BINNENLAND. nisteric van oorlog en marine Veniselos, binnenlandsche zaken Hepoules, justitie Di- mitri kaponess, financiën Coromilas, onder wijs Alexandrie. Callergis behoudt de porte feuille van buitenlandsche zaken. Athene, 1 8 O c t. Callergis weigert de portefeuille van buitenlandsche zaken, Ri- narchi zal benoemd worden tot minister van handel. Over het besluit van Koning George om aan Veniselos dc samenstelling van een nieuw ministerie op te dragen, wordt bericht, dat hevige aanvallen in de pers op den voorzitter van de Kamer llasslin als vertegenwoordi ger van de oude partijen en ontstemming van liet volk hierover invloed hebben uitgeoefe.nl op dit besluit. Veniselos nam de opdracht voorwaardelijk aan; hij behield zich een on derzoek van den parlementairen toestand voor en zal met dat doel overleg plegen met de oude partijleiders en de nieuwe partij- groepen over hunne houding tegenover zijr.e regeering. De protesten en dreigementen van Turksche bladen tegen het kabinet-Veniselos worden door de Atheensche pers algemeen als onbehoorlijke inmenging in de binnenland sche aangelegenheden van Griekenland afge wezen. Deze protesten zijn in bijzonder scherpen vorm uitgedrukt in de te Konstantinopel ver schijnende Tanin, die het eventueel optreden van een kabinet-Veniselos kenschetst als eenc verstoring van de in de laatste dagen verbe urde Grieksch-Turkschc betrekkingen, omdat Veniselos naar Turksch recht een „uitgewor pen Turkscli onderdaan" is, met wien de Por te natuurlijk niet in betrekking kan treden. Daarom wordt onder die omstandigheden de terugroeping van den Turkschen gezant uit Athene en het afbreken van de diplomatieke betrekkingen in uitzicht gesteld. Egypte. Cairo, 1 8 O c t. Een groot aantal beamb ten bij.de spoorwegen van de staatsspoorwe gen in boven-Egyptc staakten. Zij vragen salarisverhooging. De stakers verhinderden den treinenloop; de staking strekt zicli ook uit tot de werven en tot den spoorweg Boulac—Cairo, benevens tot een gedeelte van Beneden-Egypte. De Egyptische troepen bewaken de werven te Boulac. Cairo, 18 Oct. Groöte opgewondenheid heerscht onder het personeel dor spoorwe gen. De politie werd ontvangen met een hagelbui van steehen. Verschillende werklie den werden gewond, liet Egyptische leger en het bezettingsleger zijn geconsigneerd. De oorzaken van de staking zijn onbekend. Cairo, 18 Oct. Bij de spoorwegstaking zijn alleen betrokken de personen, die wer ken in de werkplaatsen te Boclak; zij ver hinderden het vertrek van locomotieven naar Opper-Egyptc. De stakers vielen de directie van de spoorwegen en andere autoriteiten aan. De politie deed charges tegen de sta kers, van wie verscheidene zijn gevangen ge nomen. De algemeene gemeenschap is niet onderbroken. Men gelooft algemeen, dat dc stakers door vreemden invloed zijn opgeruid. De menschen hebben geen enkele werkelijke grief. Tweede t e 1 e g r a m. De staking is ge ëindigd. Britsch-Indlë. De onderkoning lord Minto heeft op een feestmaal, dat hem tot afscheid werd gege ven verklaard, dat dc oproerige beweging geenszins heeft opgehouden en men ook nog verdere politieke misdrijven zal beleven. In dien het echter opnieuw tol daden van ge weld mocht komen,, dan moet men dit niet beschouwen als karakteristieke aanwijzingen voor den algcmecncn toestand in Indië. De mist begint op te trekken en dc zon begint weer te schijnen, Hij gelooft bepaald, dat de regeering den slag gewonnen heeft. Ihiareutegcn geeft de toestand aan de grens tot eenige ongerustheid aanleiding. Al zijn er gcenc nieuwe vijandige daden van dc zijde der stammen bericht, dc laatste tijdin gen luiden, dat de grensstammen bijeenkom sten houden tot bespreking van de ernstige verliezen, die zij hebben geleden door de sta king van den handel in wapenen. Men ge looft, dat zij schadevergoeding voor hunne verliezen zullen vragen, en tot vijandelijkhe den zullen overgaan, als aan hunne wcnschen niet wordt tegemoet gekomen. Een bericht gever van Reuter zegt, dat men hoopt, dat wijze raadgevingen 't zullen winnen, maar er kan volgens de laatste berichten geen twij fel aan zijn, dut de stemming van dc stam men bepaald oorlogszuchtig was. Allerlei. Brussel, 18 Oct. Nederland krijgt op de tentoonstelling 103 „grands prix" op de 1183 inzenders. De jury van de schoone kun sten verleende de gouden medaille aan den Nederlandschen graveur Bauer; van de 141 Nederlandsche inzenders krijgen 41 beloonin gen. De Koning overhandigde persoonlijk dc medailles van „grand prix" op de tentoon stelling van schoone kunsten aan de Spaan- schc, Italiaansche en Nederlandsche kunste naars. N e w-Y o r k, 1 8 '0 c t. De New-York Ti mes heeft een draadloos telegram ontwingen van den kapitein van de stoomboot Trent, die bericht, dat hij WelLman en de beman ning van het bestuurbare luchtschip om 5 uur 's morgens heeft opgenomen. Het lucht schip is verlaten. De redding werd verricht op 35,43 graden breedte en 68.18 graden lengte. Londen, I 9 O c t. De Daily Telegraph ontving kort voor middennacht van Wellman de volgende dépêche, verzonden van het stoomschip Trent via New-York: Na het pas- secren van Nantucket Zondagmorgen, legden wij 140 mijlen af, volgens onze berekening oostnoordoost afdrijvende zonder motor. In den namiddag waren wij op 42 noorder breedte en 67 westerlengte. Hier veranderde dc wind en werd noordwest; de wind blies met 30 mijlen in het uur. De America dreef af met 25 mijlen in het uur; de evenwicht- houder werkte zwaar en schudde hel schip, ccnc rollende beweging veroorzakende, die hot met algeheele vernieling bedreigde. Het was een vrccsclijke nacht, maar de gehcele bemanning bleef kalm en zelfs opgeruimd. Wij waren zeer uitgeput; de een na den an der sliepen wij in, het ontwaken in den oceaan verwachtende. Het vervolg van het verhaal luidt, dat de evenwichthouder de America deed dalen e i dreigde dc reddingssloep weg te voeren, die ons eenig middel tot redding was. Allen kwa men overeen in het schip te blijven. Wij wier pen gasoline buiten boord om het schip te verlichten. Om 3 uur 's morgens werd bevel gegeven den motor in werking te brengen om te trach ten Europa of de Azorcn te bereiken. l)c wind bleef gunstig, maar veranderde spoedig naar noordoost. Hel was onmogelijk de Azoren te bereiken met den verminderden voorraad gas oline. Kr werd dus besloten de Bermudas te bereiken. Wij dreven af naar het zuidwesten ongeveer 15 mijlen in het uur, den motor cn de gasoline sparende voor eene uiterste po ging en besloten zijnde hel schip zoo laeg mogelijk te houden. Maandagavond wierpen wij nogmaals gas oline cn een deel van de machines, die be schadigd waren, over boord om ons in de lucht te houden gedurende den nacht, die zeer koud was. Wij stemden toe, dat het on mogelijk vras ons nog een nacht in de lucht te houden. Het groote gevaar was, dat de evenwicht houder de reddingslocp kon doen breken of omslaan. Deze sloep werd met moeite onder een hevigen wind te water gelaten. Heden morgen vroeg hadden wij de Trent gezien op een afstand van twee uren. Het was onze eenige uitkomst de sloep des morgens te wa ter te laten in plaats van in den nacut als er geen hulp nabij was. Deze manoeuvre werd handig uitgevoerd. Vaniman liet de America tot dicht bij de zee dalen. Simon stuurde de sloep cn maakte haar los. De evenwichthouder trof dc sloep schuin en deed haar bijna omslaan, terwijl Simon nog aan boord was, maar hij zag dat alles veilig was voordat hij de America verliet. Dc America, bevrijd van het gewicht van de sloep, verhief zich in de lucht en ver dween weldra in de verte. Men zag het luchtschip met weinig spijt verloren gaan, omda' het waarschijnlijk toch geen nut meer zou hebben kunnen doen. Een groot en ster ker schip zol gebouwd worden. De zware evenwichthouder, die de vaart vertraagde, het schip deed dalen en belette het te stu ren, was eene noodlottige dwaling. Deze campagne was eenc proefneming, maar liet was de moeite waard, dat wij duizend mij len doorvoeren boven de volle zee. Sarstedt, 18 0c t. De schacht van de mijn Siegfried Giesen brandt ten gevolge van de ontploffing van vergiftige gassen. Twee mijnwerkers zijn dood, een gewond naar boven gebracht; dertien zijn nog ingesloten. Grosgiessen, 18 Oct. Over het on geluk in de mijn Siegfried wordt nader mede- decld, dat één arbeider en twee der redders dood zijn opgehaald; ongeveer twaalf lijken moeten nog geborgen worden. Men veronderstelt dat kisten met dyna miet, dat gebruikt wordt om te schieten, zijn ontploft. De schacht en de werken in de mijn hebben, behalve op de plaats waar de ontploffing plaats had, geen schade geleden. Havana, 18 Oct. De slonn is gisteren oni tien uur gaan liggen. De toegebrachte schade bedraagt millioencn dollars. Duizen den boeren in de drie oostcrsche provinciën zijn zonder onderdak. Tengevolge van de vernieling van den bananen- en den graan oogst zal het waarschijnlijk noodig zijn hulp uil het buiteuland te vragen. Een vierkante mijl van de bebouwde kom van Havana staat onde rwater. Men denkt, dat dc tabaksoogst niet meer dan 10 pet. van een normalen oogst zal bedragen. De suiker heeft minder geleden. Jacksonville (Florida), 18 Oct. Het centrum van den orkaan bevindt zich thans ongeveer in het midden van de Oost kust van het schiereiland. Verschillende mij len spoorweg zijn overstroomd of wegge spoeld. In het laatste telegram van het tele graafkantoor te Key West wordt bericht, dat het water het gebouw binnen drong. Er is geen verlies aan mcnschenlevens. Bericht wordt, dat de schade aan de vruchtboomen wordt geraamd op een miilioen dollars. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Dinsdag 18 October. Geopend 12 uur (nadat om 11J uur geen voldoend aantal leden aanwezig waren). Vocdingsgeld voor gehuwde onderofficieren. Aan de orde is het wetsontwerp tot ver hooging van Hoofdstuk VI (Marine) der Staat&begrooting voor 1910. Algemeene beschouwingen. De heer Iiugenhollz constateert, dat de voorstanders van dit wetsontwerp thans veel lauwer zijn dan in December 1907, het geen komt omdat het thans aangeboden wetsontwerp veel minder geeft dan toen ge vraagd werd. Er wordt nu geen voedings- gcld voorgesteld, maar het geven van een toeslag. De minister van Marine geeft een voudig geen gevolg aan een door de Kamer aangenomen motie ten aanzien van dit on derwerp, precies hetzelfde hetgeen minister Talma gedaan heeft ten aanzien van de mo tie betreffende den 10-urigen arbeidsdag. De minister verkort op die manier dc rechten der Kamer en maakt misbruik van de positie der Kamer. Spr. gaat daarna dc wordings geschiedenis dezer zaak na. Door de gehuw de onderofficieren werd gevraagd: geef ons het voedangsgeld, wanneer wij van de voe ding geen gebruik maken, hetgeen neerkwam op een salaris-verbetering langs een omweg. Gelijk de minister het nu voorstelt, wordt hel eene salaris-verhooging voor een kleine categorie en worden de gehuwden bevoor recht boven de ongehuwden. Hier wordt dus een premie gesteld voor het gehuwd zijn, hetgeen ontevredenheid zal wekken. Laat de minister liever het salaris voor allen zoo danig verhoogen, dat de gehuwden er be hoorlijk van kunnen leven. De ongehuwden zullen dan wel is waar de handen wat rui mer krijgen dan hun gehuwde collega's, maar mag d a t nu een beletsel zijn? De minister zegt, dat ook de gehuwde korporaals beter worden door de voorgestelde salaris-rege ling, maar Spr. ontkent dit beslist. De sala rissen van de gehuwde korporaals zijn on voldoende, vooral als die menschen nog kin deren hebben, voor wie zij schoolgeld enz. moeten betalen. De minister beroept er zich op, dat de mindere schepelingen pas twee jaren geleden salaris-verhooging hebben ge kregen, maar was die verhooging nu zóó enorm, gelet op de tijdsomstandigheden. Spr. zal echter geen vocdingsgeld vragen voor gehuwde korporaals en schepelingen. Hij vraagt eenvoudig salaris-verhooging. En dat kan geschieden, zonder de begrooting te ver hoogen, door eenvoudig te bezuinigen op het materieel. Spr. zal echter, hoewel hij het wetsontwerp niet kan goedkeuren, er voor stemmen. De Minister van Marine (de heer Wemtholt) kan kort zijn na al hetgeen reeds over deze zaak gezegd en geschreven is. Wel degelijk krijgen dc gehuwde onderoffi cieren hetgeen in de motie gevraagd is. In de motie is slechts sprake van de gehuwde onderofficieren cn dus wordt de motie vol strekt niet ter zijde gelegd; integendeel er wordt in elk opzicht aan voldaan. Dc heer Ilugenholtz is van oordeel, dat de korporaals niet genoeg salaris hebben en zegt dan moet er maar bezuinigd worden op het materieel. Zeer gemakkelijk gezegd, maar alles heeft zijn grens en alles vraagt tegenwoordig om meer salaris. De minister moet bepaald te genspreken, dat er aan boord moer dienst gedaan wordt dan noodig is en dat er meer personeel aan boord gehouden wordt dan noodig is. Met allen eerbied voor de kennis van marinezaken van den heer Ilugenholtz kan de minister dat toch beter beoordeelen dan dc heer Ilugenholtz. Dc heer Ilugenholtz repliceert en houdt vol dat de minister de motie niet uitvoert. In de motie wordt gesproken van de onderofficieren, en bij de marine be- hooron de korporaals ook tot de onderoffi cieren. De dienst kan vereenvoudigd worden, wanneer men maar wil breken met de sleur. De algemeene beraadslagingen worden ge sloten en het wetsontwerp daarna zonder stemming goedgekeurd. Diverse onderwerpen. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van Hoofdstuk VIII der Staatsbcgrooting voor 1910. Algemeene beschouwingen. De heer Duymaervan Twist heeft bezwaar legen verschillende uitgaven, en wel tegen die voor de muziek; tegen die voor den adjudant van den minister van Oorlog; tegen de splitsing van c^e administratie; te gen verhooging van salaris van bevelhebbers der militaire afdeelingen en tegen de instel ling van een hoofdadministratie voor het korps maréchaussée. De algemeene beraadslagingen worden ge sloten. Bij art. 22 (reorganisatie der muziekkorp sen) zegt de lieer Duymaervan Twist, dat er ontevredenheid heerscht bij de-muziek korpsen over de bestaande salarasregeling. Daarna zet Spr. uiteen hoe de Commissie voor deze aangelegenheid de zaak wenscht te regelen. Ilaar grondgedachte is opheffing der tamboers en hoornblazers bij de com- pagniën infanterie en vervanging door drie leden van het muziekkorps, om op die ma nier een fanfarekorps te krijgen. Waarom heeft de minister die gedachte losgelaten. De minister nu wil de bestaande organisatie be houden, maar het subsidiestelsel vervangen door een soldijregeling. Spr. is tegen de mu ziekkorpsen gelijk die thans bestaan. Zij die nen niet tot militaire doeleinden gaan in oorlogstijd niet meer roede en daarom zou Spr. ze willen vervangen door fanfarekorp sen te vormen uit de tegenwoordige tam boers en hoornblazers en deze moeten uit sluitend militaire muziek maken voor den troep. Ieder bataljon kan bij verwezenlijking van het denkbeeld der commissie een fan farekorps hebben van 12 man; elk regiment een korps van 48 muzikanten. Vooral voor de gedetacheerde bataljons zouden die fanfare korpsen zeer nuttig en aangenaam zijn. ïlar- moniemuziek wil Spr. niet van die korpsen maken Tenslotte dringt spreker er op aan om mu zikanten die bezwaar hebben om op Zondag muziek te maken daarvan vrij te stellen. Spr. begrijpt niet waarom de minister daartegen zoo groot bezwaar heeft.. Welke zijn die be zwaren? De heer Ter Laan vindt het geheele Wetsontwerp minder sympathiek. Aan den eenen kant wordt te veel, aan den anderen kant te weinig gedaan. De muzikanten ver- keeren thans in een toestand van ellende. Een vrouw van een stafmuzikant heeft aan spr. geschreven, dat zij sedert jaren bedekte ellende lijdt. Hoe is dat mogelijk? Dat zulke menschen ellende lijden is mogelijk maar hoe is het mogelijk, dat die ellende jaren bedekt kan blijven. Dat begrijpt spr. niet. Hij geeft toe dat dc muziekkorpsen misschien geujk de heer Duyraacr van Twist zeide een weelde korps zijn maar zoo lang men ze heeft moet er voor gezorgd worden. Wil men ze opheffen 't is spr. goed, mits men dan maar zorgt voor dc menschen die jaren dienst hebben gedaan. Spr. geeft de voorkeur aan een vast salaris boven subsidie, en onafhan kelijk van bijverdiensten, mits dat salaris zoo geregeld worde dat de menschen een fatsoen lijk bestaan hebben. Dat aan den minister niet bekend is dat er een onwaardige con currentie bestaat tusschen militaire- en bur gerkorpsen begrijpt spr. niet. Dat weet ieder een en 't is een gevolg van de slechte bezol diging der militaire muzikanten. Aan de hand van een Nota van de Alge meene Nederlandsche Toonkunstenaarsveree- niging schetst spr. dc onwaardige concurren tie die er bestaal tusschen burger- en militai re muziekkorpsen tengevolge van een bespot telijke loonregeling der militaire muziekkorp sen. Voorts wijst spr. op dc liooge salarissen welke sommige militaire kapelmeesters ge nieten in verhouding tot de muzikanten en hij dringt aan op maatregelen opdat de muzikanten het hun toekomende salaris ont vangen. Verder vraagt hij meer vrijueid voor de militaire muzikanten buiten dienst, invoe ring van de nieuwe salarisregeling op 1 Ja nuari 1911 en betere bezoldiging der staftrom- petters. De heer Marchant zal zich niet verzet ten tegen 's ministers plannen, maar hij komt op tegen hetgeen de Minister zegt omtrent de diensten door de militaire muziekkorpsen op Zondag te verrichten voor burgers. Wanneer die korpsen uitsluitend voor militaire doel einden zijn, mag men op Zondag geen dien sten van hen vergen ten dienste der burgerij. En voor militaire doeleinden, om den goe den geest er in te houden, is een fanfarekorps voldoende. Als de menschen maar blazen kunnen, is het voldoende. Bovendien gaan de slafmuziek-korpsen in den regel niet mee met den troep en bepaalt zich hun dienst tot het buiten de kom der gemeente brengen van den troep cn weer van de grens halen bij terug komst van den marsch. Ook spr. komt op tegen de onwaardige concurrentie van de militaire muziekkorpsen met burger muziekkorpsen. Daarvoor betaalt men uit de schatkist geen militaire muziekkorpsen. Spr. herinnert aan voorschriften door den Duilsehen Keizer ge- gegeven om de concurrentie van de militaire muziekkorpsen niet die der burgers tegen te gaan. Op zoo eenvoudig mogelijken voet wil ook Spr. de militaire harmoniekorpsen door fanfarekorpsen vervangen. Wil de Minister dien weg op? De Minister van Oorlog (de heer Cool) is erkentelijk voor de spoedige behan deling van dit ontwerp, waardoor voorzien zal kunnen worden in de nooden der muzi kanten en maréchausséès. Wat de muzikan ten aangaat, is het alleen dc vraag: is de militaire muziek luxe of niet. Zoo ja, dan moet men haar afschaffen; zoo neen, dan moet men de muzikanten een behoorlijk be staan verschaffen. De Minister acht de mili taire muziek geen luxe en steil prijs op hel behoud. Hij gaat vervolgens de denkbeelden der commissie na en wijst er op, dat de fan farekorpsen niet voldaan hebben, omdat er bij onvoldoende verdiensten geen liefhebbers te krijgen waren. liet voorstel der commissie is ter zijde ge legd in de eerste plaats om de groote kosten. De maatregel zou duur zijn, zonder van vol doend resultaat verzekerd te zijn. Zelfs bij ce.i beperkt aantal fanfarekorpsen zou de maat regel der Commissie f 50.000 meer kosten dan behoud van de tamboers en hoornblazers. Bovendien zou bij opheffing der bestaande muziekkorpsen aan 5 kapelmeesters en een aantal muzikanten wachtgeld gegeven moete.i worden. Het bestaande subsidiestelsel vind; de Minister nadeelig en daarom wil hij hei vervangen door een vaste soldij-regeling. De commissie acht daarvoor noodig f 68.000. De Minister zou dat voorstel dan ook gaarne overnemen, maar vond de kosten te hoog en daarom heeft hij het teruggebracht to: f 39.000, waarmee voldoende in de nooden kan voorzien worden. Eenige bijverdienste zal daarbij moeten 'blijven bestaan, maar oneerlijke concurrentie waarvan de minister een groot tegenstan der is zal vervallen. De minister waar deert zeer de opkomst der burgerlijke mu ziekkorpsen. Ilij heeft geen reden gevonden om hoogere salarissen voor te stellen; wil de Kamer dat doen, dan zal de minister er zich niet tegen verzetten. Dc aandacht blijft geves tigd op het tegengaan van onedele concur rentie. Aan de muzikanten kan geen vrijheid gelalen worden om al of niet op Zondag te spelen, want hot gevolg daarvan zou zijn on voldoende bezetting en onbruikbaarheid van de kapel voor burgers. De heer Duymaer van Twist. Uit stekend. De Minister. Uitstekend, maar dan zou de bijverdienste vervalen, welke niet gemist kan worden. Het eenage zou zijn bij aanne ming aan de muzikanten te vragen of zij be reid zijn om op Zondag te spelen. Zijn zij daartoe niet bereid, dan zou men ze niet kun nen aannemen. De minister is niet bereid de harmoniekorpsen te vervangen door fanfare korpsen. Dc heer Eland vraagt of de voorstanders van fanfarekorpsen ook het oog hebben op de muziek van het regiment grenadiers en .jagers. De hceren Duymaer van Twist, Ter Laan en Marchant repliceeren. De Minister antwoordt, dat hij niet ver der kan gaan dan h|j heeft voorgesteld, doch hij wil wel overwegen om de harmoniekorp sen geleidelijk te doen uitsterven en over te doen gaan in fanfarekorpsen. De heer Duymaer van Twist dringt aan op een bepaalde toezegging in dien geest. Dc minister moet niet overwegen, maar zich bereid verklaren. De heer Marchant stelt alsnu de vol gende motie voor: Dc Kamer, van oordeel dat de militaire muziek behoort te bestaan uit fanfarekorpsen op eenvoudigen voet, gaat over tot de orde van den dag. De heer Ter Laan stelt daarna de vol gende motie voor: De Kamer, van oordeel, dat bij behoud van het bestaande stelsel ver dere verhooging van de soldij der militaire muzikanten noodig is, gaat over tot de orde van den dag. Beide moties komen in dadelijke behande ling. Dc beraadslaging wordt gesloten en de motie-Marchant in stemming gebracht. Die motie wordt aangenomen met 39 tegen 24 stemmen. Art. 22 wordt daarna zonder stemming aan genomen. Daarna komt in stemming de motie-Ter Laan (daar intrekking niet meer geoorloofd is) welke verworpen wordt met 53 tegen 8 stemmen. De heer Thomson stemde voor of te gen naar verkiezing. (Gelach). Bij art. 172 (Maréchausséès) juicht de heer Passtoors toe de vestiging van een bri gade maréchaussée te Etten. Reeds meer dan een jaar heeft de bevolking daar de goede gevolgen ondervonden van de aanwezigheid van maréchausséès. Spreker brengt hulde aan het korps maré chausséès en ook aan de rijksveldwacht. Beide korpsen bewijzen gewichtige diensten aan de justitie en verdienen daarom de bijzon dere zorg en aandacht. De bezoldiging der maréchausséès laat echter te wenschen over en daarom zoeken de maréchausséès zoo spoedig zij kunnen een beter bezoldigde be trekking. Ook worden de maréchausséès te veel aan hun eigenlijken politiedienst onttrok ken. om soldaatje te spelen, waarvan de boos doeners profiteeren. Voorts dringt spreker aan op positieverbetering van de officieren der maréchausséès, daar hun dienst zeer om vangrijk is, onder anderen wat de admini stratie betreft, terwijl zij ook een groote finan- cieele verantwoordelijkheid hebben. Heden 11 uur voortzetting. Berichten. De Staatscourant van Woensdag 19 October beval o. a. de volgende Koninklijke besluiten: op verzoek eervol ontslagen als ontvanger der invoerrechten en accijnzen te Leiden J. Greidanus; ontheven van zijn beheer Th. J. Sikkens, belastingontvanger te Rhoden en is hij tijde lijk werkzaam gesteld bij het kantoor te 's Gravenhage; bevorderd tot officier in de Oranje-Nassau- ordc D. van Iloytcma te Culemborg. vergunning verleend tot het geven van lager on derlijs, mits zij overigens aan de daartoe bij de wet gevorderde vercischten voldoe, aan mejuffrouw S. B. Velge; verlof verleend lot het aannemen respectievelijk van het ridderkruis in de orde van Leopold II, hem door Z. M. den Koning der Belgen geschonken, en van het ondcrscheidingsteeken van Officier d'Aca- démie, hem namens den President door den Minis ter van Openbaar Onderwijs en Schoone Kunsten der Fransche Republiek geschonken, aan A. Asscher, fabrikant, te Amsterdam, en aan Chr. G. van Hou ten Lzn., chef en beheerend vennoot der firma Van Nie en Co. tc Mcdan-Deh, wonende te Haarlem; verlof verleend tot het aannemen van de versier selen van ridder 4de klasse in de orde van den Rooden Adelaar, hem door Z. M. den Duitschen Keizer, Koning van Pruissen, geschonken, aan J. G. Larive, controleur bij het binncnlandsch bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera. Brussel, 1 8 O c t. Z. K. H. Prins Hen drik bezocht heden de tentoonstelling van oude kunst en die van nieuwe kunst. Z. IC. II. de Prins komt heden avond tegen 9 uur uit Brussel te 's Gravenhage. Een nieuw eereteeken. Bij koninklijk besluit is ingesteld een eereteeken voor belangrijke diensten in- oï jegens de verccniging het Nederlandsche Koo- de Kruis bewezen, welk eereteeken den naam zal dragen van Medaille van het Roode Kruis. De medaille van het Roode Kruis zal zijn van glimmend zilver, cirkelrond, met een middellijn van 33 m.M., omgeven door een verheven rand, aan de binnenzijde bezet met fijne parelpunten. Aan de voorzijde zal zij, op matten grond, een kruis vertoonen in rood email, met verheven glimmend zilv. rand waarvan de armen, den zilv. rand medegere- kend, een lengte zullen hebben van 23 m.M. De keerzijde zal, op glimmenden grond, liet randschrift vertoonen: „Voor trouw en toewijding en daarbinnen, op het midden der medaille het jaartal „1867", zijnde het jaar der instelling van het Nederlandsche Roode Kruis door wijlen Zijne Majesteit Ko ning Willem III. De medaille zal worden gedragen aan een zilveren Koningskroon met effen rood lint, ter breedte van 38 m.M. Het is niet geoorloofd het lint zonder de medaille te dragen. De unie-liberalen en de bak kerswet. De Unie-liberalen, leden der Tweede Kamer, hield gisteren avond eene clubvergadering in zake hunne houding ten aanzien der Bakkerswet. M a r i n e-p ropaganda. De reclame in Rotterdam, de klap op de vuurpijl na de propaganda der manoeuvres, heeft fiasco ge slagen, aldus schrijft „De Avondpost". Een groot deel der schepelingen heeft geweigerd om de vertoon,ing in den schouwburg en het broodje met bier, ddor de gemeente Rotter dam aangeboden, te aanvaarden, hoe drin gend ze ook was aangezocht door den divi- sie-commandaift. Diens circulaire luidde aldus: „Opvarenden! Ik doe een dringend be roep op u aller weldenkendheid en begrip van goede vormen, om de buitengewoon gulle gastvrijheid van de gemeente Rotter dam niet met beleediging en krenking te be antwoorden. Bedenk, dat gij de Koninklijke Marine vertegenwoordigt; dat dat bezoek aan Rotterdam een officieel karakter draagt; dat de gemeente Rotterdam haar uiterste best heeft gedaan om de marine te huldigen en feestelijk te ontvangen. Gij hebt dus den goeden naam op te hou den van het corps. Door aan de beleefde uitnoodiging der gemeente geen gevolg te ge ven, beantwoordt gij dus hare goede bedoe lingen met smaad. Laat u dus niet van de wijs brengen door verkeerden raad, weest ronde zeelui, en komt vanavond in grooten getale op naar de tooneelvoorslelling. Gij zult 't u niet beklagen. Minderjarigen en miliciens mogen passa gieren tot één uur, en zullen dus na afloop nog tijd genoeg hebben om zich op straat of in café te vermaken. Ik reken op u." GOEDHART, divisie-commandant, liet is wel teekenend, dat zoodanige order nioet worden uitgevaardigd. Zal men nu ein delijk eens leeren begrijpen, vraagt het Haagsche blad, dat de slechte geest bij ma rine en leger dieper oorzaak heeft, die niet met reclame-artikeltjes is weg te nemen? Bij beschikking van den minister van Marine zijn de navolgende plaatsingen enz. gelast: met 25 October a.s. aan boord Hr. Ms. „De Zeven Provinciën": de luitenants ter zee 2e klasse H. van Nie, en II. J. van der Stad; de le luitenant der mariniers P. van Werdt; de officier van gezondheid 2e klasse G. K. Fuchs, de adelborsten le klasse L. A. C. M. Door man, P. de Booy, J. T. Stroeve, E. J. Voüte, F. P. Snethlage, C. Noijen, J. M. Luden, J. W. D. Kuijl, G. van Reede, J. C. Knegtmans en J. W. Henny, en de adj.-administrateur J. W. Goossens. met 26 October d. a. v. kapitein ter zee J. F. B. van Dijk, luitenant ter zee le klasse G. van Hulstijn, geplaatst in de directie der Marine te Willemsoord; idem 2e klasse: mr. J. C. Jager, eervol ontheven van het bevel Wodan en geplaatst aan boord wachtschip te Willemsoord; idem, idem R. II. Haantjens aan boord Atjch, idem, idem W. Wijneandts aan boord Tromp, kapitein der mariniers P.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 2