9"' Jaargang. Dinsdag 7 Februari 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE ROODE PIMPERNEL. W°. «55. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonder]ijko nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, bohalvo op Zon- on Feest dagen. Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in to zenden. Uitgevers: VALKHOFF 6 C°. Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by rooruitbotaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan /.oer voordeelige bepalingon tot hot herhaald advertoeren in dit Blad, by abonnement. Eone circulairebovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht De nalatenschap van Koning Leopold. Men .weel dat het testament van wijlen Kening, Leopold van België aan de bekende Koburgr ol Niederfullbachstichting een som van dertig millioen francs vermaakte en dal deze testamentaire beschikking onmiddellijk is betwist, cenerzijds door den Belgischen slaat, welke deze dertig millioen opeischtc. .als bcJioorendc tot het vermogen van den Kongostaat,. anderzijds door prinses Louise, die tevens,aan den Belgischen staat weer alle recht op het. betwiste bedrag ontzegde. Deze aangelegenheid heeft natuurlijk niet nagc- laten in België een or.prettigen indruk te ver oorzaken, zoodat van hoogerhand alle moge lijke moeite is gedaan om een oplossing te vinden, waardoor een sensatie-proces zou kunnen worden vermeden. Die pogingen zijn niet zonder succes geble ven. In de Kamerzitting van Donderdag j.l. heeft de minister van justitie voorlezing ge daan vaneene overeenkomst, welke dezei dagen is gesloten tusschen den Belgischen slaat en de Niederfullbachstichting, in den aanvang waarvan gezegd wordt, dat „de Bel gische staat, ofschoon alle hulde brengende aan de vaderlandslievende- bedoelingen, die Koning Leopold er toe hebben geleid aan de stichting, die fondsen te besteden, welke hij zich gerechtigd achtte haar toe te ken nen, volhoudt dat de Koning niet meer de vrije beschikking had over deze waarden, welke aan België toebehoorden, daar 's Ivo* nings afstand van den Kongostaat noodza kelijkerwijs al datgene .moest omvatten, wat deel uitmaakte van den onafhankelijken- Kongostaat en van liet vermogen van de stich ting der kroon". De bestuurders der Niederfullbachstichting verklaren van hun kant, dat zij altoos ge- mcend "hébben, dat de stichting eigenaresse was, yan de bovengenoemde waarden, maar „overwegende eenerzijds. dal ze na een nauw keurig onderzoek dc overtuiging hebben ver kregen, dat bijna hel totaal zoo niet liet gciieele totaal van deze waarden inderdaad afkomstig is hetzij van het vermogen van den onafhankelijken Kongostaat, hetzij van het vermogen der kroon en dal het meeren- deel dezer waarden door middel van leenin gen verkregen is; overwegende anderzijds dat dc stichting zich in de absolute onmoge lijkheid bevindt de verplichtingen na te ko men, welke de schenking dezer waarden haar oplegt, daar deze verplichtingen vooral bestaan in openbare werken, die slechts door de Belgische regeering kunnen worden uit gevoerd van meening zijn dat het tusschen den Belgischen slaat en dc Niederfullbach stichting gaal om een kwestie, die niet alleen door .rechtsoverwegingen kan worden opge lost en.-dat zij, onder deze omstandigheden, niet beter aan deze bedoelingen kunnen be antwoorden dan aan den Belgischen staat de betwiste waarden af te staan". Dientengevolge verklaren de bestuurderen ten bate van den Belgischen staat afstand te doen van het bezit der fondsen, dié van de stichting deel uitmaakten, terwijl de Belgische slaat, ofschoon betoogende dat de stichting .nooit in het bezit dezer fondsen is geweest en deze uitsluitend aan hem toebehoorden, verklaart, ten einde van een proces af te zien, dezen afstand te aanvaarden. liet totaal der titels en waarden van dc Niedcrfuilbachstickting vervalt dus aan den Belgischen staat, welke als tegenverplichting op zicli heeft genomen aan de stichting een som van 1,110,100 mark uil te keeren, 7.00- dra hij die titels en waarden in bezit zou hebben genomen. Genoemd bedrag was door Koning Leopold bestemd voor de vernieu wing van het Koburgsche raadhuis. Men voelt in bovengenoemden tekst eenige critiek op de houding van Koning Leopold, welke critiek men ecnigszins heeft willen ver zachten of verbloemen door aan te voeren, dat de voltooiing van groote openbare wer ken alleen door den Staat kan geschieden, liet laat zich inlusschen gemakkelijk inzien, dat men hier te doen heeft met een bloote zinswending, welke geboden werd, doordal men rekening moest houden met de nage dachtenis van de persoon des stichters. De tijding van de minnelijke beslechting dézer aangelegenheid heeft overal groote be vrediging gewekt. In politieke kringen word! liet zoowel in het belang des lands als dat der Kongo-kolonie met levendige voldoening begroet, dat 't door de naasting van den Kon gostaat aan den Belgischen staat behoorendc vermogen Uiqns in handen van den rechtmati ge», bezitter, overgaat. .Daarbij komt, dat Ko ning Albert voor zich en zijne mannelijke na komelingen afstand heeft gedaan van hot vruchtgebruik en de andere hem toevallende voordcelen der slichting, waardoor hij zijner zijds het sluiten der overenkomst heeft moge lijk gemaakt. De monarch heeft hiermede op nieuw.een bewijs gegeven van zijn grootmoe dig karakter en van zijn sterk ontwikkeld rechtsgevpel.,Men zal wel niet mistasten in de veronderstelling, dat aan zijn invloed in èer.ste instantie de gelukkige oplossing van haar ge schil te danken is. De Staat zal thans Koning Leopold's nalatenschap alleen r.og legen dc aanspraken van prinses Louise hebben te verdedigen. Duitschland. Gemeld wordt dat de Duitsehe Keizer zich op 28 Fcbrauri naar Venetië zal bege ven. De keizer zal een korte kruistocht door de Middellandsche Zee ondernemen en daarna naar het eiland lvorfoc gaan. De te rugkomst in Duitschland is bepaald op April. De Berlijnsche bladen melden, dal de Rus sische opperhofmaarschalk, baron Ungern Sterherg, naar Friedbeng in Hessen is ver trokken, teneinde er voorbereidingen te tref fen voor een verblijf aldaar van den Czaar en de Czarina in de maand Maart. België. De wijze waarop de Belgische minister va.11 Justitie in de Kamer mededeeling heeft gedaan van de overeenkomst welke is ge sloten tusschen de Koburger-stichting en j den Belgisch-en staat heeft nieft die instem ming van alle partijen verkregen, omdat des ministers verklaringen geen uitsiuits-el gaven omtrent de hoogte van de som welke j aan d.en 'Belgischen staat terugvalt. De liberalen hebben daarom van den minister j een nauwkeurige inventarisatie verlangd, Welke de minister voorloopig weigert te 1 geven, naar deze beweert omdat hij mi et in 1 het aanhangig zijnde proces met prinses j Louise wil ingrijpen. De clerical!© „Pa- trio-te", die beweert over dc onderhande lingen door een belanghebbende te zijn in gelicht, spreekt zich eveneens zeer vaag uilt en noemt een som van tusschen de 30 en 5t) millioen. De Koburger stichting ont vangt het reeds genoemde bedrag van 1,110,000 francs omdat wijlen koning Leo pold den weusch heeft uitgesproken dait van de renten van diit bedrag het Koburger raadhuis zal worden vernietigd. Gemeen schappelijk met het proces van prinses Louise tegen den Belgischen staat dat vóór dc maand Mei wordt tegemoet gezien, zal ook het proces aan de orde komen, het welk do prinses tegen barones Vaiughan, dc miunares van koning Leopold, heeft inge steld. In dit geding heeft de prinses, naar vroeger al gemeld .s, ook twee hoogge plaatste ambtenaren van het ministerie van. justitie gemoeid, welke in opdracht dies konings kort voor diens dood in do safes van de Sociélé Générale ©en pakkot voor de barones hebben gedeponeerd, waarvan men aanneemt dal het staatspapieren heeft ingehouden. Bovendien eisebt prinses Louise van de baronesse de teruggave van twee villa's. Genoeg dois om te zien, dat in de erfenis-aangelegenheid nog rijkelijk brandstof Ligt opgehopt. Brussel, G F e b r. Dc interparlemen taire unie is bijeengeroepen tegen 8 April met hel oog op de conferentie, die 24 Octo ber te Rome zal worden gehouden en zich zal bezig houden met de internationale ver plichte arbitrage door een internationaal ge-, rechtshof en met de tusschenkomst bij de mogendheden tot beperking der bewapening. Frankrijk. P a r ij s, 6 Fe b r. De Kamer behandelde het ontwerp ter waarborging van de echt heid van de champagnewijnen. Artikel -1 stelt vast, dat een belasting van 5 centimes per flesch zou worden geheven ter dekking van de kosten van het toezicht. Dc uitschakeling van dit artikel werd, hoewel bestreden door de Regcering en de commissie, aangenomen met 2GU tegen 241 stemmen. De minister van financiën verklaarde, dat hij aan het parlement zal vragen om de af gestemde belasting op te nemen in de wet op de middelen, want hij acht het niet toe laatbaar dat het heele land een belasting moet betalen, die slechts voor een bepaalde streek geëischt wordt. Dc Fransche afgevaardigde Clémente heeft bij de behandeling der oorlogsbcgrooting naar aanleiding van het vraags'iuk der toene mende ontvolking als een der hoofdoorzaken hiervan genoemd de zorg voor een weelde rig en overdadig leven. Hij toont dit door middel van <lc volgende cijfers aan: op 1000 getrouwde vrouwen van 15 tot 50 jaar telt men 108 geboorten in zeer armoedige wij ken, 90 in vrij arme, 72 in welgestelde, 65 in zeer gegoede, 53 in rijke en 3-1 in zeer rijke wijken. Hij trekt hieruit de conclusie, dat men een sterke daling van het bevolkingscijfer zal hebben le wachten, en dat men binnen 10 jaar over 32.000 en binnen 20 jaar over 58.000 jonge mannen minder voor den militairen dienst zal hebben te beschikken. De volgende beschouwing knoopt hij hier aan vast: daartegenover zou het dolzinnig zijn te gelooven aan een toekomstige ontwa pening van de Europeesche natie's. Gebeur tenissen uit den allerlaatste» tijd hebben dui delijk bewezen, dat de modernste leerstellin gen geenszins de rassenhaat hebben wegge vaagd. IIoc bekwaam ook d-e Fransche sol daat zijn mag, zijn -deugdelijke eigenschap pen heffen het nadeel van in de minderheid te zijn niet op, en daarom is het dringend noodig reeds thans middelen te beramen, om het voor de deur staand gebrek aan recruten af te wenden." Daarom stelt hij de aanwending van zwarte troepen in Frankrijk voor. De „Terops" heeft daar niets tegen in te bren gen, evenmin tegen den cisch, het gebrek aan recruten te verhelpen door de vervol making van moderne krijgsmiddelen, in het bijzonder die, welke ten dienste staan aan de luchtvaart. Dit blad wijst echter nog op een derde middel, namelijk de versterking van het officierskader. Frankrijk heeft volgens de „Temps" te weinig officieren; het Duit sehe leger tolt één officier op 17.6 man, het Fransche slechts één op 21.1. Bovendien zijn dc Duitsehe onderofficieren aWc capitulan- ten, de Fransche slechts voor het drie-vierde gedeelte. Verder voort het blad aan, dat Duitsahland ten opzichte van d-e zorg aan mumilie Frankrijk ver vooruit is, daar het in elf jaar voor het artillerie-materiaal 1220 millioen heeft besteed, tegen sledhts 420 mil lioen, die Frankrijk voor hetzelfde doeleinde aanwendde. Na nauwkeurige berekening meent hel blad le mogen constateer en, dat Duitschland Frankrijk niet minder dan 5.830.000 kogels voor is. Ook de nieuwe credietaaiwragen zijn bij lange na niet voldoende, aldus de „Temps", om den voorsprong van Duitsch land wezenlijk te verkleinen. Eveneens is dit lie» geval met de transportmiddelen. En de schrijver van deze beschouwingen, senator generaal La» gleis, wijst ironisch de veront schuldiging af, als zouden de credicten in Frankrijk -beter besteed worden dan in Duitschland en dat in eerstgenoemd rijk het beheer betrouwbaarder zijn zou. Engeland* Londen, 6 F e 1) r. De toespraak waar mede heden dc Koning liet parlement open de, herinnert aan het ernstige verlies, dat werd veroorzaakt door den dood van 's Ko nings geliefden vader. De Koning zeide: „Ter wijl ik mij buig voor het besluit der Voor zienigheid, put ik moed uit hel door hem ge geven voorbeeld, waarbij ik wordt gesteund door de sympathie mijns volks. Ik heb den hertog van Connaught verwelkomd na de volvoering van zijn zending in Zuid-Afriko en het was mij hoogst aangenaam le verne men, dal hij in elk deel van mijn Zuid-Afri- kaansche gebieden en door elke klasse der maatschappij is ontvangen met beioogir.gon, wélke getuigenis aflegden van dc meest geest drift en loyauleit. Mijne betrekkingen met de andere mogend heden blijven vriendschappelijk". Daar Japan de bedoeling te kennen heeft gegeven het 1 andelsvcrdrag van 1891 te wil len beëindigen zijn er onderhandelingen be gonnen niet het oog op de sluiting van een nieuw verdrag, welke doen hopen dat ze een bevredigende regeling ten gevolge zullen heb ben. De veelvuldige klachten omtrent stoor nis van den Britschen handel als gevolg van de aanhoudende wanordelijkheden op de handelswegen in Zuid-Perzië hebben ertoe geleid dat de regeering, hoewel met eenigen tegenzin, krachtige vertoogen heeft gericht tot Perzië, hetwelk sindsdien zijn aandacht aan de zaak geschonken heeft waardoor in den toestand der handelswegen in den laat- stcn tijd eenige verbetering merkbaar is ge worden. „Mijn ministers" zcide de Koning „wachten den verderen gang van zaken af, alvorens aan te dringen op de aanneming van hunne eigen voorstellen welke in ieder geval geen ander doel zouden hebben dan hun gezag te doen blijken indien de Perzische regeering de orde niet herstelde en den han del niet beschermde." De redevoering des Konings maakt verder gewag van tic aanstaande rijks conferentie en van de bedoeling van Zijne Majesteit 0111 een bezoek te brengen aan Indië, met het doel om daar persoonlijk den volke de aan vaarding der keizerlijke kroon van indië be kend te maken. De troonrede kondigt verder aan, dut zon der dralen aan het parlement voorstellen zullen worden onderworpen tot regeling van de betrekkingen tusschen dc beide huizen van het parlement, met het doel een meer prac- tischc werkwijze daarvan Ie waarborgen; voorts de uitbreiding van dc ouderdomspen- sionnccring met verzekering der industrieclc bevolking tegen ziekte en invaliditeit en tegen werkloosheid. Londen, 6 F e b r. Bij het debat over het adres van antwoord zeide de eerste minister Asquilh: „Nu van een gedetailleerde bespre king van dc buitenlandscho aangelegenheden moet worden afgezien door de afwezigheid van minister Grey, wegens den dood van zijn broeder, wcnsch ik toch dc gebruikelijke zin snede, in dc Troonrede gebezigd, breeder te ontwikkelen, en te zeggen, dat onze interna tionale vriendschappelijke betrekkingen, die zooals aan het Huis en het land bekend is niet exclusief zijn en geen vijandige be doeling of strekking hebben, in den loop der jaren inniger en krachtiger zijn geworden. Ik beantwoord op de hartelijkste wijze namens dc regeering, en ik geloof met instemming van alle leden van het Huis, de harte lijke en vriendschappelijke uitdrukkingen, je gens dit land gebezigd door een ominenten minister van buitenlandsche zaken in een Senaat. (Toejuichingen). Londen, 6 Febr. Zijn rede vervolgen de, zeide Asquith, dat hij tevens van de ge- kgeivheid gebruik wenscht© te maken om te herinneren aan het feit, dut in dit jaar de vijftigste jaardag van de Italiaamebe eenheid zal worden gevierd. De strijd voor die eenheid was gevoerd en ten einde gebracht met dc sympathie van de groote meerderheid van het Engelse lie volk cn sinds idiie eenheid is be reiki, hebben er onafgebroken hartelijke betrekkingen bestaan tussrhon de twee landen cn voortdurende vricodschap, berustend op den grondslag van wederzijdsche waardeering cn welwillend heid. Daarna overgaande tot de constitutioneel© quaestie zeide Asquith, dat hij zich moclit verheugen in een meerdcrlKstd, die ieder Britsch minister ruimschoots voldoend© zou hebben geacht om de meest uitgebreide con- stitutionoele en sociale veranderingen te rechtvaardigen. Na dc uitpraak van twee achtereenvolgen de verkiezingen meende hij te mogen aanne men, dal de voorstellen ider regeering zon der veel moeite zouden worden aangenomen. Er zou ruimscoots gelegenheid worden ge geven tol besprekingen en de regcering hoop te, dat do voorstellen, nadat zij door het Lagerhuis aangenomen zullen zijn, het lioo- gerhuis nog tijdig genoeg zullen bereiken, om daar voor de kroning in behandeling te komen. Na een algemeen© beraadslaging, waarin V. die het zul BARONESSE ORCZY. Een oogenblik nu kwam Marguerite het vreemde liarer positie voor den geest. Er lag zulk een zonderling contrast tusschen liet ernstige van haar taak en de vermoedens die bij den braven Jellyband moesten post vatten, dat voor het eerst sedert uren, om niet te zeggen dagen, een glimlach speelde om de hoeken van haren mond. Toen dan ook kort daarop Sir Andrew in zijn eigenaardig kos tuum de gelagkamer binnentrad, riep ze lachend uit: „Mijnheer mijn lakei, ik ben met uw voor komen tevreden I" „Mr. Jellyband was Sir Andrew op den voet gevolgd en keek als iemand, die hel in zekere Duitsehe stad had hooren onweeren. Hij ontkurkte de flesch wijn, zette de stoe len gereed en wachtte. „Heb dank, waarde vriend," zei Marguerite, nog steeds lachend bij de gedachte wat er in het hoofd van den waard op dit oogenblik moest omgaan, „w© hebben niets meer te ver langen, hier is iets voor de moeite die ge u voor ons hebt gegeven. Zij stak Jellyband twee goudstukken toé, die deze eerbiedig aannam. „"Wacht oven, Jelly," bracht Sir Andrew in het midden: „Eady Blakeney, ik vrees we zullen iets meer moeten eischen van mijn vriend Jelly's gastvrijheid. liet spijt me te moeten zeggen dat we van nacht niet kun nen overvaren." „Van nacht niet overvaren?" herhaalde Marguerite verbaasd. „Maar we moeten, Sir Andrew, we moeten! Er kan geen sprake zijn van niet kunnen, en wat het ook kosten moge, we moeten zien vau nacht een schip te charteren." Maar de jonkman schudde treurig het hoofd. „Het zal geen kwestie «ijn van kosten. Lady Blakeney. Er waait een ruwe storm van de Fransche kust, wehebben den wind vlak tegen, er valt met geen mogelijkheid t© zei len bij zulk weer." Marguerite werd doodsbleek. Dit had zij niet voorzien. „Maar we moeten gaan! we moeten!" herhaalde ze driftig, „ge weet toch dat alles ©rrvan afhangt! Kunt ge er niets op vin den ?Is er dan geen kans hoegenaamd?" „Ik ben al naar het strand geweest," zei Sir Andrew. „Welken zeeman ik ook aan sprak, allen verzekerden ze me dat van uit zeilen geen kwestie kan zijn. Niemand," voegde hij erbij, Marguerite veelbetcckenend aanziende, „niemand zou van nacht in zee kunnen steken." Lady Blakeney begreep .terstond wat met „niemand" bedoeld wend. Noch Chauveüin noch zij. Zij knakte JvJlyband toe: „Welnu, dan moet ik er wel vrede mee hebben," zei ze tot den herbergier. „Hebt u eeu kamer voor mij?" „Wel zeker, Malady. Een lieve, gezellige, frissche kamer. Ik zal er dadelijk werk van maken... En voor Sir Andrew is er ook zCo een bedde geheel in orde." „Nu, Jelly, dat vind itk uitstekend," zei Sir Andrew vroolijk, den gastheer op zijn schou der kloppend. „Je maakt de twee kamers open eai laat de blakers mot de kaarsen maar hier. Je zult wel doodmoe zijn, eg Mdtody m e»L wat ©ten voordat zij tea- ruste gaat." „Ik zal er terstond voor zorgen, Sir," zei hij. „Heeft Milady het noodige voor souper?" „Alles, dank u, waarde vriend, en daar ik honger heb en ook doodmoe ben, ga dan nu ana ar been en zong voor mijn logies." „Vertel uk- nu oens," drong ze aan, zoodra Jellyband zijn hielen gelicht had, „zeg me, Sir Andrew, al wal ge weet." „Er valt niet veel moer te vertellenLady Blakeney," hernam de jionkanan. „De storm verhindert ieder schip om nu uit te gaan. Maar als wij niet van nacht naar Frankrijk kunnen oversteken, dan zit Ghauvelin in het zelfde parket." „Hij kan zijn uitgegaan voordat dc storm lot brak." „Dat geve God!" zei Sir Andrew met leed vermaak, „want dan is hij ook bepaald uit den koers gedreven! Wie weet? Ilij kan zelfs nu op den bodem liggen van het Kanaal. Maar alle zeelui die ik heb aangesproken, zeiden me eenparig, dat sedert uren geen schoener van Dover was vertrokken. Van den anderen kant is. me gezeul da t oen bui - teijJaudor, diic per postrijtuig dozen namid dag was aangekomen, ernaar geïnformeerd had of hij ook naar Frankrijk kon overste ken." „Dus zou Ghauvelin nog in Dover zitten?" „Zonder twijfel. Zal ik gaan en hem over hoop steken? Dat zou wel de moesl practi- sche manier zijn om ui«t de moeilijkheid te geraken." „Neen! Sir Andrew, tóten we niet geksche ren. Helaas! sedert den laatsten avond heb ik mezelve op den wensch betrapt dat die duivel mocht sterven. Maar wat' u aangeeft is een onmogelijkheid!" Sir Andrew overreekkl© haar te gaan zit ten, iets fee «tel en een glas wijn fee drin ken. Deze gedwongen rust van minstens twaalf uren, tot hot eerstkomend getij, was zeker moeilijk te handen in den hoogst opge wonden toesfeanld waarin dé lady verkeerde. Hij maakte haar recht gelukkig met over Per cy te spreken. Ilij haalde in haar tegenwoor digheid op van de stoutmoedige ontsnappin gen, die de dappere Roede Pimpernel voor de Fransche vluchtelingen al luad uitgedacht en uitgevoend. Ilij liet haar vroolijk lachen over de vele vermommingen waarmode hij de scherpst toeziende schildwachten aan de bar rières van Parijs luid verschalkt. Het laatste feit, de ontsnapping van de Gravin de Tour- nay en haar kindoren, was ©en waarachtig meesterstuk geweest» En zoo verliep er ©cn uur. Er waren ©r oven wel nog meer .voor den boeg. Mol een ongeduldigen zuclvt stond Marguerite van la fel op. 7ij dacht cr ovor waar Percy nu kon zijn. De Day Dream woe een hecht gebouwd, zee waardig jacht. Sir Andrew gaf als zijn mve- ning te kennen, dat het buifean twijfel over het Kanaal was gekomen vóór het losbreken van den storm, cn anders rustig te Gravesond moest liggen. Briggs was een bevaren zeeman en Sir Percy wist con schoener even good ais d© beste gezagvoerder to beslturen. De storm zou hen niet in gevaar hebben gebracht Middernacht was tóng voorbij, toen Mar guerite eindelijk zich ter ruste begaf. Zooals zc had voorzien, daalde geen slaap op haar oogleden en stapelden zich d© somberste gedachten op in haar vrmooid on geteisterd brain. EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Te Calais. De vervelendste nachten, de langste dagen komen vroeger of later ten einde. Na een sLapoloozcn nacht sfeonkl Marguerite vroegtijdig op, voordnt iemand in huis zich nog verroerde, in vreeselijk opgewonden toe stand, mot brandend verlangen de reis te aanvaarden. Naar beneden komend, trof zc Sir Andrew Foulkes zittend in do gelagkamer. Hij was een half uur vroeger uitgegaan naar den Admiralty-PIer ©n had bcvondoa dat geen vaartuig nog Dover kon verlaten. De storm was toen op zijn hoogbepurtt, on hei getij verliep. Zoo de wlrid niet minderde of ver anderd©, zouden zij nog een half otmaai moeten wachten tot hei volgend getij, alvo rens mem zee kon kiezen. En dc storm min derde niet, dc wind eivennmin, en luefc getij liep snel ten odnde. Marguerite geraakte bijna tot wanhoop toen z© dezen treurige» tcgcnsjHJcd vernam. Alleen Het stand va stigst besluit verhoedde dat zij don moed geheel ©n al biet zakken 01» aldus den angst van don jonkman mocht ver groot© n. Sir Andrew trachtte die bekomme ring tc ontveinzen, al doorschouwde Mar guerite zijn toestand zeqr good, dat hij na melijk even bezorgd was als zij, om tot zijn makker en vriend te geraken. Deze gedwon gen werkeloosheid was vreeseJijk voor bei den. Wordt vtrvolfd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1