
Bremen, 1 3 O c t. De onderhandelingen
lussclien de werfarbciders eenerzijds en de
Norddeutselie Armaturcnfabrik en de naam-
looze vennootschap Weser anderzijds, heb
ben geleid tot bijlegging van aile punten van
geschil.
Frankrijk.
Charleroi, 13 Oct. Het spoorwegbe-
stuur schorste het vervoer in de richting van
Vireux en Givet, daar liet vanaf heden niet
meer mogelijk is om door middel van den
Oosterspoorweg Parijs te bereiken of er van
te vertrekken.
I' a r ij s, 1 3 O c t. Vijf d?r voornaamste
stakingsleiders Lcmoine, Rer.ault, Toffin,
Leguenic cn Antont zijn heden morgen oin
half tien op liet bureau van het socialistische
dagblad „rilumanité" zonder incidenten ge
arresteerd.
P a r ij s, 1 3 O c l. De spoorwegarbeiders,
welke getroffen worden door het bevel tot
mobilisatie, wachten in de bureaux der Hu-
manité in het gezelschap van advocaten den
loop der gebeurtenissen af. Een socialistisch
Kamerlid verklaarde, dat de politie de deu
ren met geweld moest openen.
R ij s s e 1, 13 Oct. Men bevestigt, dat Bas-
ty naar den president van den ministerraad
telegrafeerde, dat indien het bevel lot mobi
lisatie niet binnen 21 uur was opgeheven, hij
niet kon antwoorden.
De voor mobilisatie opgeroepen mijnwer
kers en spoorwegbeambten gehoorzaamden
tot dusver niet aan den oproep. Men meldt
aan de Dernière Ilenre dat de mijnwerkers
te Pillc en Courrières staken.
Par ij s, 13 October. Acht machinis
ten van den Ooster- en Orléans spoorweg zijn
heden morgen ontslagen. Inlichtingen ont
vangen aan het ministerie van binnenlaud-
sche zaken constateeren dat de staking ver
re van algemeen is. Tal van beambten heb
ben den dienst hervat.
P a r ij s, 13 Oct. Het ministerie van
openbare werken bericht heden avond om 8
uur, dat op de Est alle treinen heden zijn
vertrokken. Op de Nord vertrokken 5 k 6
treinen meer dan gisteren. Op de Ouest-Etat
is eene kleine hervatting van werk. In Ba-
tignolles is de dienst van de P.-L.-M. nor
maal.
Tweede telegram. Het ministerie
van openbare werken maakt bekond, dat de
derde dag van dc staking gekenschetst werd
door eone neiging tot ontspanning op de net
ten van de Nord en de Ouest-Etat. In de pro
vincie is de toestand verbeterd.
Derde telegram. Uil de inlichtin
gen, die hedenavond om elf uur aan het mi
nisterie van binnenlandsche zaken werden
gegeven, blijkt, dat op de Nord 42 van de
15U treinen heden hebben geloopen. De lijn
Parijs—Brussel is heden avond hersteld.
Op de Orleans loopt de dienst normaal, op
<le Est en de P.-L.-M. eveneens.
Het bevel tot oproeping in werkelijken
dienst heeft van verschillende zijden eene
aanmerkelijke ontspanning verschaft.
De minister-president confereerde heden
avond met den minister van oorlog en den
militairen gouverneur van Parijs. Het garni
zoen van Parijs is aanmerkelijk versterkt.
De Compagnie du Nord bericht, dat zij een
honderdtal personen heeft ontslagen.
De P.-L.-M. heeft heden namiddag negen
beambten ontslagen.
Terg ni er, 13 Oct. Een 20ijtal machi
nisten hebben den arbeid hervat.
P a r ij s, 13 Oct. De Compagnie du
Nord bericht, dat de toestand beter wordt te
Saint-Quentin.
Bordeaux, 13 Oct. De spoorweg-
mannen van de Midi besloten tot staking, te
beginnen met morgen.
Troyes, 13 Oct. De spoorwegmannen
hebben besloten in staking te gaan.
Toulouse, 13 Oct. Tot onmiddel
lijke staking op het net van de Midi is be
sloten.
Marseille, 13 Oct. De treindienst
heelt den geheelen dag normaal gewerkt
P a r ij s, 13 Oct. Er zijn drie arrestatiën
geschied in het bureau van de Guerre sociale
(hel blad van den revolutionair Hervé).
Dc rechter van instructie heeft talrijke
nieuwe bevelen tot inhechtenisneming on-
derleekend.
Men verzekert, dat een bevel van inhech
tenisneming is uitgevaardigd tegen Pataud,
(den bekenden electricien, die door zijne
handelingen zich den bijnaam verwierf van
„koning" Pataud).
Vier spoorwegmannen in de provincie zijn
gearresteerd.
Twee stokers cn een chef-electricien, die
bezig waren een stoomketel leeg te laten
loopen, zijn gevangen genomen in de werk
plaats te Saint-Dends.
P a r ij s, 13 October. Na eene ver
gadering van leden van het intersyndi-
cale comité van den Métropolitain en het
syndicaat der electrische industrieën werd
om 6 uur des avonds het bevel bot staking
van den arbeid in de electrische sectoren
•gegeven. Om half zeven begon het licht op
verschillende punten van de groote boule
vards uil te gaan.
De spoorwegstakers juichten in eene ver
gadering deze staking toe.
Tweede t c 1 e g r a m. In den loop van
den namiddag werden de telegraafdraden,
die het ministerie van binnenlandsche zaken
verbinden met de prefectuur van politie,
doorgesneden. Er zijn maatregelen genomen
om ze te herstellen.
De staking van de electricians veroorzaakt
groote stoornis in het verkeer. Het Elysée,
het ministerie van binnenlandsche zaken,
vele koffiehuizen en schouwburgen zijn van
electrisch licht verstoken.
Van de vijf sectoren zijn twee in staking
Naar de sectoren, waar de staking heerscht,
zijn manschappon van de genie gezonden.
P a r ij s, 1 3 O c t. De staking is verklaard
op de tramwegen van Nogenl. Eveneens op
die van den Est Parisien in het 20e arron
dissement.
De bond van transportwerklieden heeft de
staking van den arbeid afgekondigd, maar
ingevolge de beslissing van de Compagnie
générale du Travail is bevel gegeven de be
kendmaking van het besluit op te schorten.
Duinkerken, 13 Oct. Eene vergade
ring in de arbeidsbeurs keurde de algemeene
staking goed.
P a r ij s, 14 Oct. Om 12.20 heden nacht
sprong een bom voor het perceel rue de
Bcrcy no. 6. De gevel werd zwaar bes dhadigd;
in belendende huizen braken de ruiten. Er
is niemand gewond. Een onderzoek is inge
steld.
De bom had den vorm van een sterken ijze
ren pot
Minister-president Briand heeft tegenover
eenige vertegenwoordigers van dc pers zijn
hart gelucht over het bedrijf der aanleggers
van de spoorwegstaking. Zijne verklaringen
komen hierop neer
„De regeering staat niet voor eene staking
in den wettelijken zin van het woord, maar
voor eene misdadige onderneming van ge
weld, wanorde en sabotage. De beweging
heeft geen beroepskarakterzij heeft zuiver
den aard van een opstand. Dit ontgaat geheel
aan 't spoorwegpersoneel, dat spoedig genoeg
maar te laat zal bespeuren, dat men het tot
de ergste buitensporigheden brengt. Ik heb
eene deputatie van gemachtigden van den
bond van machinisten en stokers en van het
lands-syndicaat der spoorwegmannen in mijn
kabinet ontvangen. Tusschen ons werd afge
sproken, dat de vakvereenigingen de eischen
van het personeel in een stelligen vorm mij
zouden doen toekomen, opdat ik ze aan de
spoorwegbesturen zou kunnen overbrengen
en dezen verzoeken er op te antwoorden. On
der mijne bemiddeling zou op deze wijze
eene vriendschappelijke bespreking zijn inge
leid, die zeker tot goede resultaten zou heb
ben geleid. Na voorloopig principeel overleg
zou eene rechtstrccksche bespreking tusschen
vertegenwoordigers van het personeel en van
de spoorwegbesturen onder mijn voorzitter
schap hebben plaats gehad. De Ooster, Noor-
der, Orleans cn I'. L. M. maatschappijen heb
ben overigens reeds eenige concession gedaan
en het personeel heeft daarvoor zelfs schrif
telijk dank betuigd aan den voorzitter van de
Orleans. Over de regeling van den arbeid
heeft de minister van openbare werken dc
vakvereenigingen geraadpleegd, om hem in
staat te stellen met volledige kennis van za
ken besluiten te nemenhij wacht nog op
hun antwoord. Wat de vraag betreft om te
rugwerkende kracht te geven aan de bepa
lingen over dc pensioenen, heeft de minister
van openbare werken gehandeld overeenkom
stig de verklaringen, die hij in de Kamer
HA.NZEA.TEN.
67 doo*
RUDOLF HERZOG.
„Het wordt een mooi schip, meneer
Twersten," hernam de Spanjaard, van on
derwerp veranderende. „Hel is maar jam
mer, dat de twee stoomers, die wij destijds
naar Santiago hebben gezonden, nu aLs goe
de prijzen in Amcrikaansche havens liggen."
„Als zij maar tot nut van dc menschheid
dienen. Dat is ten minste nog beter dan dat
zij nu stukgeschoten op den bodem van de
zee lagen."
Hij dacht aan het van stapel loopen van
de „Ingeborg", terwijl hij verder ging. En
om daarvan over te springen naar Ingeborg
Braniberg zelf, was voor zijn gedachten het
werk van één seconde. „Nu komt zij spoe
dig van haar gezondheidsreisje terug," zeide
hij bij zichzelf. „Eiken dag kan zij komen.
Wat levert de wereld toch nog veel vreugde
op!"
Op zijn lessenaar lag een telegram. Da
delijk voelde hij, dat 't geen telegram over
zaken was.
„Kom heden in Hamburg terug. Verzoek
mij den avond te schenken."
li ij las hel telegram eenige malen achter
elkander, legde het toen weg, greep er op
nieuw naar cn las het nog eens. Telkens
kreeg het meer woorden en ten slotte werd
Jiet hem een lange, lange brief.
BB*
Hij hoorde zichzelf lachen, zachtjes en ge
lukkig.
In den namiddag kwam mevrouw Inge
borg Braniberg op hel Hamburger station
aan. Verbaasd zag zij op, toen zij Marga
Vanheil in het oog kreeg.
„Ben je heusch hierheen gekomen om mij
af te halen?"
Met een hartelijke dankbetuiging nam zij
dc rozen aan, die Marga haar aanbood.
„Maar, meisje, hoe wist je, dat ik zou ko
men?"
„Ik verlangde erg naar u," bekende Mar
ga, „en een uur geledon trok ik de stoute
schoenen aan en telefoneerde aan meneer
Twersten, of hij ook wist wanneer u terug
zoudt komen. Hij zeide vandaag. Nu, en
op het kantoor van een expediteursfirma zijn
wel spoorboekjes .te vinden."
Ingeborg Bramberg omhelsde haar. „Het
is een gelukkig voorteeken, je lief gezicht 't
eerst te zien te krijgen. Ga je met mij mee
naar huis? Dan wordt mijn kamer dadelijk
warm en gezellig."
„Is meneer Bramberg niet in Hamburg?"
„Meneer Bramberg is bij vrienden in Schot
land aan 't jagen."
„Wat ziet u er goed uit! Gebruind cn flink 1
't Is alsof u iets van de frissche zeelucht
meebrengt."
„Kom, kom, vleisterje!"
„Neen, *k vlei niet. U ziet er uit om iemand
het hoofd op hol te brengen."
Arm in arm gingen zij door de wachtka
mer naar het rijtuig.
„Jij bent een blonde schoonheid," zeide
mevrouw Bramberg, „en je jeugd veroorlooft
je niet al te voorzichtig te zijn."
Naast elkander in den open landauer geze
ten, reden zij den weg op naar Uhlcnhorst.
„Vooreerst," antwoordde Marga Vanheil,
„ben ik geen schoonheid, maar slechts een
flink uit de kluiten gegroeid meisje. Ten
tweede ben ik niet meer zoo jong, en ten
derde ben ik vrééselijk voorzichtig."
„Met de gevoelens van je -hart?"
„Natuurlijk, want dat is het eenige ver
mogen, waarover ik vrij te beschikken heb."
„Ten minste als je niet een voordeeltje
licht, door in stilte koopmanszaken tc doen
mei de firma K. R. Twersten."
„Heeft hij u dat verteld?"
„Wie?Hij?"
„Nu, voorloopig is er nog maar één. Bob
is nog in de leerperiode."
„Ja, hij heeft 't mij gezegd. Heeft het goe
de gevolgen gehad, dal je zaken met hem
hebt gedaan?"
„Zoudt u hem niet kunnen aanraden om
ergens in de wereld een nieuwen oorlog op
touw te zetten en er dan weor schepen
heen te zenden? Dan zou ditmaal de firma
Vanheil de bevrachting wel op zich willen
nemen."
„Nu, dat zou ik wel kunnen doem. Maar
ik geloof, dat hij voorloopig meer behoefte
heeft aan rust. Geloof je dat ook niet?"
Als antwoord greep Marga. Vanheil de
hand van mevrouw Bramberg met teederen
druk. Het rijtuig reed langs den Alster en
hield voor den ingang der Brambergsche
firma stil.
„Ik moet mij even vcrkleeden," zeide me
vrouw Bramberg, toen zij het huis waren
binnengegaan. „Maar, daar leun je gerust
bij blijven."
Nadat mevrouw Bramberg zich had ver
kleed, gingen zij in haar kamer theedrinken.
Met den terugkeer van de vrouw des huizes
ginig alles weder zijn ouden gang.
„Tot dusverre hadt je, als je mij kwam op
zoeken," zeide mevrouw Bremberg schert
send, „mij altijd iets nieuws van je te ver
tellen. Stort nu je hart ook maar eens uit."
„Hoe kunt u dat zeggen! Ik kom enkel en
alleen om u, en niet omdat Robert Twers
ten
„Aha, daar heb ik 't al!"
„Ach, lieve hemel," zuchtte Marga, „dat hij
eindelijk weer eens iets van zich heeft laten
hooren, is een feit, dat ik toch niet behoef
te verbloemen. En in hoofdzaak schrijft hij
■over mijn broer Frits. Die wildzang heeft,
om zijn technische kennis tc vermeerderen,
«en plaatsing aangenomen als machinist bij
•dc Spaansche vloot en is in den zeeslag bij
Santiago nogal ernstig gekwetst aan zijn
arm. Wat zegt u nu van zoo'n streek? Ik
Jicb eens een jongen dashond gehad, die
moest ook overal met zijn neus bij zijn, an
ders maakte hij zich doldriftig. Er schijnen
tocli nog altijd mannen te zijn, die wat al
te lang mijn jongen dashond willen nadtoem."
„Duurt 'i nog lang, voordat ik iets van
Robert Twersten te hooren krijg?"
„Zeker niet, mevrouw. Vooral als u dat
-verlangt en 't onderwerp zoo belangrijk
windt."
„Neen," antwoordde mevrouw Bramberg,
fterwijl zij deed alsof zij ingespannen zat na
Se denken, „neen, ik kan geen enkel vinden,
«dat belangwekkender is."
Beiden lachten hartelijk.
„Nu," ging Marga Vanheil voort, „omdat
m 'l dan zoo wilt." En in één stuk doorgaan
de, begon zij te vertellen
„Di\t heeft Robert geschreven. En ooit, dal
Trits met heldenmoed zijn werk bij de ma
chine heeft gedaan en later, nadat het schip
avas gezonken, met groote onderscheiding
aan boord van bet Amerikaansche oorlogs
schip ontvangen is. Zijn gekwetste arm heeft
hem geen oogonblik zijn vroolijk humeur
doer verliezen, en naar alle waarschijnlijk
heid zal hij nog geruimen tijd in het buiten
land blijven, waarover Frits van plan was
ons binnen eenige dagen zelf uitvoeriger te
schrijven. Tot zoover heb ik dien brief van
Bob aan mijn vader voorgelezen. Vader is
bijzonder mei de daden van zijn jongen in
genomen, en over zijn mooie toekomst spreekt
hij nu eiken dag mot ons. Vader heeft weer
een geduchtcn aanval gehad en komt niet
meer uit zijn stoel. In onzen vrijen tijd zit
ten wij bij hem en luisteren wij geloovig
naar hem, als hij over zijn lieveling Frits
spreekt als toekomstig minister, of, wat hij
nog veel hooger stelt, als aanstaand eige
naar van een groote Hamburger werf. Ver
der schreef Bob, dat hij zelf Cuba zou ver
laten, zoodra Frits zijn gezelschap niet meer
noodig had en dat hij dan van plan was
naar New-York tc gaan."
yNaar New-York? Waarom komt hij niet
terug?"
„U weet toch wel mevrouw, dat hij
in onmin ismet zijn vader?"
„En heb je hem dan niet kunnen schrij
ven, dat hij 't er toch maar op wagen moest,
vrijmoedig zijn vader onder de oogen te ko
men? ALs hij nu uit Cuba vertrekt om, op
hoop van zegen, naar New-York te gaan, is
het toch een bewijs dat zijn jeugdige over
moed de eerste teleurstelling al heeft moe
ten ondervinden. Want, in Santiago woont
toch zijn mocdca, dlie hij afgodisch vereert."
Wordt vervolgd