W°. 9S6. 9" Jaairfang. Donderdag 19 Januari 1911. ;:s ijl H !l BUITENLAND. FEUILLETON. DE ROODE PIMPERNEL. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers0.05. Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest dagen. Advertentiënmededoolingen enr,gclicvo men YÓÓr 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: Yan 1—B regels f 0.50. Elke rogol moer - ©.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent* b\j vooruitbetaling. Qroote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoolige bepalingen tot het herhaald adverteoren in dit Blad, by abonnement. Eene circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. tH Politiek Overzicht. Na de rede van Pichon. I)e beraadslagingen over de Fransche be- groo*ing van buitenlawdsche zaken zijn ge ëindigd met de goedkeuring er van. Dit was te voorzien, doch minister Pichon heeft ge durende de omvangrijke debatten menig ver wijt naar het hoofd gekregen. Hoe nadrukke lijk hij ook verzekerde, dat er in de inter nationale polilick niets veranderd was en dat de Triple-Entente nog altijd in volle kracht tegenover de Tripte-Alliantie stond, hij heeft het feit niet kunnen wegredeneeren, dat Rus land een brug naar Duitschland heeft gesla gen zonder Engeland on Frankrijk vooraf te raadplegen, en dat Frankrijk in het Oosten met het oog op Rusland tot zijne eigene schade een politiek gevoerd heeft, welke thans door Rusland zelf is opgegeven. Dit alles spreekt zoo duidelijk, dat zelfs ver klaarde tegenstanders als de Temps en de af gevaardigde Jaurès daarover maar ééne mec- ning hebben. In een uitvoerig hoofdartikel heeft de Temps hel debet en credit dor be raadslagingen opgemaakt en daarin her haaldelijk zijn instemming met de redevoe ring van den socialistisohen leider uitgespro ken. In iwee dingen, zoo meenen beide, hoeft de Fransche politiek gefaald: in zake den Bagdadspoorweg en de Turksche leonirtg. „Jaurès", zoo schrijft de Temps, heeft in de eerste plaats een van de zonder lingste illusies der Fransche diplomatie bloot gelegd. Telkenmale wanneer zich voor Frank rijk ten aanzien van de spoorwegen in Azië een gelegenheid tot optreden bood en men onze diplomatie opmerkzaam maakte op den onvoldoenden staal onzer spoorwegen in Syrië, en telkenmale wanneer men wees op de door Ruskind zoo succesvol toegepaste methode van het do ut d e s en van verge lijken, werd steeds geantwoord: de zaak heeft geen haast, een vergelijk is niet noodig, en wanneer het eens daartoe komen mocht, zou het geen afzonderlijke overeenkomst, doch een „accoord qua'rc" zijn. Doch deze bewe ring was volkomen ongegrond. Nooit heeft Rusland zich ervan onthouden met Duitsch- land te onderhandelen, ook Engeland heeft dit nooit gedaan. Frankrijk heeft dezelfde vrijheid gehad." Eveneens gaat de Temps met de kritiek mede, welke Jaurès op de houding van Frankrijk bij de Turksche leemingskwestie heeft gehouden. De Fransche politiek behoort volgens het blad te zijn „goede wenschen voor Turkije, een ren begevende belegging van Fransche spaargelden, internationale over eenkomsten over alle finanoieele kwesties kalmeering op politiek en verzoening op eco nomisch gebied. Maar van deze politiek heeft men zich met hardnekkigheid afgewend, tot dat ten slotte de handigheid van Rusland de fout, welke men al te lang over het hoofd heeft gezien, in een scherp Licht heeft ge steld. Vandaar het onbehagelijke gevoel, dat zich van de openbare meening heeft meester gemaakt, waarop Jffürès met recht heeft ge wezen. Het artikel eindigt met de woorden: „Op bijna alle gebieden, waarop minister Pichon zijne werkzaamheid heeft uitgeoefend, is hij volkomen geslaagd. Indien in het Oos ten Frankrijks arbeid vertraging heelt onder vonden, dan zal het, om den verloren tijd in te halen, voldoende zijrn wanneer Pichon de ach<iiïg voor zijn persoonlijke inzichten, die juist zijn, weet in te prenten aan degenen, welke er zich naar voegen en ze in daden om te zetten hebben." De pil is ietwat ver guld, doch ze smaakt bitter en zal zeker er niet loc bijdragen om bij Pichon de voldoe ning over de aanneming zijner begrooting te verhoogon. Duitschland. I> e r 1 ij n, 1 8 Jan. Bij den aanvang der rijksdag-zitting van heden herinnerde de j president eraan dat heden voor veertig ja- reu de grondvesting ven het nieuwe Duit- scho rijk plaats had. Daarna las de presi- dent het bij het departement van Marine ingekomen telegram betreffende het ongeluk me' de onderzeeboot U 3 voor waarin o.a. gezegd wordt, dat de bergingswerkzaam heden met de grootsite omzichtigheid, energie en de mce9tc opofferingsgezindheid waren uitgevoerd. De president besloot met te zeggen „ik ben er van overtuigd, dat de rijksdag evenals het Duitsche volk de ver ongelukte drie brave mannen in roemrijke nagedachtenis zal houden als waren zij tegenover den vijand gevallen". De rijksdag hoorde deze verklaring slaan de aan. B e r 1 ij n, 18 Jan. In het Huis van af gevaardigden herdacht heden de president, terwijl de leden zich van hunne zetels ver hieven, den veertigsten gedenkdag van de grondvesting van het Duitsche rijk op het koningslot te Versailles. De officieuze Norddeutsche Allgemeine Zei- tung herdenkt het veertigjarig jubileum der totstandkoming van het Duitsche rijk, door o. a. te schrijven: „I)e vestiging van hel Duitsche rijk was een slot en een begin. Zij bracht oude ver wachtingen in vervuling en schiep nieuwe. Nog nooit is een volk in zoo korten tijd zoo ver en krachtig vooruitgegaan als het Duit sche. Dat kan niemand tegenspreken, die oogen heeft om hel groeiende volk aan den arbeid te zien. Toch is er zekerlijk ook nooit in eeuig ander tijdperk van zulk een ont wikkeling zooveel sprake geweest van pes simisme, dal groote kringen des volks aan gegrepen moet hebben, en van ondragelijke reactie. De natie ondervindt dat het Duitsche volk tegenwoordig evengoed als vroeger, hoe wel in veranderden vorm, neiging vertoont tol afscheiding in groepen, de fout van het verleden en dat ook de tegenwoordige tijd gebrek heeft aan gemeenschappelijke idea lisme. Wij verlangen van de ontevredenen geen tevredenheid. Beide, tevredenheid en ontevredenheid zijn onproductief. Maar tus- schen beide ligt liet teven met zijn hoop, zijn werk en het rustelooze arbeiden der tegen woordige en toekomstige Duitschers". België. Het schijnt zegt het libld. van Aantw. dat prinses Louise van België andermaal in geldverlegenheid zit, zoodanig, dat zij thans in Hongarije pogjiragen aanwendt om een leening te sluiten van één millioen kronen, met als waarborg haar aandeel in de erfenis van de ex-keizer in Charlotte. Maar koning Albert en baron Goffinet, be heerder der fortuin van de gewezen keizerin, weigeren dien waarborg te teekenen. Zooals men weet Maandag moest voor do burgerlijke rechtbank van Brussel het pro ces gepleid worden, dat aanhangig is ge maakt door den herbergier Weizer, van Flousdorf, nabij Weenen, tegen prinses Louise, ter betaling eener sohuld«bekentenis van 30U,000 frank, door deze laatste onder teekend als belooning voor de hulp door Weitzer betoond om de prinses te doen ontsnappen uit het krankzinnigengesticht van Ba "-Ulster, in Saksen. Op aanvraag van dc prinses is de zaak uit gesteld tot 22 Mei. Brussel, 18 Januari. Het Journal de Bruxelles meldt, dal de mijnwerkers te Luik vierkant geweigerd hebben, zich te voegen naar liet besluit van de bondsafgevaardigden om den arbeid te hervatten, omdat de afge vaardigden genoegen hebben genomen met mondelinge beloften, waar zij opdracht had den intrekking zonder meer van de gewraak te reglementen te verkrijgen.. frankrijk. Gelijk het Reuter-tclegrain over de Maan dag gehouden zitting der Fransche Kamer, waarin de beraadslaging over de begrooting van builenlandsche zaken tot een einde werd gebracht, heel in het kort meldde, heeft dien dag een der afgevaardigden, Charles Benoist, aan de regeering een vraag gesteld over de uitgave der officieelë stukken betreffende de voorgeschiedenis van den Fransch-DuitSchen oorlog. Hij keurde het af dat die uitgave was toevertrouwd aan een onbekend uiigevcrtje in plaats van aan een der bekende Parijsche uitgevershuizen. Daarbij wees hij er op, dat in Duitschland de uitgave dier stukken was opgedragen aan dc firma Klein. (Volgens het „\Nochentliche Yerzeichniss" voor den Duit- schen boekhandel verschijnen er de banden onder den titel:, ,De diplomatieke oorsprong van den oorlog van 18711,71" bij de „Yerlags- anstalt för Litteratur unci Kunst"). De minis ter van buitcillandsche zaken antwoordde kort en bondig, dat in 1908 en 1909 de Kamercommissie voor builenlandsche zaken cte voor de uitgave benoodigde 20,000 francs tot 10,000 francs had verminderd en daar Ficker zich op deze condities tot dc uitgave had bereid verklaard, heeft hij het recht daartoe verkregen. Men begrijpt dat toen minister Pichon deze verklaring aflegde, de aanwezige leden van genoemd commissie zich allesbehalve op haar gemak gevoelden. Toen Pichon verklaarde in de commissie over de aangelegenheid te hebben gespro ken, interrumpeerde haar voorzitter Berleaux onder levendige beweging in de Kamer, met den uitroep: „nooit!" En toen Pichon er bij bleef in de commissie de kwestie te hebben aangeroerd, merkte de rapporteur der com missie Paul Deschanel, op: „De minister heeft geen voldoer.de toelichting gegeven", wat op nieuw tot beweging aanleiding gaf. Nadat Pichon zijn verklaring had beëin digd, nam Berteaux het woord. Hij zeidu dat wanneer de begrootingscommissie werkelijk geweten had dat de minister de 20,000 francs voor noodig hield, ze niet bezuinigd zou heb ben; daarvoor had de commissie al genoeg bewijzen van vaderlandsliefde gegeven. Daar kwam plotseling een der afgevaardig den een motie van afkeuring indienen. IJlings liet Pichon om den minister-president zen den, die zich op 't oogenblik niet in de Kamer bevond. Briand stelde onmiddellijk dc kwes tie van vertrouwen, waarna een door de re geering aanvaarde motie van orde werd aan genomen met 340 tegen 157 stemmen. De regeeringspers is terecht hoogst veront waardigd over dezen sluipaanval. De Temps o. a. noemt het een schande dat een partij van duistere intriganten, nadat de Kamer met een overweldigende meerderheid de al- gemeene politiek der regeering had goedge keurd, deze een beentje trachtte te lichten. Ware deze streek gelukt, dan zou een zit ting, waaraan hoogstens honderd afgevaar digden deelnamen, datgene hebben verstoord wat daags te voren bijna 500 afgevaardigden hadden tol stand gebracht. De Parijsche bladen hellen dn hunne be spreking van den moordaanslag in de Fran sche Kamer over tot de meening, dat Gizokne wel degelijk de bedoeling had den minister president te treffen, ofschoon hij blijft vol houden, da* hot hein volkomen onverschillig was wien hij raakte. De broeder van Gizolme is tweede kahi- netschef bij het ministerie van arbeid. Hij was j juist in de Kamer, toen de aanslag werd ge pleegd en had niet het minste vermoeden, ■dait zijn broeder de dader was, toen hij het j gebeurde aan het ministerie berichtte. Mirman, de directeur van den gezondheids- dienst, is ernstiger gewond dan mon aanvan kelijk meende. Dc kogdl is door dc rechterdij heengegaan en had toen nog voldoende kracht om de linkerkuït opon te rijten. Gelukkig is noch een gewricht, noch een der groolc bloedvaten getroffen. Engeland. Over den toestand van den Engehchen minister van financ.cn, Lloyd George, loopan ernstige geruchten. Klaarblijkelijk in den ver kiezingsstrijd heeft hij door overgrootc in spanning een keelontsteking opgedaan. Spre ken en rooken is hem ten strengste verbo den. Hij vertoeft op het oogenbHk in zijn ge boorteland Wales in de strikste eenzaamheid. Het artikel van Admiraal Arthur Wilson in de micuwe uitgave van Sir Siain Hamil ton's Compulsory Service, over de onmoge lijkheid eener landing van een vreemd leger in Engeland wordt natuurlijk door de radi cale pers met groo'c instemming vernomen. De conservatieve pers meent, dat uit dit artikel de slotsom te trekken valt, dat Enge land een overmachtige vloot noodig heeft om het handelsverkeer te beschermen en een krachtig leger, dat ieder oogenblik in staat is op het eerste bevel naar een wille keurig punt ter wereld uit te rukken. Tusschen Engeland en Rusland dreigt een geschil omtrent de uitoefening der vissche- rij te ontstaan. Bij de Rijksdoema is namelijk een wetsontwerp ingediend, waarbij de plaatselijke autoriteiten van Archangel wor den gemachtigd hel Russische visscherijge- bicd uit te breiden tot twaalf mijlen van de kust af. Tot dusver heeft de Engelsche regee ring steeds geweigerd iets anders dan een zóne van drie mijlen te erkennen; dit stand punt werd den vorigen zomer nog gehand haafd, toen in het Engelsche Lagerhuis werd gtspriken over de in beslagname van de En gelsche sleepnet tra wier „Onward IIo" door een Russische kruiser. De Russische regeering beriep zich toenmaals reeds op de nieuwe wet, doch inmiddels leidden de Engelsche vertoogen tot vrijlating van den stoom trawler. Het bij dc Doema ingediende 12 mijlen-ontwerp brengt ten eenenmale stoor nis in dc oude gewoonten, op grond waarvan de Engelsche recders bizonder breed e traw lers hebben doen bouwen, teneinde buiten de thans geldige Russische drie mijlen-zóne een groot deel der visch te vangen, die in de behoefte der Finsche bevolking moet voor zien. Wanneer de nieuwe wet in de Doema wordt aangenomen, dan worden al deze fee ders van de vlsscherij op de Witte zee ten Zuiden van de lijn, die kaap Kanin en kaap Swjatoi verbindt, uitgesloten. Juist daar ech ter hebben Engelsche visschers eerst onlangs vischrijkc gronden ontdekt. Eveneens wor den ze uitgesloten van liet ganschv kustge bied van dc Barangerfjord tot aan de Kari- sche zee. De Engelsche bond lot bescherming der zecvissehers heeft zich naar aanleiding van deze bepalingen, welke stoornis zouden brengen in de hcelc Engelsche visscherij in dc Noordelijke wateren van Rusland, gewend tot den Engelschen minister van builenland sche zaken Sir Edward Grey, opdat de En gelsche regeering tegen het dreigend gevaar optrede. Nader wordt gemeld, dat minister Grey bij het Russische departement van buitcnland- schc zaken reeds stappen heeft gedaan. Het is nu maar de vraag wat dc Russen het zwaarste zullen doem wegen: de begeerte om de rijke vischgronden te bestemmen voor het Russische volk of meer tc letten op de entente die Rusland met Engeland ver bindt. Men vreest in Engeland dat het eer ste ral geschieden en vandaar de groote be zorgdheid. Dc vischvangst in de Witte Zee is een vruchtdragende onderneming, waarin dan ook veel geld is gestoken. Vooral dc schol uit de Witte Zee is in Engeland een gelief koosd gerecht geworden. Yan de 70.000 ton in 1908 verkregen, bestond 60.000 ton uit schol. Sommigen zien de zaak voor de Engclsoh* visschers donker in, omdat de Noordzee- overeenkomst waarin dc drie mijlen-zóne is vastgesteld, op Rusland met van toepassing is, zij het dan ook dat er steeds een soort van stilzwijgende overeenkomst beeft be staan, volgens welke de drie mijlen-zóne evenals elders ook in Rusland toegepast werd. Portugal Naar aanleiding van loopende geruchten eener Spaansche tusschenkomsl in Portugal, meldt de speciale berichtgever van den Ma- tin te Madrid, dat minister-president Ca- nalejas verklaard heeft„Portugal is een on afhankelijk land, dat den staatsvorm koos welken het wonschte. Onae houding mag slechts deze zijn: dal wij die onafhankelijk heid in aoht nemen en in geval van rustver storingen er voor zorgen dat men voor onze landsgrenzen achting loont." De nasporingen naar de daders van de in* vallen in verschillende redacliebureaux van monarchistische dagbladen zijn vruchteloos gebleven. Hongarije. Boedapest, 18 Januari. Bij de debatten in de Kamer over het octrooi van de cmissiebank had een heftige woorden wisseling plaats tusschen den minister van handel en Zboray, lid van de clericale partij, die een schertsende uitdrukking van den mi nister misverstaan had en hem daarom een uitdagende en beieedigende uitdrukking naar het hoofd wierp. Een en ander veroorzaakte groote opwinding. Turkije. Konstantiuopel, 18 Jan. Tijdens de vergadering van de Kamer is de afge vaardigde Arif Ismet aan een aanval van be roet te overleden. 17 DOOB BARONESSE ORCZY. o— „Een paar dagen geleden, burgeres", ver volgde hij, „riep ik uw medewerking in... maar u gaaft mij een weigerend anitwioord... Minder dan een uur daarna geraakte ik in het bezit van sommige papieren, die weer een van de pkmnen onthulden voor de ont snapping van een troep Fransche aristokrar ten waaronder die verrader de Touraay alles beraamd door dc Roode Pimpernel. Enkele draden ook van dit geheimzinnig weefsel heb ik in handen gekregen, maar niet alle, en nu moet u mij helpen die bij elkaar te krijgen." Marguerite scheen ongeduldig te luisteren. „Twee hoeren, Lord Anthony Dewhorst erf Sir Andrew Foulkes, bevonden zich dienzelf den avond te Dover in „Visscherswelvaren"," ging Ghauvelin voort. „Zij waren aan mijn spionnen reeus bekend als leden van dat Verbond. Het was Sir Andrew Foulkes, dde di Comtesse de Tournay en haar kinderen begeleidde over het Kanaal. Toen de twee jongelieden alleen waren, zijn mijn spion ne i doorgedrongen in de gelagkamer van de herberg, hebben hun een bal in den mond gestopt en gekneveld, maakten zich meester vu hun papieren en voerden hen tot mij." Met bliksemsnelheid had Marguerite hel gevaar overzien. Papieren?Was Ar mand onvoorzichtig geweesit? Bij dc ge dachten alleen sloeg haar de schrik om het ban. Toch lachte ze vroolijk en lustig. „Onder die papieren bevond zich een brief aan Sir Andrew Foulkes, geschreven door uwen broeder Armand St. Just." „Nu,? En?" „Die brief bewijst dat Armand niet alleen sympathiseert met dc vijanden van Frank- rijik, maar feitelijk een medewerker, zooal geer. lid is van het Verbond „de Roode Pim pernel." De slag was eindelijk geva-Hen. Al dlern tijd luid Marguerite hem verwacht; ze wikte geen vrees verraden, ze wenschte, als de schok aankwam, erop voorbereid te zijn. Ze wist dat Ghauvelin waarheid sprak, die brief van Armand den dwazen onvoorzichti ge Armand bevond zich in Chauvelun's bezit Ze wist het, alsof ze roet eigen oogen den brief had gezien. En toch ging ze voort vreolijkèr te lachen, luider' dan ze aanvan kelijk had gedaan. „Kom, man!" zei ze, over haar schouder heen sprekend en hem vlak in liet gezicht ziende, „heb ik niet gezegd dat het een of andere denkbeeldige intrige isArmand in verbond met de Roode PimpernelI die Fransche aristo's een handje helpend... het verzinsel pleit niet voor je phantasie!" „Ik moet u de verzekering geven," ver volgde Ghauvelin bedaard, „dat St. Just, zon der eenigc de mir.ste hoop op vergiffenis, zich heelt gecompromitteerd." „Ghauvelin," zei Marguerite Blakeney na lang zwijgens, „vriend Ghauvelin, zulten we trachten elkaar eens te verslaan? Zeg me, dat ge er bizoudcr op slaat de identiteit van de Roode Pimpernel tc ontdekken, is dat niet zoo?" „Mijn bedoeling is dal gij persoonlijk een pardon voor Armand St. Just verwerft, met mij een kleinen dienst te bewijzen." „Waarin moet die dienst bestaan?" „Alleen dezen nacht voor mij een waak zaam oog tc houden, Burgeres St. Just. Luis ter: Onder de papieren die op den persoon van Sir Andrew Foulkes gevonden zijn, was dit kattcbeltje. Zie!" voegde hij eraan toe, een smal strookje papier uit zijn zakboek te voorschijn hatend en het haar overhandi gend. Het was hetzelfde reepje dat de jongelie den, vier dagen geleden, lazen op het oogen blik dat zij door de trawanten van Ghau velin werden overvallen. Marguerite nam het werktuigelijk aan en las halfluid „Wees erop bedacht dat wc elkaar niet vaker dan strikt noodig moeten spreken. Yoor den 2*n hebt ge alle aanwijzingen. Zoo ge verlangt mij weer te ontmoeten, zal ik op hel bal komen van G." „Wat beleckent dat?" vroeg ze. „Ziehier," zei hij, op een klein rood bloempje wijzend in den hoek. „De Roode Pimpernel en het bal van G. beduidt Lord Grenville's bal van dezen nacht. „Zoo leg ik het briefje uit, burgeres," be sloot Ghauvelin zoetsappig. „Lord Anthony Dewhurst en Sir Andrew Foulkes werden op mijn orders gebracht naar een eenzaam huis op den weg van Dover, dat ik voor mijn plan had gehuurddaar zijn ze gevangen gehouden tot heden morgen. Maar na het vinden van het strookje papier had ik hen tijdig in Londen noodig, ten einde heu in dc gelegenheid te stellen het bal bij tc wonen. Dezen morgen dus hebben de twee jonge snuiters alle deuren en grendels ontsloten gevonden, llun bewakers waren verdwenen en twee paarden stonden gezadeld op het voorplein. Ik heb hen nog niet gezien, doch ik denk gevoegelijk tot dc gevolgtrekking te kunr.en geraken, dat zij niet aan de teugels zulten getrokken hebben, voordat ze Lon den hadden gehaald. U ziet nu hoe een voudig alles is, burgeres!" „Het schijnt zoo eenvoudig, niet waar?" zei ze bitter, als men een kip wil slach tengrijp je ze aandan draai je haar den nek omalleen vindt de kip het niet zoo heel eenvoudig. Je zet me nu het mes op de keelDat vindt *gc een voudig, meneer GhauvelinIk vind het niet!" „Neen. burgeres, ik bied u een kans om een broeder, dien ge iiefhebt, te redden van dc gevolgen zijner eigen dwaasheid." „Wat verlangt ge dat ik doen zal, Ghau velin?" vroeg ze, met een wereld van wan hoop in haar stem. „In mijn tegenwoordige positie is het nagenoeg onmogelijk. „Als Lady Blakeney, heeft niemand ver denking op u, en met uw hulp kan ik dezen nacht ontdekken wie deze Roode Pimpernel isGij gaat naar het balWaak daar voor mij .burgeres, waak en luis terZoo ge een woord verneemt of iets hoort fluisteren, kunt ge het mij komen zeggenGij kunt aantcckcning houden lot wien Sir Andrew Foulkes of Lord Anthony Dewhurst het woord richten. Tracht uit te vinden wie dc Roode Pimper nel is en ik verpand u Frankrijks woord dat uw broeder ongedeerd blijft." Ghauvelin zette haar het mes op dc keel. Zij gevoelde, dat een weigering om hem te gehoorzamen, het doodvonnis zou zijn van Armand. „Als ik beloof u hiermee van dienst te zijn, Ghauvelin, wilt gc me dan den brief ,,Zoo ge mij dezen nacht nuttige medewer king verschaft, burgeres," antwoordde hij sarcastisch glimlachend, „zal ik u dien briefmorgen geven." „Het kan zijn dat ik niet bij machte ben u bijstand Ie verteenen," zei ze op angstigen toon, „al ware ik er volkomen toe bereid." „Dat zou inderdaad vreeselijk zijn," ant woordde hij kalm, „voor uen voor Ar mand St. Just." Marguerite sidderde. Zij gevoelde dat van dezen man geen genade was te wachten. Ghauvelin bemoeide zich niet verder met haar. Hij had zijn wreedaardig alternatie! „Dit of Dat" uitgesproken en liet de beslis sing aan haar over. Op zijn beurt scheen hij r.u verdiept in de muziek. Een bescheiden tikje op de deur wekte Marguerite uit haar mijmering. Het was Sir Percy Blakeney, in zijn volte lengte, droo- nicrig, goed gehumeurd, met zijn half-ver- legen, half-zinneloozen glimlach, die haar nu scheen tc prikkelen. „Héje rijtuig staat builenlieve," zei hij soezig, „ik onderstel dat je naar dat bal wiltExcuseer hé Monsieur Ghauvelin ik had u niet gezien Hij stak dezen twee dunne, witte vingers toe, en tot zijne vrouw „Kom je, lieve?" „Ik ben klaar om tc gaan," zei ze, zijn arm nemend. Aan de deur der loge keerde zij zich om en zag ze Ghauvelin aan „Het is enkel au revoir, Ghauvelin," zei ze gekscherend, „we zullen elkaar op het bal wel weer ontmoeten." De Fransche repuhliktein nam, sarcastisch glimlachend, een suifje en wreef zich met innige voldoening dc magere, bcenigc pan den. Wordl verrtJyd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1