W. 165. 9d* Jaargang:. Donderdag 10 November 1910. BUITENLAND. FEUILLETON. H.A.NZEA. TEN. AHERSFOORTSCH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschynt dagelijks, behalve op Zon- on Feest dagen. Ad verten tiënmededeenngen enz., gelieve men vóór 11 uur 'fl morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels f 0.50. Elko regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 2.5 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepaliugo.i wi het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement. Bene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. HERIJK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht, d.d. 31 October 1910, le Afdeeling, no. 4205/2853 Brengen ter algcniccnc kennis, dat de herijk van inalcn en gewichten in 1911 voor deze gemeente zal plaats hebben op 20, 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29, 30 Maart, 3, 4, 5, 6 en 10 April a. s. De verdere regeling zal te zijnertijd nader wor den bekend gemaakt. Amersfoort, den 9. November 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secrearis, De Burgemeester, J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS. Politiek Overzicht De verkiezingen in Amerika. Met uitzonderihg van drie Stalen, die van Nieuw Engeland: Maine, Vermont en New- Hampsshire, zijn Dinsdag in alle staten der Amerikaansclie Unie verkiezingen begon nen. Opnieuw gekozen moeten worden het gcheele Huis van Afgevaardigden van het Congres, bestaande uit 386 leden, een derde deel van den Senaat, een reeks van wetge vende vergaderingen in de afzonderlijke Sta len, terwijl ook een aantal staatsgouverneurs moeten worden gekozen. Sedert een halve eeuw hebben hoofd zakelijk de republikeinen de alleenheerschen- de partij gevormd, en slechts tweemaal ge durende deze lange tijdruimte Is de republi- keinsche regeering na een vierjarige periode door een democratisch vervangen. Doch reeds de laatste presidentsverkiezing liet iels merken, dat als een ommekeer, althans liet begin daarvan, kon worden aangeduid. Niet dat de repubLikéinsche stemmen zoo be slist minder waren geworden, doch 'de re- publikeinsche meerderheden slonken in een groot aantal staten weg, en terwijl het demo cratische slemmenaantal met anderhalf mil- liocn was toegenomen, bleef het repubiikein- sche bijkans onveranderd. Deze beweging heeft zich voortgezet en bij de thans gehou den verkiezingen is de balans naar de zijde der sinds veertien jaar in een hoek gedron gen democraten overgeslagen. De grondoorzaak van de vermindering der republikeinsche aantrekkingskracht op de volksmassa's ligt niet in het algemeen le con- slateeren feit, dat de regeeringspartij veel meer aan kritiek is blootgesteld dan de op- jpositie dit weegt in Amerika, waar ook een aantal afzonderlijke staten onder demo cratisch bes tl uur staan, vrijwel togen elkaar op doch veeleer is het groote misbruik van het partijenstelsel door den „boss" ten bate van particuliere belangen en ten diensite van een onverwrikbaar verzet tegen elke vooruitstrevende, in den besten zin van hol woord nationale, politiek. Men behoeft met de wijze, waarop Roosevelt als president dei- republiek op de wetgeving ervan invloed trachtte uit te oefenen, met de menigvuldig heid en den toon zijner presidentieele bood schappen en andere uitlatingen van hem vol strekt niet te dweepen, maar toch zal men hem als verdienste moeten aanrekenen, dat hij door zijn krachtig, vaak tot heftigen harts tocht agroeiend, temperament den Ameri- kaanschen politici den geweldigen ernst der groote staatkundige vraagstukken immer weer voor oogen heeft gesteld, vraagstukken, van welker oplossing de ontwikkeling en ton slotte het wel en wee der groote republiek in laatste instantie afhangen. Moge hij in zijn strijd tegen het grootkapitaal en de trusts soms de juiste verhoudingen uit hel oog heb ben verloren, het doel, waarheen hij de wet geving trachtte te leiden was in elk geval het juiste, en wanneer hij gedurende de zeven jaren van zijn presidentschap met hel repu blikeinsche congres in evenredigheid weinige van zijn idealen op wetgevend gebied heeft verwezenlijkt, zoo heeft de ^lorm van geest drift, welke zijn naam op de republikeinsche bondsconventie te Chicago en pas op zijn po litieke reis door de verschillende staten heeft teweeggebracht, bewezen dat het Ame rikaansclie volk hem niet verantwoordelijk stelt voor het mislukken zijner plannen, doch het in zijn meerderheid conservatieve con gres, dat alle initiatief van den president met een gebaar van onwil of minachting af wees. De straf op de zonden der republikeinsche meerderheid kon haast niet uitblijven. Er volgde eene ontnuchtering, die zich meester maakte van breede kringen der republikein sche bevolking. Over de grootte daarvan kon men zich nog voor twee jaar vergissen, om dat .de republikeinsche candidaat voor het presidentschap met flinke meerderheid werd gekozen en ook het nieuwe congres weer een sterke meerderheid had. Daarna kwam echter een nieuwe groote teleurstelling. De beloofde herziening van het tarief van invoerrechten werd een caricatuur van een herziening. In plaats van deze rech ten te matigen, verhoogde men ze nog in het belang dcrzelfde trusts, welker bestrijding de massa des volks dringend eischle. Hel nieuwe tarief van invoerrechten heeft het laatste restje geduld, waarmede de vooruitstrevende republikeinen hel juk der conservatieve par tij „bossen" verdroegen, uitgeput. Bijna door het geheele land heeft de beweging der insur- gente republikeinen wortel geschoten en op vele plaatsen, in het bijzonder in den staat New-York, de corrupte politici verdreven. Aan hun hoofd heeft zich Roosevelt geplaatst en de verkiezingsstrijd heeft zich in broeden kring toegespitst tot een strijd voor of tegen Roosevelt,wiens militante persoonlijkheid den strijd nog feller maakte. De republikeinsche partij bevond zich in den meest ongunsligen toestand, waarin een partij vóór den strijd kan zijn. De republikeinen zijn het onderling oneens. De lot dusver ge voerde politiek van hunne aanvoerders heeft koren op den molen der democraten geleverd en waar de reactionnaire republikeinen mees ter van de partij-organisatie gebleven zijn, daar worden ze, gelijk in Ohio, door de demo craten als de vooruilstrevenden, als de vijan den van de protectie en de trustbclangen, met succes bestreden. Waar daarentegen, ge lijk in New-York, de insurgentcn hel roer in handen hebben genomen, heeft de oude garde het middel toegepast, dat reeds in de oud heid door de tyrannen met voorliefde werd gebezigd. Ze zijn naar hel kamp van den vijand overgeloopen. De vertegenwoordigers van het grootkapitaal, de trusts en de beurs staan grootendeels aan de zijde der demo craten, welker partijkas er een zeer aanzien lijken steun door gekregen heeft. Eigenlijk kan dit feil geen groote verrassing meer baren. De beide groote partij-organisaties in Amerika zegt o. a. de Frankf. Ztg. -- zijn in den loop der tijden volkomen versfeeningen geworden. liet is moeilijk om, afgezien van enkele nuanceeringen in de staatsrechterlijke opvatting van de positie van den bond tegen over de afzonderlijke staten, principieele ver schillen te ontdekken. Alleen de wet der poli tieke traagheid, de sleur houdt deze partij massa's te zumen. Maar het lijdt geen twijfel of de republikeinsche partij bevindt zich in een toestand van hervorming. In den uitslag der verkiezingen mag men een uiting zien van dit gemis aan eenheid, van de onmoge lijkheid om zich midden in den strijd in nieuwe gedaante te formeeren. En de per soonlijkheid van Roosevelt heeft eenerzijds ongetwijfeld een groote aantrekkingskracht op de massa's uitgeoefend, doch ze heeft andere kringen weer afgeschrikt en zijn niet altijd onberispelijke wijze van agitatie voe-' ren heeft zelfs lieden van streek gebracht, welke zich anders onder zijn aanhangers rekenen. t En zoo is het gekomen, dat de verkie zingsdag aan de democraten een aanmer kelijke versterking hunner gelederen heeft gebracht, zoo zelfs dat naar alle zeker heid de republikeinsche meerderheid in het Huis van afgevaardigden in een demo cratische is veranderd. Veel is daarmede nog wel niet gewonnen, want de Senaat blijft re- publikeinsch, hoezeer ook daar de meerder heid der republikeinen is afgenomen, terwijl bovendien het bestuur in handen der repu blikeinen blijft. De meest gewichtige en tevens meest in teressante der Dinsdag gehouden verkiezin gen is die in New-York geweest, waar de door Roosevelt krachtig gesteunden republi keinsche candidaat Henry Slims on door den democraat John A. Dix is verslagen. Voor Roosevelt zal deze uitslag van ernstige betee- kenis zijn. Het heet dal Roosevelt binnen dc twee nog restende jaren er naar streeft den weg voor een nieuwe presidcnlscandida- tuur vrij te maken; op dien weg zal dit fiasco een gevoelige steen des aanstoots, zoo niet een ernstige hinderpaal vormen en zijn kan sen twijfelachtig maken. Roosevelt zal zich evenwel daardoor niet zoo licht laten ont moedigen. Wellicht zal juist door deze neder laag de reorganisatie van het Amerikaansche partijenstelsel eerst goed aanvangen. In ieder geval echter zullen de volgende twee jaren een tijdperk van rumoerigheid en crisissen vormen. Duitschland. In verband met het op 15 Juni 1913 te vie ren 25-jarig jubileum van de regeering van Keizer Wilhelm II bestaat, volgens de Dantriger Zeitung, in marinekringen het voornamen als geschenk van het Duitsch volk den Keizer een eigen jacht aan te bieden. Naar men weet doel de Keizer zijn zeereizen steeds op hel jacht Hohcnzollern, dat eigen dom van het marinebestuur as. De kosten van het naenwe keizerlijke jacht zullen door een nationale vrijwillige inschrijving worden bij eengebracht. B e r 1 ij n, 9 Nov. Bij de heden gehouden eerste zitting in het geding aangaande de opstootjes in de wijk Moabit moest dit wor den geschorst, omdat de verdedigers met geen der rechters genoegen wilden nemen, omdat zij vreezen dat het oordeel van dezen be vangen is. De behandeling der zaak werd lot morgen verdaagd, lntusschen moet een nieuw college van rechters gevormd worden, dat over het voorstel dc bewuste rechters niet als zoodanig toe le laten, zal beraad slagen. België. Duizenden socialisten hadden zich giste ren in de straten van Brussel verzameld. Wanneer dc Koning, evenals bij zijn eedsaf legging te paard, begeleid door een cavale- rie-escorte en gevolgd door een feestelijken stoet van hofdignitarissen naderde, (de ko ningin was in e n met zes paarden bespan nen praalwagen naar het Paleis der Natie gereden) vlogen hem allerwege de witte pa pieren waarop gedrukt stonden de woorden „Kamerontbinding". Leve het Algemeen kies recht" tegemoet. Niemand wist dat deze demonstratie op louw was gezet. De koning was haast in een wolk van die papieren gehuld, doch hij reed rustig en onbekom merd verder. De kreten„Leve de Koning" wisselden voortdurend af met den hartstoch telijken roep OHQf uniform kiesrecht en Ka mer ontbinding. Om 1 uur verschenen de socialistische af gevaardigden in de Kamer. Zij waren gekleed in wandekostuum (gekleede jas) met roode anjelier in het knoopsgat, terwijl nagenoeg alle andere leden in het voorgeschreven rok- costuum of in uniform verschenen waren. Een kleine demonstratie zetten ze reeds in toen de van een ernstige ziekte genezen socialistische afgevaardigde Cavrot ver scheen wien ze door langdurig handgeklap een ovatie brachten. Kort daarop weer klonk de aankondiging„De Koningin". De Koningin, trad, eenigszins schuchter om zich heen kijkend, met de beide prinsen bin nen, spoedig daarop verscheen de gravin van Vlaanderen en het gevoxlg. Een lang aanhoudend „Vivc la Reine" weerklonk on der de Kamerleden. Daar hoorde men van de toeschouwers-tribune in het Vlaamsch roepen „Leve de Koningin". Dit mocht niet worden toegelaten daar men zich op de tri bunes volkomen rustig heeft te houden. De socialist Ilubin sprong op en riep de woor den naar boven„Ga zitten! ge hebt hier niets te zeggen". De overige parlements leden geloofden dat de socialisten reeds thans een demonstratie wilden beginnen en verstikten ais 't ware het geroep van de socialistische banken met een storm van uit- a'oepen ,L,eve de Koningin". Er ontstond een tumult dat meer komisch dan ernstig was. De sreialisten die zagen dal ze niet begre pen werden, wilden absoluut een verklaring geven. Ilubin schreeuwde als een bezetene cn bewerkte woedend zijn lessenaar met de vuist. Eindelijk gelukte het de aandacht te vestigen op den toeschouwer op de publieke tribune die het spektakel had uitgelokt. De socialisten riepen in koor „de deur uit! de deur uit!" waarna de pechvogel op straat gezet werd. De Koningin scheen door het gebeurde zeer onaangenaam getroffen te zijn en de prinsjes deden vreesachtig, doch werden spoedig door hunne moeder gerust gesteld. Onmiddellijk daarop verscheen de ko ning. Hij maakte een buiging, waarop luid gejuich weerklonk „leve de Koning". De socialisten poogden weer hun geschreeuw aan te heffen cn ten slotte overwon hun enorm schrecuwve: mogen de stemmen der anderen en de kreten Kamerontbinding! „Ge lijk kiesrecht!" behielden de overhand. Ook buiten de Kamer barstte hetzelfde ge schreeuw weer los en nu begonnen de socia listische Kamerlicden ook met de meerver- melde propagandabdljetten te werken. Toen een oogenblik rust intrad, wilde de Koning opstaan, om de troonrede voor te lezen. Doch opnieuw brak een storm van uitroepen los. Gedurende een enkel oogenblik wist van der Velde zich gehoor lé verschaffen en met geweldige kracht schreeuwde hij de woorden de zaal in„Deze demonstratie is niet op den koning gemunt doch tegen U en de clericale regeering, die door bedrog hier- aanwezig zijt" waarbij hij zich tot cle ricale banken wendde. Eenige hartstochte lijke clericalen lieten zich dit verwijt niet aanleunen en weer begon een geschreeuw van alle kanten. Nadat men het tumult moede geworden was, kwam eindelijk de koning aan het woord die onbewegelijk op zijn stoel zit tend, het onverkwikkelijke tooneel had gade geslagen. Hij kon thans de troonrede voor lezen die meermalen door krachtig applaus werd onderbroken. De troonrede geeft natuurlijk uiting aan de meening der regeering doch de persoon lijke noot die de koning eraan gaf is niet te miskennen. Het gedeelte dat over de ver houding der twee talen handelt ontspruit zeer beslist over het initiatief des konings. Wat de onderwijs paragraaf aangaat, ten aanzien van het onderwijs op de volks school zegt de troonrede maatregelen toe ten bate van een meerdere uitbreiding van het schoolbezoek onder vermijding van overvulling der klassenvoorts bizonder onderwijs aan abnormaal aangelegde kinde ren. Ten opzichte van het recht der ouders om te zorgen voor de opvoeding hunner kinderen, sluit de troonrede zich aan bij de dezer dagen door de clericalen vastge stelde formule. Frankrijk. 1' a r ij s 9 Nov. De Kamer zette heden de beraadslaging oyer de interpellaties voort. P a r ij s, 9 Nov. In zijn antwoord aan den afgevaardigde Benoist, zeide minister president Briand, dat het kabinet de kies- rechthervorming als een der eerste zaken be schouwde, waaraan de regeering hare aan dacht wijdt. Delahaye van de rechterzijde viel Briand heftig aan en verklaarde dezen in staat te achten zoowel zijn vrienden als zijn vijan den te verraden. President Brisson dreigde op den spreker de censuur te zullen toepassen, waarop De lahaye hem partijdigheid verweet. Onder groote opgewondenheid werd het debat voortgezet. Briand betrad hierop de tribune en ver klaarde, dat de interpellanten geen aanmer kingen hebben gemaakt op de algemeene po litiek, maar zich er toe bepaalden te zeggen „Ga heen". „Ik lieb u gezegd", zoo vervolg de Briand, „dat het van u zou afhangen, re publikeinen, of ik morgen nog aan het hoofd van de regeering zal staan of niet. Ik zal u hedenavond het middel verschaffen u daar over uit te laten. Individueele uitnoodigingen zijn mij niet voldoende, ik kan mij niet ont trekken aan vertrouwen der republikeinsche meerderheid, zonder een lafheid te begaan. De regeering kan morgen weer voor een spoorwegstaking 9laao. Mag zij met de ar men over de borst zich schikken in dezen toestand? Zoo gij „ja" zegt, ga ik heen." Briand zeide dat ter verzekering van de voortdurende veiligheid van het land de regeering de oprichting voorstelt van een permanenten Raad voor Verzoening en Ar bitrage, benevens de bepaling dat een po ging om een staking op touw te zetten on- I mogelijk is in een periode van arbitrage en DOOK RUDOLF HER ZOG. „Nu, dal geloof ik ook. Ik verwonder nte altijd over alles wat je weet." „Natuurlijke begaafdheid, anders niet. Ik heb niet veel pantalons op de banken versle ten." „Bij jou is alles natuurlijke begaafdheid, ook je onverstoorbare opgewektheid, welke ik je eigenlijk het meest van alles benijd." „Dat is Vanheilsche familietraditie. Ik ge loof zeker, dat rn'n vader uit den hemel op aarde zou terugkomen, als een van ons zijn ooren liet hangen. Maar dat zeg ik je, die reis zal ik mijn besten, ouden vader bespa ren." „Je bent toch eigenlijk ook een Zondags kind, Yanheil." Frits Vanheil moest bij zichzelf lachen. Hij dacht aan zijn zwervend leven in Amerika en aan zijn aankomst in Cuxhaven als tusschen- deks-passagier. ,Je zondert je tc veel van de wereld af, Feldermann. Dat moet je neem me niot kwalijk dat ik 't zeg een beetje roestig Blaken. Als ik mij voorstel, dat ik alleen tusschen vier naakte wanden mijn tijd zou moeten doorbrengen en nooit eens een vroolijk praatje met een ander moeten menschelijk wezen zou kunnen bou- mijn naam in de Hamburger kranten onder 0e rubriek ongevallen vinden." Feklermann was inmiddels gereed mot zijn toilet. „Je moet niet denken," zeide hij kort weg, „dat ik zooveel pleizicr in die afzon dering heb. Hel tegendeel is waar. Maar ik voel mij een beetje onbeholpen in gezel schap." „Dat is maar een quaestic van aanleercn," zeide Frits Vanheil. „Aanleeren voor iemand, die al veertig jaar is? Neen, <lie tijd is voorbij." Frits Vanheil zette zijn hoed op. „Dus vanavond houd ik je nu eens op sleeptouw. Je zoudt anders waarachtig in staat zijn om in je stille kluis die salansche boot nog eens uit sigarenkisten en waterleidingpijpjes te gaan opstellen. En dat moet ik voorkomen, brave! De boot woMl morgen in een stil hoekje van de haven opgeborgen. En laat nu de hecrcn kooplieden er zich maar ver der over ergeren. Die menschen willen hun hersens ook graag eens wat tc doen geven. Maar wij zullen intussehen met een goed ge weten naar moeder Vanheil en haar lieve lingen gaan." „Waarheen," vroeg Feldermann, verwon derd. „Je bent toch soms niet bang voor die wcer- looze vrouwen en twee onnoozelc bloedjes van jongens?" „Maar ik kan toch onmogelijk maar zoo bij jc familie in huis vallen?" „Dat is zoo eenvoudig mogelijk. Als je 't omslachtig zoudt willen doen, zouden zij er niets van hegrijpen. Kom, ga maar gerust mede." „Neen, dat gaat werkelijk niet," hield Fel dermann vol, „ik ben veel te onbeholpen." Frits Vanheil stak zijn arm onder dien van zijn collega. „Wij zullen die bewering maar ge'lroosl overlaten aan het oordeel van des kundigen. Maar, al zou 'l blijken dat je ge lijk hadt, je zult er in geen geval slaag voor krijgen. Eerder krijg je een lekker stukje gebraden kalfsvleeseh en een fleschje roode baai! Ik zou zeggen, dat dit ook een loodje in het rakje doel." Eindelijk gaf Feldermann zich gewonnen en zeide, dat hij met genoegen mee zou gaan. „Wat ben ik toch een ezel!" zei Frits Van heil. „Ik had"dadelijk met het kalfsvleeseh moeien beginnen." Terwijl zij naar de stad overvoeren en den weg naar de Molehaarspoort insloegen, bab belde Frits Vanheil er onverdroten op los; en toen de huisdeur achter hen dichtviel, was het hem al gelukt de schuwheid van zijn collega grootendeels le verdrijven. „Kom hem wat te hulp," had hij, na het gebruikelijke voorstellen, moeder en zuster haastig toegefluisterd. „Ilij is een eenzelvig mcnscb, maar een brave kerel." Mevrouw Vanheil wist dadelijk den juisten loon tc treffen. „Meneer Feldermann," zeide zij, „ik stel het bijzonder op prijs, dat u mij tegemoet komt. U hebt zeker wel gevoeld, dat ik, als moeder van dien wilden knaap, wel eens met u zou willen spreken. Maar als dame kon ik aan u, als ongetrouwd heer, toch moegelijk een bezoek brengen.'' „Hemeltjelief, moeder speelt zoo waar liet beschroomde jonge meisje 1" „Wil je wel 'ns stil zijn! Ziet u, meneer Feldermann, zoo wordt er hier nu met mij omgesprongen." „Ja, als u dan ook maar dadelijk aan een heer tusschen de regels door laat merken, dat u hem graag eens zoudt komen opzoeken..." „Dat lag toch niet in mijn woorden!" „Welzeker, want u dacht er in stilte bij, nu kan meneer Feldermann als galant man niet anders als met geestdrift uitroepen: o. schoo- ne dame, waag 't gerust! Breng den glans van de Molcnaarspoort in mijn arme hull Dat zal een feestdag zijn voor mijn hart! Met roode inkt zal het gemerkt worden in mijn kalender, en mijn kinderen en kleinkinde renO, pardon, ik vergat, dat de man ongetrouwd is!" Nu schaamde mevrouw Vanheil zich toch werkelijk een beetje. „Als hij op de werf zijn mondje zoo roert, meneer," zeide zij eenigszins bezorgd, „dan zult u weinig plezier van hem beleven." „Toch wel, mevrouw," antwoordde Fel dermann. „Uw zoon maakt door zijn vroo- iijkheid het werk zoo veel gemakkelijker." Nu hij iemand had kunnen prijzen, gevoel de hij zich plotseling al veel vrijer cn meer tehuis. De beide zoontjes van Erica zalen achter een klein spceltafeitje in een hoek van de kamer en namen den bezoeker scherp op. „Kom eens voor den dag, kleine matrozen!" riep Frits Vanheil. „Kom eens achteqpit op dek! Zoo is 't goed. En deze oom hier, wien jelui wel eens heel netjes een handje moogt geven, zal als jelui braaf leert, nog wel eens een stoomboot voor jelui bouwen. Want dat kan hij al heel mooi." De jongens reikten Feldermann plotseling vertrouwelijk de hand. „Hebt u ook al eens een zeeslag meege maakt, zooals om Frits?" „Neen. maar ik heb wel bij de oorlogwna- rine gediend." „En bent u wel eens in hot water gdvallien, waar haaien in zwommen?" vroeg de klein ste. „Neen," moest de bezoeker ontkennen. Maar Frils Vanheil bracht de zaak dade lijk weer in het reine. „Hij gaf er toen niet om," zeide hij. „Want hij had juist geen snuif bij zich." Men ging aan tafel. De jongens vroegen nu aan den nieuwen oom of zij naast hem mochten zitten, een vraag die het hart van den vrijgezel bijzonder streelde en waarin hij dan ook met genoegen toestemde. „De jongens eten anders nooit aan tafel, als cr een gast is," zeide Erica eenigszins bezorgd, maar de knapen lieten Feklermann niet meer los. „Oom heeft het toch goedge vonden," hielden zij hun moeder verbaasd voor. „Gun mij dit genoegen, mevrouw!" vroeg feklermann. „Ik houd veel van kinderen en heb zoo weinig gelegenheid dit tc too- nen." Erica stemde daarop gaarne toe. En on der het eten moest Feldermann den jongens uitleggen hoe het exerceercn met de groote kanonnen op eon oorlogsschip toeging. Ilij geraakte daarbij zeif in vuur en, zonder het te willen, was hij opeens met zijn matroosjes in den Atlantischen Oceaan. „Waarachtig," zeide Friits Vanheil hoofd schuddend, „je bent een geboren kinder vriend. En dat zonder dat het jc eenige moeite kost. Als ik nu niets iets èfg belang wekkends weet tc bedenken, raak ik mijn positie als man van ondervinding smadelijk kwijt." Wordt vervolfd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1910 | | pagina 1