W°. 9S6.
9" Jaairfang.
Donderdag 19 Januari 1911.
;:s
ijl
H
!l
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE ROODE PIMPERNEL.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers0.05.
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiënmededoolingen enr,gclicvo men YÓÓr 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
Yan 1—B regels f 0.50.
Elke rogol moer - ©.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cent* b\j vooruitbetaling.
Qroote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoolige bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
tH
Politiek Overzicht.
Na de rede van Pichon.
I)e beraadslagingen over de Fransche be-
groo*ing van buitenlawdsche zaken zijn ge
ëindigd met de goedkeuring er van. Dit was
te voorzien, doch minister Pichon heeft ge
durende de omvangrijke debatten menig ver
wijt naar het hoofd gekregen. Hoe nadrukke
lijk hij ook verzekerde, dat er in de inter
nationale polilick niets veranderd was en dat
de Triple-Entente nog altijd in volle kracht
tegenover de Tripte-Alliantie stond, hij heeft
het feit niet kunnen wegredeneeren, dat Rus
land een brug naar Duitschland heeft gesla
gen zonder Engeland on Frankrijk vooraf te
raadplegen, en dat Frankrijk in het Oosten
met het oog op Rusland tot zijne eigene
schade een politiek gevoerd heeft, welke
thans door Rusland zelf is opgegeven. Dit
alles spreekt zoo duidelijk, dat zelfs ver
klaarde tegenstanders als de Temps en de af
gevaardigde Jaurès daarover maar ééne mec-
ning hebben. In een uitvoerig hoofdartikel
heeft de Temps hel debet en credit dor be
raadslagingen opgemaakt en daarin her
haaldelijk zijn instemming met de redevoe
ring van den socialistisohen leider uitgespro
ken. In iwee dingen, zoo meenen beide,
hoeft de Fransche politiek gefaald: in
zake den Bagdadspoorweg en de Turksche
leonirtg. „Jaurès", zoo schrijft de Temps,
heeft in de eerste plaats een van de zonder
lingste illusies der Fransche diplomatie bloot
gelegd. Telkenmale wanneer zich voor Frank
rijk ten aanzien van de spoorwegen in Azië
een gelegenheid tot optreden bood en men
onze diplomatie opmerkzaam maakte op den
onvoldoenden staal onzer spoorwegen in
Syrië, en telkenmale wanneer men wees op
de door Ruskind zoo succesvol toegepaste
methode van het do ut d e s en van verge
lijken, werd steeds geantwoord: de zaak heeft
geen haast, een vergelijk is niet noodig, en
wanneer het eens daartoe komen mocht, zou
het geen afzonderlijke overeenkomst, doch
een „accoord qua'rc" zijn. Doch deze bewe
ring was volkomen ongegrond. Nooit heeft
Rusland zich ervan onthouden met Duitsch-
land te onderhandelen, ook Engeland heeft
dit nooit gedaan. Frankrijk heeft dezelfde
vrijheid gehad."
Eveneens gaat de Temps met de kritiek
mede, welke Jaurès op de houding van
Frankrijk bij de Turksche leemingskwestie
heeft gehouden. De Fransche politiek behoort
volgens het blad te zijn „goede wenschen
voor Turkije, een ren begevende belegging van
Fransche spaargelden, internationale over
eenkomsten over alle finanoieele kwesties
kalmeering op politiek en verzoening op eco
nomisch gebied. Maar van deze politiek heeft
men zich met hardnekkigheid afgewend, tot
dat ten slotte de handigheid van Rusland de
fout, welke men al te lang over het hoofd
heeft gezien, in een scherp Licht heeft ge
steld. Vandaar het onbehagelijke gevoel, dat
zich van de openbare meening heeft meester
gemaakt, waarop Jffürès met recht heeft ge
wezen. Het artikel eindigt met de woorden:
„Op bijna alle gebieden, waarop minister
Pichon zijne werkzaamheid heeft uitgeoefend,
is hij volkomen geslaagd. Indien in het Oos
ten Frankrijks arbeid vertraging heelt onder
vonden, dan zal het, om den verloren tijd in
te halen, voldoende zijrn wanneer Pichon de
ach<iiïg voor zijn persoonlijke inzichten, die
juist zijn, weet in te prenten aan degenen,
welke er zich naar voegen en ze in daden
om te zetten hebben." De pil is ietwat ver
guld, doch ze smaakt bitter en zal zeker er
niet loc bijdragen om bij Pichon de voldoe
ning over de aanneming zijner begrooting te
verhoogon.
Duitschland.
I> e r 1 ij n, 1 8 Jan. Bij den aanvang der
rijksdag-zitting van heden herinnerde de j
president eraan dat heden voor veertig ja-
reu de grondvesting ven het nieuwe Duit-
scho rijk plaats had. Daarna las de presi-
dent het bij het departement van Marine
ingekomen telegram betreffende het ongeluk
me' de onderzeeboot U 3 voor waarin o.a.
gezegd wordt, dat de bergingswerkzaam
heden met de grootsite omzichtigheid, energie
en de mce9tc opofferingsgezindheid waren
uitgevoerd. De president besloot met te
zeggen „ik ben er van overtuigd, dat de
rijksdag evenals het Duitsche volk de ver
ongelukte drie brave mannen in roemrijke
nagedachtenis zal houden als waren zij
tegenover den vijand gevallen".
De rijksdag hoorde deze verklaring slaan
de aan.
B e r 1 ij n, 18 Jan. In het Huis van af
gevaardigden herdacht heden de president,
terwijl de leden zich van hunne zetels ver
hieven, den veertigsten gedenkdag van de
grondvesting van het Duitsche rijk op het
koningslot te Versailles.
De officieuze Norddeutsche Allgemeine Zei-
tung herdenkt het veertigjarig jubileum der
totstandkoming van het Duitsche rijk, door
o. a. te schrijven:
„I)e vestiging van hel Duitsche rijk was
een slot en een begin. Zij bracht oude ver
wachtingen in vervuling en schiep nieuwe.
Nog nooit is een volk in zoo korten tijd zoo
ver en krachtig vooruitgegaan als het Duit
sche. Dat kan niemand tegenspreken, die
oogen heeft om hel groeiende volk aan den
arbeid te zien. Toch is er zekerlijk ook nooit
in eeuig ander tijdperk van zulk een ont
wikkeling zooveel sprake geweest van pes
simisme, dal groote kringen des volks aan
gegrepen moet hebben, en van ondragelijke
reactie. De natie ondervindt dat het Duitsche
volk tegenwoordig evengoed als vroeger, hoe
wel in veranderden vorm, neiging vertoont
tol afscheiding in groepen, de fout van het
verleden en dat ook de tegenwoordige tijd
gebrek heeft aan gemeenschappelijke idea
lisme. Wij verlangen van de ontevredenen
geen tevredenheid. Beide, tevredenheid en
ontevredenheid zijn onproductief. Maar tus-
schen beide ligt liet teven met zijn hoop, zijn
werk en het rustelooze arbeiden der tegen
woordige en toekomstige Duitschers".
België.
Het schijnt zegt het libld. van Aantw. dat
prinses Louise van België andermaal in
geldverlegenheid zit, zoodanig, dat zij thans
in Hongarije pogjiragen aanwendt om een
leening te sluiten van één millioen kronen,
met als waarborg haar aandeel in de erfenis
van de ex-keizer in Charlotte.
Maar koning Albert en baron Goffinet, be
heerder der fortuin van de gewezen keizerin,
weigeren dien waarborg te teekenen.
Zooals men weet Maandag moest voor do
burgerlijke rechtbank van Brussel het pro
ces gepleid worden, dat aanhangig is ge
maakt door den herbergier Weizer, van
Flousdorf, nabij Weenen, tegen prinses
Louise, ter betaling eener sohuld«bekentenis
van 30U,000 frank, door deze laatste onder
teekend als belooning voor de hulp door
Weitzer betoond om de prinses te doen
ontsnappen uit het krankzinnigengesticht van
Ba "-Ulster, in Saksen.
Op aanvraag van dc prinses is de zaak uit
gesteld tot 22 Mei.
Brussel, 18 Januari. Het Journal de
Bruxelles meldt, dal de mijnwerkers te Luik
vierkant geweigerd hebben, zich te voegen
naar liet besluit van de bondsafgevaardigden
om den arbeid te hervatten, omdat de afge
vaardigden genoegen hebben genomen met
mondelinge beloften, waar zij opdracht had
den intrekking zonder meer van de gewraak
te reglementen te verkrijgen..
frankrijk.
Gelijk het Reuter-tclegrain over de Maan
dag gehouden zitting der Fransche Kamer,
waarin de beraadslaging over de begrooting
van builenlandsche zaken tot een einde werd
gebracht, heel in het kort meldde, heeft dien
dag een der afgevaardigden, Charles Benoist,
aan de regeering een vraag gesteld over de
uitgave der officieelë stukken betreffende de
voorgeschiedenis van den Fransch-DuitSchen
oorlog. Hij keurde het af dat die uitgave was
toevertrouwd aan een onbekend uiigevcrtje
in plaats van aan een der bekende Parijsche
uitgevershuizen. Daarbij wees hij er op, dat
in Duitschland de uitgave dier stukken was
opgedragen aan dc firma Klein. (Volgens het
„\Nochentliche Yerzeichniss" voor den Duit-
schen boekhandel verschijnen er de banden
onder den titel:, ,De diplomatieke oorsprong
van den oorlog van 18711,71" bij de „Yerlags-
anstalt för Litteratur unci Kunst"). De minis
ter van buitcillandsche zaken antwoordde
kort en bondig, dat in 1908 en 1909 de
Kamercommissie voor builenlandsche zaken
cte voor de uitgave benoodigde 20,000 francs
tot 10,000 francs had verminderd en daar
Ficker zich op deze condities tot dc uitgave
had bereid verklaard, heeft hij het recht
daartoe verkregen. Men begrijpt dat toen
minister Pichon deze verklaring aflegde, de
aanwezige leden van genoemd commissie
zich allesbehalve op haar gemak gevoelden.
Toen Pichon verklaarde in de commissie
over de aangelegenheid te hebben gespro
ken, interrumpeerde haar voorzitter Berleaux
onder levendige beweging in de Kamer, met
den uitroep: „nooit!" En toen Pichon er bij
bleef in de commissie de kwestie te hebben
aangeroerd, merkte de rapporteur der com
missie Paul Deschanel, op: „De minister heeft
geen voldoer.de toelichting gegeven", wat op
nieuw tot beweging aanleiding gaf.
Nadat Pichon zijn verklaring had beëin
digd, nam Berteaux het woord. Hij zeidu dat
wanneer de begrootingscommissie werkelijk
geweten had dat de minister de 20,000 francs
voor noodig hield, ze niet bezuinigd zou heb
ben; daarvoor had de commissie al genoeg
bewijzen van vaderlandsliefde gegeven.
Daar kwam plotseling een der afgevaardig
den een motie van afkeuring indienen. IJlings
liet Pichon om den minister-president zen
den, die zich op 't oogenblik niet in de Kamer
bevond. Briand stelde onmiddellijk dc kwes
tie van vertrouwen, waarna een door de re
geering aanvaarde motie van orde werd aan
genomen met 340 tegen 157 stemmen.
De regeeringspers is terecht hoogst veront
waardigd over dezen sluipaanval. De Temps
o. a. noemt het een schande dat een partij
van duistere intriganten, nadat de Kamer
met een overweldigende meerderheid de al-
gemeene politiek der regeering had goedge
keurd, deze een beentje trachtte te lichten.
Ware deze streek gelukt, dan zou een zit
ting, waaraan hoogstens honderd afgevaar
digden deelnamen, datgene hebben verstoord
wat daags te voren bijna 500 afgevaardigden
hadden tol stand gebracht.
De Parijsche bladen hellen dn hunne be
spreking van den moordaanslag in de Fran
sche Kamer over tot de meening, dat Gizokne
wel degelijk de bedoeling had den minister
president te treffen, ofschoon hij blijft vol
houden, da* hot hein volkomen onverschillig
was wien hij raakte.
De broeder van Gizolme is tweede kahi-
netschef bij het ministerie van arbeid. Hij was j
juist in de Kamer, toen de aanslag werd ge
pleegd en had niet het minste vermoeden,
■dait zijn broeder de dader was, toen hij het j
gebeurde aan het ministerie berichtte.
Mirman, de directeur van den gezondheids-
dienst, is ernstiger gewond dan mon aanvan
kelijk meende. Dc kogdl is door dc rechterdij
heengegaan en had toen nog voldoende
kracht om de linkerkuït opon te rijten.
Gelukkig is noch een gewricht, noch een
der groolc bloedvaten getroffen.
Engeland.
Over den toestand van den Engehchen
minister van financ.cn, Lloyd George, loopan
ernstige geruchten. Klaarblijkelijk in den ver
kiezingsstrijd heeft hij door overgrootc in
spanning een keelontsteking opgedaan. Spre
ken en rooken is hem ten strengste verbo
den. Hij vertoeft op het oogenbHk in zijn ge
boorteland Wales in de strikste eenzaamheid.
Het artikel van Admiraal Arthur Wilson
in de micuwe uitgave van Sir Siain Hamil
ton's Compulsory Service, over de onmoge
lijkheid eener landing van een vreemd leger
in Engeland wordt natuurlijk door de radi
cale pers met groo'c instemming vernomen.
De conservatieve pers meent, dat uit dit
artikel de slotsom te trekken valt, dat Enge
land een overmachtige vloot noodig heeft
om het handelsverkeer te beschermen en
een krachtig leger, dat ieder oogenblik in
staat is op het eerste bevel naar een wille
keurig punt ter wereld uit te rukken.
Tusschen Engeland en Rusland dreigt een
geschil omtrent de uitoefening der vissche-
rij te ontstaan. Bij de Rijksdoema is namelijk
een wetsontwerp ingediend, waarbij de
plaatselijke autoriteiten van Archangel wor
den gemachtigd hel Russische visscherijge-
bicd uit te breiden tot twaalf mijlen van de
kust af. Tot dusver heeft de Engelsche regee
ring steeds geweigerd iets anders dan een
zóne van drie mijlen te erkennen; dit stand
punt werd den vorigen zomer nog gehand
haafd, toen in het Engelsche Lagerhuis werd
gtspriken over de in beslagname van de En
gelsche sleepnet tra wier „Onward IIo" door
een Russische kruiser. De Russische regeering
beriep zich toenmaals reeds op de nieuwe
wet, doch inmiddels leidden de Engelsche
vertoogen tot vrijlating van den stoom
trawler. Het bij dc Doema ingediende 12
mijlen-ontwerp brengt ten eenenmale stoor
nis in dc oude gewoonten, op grond waarvan
de Engelsche recders bizonder breed e traw
lers hebben doen bouwen, teneinde buiten de
thans geldige Russische drie mijlen-zóne een
groot deel der visch te vangen, die in de
behoefte der Finsche bevolking moet voor
zien. Wanneer de nieuwe wet in de Doema
wordt aangenomen, dan worden al deze fee
ders van de vlsscherij op de Witte zee ten
Zuiden van de lijn, die kaap Kanin en kaap
Swjatoi verbindt, uitgesloten. Juist daar ech
ter hebben Engelsche visschers eerst onlangs
vischrijkc gronden ontdekt. Eveneens wor
den ze uitgesloten van liet ganschv kustge
bied van dc Barangerfjord tot aan de Kari-
sche zee. De Engelsche bond lot bescherming
der zecvissehers heeft zich naar aanleiding
van deze bepalingen, welke stoornis zouden
brengen in de hcelc Engelsche visscherij in
dc Noordelijke wateren van Rusland, gewend
tot den Engelschen minister van builenland
sche zaken Sir Edward Grey, opdat de En
gelsche regeering tegen het dreigend gevaar
optrede.
Nader wordt gemeld, dat minister Grey bij
het Russische departement van buitcnland-
schc zaken reeds stappen heeft gedaan.
Het is nu maar de vraag wat dc Russen
het zwaarste zullen doem wegen: de begeerte
om de rijke vischgronden te bestemmen
voor het Russische volk of meer tc letten op
de entente die Rusland met Engeland ver
bindt. Men vreest in Engeland dat het eer
ste ral geschieden en vandaar de groote be
zorgdheid.
Dc vischvangst in de Witte Zee is een
vruchtdragende onderneming, waarin dan
ook veel geld is gestoken. Vooral dc schol
uit de Witte Zee is in Engeland een gelief
koosd gerecht geworden. Yan de 70.000 ton
in 1908 verkregen, bestond 60.000 ton uit
schol.
Sommigen zien de zaak voor de Engclsoh*
visschers donker in, omdat de Noordzee-
overeenkomst waarin dc drie mijlen-zóne is
vastgesteld, op Rusland met van toepassing
is, zij het dan ook dat er steeds een soort
van stilzwijgende overeenkomst beeft be
staan, volgens welke de drie mijlen-zóne
evenals elders ook in Rusland toegepast
werd.
Portugal
Naar aanleiding van loopende geruchten
eener Spaansche tusschenkomsl in Portugal,
meldt de speciale berichtgever van den Ma-
tin te Madrid, dat minister-president Ca-
nalejas verklaard heeft„Portugal is een on
afhankelijk land, dat den staatsvorm koos
welken het wonschte. Onae houding mag
slechts deze zijn: dal wij die onafhankelijk
heid in aoht nemen en in geval van rustver
storingen er voor zorgen dat men voor onze
landsgrenzen achting loont."
De nasporingen naar de daders van de in*
vallen in verschillende redacliebureaux van
monarchistische dagbladen zijn vruchteloos
gebleven.
Hongarije.
Boedapest, 18 Januari. Bij de
debatten in de Kamer over het octrooi van
de cmissiebank had een heftige woorden
wisseling plaats tusschen den minister van
handel en Zboray, lid van de clericale partij,
die een schertsende uitdrukking van den mi
nister misverstaan had en hem daarom een
uitdagende en beieedigende uitdrukking naar
het hoofd wierp. Een en ander veroorzaakte
groote opwinding.
Turkije.
Konstantiuopel, 18 Jan. Tijdens
de vergadering van de Kamer is de afge
vaardigde Arif Ismet aan een aanval van be
roet te overleden.
17 DOOB
BARONESSE ORCZY.
o—
„Een paar dagen geleden, burgeres", ver
volgde hij, „riep ik uw medewerking in...
maar u gaaft mij een weigerend anitwioord...
Minder dan een uur daarna geraakte ik in
het bezit van sommige papieren, die weer
een van de pkmnen onthulden voor de ont
snapping van een troep Fransche aristokrar
ten waaronder die verrader de Touraay
alles beraamd door dc Roode Pimpernel.
Enkele draden ook van dit geheimzinnig
weefsel heb ik in handen gekregen, maar
niet alle, en nu moet u mij helpen die bij
elkaar te krijgen."
Marguerite scheen ongeduldig te luisteren.
„Twee hoeren, Lord Anthony Dewhorst erf
Sir Andrew Foulkes, bevonden zich dienzelf
den avond te Dover in „Visscherswelvaren","
ging Ghauvelin voort. „Zij waren aan mijn
spionnen reeus bekend als leden van dat
Verbond. Het was Sir Andrew Foulkes, dde
di Comtesse de Tournay en haar kinderen
begeleidde over het Kanaal. Toen de twee
jongelieden alleen waren, zijn mijn spion
ne i doorgedrongen in de gelagkamer van de
herberg, hebben hun een bal in den mond
gestopt en gekneveld, maakten zich meester
vu hun papieren en voerden hen tot mij."
Met bliksemsnelheid had Marguerite hel
gevaar overzien. Papieren?Was Ar
mand onvoorzichtig geweesit? Bij dc ge
dachten alleen sloeg haar de schrik om het
ban. Toch lachte ze vroolijk en lustig.
„Onder die papieren bevond zich een brief
aan Sir Andrew Foulkes, geschreven door
uwen broeder Armand St. Just."
„Nu,? En?"
„Die brief bewijst dat Armand niet alleen
sympathiseert met dc vijanden van Frank-
rijik, maar feitelijk een medewerker, zooal
geer. lid is van het Verbond „de Roode Pim
pernel."
De slag was eindelijk geva-Hen. Al dlern tijd
luid Marguerite hem verwacht; ze wikte
geen vrees verraden, ze wenschte, als de
schok aankwam, erop voorbereid te zijn. Ze
wist dat Ghauvelin waarheid sprak, die brief
van Armand den dwazen onvoorzichti
ge Armand bevond zich in Chauvelun's
bezit Ze wist het, alsof ze roet eigen oogen
den brief had gezien. En toch ging ze voort
vreolijkèr te lachen, luider' dan ze aanvan
kelijk had gedaan.
„Kom, man!" zei ze, over haar schouder
heen sprekend en hem vlak in liet gezicht
ziende, „heb ik niet gezegd dat het een of
andere denkbeeldige intrige isArmand
in verbond met de Roode PimpernelI
die Fransche aristo's een handje helpend...
het verzinsel pleit niet voor je phantasie!"
„Ik moet u de verzekering geven," ver
volgde Ghauvelin bedaard, „dat St. Just, zon
der eenigc de mir.ste hoop op vergiffenis,
zich heelt gecompromitteerd."
„Ghauvelin," zei Marguerite Blakeney na
lang zwijgens, „vriend Ghauvelin, zulten we
trachten elkaar eens te verslaan? Zeg me,
dat ge er bizoudcr op slaat de identiteit
van de Roode Pimpernel tc ontdekken, is
dat niet zoo?"
„Mijn bedoeling is dal gij persoonlijk een
pardon voor Armand St. Just verwerft, met
mij een kleinen dienst te bewijzen."
„Waarin moet die dienst bestaan?"
„Alleen dezen nacht voor mij een waak
zaam oog tc houden, Burgeres St. Just. Luis
ter: Onder de papieren die op den persoon
van Sir Andrew Foulkes gevonden zijn, was
dit kattcbeltje. Zie!" voegde hij eraan toe,
een smal strookje papier uit zijn zakboek te
voorschijn hatend en het haar overhandi
gend.
Het was hetzelfde reepje dat de jongelie
den, vier dagen geleden, lazen op het oogen
blik dat zij door de trawanten van Ghau
velin werden overvallen.
Marguerite nam het werktuigelijk aan en
las halfluid
„Wees erop bedacht dat wc elkaar
niet vaker dan strikt noodig moeten
spreken. Yoor den 2*n hebt ge alle
aanwijzingen. Zoo ge verlangt mij weer
te ontmoeten, zal ik op hel bal komen
van G."
„Wat beleckent dat?" vroeg ze.
„Ziehier," zei hij, op een klein rood
bloempje wijzend in den hoek.
„De Roode Pimpernel en het bal van G.
beduidt Lord Grenville's bal van dezen
nacht.
„Zoo leg ik het briefje uit, burgeres," be
sloot Ghauvelin zoetsappig. „Lord Anthony
Dewhurst en Sir Andrew Foulkes werden op
mijn orders gebracht naar een eenzaam huis
op den weg van Dover, dat ik voor mijn
plan had gehuurddaar zijn ze gevangen
gehouden tot heden morgen. Maar na het
vinden van het strookje papier had ik hen
tijdig in Londen noodig, ten einde heu in dc
gelegenheid te stellen het bal bij tc wonen.
Dezen morgen dus hebben de twee jonge
snuiters alle deuren en grendels ontsloten
gevonden, llun bewakers waren verdwenen
en twee paarden stonden gezadeld op het
voorplein. Ik heb hen nog niet gezien, doch
ik denk gevoegelijk tot dc gevolgtrekking te
kunr.en geraken, dat zij niet aan de teugels
zulten getrokken hebben, voordat ze Lon
den hadden gehaald. U ziet nu hoe een
voudig alles is, burgeres!"
„Het schijnt zoo eenvoudig, niet waar?"
zei ze bitter, als men een kip wil slach
tengrijp je ze aandan draai je
haar den nek omalleen vindt de kip
het niet zoo heel eenvoudig. Je zet me nu
het mes op de keelDat vindt *gc een
voudig, meneer GhauvelinIk vind het
niet!"
„Neen. burgeres, ik bied u een kans om
een broeder, dien ge iiefhebt, te redden van
dc gevolgen zijner eigen dwaasheid."
„Wat verlangt ge dat ik doen zal, Ghau
velin?" vroeg ze, met een wereld van wan
hoop in haar stem. „In mijn tegenwoordige
positie is het nagenoeg onmogelijk.
„Als Lady Blakeney, heeft niemand ver
denking op u, en met uw hulp kan ik dezen
nacht ontdekken wie deze Roode Pimpernel
isGij gaat naar het balWaak
daar voor mij .burgeres, waak en luis
terZoo ge een woord verneemt of iets
hoort fluisteren, kunt ge het mij komen
zeggenGij kunt aantcckcning houden
lot wien Sir Andrew Foulkes of Lord
Anthony Dewhurst het woord richten.
Tracht uit te vinden wie dc Roode Pimper
nel is en ik verpand u Frankrijks woord dat
uw broeder ongedeerd blijft."
Ghauvelin zette haar het mes op dc keel.
Zij gevoelde, dat een weigering om hem te
gehoorzamen, het doodvonnis zou zijn van
Armand.
„Als ik beloof u hiermee van dienst te
zijn, Ghauvelin, wilt gc me dan den brief
,,Zoo ge mij dezen nacht nuttige medewer
king verschaft, burgeres," antwoordde hij
sarcastisch glimlachend, „zal ik u dien
briefmorgen geven."
„Het kan zijn dat ik niet bij machte ben
u bijstand Ie verteenen," zei ze op angstigen
toon, „al ware ik er volkomen toe bereid."
„Dat zou inderdaad vreeselijk zijn," ant
woordde hij kalm, „voor uen voor Ar
mand St. Just."
Marguerite sidderde. Zij gevoelde dat van
dezen man geen genade was te wachten.
Ghauvelin bemoeide zich niet verder met
haar. Hij had zijn wreedaardig alternatie!
„Dit of Dat" uitgesproken en liet de beslis
sing aan haar over. Op zijn beurt scheen
hij r.u verdiept in de muziek.
Een bescheiden tikje op de deur wekte
Marguerite uit haar mijmering. Het was Sir
Percy Blakeney, in zijn volte lengte, droo-
nicrig, goed gehumeurd, met zijn half-ver-
legen, half-zinneloozen glimlach, die haar nu
scheen tc prikkelen.
„Héje rijtuig staat builenlieve,"
zei hij soezig, „ik onderstel dat je naar
dat bal wiltExcuseer hé Monsieur
Ghauvelin ik had u niet gezien
Hij stak dezen twee dunne, witte vingers
toe, en tot zijne vrouw
„Kom je, lieve?"
„Ik ben klaar om tc gaan," zei ze, zijn arm
nemend. Aan de deur der loge keerde zij
zich om en zag ze Ghauvelin aan
„Het is enkel au revoir, Ghauvelin," zei ze
gekscherend, „we zullen elkaar op het bal
wel weer ontmoeten."
De Fransche repuhliktein nam, sarcastisch
glimlachend, een suifje en wreef zich met
innige voldoening dc magere, bcenigc pan
den.
Wordl verrtJyd.