W. 165.
9d* Jaargang:.
Donderdag 10 November 1910.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
H.A.NZEA. TEN.
AHERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschynt dagelijks, behalve op Zon- on Feest
dagen.
Ad verten tiënmededeenngen enz., gelieve men vóór 11 uur
'fl morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elko regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 2.5 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooligo bepaliugo.i wi
het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement. Bene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
HERIJK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht, d.d. 31 October 1910, le Afdeeling, no.
4205/2853
Brengen ter algcniccnc kennis, dat de herijk van
inalcn en gewichten in 1911 voor deze gemeente
zal plaats hebben op 20, 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29,
30 Maart, 3, 4, 5, 6 en 10 April a. s.
De verdere regeling zal te zijnertijd nader wor
den bekend gemaakt.
Amersfoort, den 9. November 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
De Secrearis, De Burgemeester,
J. G. STENFERT KROESE. WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De verkiezingen in Amerika.
Met uitzonderihg van drie Stalen, die van
Nieuw Engeland: Maine, Vermont en New-
Hampsshire, zijn Dinsdag in alle staten
der Amerikaansclie Unie verkiezingen begon
nen. Opnieuw gekozen moeten worden het
gcheele Huis van Afgevaardigden van het
Congres, bestaande uit 386 leden, een derde
deel van den Senaat, een reeks van wetge
vende vergaderingen in de afzonderlijke Sta
len, terwijl ook een aantal staatsgouverneurs
moeten worden gekozen.
Sedert een halve eeuw hebben hoofd
zakelijk de republikeinen de alleenheerschen-
de partij gevormd, en slechts tweemaal ge
durende deze lange tijdruimte Is de republi-
keinsche regeering na een vierjarige periode
door een democratisch vervangen. Doch
reeds de laatste presidentsverkiezing liet
iels merken, dat als een ommekeer, althans
liet begin daarvan, kon worden aangeduid.
Niet dat de repubLikéinsche stemmen zoo be
slist minder waren geworden, doch 'de re-
publikeinsche meerderheden slonken in een
groot aantal staten weg, en terwijl het demo
cratische slemmenaantal met anderhalf mil-
liocn was toegenomen, bleef het repubiikein-
sche bijkans onveranderd. Deze beweging
heeft zich voortgezet en bij de thans gehou
den verkiezingen is de balans naar de zijde
der sinds veertien jaar in een hoek gedron
gen democraten overgeslagen.
De grondoorzaak van de vermindering der
republikeinsche aantrekkingskracht op de
volksmassa's ligt niet in het algemeen le con-
slateeren feit, dat de regeeringspartij veel
meer aan kritiek is blootgesteld dan de op-
jpositie dit weegt in Amerika, waar ook
een aantal afzonderlijke staten onder demo
cratisch bes tl uur staan, vrijwel togen elkaar
op doch veeleer is het groote misbruik
van het partijenstelsel door den „boss" ten
bate van particuliere belangen en ten diensite
van een onverwrikbaar verzet tegen elke
vooruitstrevende, in den besten zin van hol
woord nationale, politiek. Men behoeft met
de wijze, waarop Roosevelt als president dei-
republiek op de wetgeving ervan invloed
trachtte uit te oefenen, met de menigvuldig
heid en den toon zijner presidentieele bood
schappen en andere uitlatingen van hem vol
strekt niet te dweepen, maar toch zal men
hem als verdienste moeten aanrekenen, dat
hij door zijn krachtig, vaak tot heftigen harts
tocht agroeiend, temperament den Ameri-
kaanschen politici den geweldigen ernst der
groote staatkundige vraagstukken immer
weer voor oogen heeft gesteld, vraagstukken,
van welker oplossing de ontwikkeling en ton
slotte het wel en wee der groote republiek
in laatste instantie afhangen. Moge hij in zijn
strijd tegen het grootkapitaal en de trusts
soms de juiste verhoudingen uit hel oog heb
ben verloren, het doel, waarheen hij de wet
geving trachtte te leiden was in elk geval het
juiste, en wanneer hij gedurende de zeven
jaren van zijn presidentschap met hel repu
blikeinsche congres in evenredigheid weinige
van zijn idealen op wetgevend gebied heeft
verwezenlijkt, zoo heeft de ^lorm van geest
drift, welke zijn naam op de republikeinsche
bondsconventie te Chicago en pas op zijn po
litieke reis door de verschillende staten
heeft teweeggebracht, bewezen dat het Ame
rikaansclie volk hem niet verantwoordelijk
stelt voor het mislukken zijner plannen, doch
het in zijn meerderheid conservatieve con
gres, dat alle initiatief van den president
met een gebaar van onwil of minachting af
wees.
De straf op de zonden der republikeinsche
meerderheid kon haast niet uitblijven. Er
volgde eene ontnuchtering, die zich meester
maakte van breede kringen der republikein
sche bevolking. Over de grootte daarvan kon
men zich nog voor twee jaar vergissen, om
dat .de republikeinsche candidaat voor het
presidentschap met flinke meerderheid werd
gekozen en ook het nieuwe congres weer een
sterke meerderheid had.
Daarna kwam echter een nieuwe groote
teleurstelling. De beloofde herziening van het
tarief van invoerrechten werd een caricatuur
van een herziening. In plaats van deze rech
ten te matigen, verhoogde men ze nog in het
belang dcrzelfde trusts, welker bestrijding de
massa des volks dringend eischle. Hel nieuwe
tarief van invoerrechten heeft het laatste
restje geduld, waarmede de vooruitstrevende
republikeinen hel juk der conservatieve par
tij „bossen" verdroegen, uitgeput. Bijna door
het geheele land heeft de beweging der insur-
gente republikeinen wortel geschoten en op
vele plaatsen, in het bijzonder in den staat
New-York, de corrupte politici verdreven.
Aan hun hoofd heeft zich Roosevelt geplaatst
en de verkiezingsstrijd heeft zich in broeden
kring toegespitst tot een strijd voor of tegen
Roosevelt,wiens militante persoonlijkheid den
strijd nog feller maakte.
De republikeinsche partij bevond zich in den
meest ongunsligen toestand, waarin een partij
vóór den strijd kan zijn. De republikeinen
zijn het onderling oneens. De lot dusver ge
voerde politiek van hunne aanvoerders heeft
koren op den molen der democraten geleverd
en waar de reactionnaire republikeinen mees
ter van de partij-organisatie gebleven zijn,
daar worden ze, gelijk in Ohio, door de demo
craten als de vooruilstrevenden, als de vijan
den van de protectie en de trustbclangen,
met succes bestreden. Waar daarentegen, ge
lijk in New-York, de insurgentcn hel roer in
handen hebben genomen, heeft de oude garde
het middel toegepast, dat reeds in de oud
heid door de tyrannen met voorliefde werd
gebezigd. Ze zijn naar hel kamp van den
vijand overgeloopen. De vertegenwoordigers
van het grootkapitaal, de trusts en de beurs
staan grootendeels aan de zijde der demo
craten, welker partijkas er een zeer aanzien
lijken steun door gekregen heeft. Eigenlijk
kan dit feil geen groote verrassing meer
baren. De beide groote partij-organisaties in
Amerika zegt o. a. de Frankf. Ztg. -- zijn
in den loop der tijden volkomen versfeeningen
geworden. liet is moeilijk om, afgezien van
enkele nuanceeringen in de staatsrechterlijke
opvatting van de positie van den bond tegen
over de afzonderlijke staten, principieele ver
schillen te ontdekken. Alleen de wet der poli
tieke traagheid, de sleur houdt deze partij
massa's te zumen. Maar het lijdt geen twijfel
of de republikeinsche partij bevindt zich in
een toestand van hervorming. In den uitslag
der verkiezingen mag men een uiting zien
van dit gemis aan eenheid, van de onmoge
lijkheid om zich midden in den strijd in
nieuwe gedaante te formeeren. En de per
soonlijkheid van Roosevelt heeft eenerzijds
ongetwijfeld een groote aantrekkingskracht
op de massa's uitgeoefend, doch ze heeft
andere kringen weer afgeschrikt en zijn niet
altijd onberispelijke wijze van agitatie voe-'
ren heeft zelfs lieden van streek gebracht,
welke zich anders onder zijn aanhangers
rekenen. t
En zoo is het gekomen, dat de verkie
zingsdag aan de democraten een aanmer
kelijke versterking hunner gelederen heeft
gebracht, zoo zelfs dat naar alle zeker
heid de republikeinsche meerderheid in
het Huis van afgevaardigden in een demo
cratische is veranderd. Veel is daarmede nog
wel niet gewonnen, want de Senaat blijft re-
publikeinsch, hoezeer ook daar de meerder
heid der republikeinen is afgenomen, terwijl
bovendien het bestuur in handen der repu
blikeinen blijft.
De meest gewichtige en tevens meest in
teressante der Dinsdag gehouden verkiezin
gen is die in New-York geweest, waar de
door Roosevelt krachtig gesteunden republi
keinsche candidaat Henry Slims on door den
democraat John A. Dix is verslagen. Voor
Roosevelt zal deze uitslag van ernstige betee-
kenis zijn. Het heet dal Roosevelt binnen dc
twee nog restende jaren er naar streeft den
weg voor een nieuwe presidcnlscandida-
tuur vrij te maken; op dien weg zal dit fiasco
een gevoelige steen des aanstoots, zoo niet
een ernstige hinderpaal vormen en zijn kan
sen twijfelachtig maken. Roosevelt zal zich
evenwel daardoor niet zoo licht laten ont
moedigen. Wellicht zal juist door deze neder
laag de reorganisatie van het Amerikaansche
partijenstelsel eerst goed aanvangen. In ieder
geval echter zullen de volgende twee jaren
een tijdperk van rumoerigheid en crisissen
vormen.
Duitschland.
In verband met het op 15 Juni 1913 te vie
ren 25-jarig jubileum van de regeering van
Keizer Wilhelm II bestaat, volgens de
Dantriger Zeitung, in marinekringen het
voornamen als geschenk van het Duitsch volk
den Keizer een eigen jacht aan te bieden.
Naar men weet doel de Keizer zijn zeereizen
steeds op hel jacht Hohcnzollern, dat eigen
dom van het marinebestuur as. De kosten van
het naenwe keizerlijke jacht zullen door een
nationale vrijwillige inschrijving worden bij
eengebracht.
B e r 1 ij n, 9 Nov. Bij de heden gehouden
eerste zitting in het geding aangaande de
opstootjes in de wijk Moabit moest dit wor
den geschorst, omdat de verdedigers met geen
der rechters genoegen wilden nemen, omdat
zij vreezen dat het oordeel van dezen be
vangen is. De behandeling der zaak werd
lot morgen verdaagd, lntusschen moet een
nieuw college van rechters gevormd worden,
dat over het voorstel dc bewuste rechters
niet als zoodanig toe le laten, zal beraad
slagen.
België.
Duizenden socialisten hadden zich giste
ren in de straten van Brussel verzameld.
Wanneer dc Koning, evenals bij zijn eedsaf
legging te paard, begeleid door een cavale-
rie-escorte en gevolgd door een feestelijken
stoet van hofdignitarissen naderde, (de ko
ningin was in e n met zes paarden bespan
nen praalwagen naar het Paleis der Natie
gereden) vlogen hem allerwege de witte pa
pieren waarop gedrukt stonden de woorden
„Kamerontbinding". Leve het Algemeen kies
recht" tegemoet. Niemand wist dat deze
demonstratie op louw was gezet. De koning
was haast in een wolk van die papieren
gehuld, doch hij reed rustig en onbekom
merd verder. De kreten„Leve de Koning"
wisselden voortdurend af met den hartstoch
telijken roep OHQf uniform kiesrecht en Ka
mer ontbinding.
Om 1 uur verschenen de socialistische af
gevaardigden in de Kamer. Zij waren gekleed
in wandekostuum (gekleede jas) met roode
anjelier in het knoopsgat, terwijl nagenoeg
alle andere leden in het voorgeschreven rok-
costuum of in uniform verschenen waren.
Een kleine demonstratie zetten ze reeds in
toen de van een ernstige ziekte genezen
socialistische afgevaardigde Cavrot ver
scheen wien ze door langdurig handgeklap
een ovatie brachten. Kort daarop weer
klonk de aankondiging„De Koningin". De
Koningin, trad, eenigszins schuchter om
zich heen kijkend, met de beide prinsen bin
nen, spoedig daarop verscheen de gravin
van Vlaanderen en het gevoxlg. Een lang
aanhoudend „Vivc la Reine" weerklonk on
der de Kamerleden. Daar hoorde men van
de toeschouwers-tribune in het Vlaamsch
roepen „Leve de Koningin". Dit mocht niet
worden toegelaten daar men zich op de tri
bunes volkomen rustig heeft te houden. De
socialist Ilubin sprong op en riep de woor
den naar boven„Ga zitten! ge hebt hier
niets te zeggen". De overige parlements
leden geloofden dat de socialisten reeds
thans een demonstratie wilden beginnen en
verstikten ais 't ware het geroep van de
socialistische banken met een storm van uit-
a'oepen ,L,eve de Koningin". Er ontstond een
tumult dat meer komisch dan ernstig was.
De sreialisten die zagen dal ze niet begre
pen werden, wilden absoluut een verklaring
geven. Ilubin schreeuwde als een bezetene
cn bewerkte woedend zijn lessenaar met de
vuist. Eindelijk gelukte het de aandacht te
vestigen op den toeschouwer op de publieke
tribune die het spektakel had uitgelokt. De
socialisten riepen in koor „de deur uit! de
deur uit!" waarna de pechvogel op straat
gezet werd. De Koningin scheen door het
gebeurde zeer onaangenaam getroffen te
zijn en de prinsjes deden vreesachtig, doch
werden spoedig door hunne moeder gerust
gesteld.
Onmiddellijk daarop verscheen de ko
ning. Hij maakte een buiging, waarop luid
gejuich weerklonk „leve de Koning". De
socialisten poogden weer hun geschreeuw
aan te heffen cn ten slotte overwon hun
enorm schrecuwve: mogen de stemmen der
anderen en de kreten Kamerontbinding! „Ge
lijk kiesrecht!" behielden de overhand. Ook
buiten de Kamer barstte hetzelfde ge
schreeuw weer los en nu begonnen de socia
listische Kamerlicden ook met de meerver-
melde propagandabdljetten te werken. Toen
een oogenblik rust intrad, wilde de Koning
opstaan, om de troonrede voor te lezen.
Doch opnieuw brak een storm van uitroepen
los. Gedurende een enkel oogenblik wist
van der Velde zich gehoor lé verschaffen en
met geweldige kracht schreeuwde hij de
woorden de zaal in„Deze demonstratie is
niet op den koning gemunt doch tegen U en
de clericale regeering, die door bedrog
hier- aanwezig zijt" waarbij hij zich tot cle
ricale banken wendde. Eenige hartstochte
lijke clericalen lieten zich dit verwijt niet
aanleunen en weer begon een geschreeuw
van alle kanten.
Nadat men het tumult moede geworden
was, kwam eindelijk de koning aan het
woord die onbewegelijk op zijn stoel zit
tend, het onverkwikkelijke tooneel had gade
geslagen. Hij kon thans de troonrede voor
lezen die meermalen door krachtig applaus
werd onderbroken.
De troonrede geeft natuurlijk uiting aan
de meening der regeering doch de persoon
lijke noot die de koning eraan gaf is niet
te miskennen. Het gedeelte dat over de ver
houding der twee talen handelt ontspruit
zeer beslist over het initiatief des konings.
Wat de onderwijs paragraaf aangaat, ten
aanzien van het onderwijs op de volks
school zegt de troonrede maatregelen toe
ten bate van een meerdere uitbreiding van
het schoolbezoek onder vermijding van
overvulling der klassenvoorts bizonder
onderwijs aan abnormaal aangelegde kinde
ren. Ten opzichte van het recht der ouders
om te zorgen voor de opvoeding hunner
kinderen, sluit de troonrede zich aan bij
de dezer dagen door de clericalen vastge
stelde formule.
Frankrijk.
1' a r ij s 9 Nov. De Kamer zette heden
de beraadslaging oyer de interpellaties voort.
P a r ij s, 9 Nov. In zijn antwoord aan
den afgevaardigde Benoist, zeide minister
president Briand, dat het kabinet de kies-
rechthervorming als een der eerste zaken be
schouwde, waaraan de regeering hare aan
dacht wijdt.
Delahaye van de rechterzijde viel Briand
heftig aan en verklaarde dezen in staat te
achten zoowel zijn vrienden als zijn vijan
den te verraden.
President Brisson dreigde op den spreker
de censuur te zullen toepassen, waarop De
lahaye hem partijdigheid verweet.
Onder groote opgewondenheid werd het
debat voortgezet.
Briand betrad hierop de tribune en ver
klaarde, dat de interpellanten geen aanmer
kingen hebben gemaakt op de algemeene po
litiek, maar zich er toe bepaalden te zeggen
„Ga heen". „Ik lieb u gezegd", zoo vervolg
de Briand, „dat het van u zou afhangen, re
publikeinen, of ik morgen nog aan het hoofd
van de regeering zal staan of niet. Ik zal u
hedenavond het middel verschaffen u daar
over uit te laten. Individueele uitnoodigingen
zijn mij niet voldoende, ik kan mij niet ont
trekken aan vertrouwen der republikeinsche
meerderheid, zonder een lafheid te begaan.
De regeering kan morgen weer voor een
spoorwegstaking 9laao. Mag zij met de ar
men over de borst zich schikken in dezen
toestand? Zoo gij „ja" zegt, ga ik heen."
Briand zeide dat ter verzekering van de
voortdurende veiligheid van het land de
regeering de oprichting voorstelt van een
permanenten Raad voor Verzoening en Ar
bitrage, benevens de bepaling dat een po
ging om een staking op touw te zetten on-
I mogelijk is in een periode van arbitrage en
DOOK
RUDOLF HER ZOG.
„Nu, dal geloof ik ook. Ik verwonder nte
altijd over alles wat je weet."
„Natuurlijke begaafdheid, anders niet. Ik
heb niet veel pantalons op de banken versle
ten."
„Bij jou is alles natuurlijke begaafdheid,
ook je onverstoorbare opgewektheid, welke
ik je eigenlijk het meest van alles benijd."
„Dat is Vanheilsche familietraditie. Ik ge
loof zeker, dat rn'n vader uit den hemel op
aarde zou terugkomen, als een van ons zijn
ooren liet hangen. Maar dat zeg ik je, die
reis zal ik mijn besten, ouden vader bespa
ren."
„Je bent toch eigenlijk ook een Zondags
kind, Yanheil."
Frits Vanheil moest bij zichzelf lachen. Hij
dacht aan zijn zwervend leven in Amerika en
aan zijn aankomst in Cuxhaven als tusschen-
deks-passagier.
,Je zondert je tc veel van de wereld af,
Feldermann. Dat moet je neem me niot
kwalijk dat ik 't zeg een beetje roestig
Blaken. Als ik mij voorstel, dat ik alleen
tusschen vier naakte wanden mijn tijd zou
moeten doorbrengen en nooit eens een
vroolijk praatje met een ander moeten
menschelijk wezen zou kunnen bou-
mijn naam in de Hamburger kranten onder
0e rubriek ongevallen vinden."
Feklermann was inmiddels gereed mot zijn
toilet. „Je moet niet denken," zeide hij kort
weg, „dat ik zooveel pleizicr in die afzon
dering heb. Hel tegendeel is waar. Maar
ik voel mij een beetje onbeholpen in gezel
schap."
„Dat is maar een quaestic van aanleercn,"
zeide Frits Vanheil.
„Aanleeren voor iemand, die al veertig
jaar is? Neen, <lie tijd is voorbij."
Frits Vanheil zette zijn hoed op. „Dus
vanavond houd ik je nu eens op sleeptouw.
Je zoudt anders waarachtig in staat zijn om
in je stille kluis die salansche boot nog eens
uit sigarenkisten en waterleidingpijpjes te
gaan opstellen. En dat moet ik voorkomen,
brave! De boot woMl morgen in een stil
hoekje van de haven opgeborgen. En laat
nu de hecrcn kooplieden er zich maar ver
der over ergeren. Die menschen willen hun
hersens ook graag eens wat tc doen geven.
Maar wij zullen intussehen met een goed ge
weten naar moeder Vanheil en haar lieve
lingen gaan."
„Waarheen," vroeg Feldermann, verwon
derd.
„Je bent toch soms niet bang voor die wcer-
looze vrouwen en twee onnoozelc bloedjes
van jongens?"
„Maar ik kan toch onmogelijk maar zoo bij
jc familie in huis vallen?"
„Dat is zoo eenvoudig mogelijk. Als je 't
omslachtig zoudt willen doen, zouden zij er
niets van hegrijpen. Kom, ga maar gerust
mede."
„Neen, dat gaat werkelijk niet," hield Fel
dermann vol, „ik ben veel te onbeholpen."
Frits Vanheil stak zijn arm onder dien van
zijn collega. „Wij zullen die bewering maar
ge'lroosl overlaten aan het oordeel van des
kundigen. Maar, al zou 'l blijken dat je ge
lijk hadt, je zult er in geen geval slaag voor
krijgen. Eerder krijg je een lekker stukje
gebraden kalfsvleeseh en een fleschje roode
baai! Ik zou zeggen, dat dit ook een loodje
in het rakje doel."
Eindelijk gaf Feldermann zich gewonnen
en zeide, dat hij met genoegen mee zou
gaan.
„Wat ben ik toch een ezel!" zei Frits Van
heil. „Ik had"dadelijk met het kalfsvleeseh
moeien beginnen."
Terwijl zij naar de stad overvoeren en den
weg naar de Molehaarspoort insloegen, bab
belde Frits Vanheil er onverdroten op los;
en toen de huisdeur achter hen dichtviel,
was het hem al gelukt de schuwheid van
zijn collega grootendeels le verdrijven.
„Kom hem wat te hulp," had hij, na het
gebruikelijke voorstellen, moeder en zuster
haastig toegefluisterd. „Ilij is een eenzelvig
mcnscb, maar een brave kerel."
Mevrouw Vanheil wist dadelijk den juisten
loon tc treffen.
„Meneer Feldermann," zeide zij, „ik stel
het bijzonder op prijs, dat u mij tegemoet
komt. U hebt zeker wel gevoeld, dat ik, als
moeder van dien wilden knaap, wel eens
met u zou willen spreken. Maar als dame
kon ik aan u, als ongetrouwd heer, toch
moegelijk een bezoek brengen.''
„Hemeltjelief, moeder speelt zoo waar liet
beschroomde jonge meisje 1"
„Wil je wel 'ns stil zijn! Ziet u, meneer
Feldermann, zoo wordt er hier nu met mij
omgesprongen."
„Ja, als u dan ook maar dadelijk aan een
heer tusschen de regels door laat merken, dat
u hem graag eens zoudt komen opzoeken..."
„Dat lag toch niet in mijn woorden!"
„Welzeker, want u dacht er in stilte bij, nu
kan meneer Feldermann als galant man niet
anders als met geestdrift uitroepen: o. schoo-
ne dame, waag 't gerust! Breng den glans
van de Molcnaarspoort in mijn arme hull
Dat zal een feestdag zijn voor mijn hart! Met
roode inkt zal het gemerkt worden in mijn
kalender, en mijn kinderen en kleinkinde
renO, pardon, ik vergat, dat de man
ongetrouwd is!"
Nu schaamde mevrouw Vanheil zich toch
werkelijk een beetje.
„Als hij op de werf zijn mondje zoo roert,
meneer," zeide zij eenigszins bezorgd, „dan
zult u weinig plezier van hem beleven."
„Toch wel, mevrouw," antwoordde Fel
dermann. „Uw zoon maakt door zijn vroo-
iijkheid het werk zoo veel gemakkelijker."
Nu hij iemand had kunnen prijzen, gevoel
de hij zich plotseling al veel vrijer cn meer
tehuis.
De beide zoontjes van Erica zalen achter
een klein spceltafeitje in een hoek van de
kamer en namen den bezoeker scherp op.
„Kom eens voor den dag, kleine matrozen!"
riep Frits Vanheil. „Kom eens achteqpit op
dek! Zoo is 't goed. En deze oom hier,
wien jelui wel eens heel netjes een handje
moogt geven, zal als jelui braaf leert, nog
wel eens een stoomboot voor jelui bouwen.
Want dat kan hij al heel mooi."
De jongens reikten Feldermann plotseling
vertrouwelijk de hand.
„Hebt u ook al eens een zeeslag meege
maakt, zooals om Frits?"
„Neen. maar ik heb wel bij de oorlogwna-
rine gediend."
„En bent u wel eens in hot water gdvallien,
waar haaien in zwommen?" vroeg de klein
ste.
„Neen," moest de bezoeker ontkennen.
Maar Frils Vanheil bracht de zaak dade
lijk weer in het reine.
„Hij gaf er toen niet om," zeide hij. „Want
hij had juist geen snuif bij zich."
Men ging aan tafel. De jongens vroegen
nu aan den nieuwen oom of zij naast hem
mochten zitten, een vraag die het hart van
den vrijgezel bijzonder streelde en waarin
hij dan ook met genoegen toestemde.
„De jongens eten anders nooit aan tafel,
als cr een gast is," zeide Erica eenigszins
bezorgd, maar de knapen lieten Feklermann
niet meer los. „Oom heeft het toch goedge
vonden," hielden zij hun moeder verbaasd
voor.
„Gun mij dit genoegen, mevrouw!" vroeg
feklermann. „Ik houd veel van kinderen
en heb zoo weinig gelegenheid dit tc too-
nen."
Erica stemde daarop gaarne toe. En on
der het eten moest Feldermann den jongens
uitleggen hoe het exerceercn met de groote
kanonnen op eon oorlogsschip toeging. Ilij
geraakte daarbij zeif in vuur en, zonder het
te willen, was hij opeens met zijn matroosjes
in den Atlantischen Oceaan.
„Waarachtig," zeide Friits Vanheil hoofd
schuddend, „je bent een geboren kinder
vriend. En dat zonder dat het jc eenige
moeite kost. Als ik nu niets iets èfg belang
wekkends weet tc bedenken, raak ik mijn
positie als man van ondervinding smadelijk
kwijt."
Wordt vervolfd,