IS0. 38S. Tweede Blad.
9üe Jaargang.
Zaterdag 14 Januari 1911.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE ROODE PIMPERNEL.
AMERSFOORISCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 mAAnden roor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant vorsohjjnt dngelyke, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiënmededeolingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C".
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 r«el« f O.BO.
Elko regel meer 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 85 cents bfl vooruitbetaling, ij
Grooto lotlors naar plaatsruimto.
Voor handel en bodrijf bestaan zocr voordeelige bopalingen lot
hot herhaald advertooren in dit Blad, bij abonnement. Kono j
oircuhvirobevattende de voorwaardon, wordt op Aanvraag j
toegezonden.
II u 1 d e b 1 ij k m r. W. baron
R e 11. In Maison Couturier fe Amsterdam
is gisterenmiddag door de besturen van
waterschappen in Noord-Holland aan mr.
W. baron Röell, die gedurende zeer vele jaren
in zijn qualiteit lid van Gedeputeerde Stalen
van Noord-Holland deze colleges steeds ter
zijde had gestaan met zijn groote kennis van
polderaangelegenheden, als een dankbare
herinnering daaraan een oorkonde aange
boden.
Jhr. P. van Forces! bood deze oorkonde
aan, die gaarne door baron Röell wefd aan
vaard.
De oorkonde is getcekend op perkament.
Zij is onderteekend door de leden der com
missie voor deze huldiging, n.l. de heeren P.
van Foreest, II. J. Calkoen, P. K.Cz. de Boer,
G. C. Everwijn Lange, Doude van Troost
wijk, J. Winkel, K. Kaaskooper, H. Beels
Pzn., Egbert de Vries, mr. G. H. Bast, J. Wild
schut, C. J. van Tienhoven
De oorkonde wordt bekroond door bet
wapen van Noord-Holland in kleuren. Ter
zijde, links, prijkt het familiewapen van
baron Röell.
Ter versiering van dit fraaie stuk werk,
door Gebroeders Grevenstuk te Amsterdam
geteekend, zijn op de oorkonde een aantal
penteekeningen aangebracht van verschillen
de polderhuizen, met de wapens der water
schappen en polders, en midden-in onderaan
wordt in een teekening de strijd tegen het
water veraanschouwelijkt.
De oorkonde is gevat in een groenlinnen
portefeuille met vergulden rand. Een kost
baar album in perkamenten band met kope
ren sloten is er aan toe gevoegd. In verguld
prijkt er het wapen van den heer Röell op.
Ook de opdracht is in gothische letters met
gothische versiering uitgevoerd, terwijl hierop
tevens de wapens van den heer Röell en van
de provincie voorkomen, en daarop volgen
ongeveer 500 namen van deelnemers aan het
huldeblijk.
Achter in het album is een kaart van alle
waterschappen en polders in Noord-Holland
opgenomen.
Bij de aanbieding van het huldeblijk bracht
jhr. Van Foreest hulde en dank aan baron
Röell voor de wijze, waarop hij als Gedepu
teerde de waterschapsbelangen heeft behar
tigd en verheelde daarbij niet de teleurstel
ling van heel Noord-Holland over het niet-
herkiezen van den heer Röell in de Prov.
Staten.
Baron Röell, dankende, zeide dat hij ook
groote teleurstelling had gevoeld, waar hij
nu niet meer kon samenwerken met hen, met
wie hij jaren had gewerkt.
V r ij z.-d e m. Bond. Te Enschedé is
definitief opgericht een afd. van den Vrijz.-
Dem. Bond, aanvankelijk 40 leden tellende.
Tot bestuursleden werden gekozen de hee
ren S. Gorter, dr. A. v. d. Horst, H. C. van
Ileerikhudzen, A. Steinroetz, W. L. Visser,
Sj. Dijkstra en R. Cohen. De statuten werden
vastgesteld.
Ziekteverzekering en O n-
gev allen wet Naar het Volk verneemt,
schrijft het Tweede Kamerlid, de heer Duijs,
een brochure „over den aanval, dien minister
Talma, blijkens zijn nota, op de door de On
gevallenwet voor de arbeiders verkregen
rechten beraamt".
Wapenfeest van den
Koninklijken Onderofficieren
Schermbond.
Het welgeslaagde tiende Wapenfeest dat
de Koninklijke Onderofficieren Schermbond
deze week ter viering van zijn tienjarig be
staan heeft gehouden in het hoofdgebouw
van het Kon. Zoöl. Bot. Genootschap, werd
gisteren besloten met een eere-avond, waar
voor een zeer varieerend programma was
opgesteld. Schermen, gymnastiek en marmer-
groepen wisselden elkander af, terwijl tevens
een concert werd gegeven door de Kon. Mil.
Kapel, aangeboden door den kolonel-com
mandant van het regiment grenadiers en
jagers.
De zaal was feestelijk versierd. Bij het
tooneel verrezen groote palmen,groepen, te
midden waarvan de bondsbanier was ge
plant.
Het voorste gedeelte van de zaal was vrij
gehouden voor de schermers en gymnasten.
Maar het overige gedeelte van de zaal en
de gaanderijen waren dicht bezet met mili
tairen van onderscheidene wapens, allen in
groote tenue, met hun dames
Met den commandant van het veldleger,
luitenant-generaal De Meester, woonde on
derscheidene opper- en hoofdofficieren het
feest bij.
Precies ten 8 uur verschenen H. M. de
Koningin en Z. K. H. de Prins, die de gene
raalsuniform droeg, in de voor Hen inge
richte loge. De aanwezigen stonden van hun
zitplaatsen op en de stafmuziek, onder lei
ding van den directeur, le-luitenant Bouw
man, begroette het Vorstelijk Echtpaar met
het oude Wilhelmus.
Dadelijk daarop werd een aanvang ge
maakt met liet feestprogramma, dat geopend
werd met een paar muzieknummers en voor
het overige bestond uit eerepartijen op flo
ret, sabel, degen en geweer, afgewisseld door
een zeer mooie colonne geweer bij lichteffec
ten in verschillende kleuren op het tooneel
uitgevoerd door onderofficieren van het regi
ment grenadiers en jagers, onder leiding van
den sergeant le kl. E. A. Nieuwenhuyzen,
en door zeer correct uitgevoerde gymnasti
sche orde-oefeningen van de onderofficieren-
verecnigiag Mars van het 10e regiment in
fanterie, onder leiding van den heer J. Bon-
gertman.
Ook werden op het tooneel eenige fraaie
marmergroepen, ontleend aan Willem Teil,
vertoond.
Mot groote belangstelling volgden Koningin
en Prins verschillende uitvoeringen.
Bij aankomst waren de Vorstelijke Bezoe
kers in den daartoe ingerichte ontvangstsalon
opgewacht door het Bondsbestuur. Zoowct
H. M. als Z. K. H. de Prins onderhielden
zich daar eenige o ogenblikken met de be
stuursleden en informeerden belangstellend
naar den Bond, terwijl Koningin Wilhelmina
tevens uit handen van de eclvtgenoote van
den Bondsvoorzitter, den adjudant-onderof
ficier van het 2e rog. veld-artiïlerie, den heer
J. Ebbrink, een fraaie rozenhouquet aan-
voordde.
Het Vorstelijk Echtpaar bleef alle oefenin
gen bijwonen en vertrok omstreeks 10 uur,
uitgeleid door het Bondsbestuur.
H. M. en Z. K. II. gaven Hun groote in
genomenheid te kennen over hetgeen de
Bond dezen avond te aanschouwen gaf, als
mede over het mooie concert door de Kon.
Mil. Kapel ten gehoore gebracht.
Vóór de prijsuitdeeling hield de Bonds
voorzitter, de adjudant-onderofficier Ebbink,
nog een korte toespraak.
IIij constateerde dat de Bond met voldoe
ning op zijn tiende wapenfeest mag terug
zien en bracht dank aan allen die hierbij van
hun belangstelling deden blijken, in de eer
ste plaats aan de Koningin en den Prins,
vervolgens aan de militaire- en burger-auto
riteiten, die steun verleenden, en aan de
commandeerende officieren, die muziekkorp
sen ter beschikking stelden. Verder sprak hij
de hoop uit, dat dit schermfeest moge heb
ben bijgedragen tot toenemende bloei van
den Bond niet alleen, maar ook dat. het zal
hebben mogen strekken tot verhooging van
de physieke en zedelijke kracht der natie.
Spr. eindigde met een „leve de Koningin"
en leve de beschermheer de Prins"! welke
woorden ouder daverende hoera's door de
aanwezigen werden herhaald.
Daarna had de prijsuitdeeling plaats en
werd de soiree roet een bal besloten.
(Vervolg en slot der uitslagen).
Floret, le afdeeling: Eereprijs, groote zilve
ren medaille van II. M. de Koningin, ser
geant-majoor K. van Hulsscn, van het 9e
regiment infanterie le Utrecht; 2e prijs
K. Duizendstra, wachtmeester aan de Rij
school te Amersfoort; 3e prijs M. J. Vink, ser
geant bij het 10e regiment infanterie te Haar
lem.
Geweer, le afdeeling: Eereprijs, groote zil
veren medaille van Z. K. II. den Prins, ser
geant-majoor W. J. Veldkamp, van het 11e
regiment infanterie te Nijmegen; 2e prijs J.
Smorenhurg, sergeant bij het le regiment
vesting-artillerie te Utrecht; 3e prijs H. G. W.
Tuning, sergeant bij het 9e regiment infan
terie te Leeuwarden.
Eereprijs, zilveren medaille van H. M. de
Koningin-Moeder, K. Duizendstra, wacht-
roeesler Rijschool te Amersfoort.
2e prijs P. Lugtenburg te 's Gravenhage.
3e prijs W. A. Kooi), sergeant 7e regiment
infanterie te Amsterdam.
4e prijs: J. Smorer.burg, sergeant le regi
ment vesting-artillerie te Utrecht.
Personeel Dueldegen, Afd. II.:
le prijs: J. de Rieiner, sergeant-majoor 9e
regiment infanterie, te Harderwijk.
2e prijs: W. Pijnacker, bootsman Marine te
Amsterdam.
3e prijs: L. Breetveld, idem.
le prijs: W. van Dok, opperwachtmeester
der Huzaren te Venlo.
5c prijs: B. J. Heuer, wachtmeester der
huzaren te Amsterdam.
Ge prijs: J. J. llarrevcld, sergeant bij de
infanterie te Haarlem.
7e prijs: W. Erutmans, sergeant bij de in
fanterie le Leeuwarden.
Personeel Dueldegen le afd.:
le prijs J. G. Bronius, bootsman bij de
Marine te Amsterdam.
2e prijs G. v. d. Born, wachtmeester bij
het 3e regiinei.t huzaren te Den Haag.
3e prijs C. F. v. Roraoen, wachtmeester bij
het le regiment huzaren te Amersfoort.
1 2i-j arig kroningsfeest. In
eene gisterenavond te 's Gravenhage gehou
den vergadering, bijeengeroepen door het co
mité ter viering van het 12è-jarig kronings
feest van II. M. Koningin Wilhelmina (van
welk comité de burgemeester der residentie
eerc-voorzibter is) werd in beginsel besloten
tol deelneming aan een huldebetooging en
eene aubade op een nader door II. M. aan te
geven dag.
Een 25-tal vereeniglngen zullen er aan deel
nemen.
Bij Kouinklijk besluit van den lOcn
Januari 1911 r.o. 33 is met ingang van G Febr.
1911:
lo. de kapitein-luitenant ter zee J. Souten-
dam eervol ontheven van het bevel over Hr.
Ms. instructicschip voor de werfdivisie „van
Speyk";
2u. dt luitenant ter zee der 1ste klasse P.
te Vcltrup eervol ontheven van het he vel over
111. Ms. schoener Zeehond;
3o. het bevel over voormelden schoener
opgedragen aan den kapitein-luitenant »<r
zee F. C. W. Moorrees, en
4o. het bevel over voormeld instructie-
schip opgedragen aan den luitenant ter zee
der 1ste klasse 1'. te Veltrup.
Bij Kon. besluit van den 9en dezer no.
80 is:
lo. aan den kapitein ter zee G. Wilson
Eiius en aan den kapitein-luitenant ter zee
G. W. de Leur met 1G Januari 1911 eervol
ontslag uit den zeedienst verleend ouder toe
kenning van pensioen, eerstgenoemde op zijn
verzoek wegens langdurigon dienst, laatst
genoemde wegens ongeschiktheid voor de
verdere waarneming van den militairen
dieast ten gevolge van lichaamsgebreken;
2o. het bedrag van het pensioen bepaald:
voor den kapitein ter zee G. Witsen Elias,
ingevolge de artikelen 2 sul» lo, 3, 17 en 26
dei „Pensioenwet voor de Zeemacht 1902",
op f' 3075 's jaars;
voor den kapitein-luitenant ter zee G. W.
de Leur ingevolge dc artikelen 2 sub 3o, 19,
20 en 2G dor „Pensioenwet voor de Zee
macht 1902" op 2G25 's jaars.
Bij Koninklijk besluit van 9 Januari
1911 no. 83, zijn met ingang van 1G Januari
1911 bij den nvarine-stoomvaaridici.st be
noemd tol officier-machinist der 2e klasse dc
boofd-machinislen G. C. Carrière, G. J. van
Donk en A. C. Dat.
Het analytisch verslag. Dc
Daagsche correspondent van De Tijd meldt:
Zooais ik nu uil beste bron vernemen heb,
zijn bij de afdeelhigsbehanduUng der Staats-
begrooting in dc Eerste Kamer stemmen op
gegaan, om ook voor dit college een tachy-
grafischen dienst in te richten.
Men zal een en ander behandeld vinden in
het straks verschijnend Yoorloopig Verslag
over hoofdstuk 11, Hooge Colleges van Staat
Het zielental in de ge
meente 's Gravenhage was op 31
Dec. 19U9 volgens de volkstelling 271280. Het
vermeerderde in 1910 door vestiging in de
gemeente met 21240 en door geboorte met
7038, doch verminderde door vertrek uit
de gemeente met 15657 en door sterfte met
3397, blijft dus eene vermeerdering met
9224, waardoor het zielental op 31 Dec.
1910 was 280504.
Hulp voor Onbehuisden,
De vereeuwiging „llulp voor Onbehuisden",
te Amsterdam, directeur deu heer T. Jon
ker, verleende in d»e laaLste 3 maanden:
41.745 nachtverblijven aan mannen, vrou
wen en kinderen in hare tehuizen.
De Nachtwacht beschadigd.
,,De Nachtwacht", hot wereldberoemde
schilderij van Rembrandt van Rijn, is giste
ren door een baldadige hand vrij ernstig be
schadigd. Het Hi>L vertelt de toedracht der
zaak aldus:
De bodrijver van dat schandelijk werk is
een zekere Sigrist, een jonge man van 23
jaar, gewezen kok hij de marine, die op
nieuw in militairen dienst wilde gaan, mam
afgekeurd werd. Hij zegt hierdoor sen I
tegen het Rijk te bobben gekregen en xi<
door zijn daad heeft willen wreken. Het
den dader om vernieling van de Nacbtwad
te doen, maar het is gelukkig bij een vrij
ernstige beschadiging gebleven. Ih* zaak I
zich aldus toegedragen:
Tegen 1 uur gisterenmiddag, toen geen en*S
kele bezoeker, maar alleen de suppoost Dijl
in de Nachtwuchtzaal zich opfüdd,
Sigrist binnen, ilij zag er fatsoenlijk gekit*
uit en trok door mets dc bijzondere aan-}
dacht. Sagrist plaatste zich op ongeveer dm'
pas afstand voor het doek, terwijl de sup-'
poost zich dicht achter hem ophield. Plot-}
6eli-ig stapte de man vooruit, haalde onder-»
wijl een achoenroakersmes uit zijn zak
sprong over het koord diat dicht hij dei
grond voor het schilderij hangt en haait
in een boog het mes over het doek heen.
De daad en daarmee de beschadiging wa»
zoo i-i een oogwenk geschied.
De suppoost Dijks riep om hulp en sprong
den man na, maar voordat Dijks hem
kon grijpen, was de daad al guschied.
tweed c suppoost snelde o ogenblikkelijk toe
en beiden overmeesterden Sigrist en oivtna-J
men hem het scherpe schoenmakeramea,
hij nog in de hand lueld.
„Zóó ia het goed!" schreeuwde de man, Ij
„ik heb een haat tegen het Rijk en,
dan iemand overhoop te steken, kan ik dsfl
Nachtwacht vermelen.
Hij werd guboeid naar het politiebureau II
aan het Leidscheplc-in overgebracht en def
justitie werd met het gebeurde in kenuiai
gesteld.
De beschadiging is aldus. Bedde hoofdfl-1
gure», kapitein Frans B a n-1
ning Cocq cn luitenant Wil-i
leni van Ruytenburg, zijn door hetjl
mes getroffen. Over de knieën van den eer- J
ste loop een vrij diepe snede, die echter niet]
door het doek heem is. Dan ging het nuts op-l)
waarts, gelukkig, in meer platte houding,])
zoodat de beschadiging over borst en sjerp
van Banning Cocq meer een schrap is van!
weinig diepte, maar nogal breed. En op den!
verderen rondzwaai van het mes werd dejj
borst van luitenant Van Ruytenburg getrol-f
fen, die ook geen snede, maar een schrap 1
van een vinger breedte vertoont.
Dadelijk bij Jiet binnenkomen der Nacht-
wacht-zaal die nu voor het publiek geslo- 1
ten is ziet men het resultaat van de laffe
daad. De directeur van het Rijksmuseum, f
jhr. Van Riemsdijk, kon ons hedenmiddag J
gelukkig reeds verzekeren, dat da beschadi
ging van liet schilderij beslist t« herstallen
is, zonder oenig spoor na te laten.
Dadelijk na de instructie, welke de jtisti- 1
tie nog gisteren aanving, zal met het herstal-1
len begonnen worden. Of nog verdere maait-
regelen tegen herhaling van zulke daden
zullen genomen worden, kon de hoofddireo-1
teur, de heer van Riemsdijk, tlians nog niet j
zeggen. Wel zal het feit besproken worden!
ia de Commissie van toezicht en advies vOoa»|
de schilderijen der gemeente Amsterdam.
Op het geploegde misdrijf staat een ga-1
vangendsatraf van ten hoogste twwe jaar.
Nader wordt gemeld, dat alleen hetl
vernis is beschadigd; liet nes beeft wittel
sUejK'u op de vernislaag veroorzaakt. Gc-|
lukkig b eef de verflaag intact.
De politie maakte dadelijk na het mis- J
drijf een fotografische opname der bescha-|
diging en verschillende autoriteiten werden I
van de beschadiging van het kostbare stuk j
in kennis gesteld.
BARONESSE ORCZY.
o—
Ze waren aan bef hek va-n „Visscberswel-
varen" gekomen, maar Marguerite scheen
geen lust te hebben binnen te gaan .Chauve-
lin stond naast haar, zijn sluwe oogen geves
tigd houdend op het schoon gelaat, dal zoo
lieftallig en kinderlijk zich voordeed in de
zachte schemering van een Engdsdhen na-
jaarsavoaid.
„U verrast mij, burgeres," zei hij, kalm
•zijn snuifdoos te voorschijn halend en een
snuifje nemend.
„Is waar?" vroeg ze lustig. „Wezenlijk,
ik had gedacht, Chauvelin, dat ge begrepen
zoudt hebben, dat van een atmosfeer van
mist en braafiheid Marguerite St. Just niets
moet hebben."
„Goeje gunstI Ziet het er zóó erg uit?"
vroeg hij mot gemaakte ontsteltenis.
„Ja zóó erg, ear nog erger."
„Vreemd! .>u, ik dacht dat een mooie
vrouw het buitenleven in Engeland heel aan
trekkelijk moest vinden."
„Ja! zoo dacht ik er ook over," zei ze met
een zucht. Maar dat moet al heel erg we
zen, ik zou anders niet zoo blij zijn geweest
u te zien."
„En drt zoo binnen het jaar van een ro
mantisch huwelijk uit liefdel
„Ja!... een jaar van een romantisch huwe
lijk uit liefdedaar zit 'm juist de
knoop
Chauvelin nam nog een snuifjehij scheen
vrij verslaafd aan deze gewoonte, misschien
wel omdat ze hem in staat stelde de gezich
ten na te gaan van hen met wie hij in aan
raking kwam.
„En het meest werkzame brein van Euro
pa wordt nu gekweld met verveling?"
„Ik vieiüe ine roet de iioop, vneuaje Chau
velin. dat gij een raiddel wist tegen die
kwaal."
„Hoe kan ik hopen te zullen slagen, in het
geen waarin Sir Percy Bhkeoey te kort is
gescholen?"
„We zullen Sir Percy voor het oogeablik
maar buiten beschouwing laten, waarde
vriend," zei ze droogjes.
„Ah! mijn lieve dame excuseer me, maar
dat is het juist, wat we kwalijk kunnen," zei
Chauvelin, terwijl hij roet een snellen blik
zijner sluwe vossenoogen Marguerite tracht
te te doorboren. „Ik bezit een allervol-
maakst recept tegen den ergsten vorm van
„verveling", dal ik u graag zou willen
voorschrijven, maar
„Wat maar?"
„Daar hebben we Sir Percy."
„Wat heeft die ermee te maken?"
„Heel wat, vrees ik. liet recept dat ik u
wil aanbieden, draagt een zeer plebejischen
naam Werk!"
„Werk?"
Chauvelin zag Marguerite langdurig aan.
Hel scheen alsof zijn scherpe oogen al haar
gedachten lazen. Zij waren samen alleen,
de avond was dood kalin, hun gefluister werd
overstemd door het rumoer dat in de gelag
kamer heerschte. Toch trad Chauvelin een
paar schreden vooruit, keek snel en scherp
om zich heen, en bemerkend flat niemand
hem kon afluisteren, naderde hij andermaal
Marguerite.
„Wilt u Frankrijk een kleinen dienst bewij
zen, burgeres?" vroeg hij, plotseling heel
van toon en manieren veranderend.
„La, la, man!" antwoordde ze met geaf
fecteerde onverschilligheid, „wat zie je er
ineens ernstig.uitwezenlijk, ik weet het
niet of ik Frankrijk een kleinen dienst kan
bewijzen dat zou er toch van moeten af
hangen welken."
„Hebt u ooit gehoord van de Roode Pim
pernel, burgeres St. Just?" vroeg Chauvelin
kortaf.
„Gehoord van de Roode Pimpernel? Maar
man! we spreken over niets andersWe
hebben hoeden la Pimpernel"onze
paarden heden „Roode Pimpernel"gisteren
bestelde ik bij mijn modiste een blauw
kostuum met groen gegarneerd, en verbeeld
je, ze noemde dat ook al la Roode Pim
pernel."
Chauvelin had geen spier bewogen terwijl
ze vroolijk er op los praattehij was ernstig
gebleven terwijl zij lachte; zijn duidelijk
hard stemgeluid verhief zich niet boven den
fluistertoon toen hij zei.
„Als u dan gehoord hebt van dat raadsel
achtig personage, burgeres, dan moot u ook
begrepen hebben, dat dc man die zijn iden
titeit verbergt onder dien zonderlingen
schuilnaam, dc bitterste vijand is onzer
Fransche Republiek. van mannen zooals
Armand St. Just."
„Ja, dat zal wel zoo zijnFrankrijk
heeft veel bittere vijanden in onze dagen."
„Maar u, burgeres, u zijt eene dochter van
Frankrijk en dient daarom bereid te zijn
de behulpname hand te bieden in oogenblik-
ken van gevaar."
„Mijn broeder Armand wijdt zijn leven
aan Frankrijk; wat mij aangaat, ik kan hier
in Engeland niets doen
„Jawel, uhier, in I-ingeland, burge
res u alleen kunt ons van dienst zijn.
Luister! lk ben door de Republikeinse he
Regeering als haar vertegenwoordiger liier
heengezonden. Een mijner plichten alhier is
te internen alles op te sporen ointie.u het
Verbond van de Roode Pimpernel. U weet
zoo goed als ik, burgeres, dat zoodra die
Fransche uitgewekenen eenmaal hier zijn,
zij trachten de openbare mccniug tegen dc
Republiek op te hitsenNu is het in de
laatste maand aan een massa royalisten ge
lukt hel Kanaal over te steken. Hun ontsnap
ping was bij iedere gelegenheid vooraf be
raamd, georganiseerd cn uitgevoerd door
1 dU Verbood. Alle pogingen van mijn spion-
nen om den leider te ontdekken zijn mis
lukt waar anderen de handen zijn, is hij
het hoofd dat alles uitdenkt. Ik bedoel dat
hoofd af te slaan, en daarvoor hel) ik uwe
hulp ivoodlg door hem kan ik later de
overigen van de bende machtig wordenhet
is een jonge geurmaker in liugelsche krin
gen, daar ben ik zeker van. Tracht dien
man voor mij uit te vinden, burgeresl"
drong hij aan, vind hem voor Frankrijk uit!"
„Kom! man,zei ze, „je verhaast me.
Waar ter wereld moet ik dien zoeken?"
„Gij komt overal, burgeres," fluisterde
Chauvelin, „Lady Blakency is de spil waar
om de samenleving van Louden draait, zoo
heeft men mij gezegdu ziet cn hoort
alles."
„Houd je gemak, vriend,' hernam Margue
rite, zich in haar volle lengte oprichtend en
j met eenige verachting neerziende op dc klei
ne, schrale figuur vóór haar. „Houd je ge
mak' Ge schijnt te vergeten dat er een zes
voel lange Sir Percy RJakeney staat tusschcn
Lady Blakency en uw voorstel."
„Om Frankrijks wille, burgeres!" herhaal
de Chauvelin ernstig.
„Zwijg, man, je praat onzin in ieder ge
val want zelfs al wist je wie die Roode
Pimpernel is, zoudt ge hem niets kunnen
maken een Engelschman!"
„Daar zou ik me best aan wagen," zei
Chauvelin met een droog schor lacuje. „Wo
konden hem altijd eerst naar de guillotine
expcdiéorcai, cn mocht er al een diplomatiek
lawaai van komen, konden we altijd nog
nederig Dij de Britschc regccrfi.g ons
excuus maken en, zoo noodig, de beroofde
familie een schadeloosstelling uitbetalen."
„Wat u voorstelt is ijsclijk, Chauvelin,"
zeide zij, van hem terugtredend als van een
stekend insect. „Wie de man ook moge zijn,
hij is eer» dapper en nobel mcnsch, on nooit
v rslaat u mij? nooit zal ik voor zulk
een -chandaad mijne Wulp verlcenent"
„Gij geeft er dus dc voorkeur aan gehoond
te worden door lederen Franse hen urtolo-
craat die naar Engeland oversteekt.
„Dat is hier de kwestie niet," zei ze met
gemaakte onverschilligheid. „Ik kan me nog
verdedigen, maar ik weiger een of ander
uil werk te doen voor u of voor Frank
rijk. Gij hebt andere middelen, tot uw
dienst, daarvan moet ge gebruik maken,
vriend."
Eu zonder Chauvelin nog met een blik te
verwaardigen, keerde Marguerite Blakency
hem den rug toe en ging regelrecht tic her
berg binnen.
„Dat is uw laatste woord niet, burgereft,"
zei Chauvelin, toen hel volle licht in de gang
haar elegant figuur bestraalde, „we zien el
kaar bi Londen terug, wil ik hopen!"
„We zullen elkaar in Londen weerzien,"
zei ze, over haar schouder heen tot hem spre
kend, „maar dit is mijn laalate woord."
Wordt vrrmlgd.