9"' Jaargang.
Dinsdag 7 Februari 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE ROODE PIMPERNEL.
W°. «55.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonder]ijko nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt dagelijks, bohalvo op Zon- on Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in to zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by rooruitbotaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan /.oer voordeelige bepalingon tot
hot herhaald advertoeren in dit Blad, by abonnement. Eone
circulairebovattondo do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
De nalatenschap van Koning
Leopold.
Men .weel dat het testament van wijlen
Kening, Leopold van België aan de bekende
Koburgr ol Niederfullbachstichting een som
van dertig millioen francs vermaakte en dal
deze testamentaire beschikking onmiddellijk
is betwist, cenerzijds door den Belgischen
slaat, welke deze dertig millioen opeischtc.
.als bcJioorendc tot het vermogen van den
Kongostaat,. anderzijds door prinses Louise,
die tevens,aan den Belgischen staat weer alle
recht op het. betwiste bedrag ontzegde. Deze
aangelegenheid heeft natuurlijk niet nagc-
laten in België een or.prettigen indruk te ver
oorzaken, zoodat van hoogerhand alle moge
lijke moeite is gedaan om een oplossing te
vinden, waardoor een sensatie-proces zou
kunnen worden vermeden.
Die pogingen zijn niet zonder succes geble
ven. In de Kamerzitting van Donderdag j.l.
heeft de minister van justitie voorlezing ge
daan vaneene overeenkomst, welke dezei
dagen is gesloten tusschen den Belgischen
slaat en de Niederfullbachstichting, in den
aanvang waarvan gezegd wordt, dat „de Bel
gische staat, ofschoon alle hulde brengende
aan de vaderlandslievende- bedoelingen, die
Koning Leopold er toe hebben geleid aan
de stichting, die fondsen te besteden, welke
hij zich gerechtigd achtte haar toe te ken
nen, volhoudt dat de Koning niet meer de
vrije beschikking had over deze waarden,
welke aan België toebehoorden, daar 's Ivo*
nings afstand van den Kongostaat noodza
kelijkerwijs al datgene .moest omvatten,
wat deel uitmaakte van den onafhankelijken-
Kongostaat en van liet vermogen van de stich
ting der kroon".
De bestuurders der Niederfullbachstichting
verklaren van hun kant, dat zij altoos ge-
mcend "hébben, dat de stichting eigenaresse
was, yan de bovengenoemde waarden, maar
„overwegende eenerzijds. dal ze na een nauw
keurig onderzoek dc overtuiging hebben ver
kregen, dat bijna hel totaal zoo niet liet
gciieele totaal van deze waarden inderdaad
afkomstig is hetzij van het vermogen van
den onafhankelijken Kongostaat, hetzij van
het vermogen der kroon en dal het meeren-
deel dezer waarden door middel van leenin
gen verkregen is; overwegende anderzijds
dat dc stichting zich in de absolute onmoge
lijkheid bevindt de verplichtingen na te ko
men, welke de schenking dezer waarden
haar oplegt, daar deze verplichtingen vooral
bestaan in openbare werken, die slechts door
de Belgische regeering kunnen worden uit
gevoerd van meening zijn dat het tusschen
den Belgischen slaat en dc Niederfullbach
stichting gaal om een kwestie, die niet alleen
door .rechtsoverwegingen kan worden opge
lost en.-dat zij, onder deze omstandigheden,
niet beter aan deze bedoelingen kunnen be
antwoorden dan aan den Belgischen staat
de betwiste waarden af te staan".
Dientengevolge verklaren de bestuurderen
ten bate van den Belgischen staat afstand te
doen van het bezit der fondsen, dié van de
stichting deel uitmaakten, terwijl de Belgische
slaat, ofschoon betoogende dat de stichting
.nooit in het bezit dezer fondsen is geweest
en deze uitsluitend aan hem toebehoorden,
verklaart, ten einde van een proces af te
zien, dezen afstand te aanvaarden.
liet totaal der titels en waarden van dc
Niedcrfuilbachstickting vervalt dus aan den
Belgischen staat, welke als tegenverplichting
op zicli heeft genomen aan de stichting een
som van 1,110,100 mark uil te keeren, 7.00-
dra hij die titels en waarden in bezit zou
hebben genomen. Genoemd bedrag was door
Koning Leopold bestemd voor de vernieu
wing van het Koburgsche raadhuis.
Men voelt in bovengenoemden tekst eenige
critiek op de houding van Koning Leopold,
welke critiek men ecnigszins heeft willen ver
zachten of verbloemen door aan te voeren,
dat de voltooiing van groote openbare wer
ken alleen door den Staat kan geschieden,
liet laat zich inlusschen gemakkelijk inzien,
dat men hier te doen heeft met een bloote
zinswending, welke geboden werd, doordal
men rekening moest houden met de nage
dachtenis van de persoon des stichters.
De tijding van de minnelijke beslechting
dézer aangelegenheid heeft overal groote be
vrediging gewekt. In politieke kringen word!
liet zoowel in het belang des lands als dat
der Kongo-kolonie met levendige voldoening
begroet, dat 't door de naasting van den Kon
gostaat aan den Belgischen staat behoorendc
vermogen Uiqns in handen van den rechtmati
ge», bezitter, overgaat. .Daarbij komt, dat Ko
ning Albert voor zich en zijne mannelijke na
komelingen afstand heeft gedaan van hot
vruchtgebruik en de andere hem toevallende
voordcelen der slichting, waardoor hij zijner
zijds het sluiten der overenkomst heeft moge
lijk gemaakt. De monarch heeft hiermede op
nieuw.een bewijs gegeven van zijn grootmoe
dig karakter en van zijn sterk ontwikkeld
rechtsgevpel.,Men zal wel niet mistasten in de
veronderstelling, dat aan zijn invloed in èer.ste
instantie de gelukkige oplossing van haar ge
schil te danken is. De Staat zal thans Koning
Leopold's nalatenschap alleen r.og legen dc
aanspraken van prinses Louise hebben te
verdedigen.
Duitschland.
Gemeld wordt dat de Duitsehe Keizer
zich op 28 Fcbrauri naar Venetië zal bege
ven. De keizer zal een korte kruistocht door
de Middellandsche Zee ondernemen en
daarna naar het eiland lvorfoc gaan. De te
rugkomst in Duitschland is bepaald op
April.
De Berlijnsche bladen melden, dal de Rus
sische opperhofmaarschalk, baron Ungern
Sterherg, naar Friedbeng in Hessen is ver
trokken, teneinde er voorbereidingen te tref
fen voor een verblijf aldaar van den Czaar
en de Czarina in de maand Maart.
België.
De wijze waarop de Belgische minister
va.11 Justitie in de Kamer mededeeling heeft
gedaan van de overeenkomst welke is ge
sloten tusschen de Koburger-stichting en j
den Belgisch-en staat heeft nieft die instem
ming van alle partijen verkregen, omdat
des ministers verklaringen geen uitsiuits-el
gaven omtrent de hoogte van de som welke j
aan d.en 'Belgischen staat terugvalt. De
liberalen hebben daarom van den minister j
een nauwkeurige inventarisatie verlangd,
Welke de minister voorloopig weigert te 1
geven, naar deze beweert omdat hij mi et in 1
het aanhangig zijnde proces met prinses j
Louise wil ingrijpen. De clerical!© „Pa-
trio-te", die beweert over dc onderhande
lingen door een belanghebbende te zijn in
gelicht, spreekt zich eveneens zeer vaag
uilt en noemt een som van tusschen de 30
en 5t) millioen. De Koburger stichting ont
vangt het reeds genoemde bedrag van
1,110,000 francs omdat wijlen koning Leo
pold den weusch heeft uitgesproken dait
van de renten van diit bedrag het Koburger
raadhuis zal worden vernietigd. Gemeen
schappelijk met het proces van prinses
Louise tegen den Belgischen staat dat vóór
dc maand Mei wordt tegemoet gezien, zal
ook het proces aan de orde komen, het
welk do prinses tegen barones Vaiughan, dc
miunares van koning Leopold, heeft inge
steld. In dit geding heeft de prinses, naar
vroeger al gemeld .s, ook twee hoogge
plaatste ambtenaren van het ministerie van.
justitie gemoeid, welke in opdracht dies
konings kort voor diens dood in do safes
van de Sociélé Générale ©en pakkot voor
de barones hebben gedeponeerd, waarvan
men aanneemt dal het staatspapieren heeft
ingehouden. Bovendien eisebt prinses
Louise van de baronesse de teruggave van
twee villa's. Genoeg dois om te zien, dat
in de erfenis-aangelegenheid nog rijkelijk
brandstof Ligt opgehopt.
Brussel, G F e b r. Dc interparlemen
taire unie is bijeengeroepen tegen 8 April
met hel oog op de conferentie, die 24 Octo
ber te Rome zal worden gehouden en zich
zal bezig houden met de internationale ver
plichte arbitrage door een internationaal ge-,
rechtshof en met de tusschenkomst bij de
mogendheden tot beperking der bewapening.
Frankrijk.
P a r ij s, 6 Fe b r. De Kamer behandelde
het ontwerp ter waarborging van de echt
heid van de champagnewijnen. Artikel -1 stelt
vast, dat een belasting van 5 centimes per
flesch zou worden geheven ter dekking van
de kosten van het toezicht. Dc uitschakeling
van dit artikel werd, hoewel bestreden door
de Regcering en de commissie, aangenomen
met 2GU tegen 241 stemmen.
De minister van financiën verklaarde, dat
hij aan het parlement zal vragen om de af
gestemde belasting op te nemen in de wet
op de middelen, want hij acht het niet toe
laatbaar dat het heele land een belasting
moet betalen, die slechts voor een bepaalde
streek geëischt wordt.
Dc Fransche afgevaardigde Clémente heeft
bij de behandeling der oorlogsbcgrooting
naar aanleiding van het vraags'iuk der toene
mende ontvolking als een der hoofdoorzaken
hiervan genoemd de zorg voor een weelde
rig en overdadig leven. Hij toont dit door
middel van <lc volgende cijfers aan: op 1000
getrouwde vrouwen van 15 tot 50 jaar telt
men 108 geboorten in zeer armoedige wij
ken, 90 in vrij arme, 72 in welgestelde, 65 in
zeer gegoede, 53 in rijke en 3-1 in zeer rijke
wijken.
Hij trekt hieruit de conclusie, dat men een
sterke daling van het bevolkingscijfer zal
hebben le wachten, en dat men binnen 10
jaar over 32.000 en binnen 20 jaar over 58.000
jonge mannen minder voor den militairen
dienst zal hebben te beschikken.
De volgende beschouwing knoopt hij hier
aan vast: daartegenover zou het dolzinnig
zijn te gelooven aan een toekomstige ontwa
pening van de Europeesche natie's. Gebeur
tenissen uit den allerlaatste» tijd hebben dui
delijk bewezen, dat de modernste leerstellin
gen geenszins de rassenhaat hebben wegge
vaagd. IIoc bekwaam ook d-e Fransche sol
daat zijn mag, zijn -deugdelijke eigenschap
pen heffen het nadeel van in de minderheid
te zijn niet op, en daarom is het dringend
noodig reeds thans middelen te beramen, om
het voor de deur staand gebrek aan recruten
af te wenden."
Daarom stelt hij de aanwending van
zwarte troepen in Frankrijk voor.
De „Terops" heeft daar niets tegen in te bren
gen, evenmin tegen den cisch, het gebrek
aan recruten te verhelpen door de vervol
making van moderne krijgsmiddelen, in het
bijzonder die, welke ten dienste staan aan de
luchtvaart. Dit blad wijst echter nog op een
derde middel, namelijk de versterking van
het officierskader. Frankrijk heeft volgens
de „Temps" te weinig officieren; het Duit
sehe leger tolt één officier op 17.6 man, het
Fransche slechts één op 21.1. Bovendien zijn
dc Duitsehe onderofficieren aWc capitulan-
ten, de Fransche slechts voor het drie-vierde
gedeelte. Verder voort het blad aan, dat
Duitsahland ten opzichte van d-e zorg aan
mumilie Frankrijk ver vooruit is, daar het
in elf jaar voor het artillerie-materiaal 1220
millioen heeft besteed, tegen sledhts 420 mil
lioen, die Frankrijk voor hetzelfde doeleinde
aanwendde.
Na nauwkeurige berekening meent hel
blad le mogen constateer en, dat Duitschland
Frankrijk niet minder dan 5.830.000 kogels
voor is. Ook de nieuwe credietaaiwragen
zijn bij lange na niet voldoende, aldus de
„Temps", om den voorsprong van Duitsch
land wezenlijk te verkleinen. Eveneens is dit
lie» geval met de transportmiddelen. En de
schrijver van deze beschouwingen, senator
generaal La» gleis, wijst ironisch de veront
schuldiging af, als zouden de credicten in
Frankrijk -beter besteed worden dan in
Duitschland en dat in eerstgenoemd rijk het
beheer betrouwbaarder zijn zou.
Engeland*
Londen, 6 F e 1) r. De toespraak waar
mede heden dc Koning liet parlement open
de, herinnert aan het ernstige verlies, dat
werd veroorzaakt door den dood van 's Ko
nings geliefden vader. De Koning zeide: „Ter
wijl ik mij buig voor het besluit der Voor
zienigheid, put ik moed uit hel door hem ge
geven voorbeeld, waarbij ik wordt gesteund
door de sympathie mijns volks. Ik heb den
hertog van Connaught verwelkomd na de
volvoering van zijn zending in Zuid-Afriko
en het was mij hoogst aangenaam le verne
men, dal hij in elk deel van mijn Zuid-Afri-
kaansche gebieden en door elke klasse der
maatschappij is ontvangen met beioogir.gon,
wélke getuigenis aflegden van dc meest geest
drift en loyauleit.
Mijne betrekkingen met de andere mogend
heden blijven vriendschappelijk".
Daar Japan de bedoeling te kennen heeft
gegeven het 1 andelsvcrdrag van 1891 te wil
len beëindigen zijn er onderhandelingen be
gonnen niet het oog op de sluiting van een
nieuw verdrag, welke doen hopen dat ze een
bevredigende regeling ten gevolge zullen heb
ben. De veelvuldige klachten omtrent stoor
nis van den Britschen handel als gevolg van
de aanhoudende wanordelijkheden op de
handelswegen in Zuid-Perzië hebben ertoe
geleid dat de regeering, hoewel met eenigen
tegenzin, krachtige vertoogen heeft gericht
tot Perzië, hetwelk sindsdien zijn aandacht
aan de zaak geschonken heeft waardoor in
den toestand der handelswegen in den laat-
stcn tijd eenige verbetering merkbaar is ge
worden. „Mijn ministers" zcide de Koning
„wachten den verderen gang van zaken af,
alvorens aan te dringen op de aanneming
van hunne eigen voorstellen welke in ieder
geval geen ander doel zouden hebben dan
hun gezag te doen blijken indien de Perzische
regeering de orde niet herstelde en den han
del niet beschermde."
De redevoering des Konings maakt verder
gewag van tic aanstaande rijks conferentie
en van de bedoeling van Zijne Majesteit 0111
een bezoek te brengen aan Indië, met het
doel om daar persoonlijk den volke de aan
vaarding der keizerlijke kroon van indië be
kend te maken.
De troonrede kondigt verder aan, dut zon
der dralen aan het parlement voorstellen
zullen worden onderworpen tot regeling van
de betrekkingen tusschen dc beide huizen van
het parlement, met het doel een meer prac-
tischc werkwijze daarvan Ie waarborgen;
voorts de uitbreiding van dc ouderdomspen-
sionnccring met verzekering der industrieclc
bevolking tegen ziekte en invaliditeit en tegen
werkloosheid.
Londen, 6 F e b r. Bij het debat over het
adres van antwoord zeide de eerste minister
Asquilh: „Nu van een gedetailleerde bespre
king van dc buitenlandscho aangelegenheden
moet worden afgezien door de afwezigheid
van minister Grey, wegens den dood van zijn
broeder, wcnsch ik toch dc gebruikelijke zin
snede, in dc Troonrede gebezigd, breeder te
ontwikkelen, en te zeggen, dat onze interna
tionale vriendschappelijke betrekkingen, die
zooals aan het Huis en het land bekend
is niet exclusief zijn en geen vijandige be
doeling of strekking hebben, in den loop der
jaren inniger en krachtiger zijn geworden.
Ik beantwoord op de hartelijkste wijze namens
dc regeering, en ik geloof met instemming
van alle leden van het Huis, de harte
lijke en vriendschappelijke uitdrukkingen, je
gens dit land gebezigd door een ominenten
minister van buitenlandsche zaken in een
Senaat. (Toejuichingen).
Londen, 6 Febr. Zijn rede vervolgen
de, zeide Asquith, dat hij tevens van de ge-
kgeivheid gebruik wenscht© te maken om te
herinneren aan het feit, dut in dit jaar de
vijftigste jaardag van de Italiaamebe eenheid
zal worden gevierd.
De strijd voor die eenheid was gevoerd en
ten einde gebracht met dc sympathie van de
groote meerderheid van het Engelse lie volk
cn sinds idiie eenheid is be reiki, hebben er
onafgebroken hartelijke betrekkingen bestaan
tussrhon de twee landen cn voortdurende
vricodschap, berustend op den grondslag van
wederzijdsche waardeering cn welwillend
heid.
Daarna overgaande tot de constitutioneel©
quaestie zeide Asquith, dat hij zich moclit
verheugen in een meerdcrlKstd, die ieder
Britsch minister ruimschoots voldoend© zou
hebben geacht om de meest uitgebreide con-
stitutionoele en sociale veranderingen te
rechtvaardigen.
Na dc uitpraak van twee achtereenvolgen
de verkiezingen meende hij te mogen aanne
men, dal de voorstellen ider regeering zon
der veel moeite zouden worden aangenomen.
Er zou ruimscoots gelegenheid worden ge
geven tol besprekingen en de regcering hoop
te, dat do voorstellen, nadat zij door het
Lagerhuis aangenomen zullen zijn, het lioo-
gerhuis nog tijdig genoeg zullen bereiken,
om daar voor de kroning in behandeling te
komen.
Na een algemeen© beraadslaging, waarin
V.
die
het
zul
BARONESSE ORCZY.
Een oogenblik nu kwam Marguerite het
vreemde liarer positie voor den geest. Er
lag zulk een zonderling contrast tusschen liet
ernstige van haar taak en de vermoedens die
bij den braven Jellyband moesten post vatten,
dat voor het eerst sedert uren, om niet te
zeggen dagen, een glimlach speelde om de
hoeken van haren mond. Toen dan ook kort
daarop Sir Andrew in zijn eigenaardig kos
tuum de gelagkamer binnentrad, riep ze
lachend uit:
„Mijnheer mijn lakei, ik ben met uw voor
komen tevreden I"
„Mr. Jellyband was Sir Andrew op den voet
gevolgd en keek als iemand, die hel in zekere
Duitsehe stad had hooren onweeren.
Hij ontkurkte de flesch wijn, zette de stoe
len gereed en wachtte.
„Heb dank, waarde vriend," zei Marguerite,
nog steeds lachend bij de gedachte wat er in
het hoofd van den waard op dit oogenblik
moest omgaan, „w© hebben niets meer te ver
langen, hier is iets voor de moeite die ge u
voor ons hebt gegeven.
Zij stak Jellyband twee goudstukken toé,
die deze eerbiedig aannam.
„"Wacht oven, Jelly," bracht Sir Andrew in
het midden: „Eady Blakeney, ik vrees we
zullen iets meer moeten eischen van mijn
vriend Jelly's gastvrijheid. liet spijt me te
moeten zeggen dat we van nacht niet kun
nen overvaren."
„Van nacht niet overvaren?" herhaalde
Marguerite verbaasd. „Maar we moeten,
Sir Andrew, we moeten! Er kan geen sprake
zijn van niet kunnen, en wat het ook kosten
moge, we moeten zien vau nacht een schip te
charteren."
Maar de jonkman schudde treurig het
hoofd.
„Het zal geen kwestie «ijn van kosten. Lady
Blakeney. Er waait een ruwe storm van de
Fransche kust, wehebben den wind vlak
tegen, er valt met geen mogelijkheid t© zei
len bij zulk weer."
Marguerite werd doodsbleek. Dit had zij
niet voorzien.
„Maar we moeten gaan! we moeten!"
herhaalde ze driftig, „ge weet toch dat alles
©rrvan afhangt! Kunt ge er niets op vin
den ?Is er dan geen kans hoegenaamd?"
„Ik ben al naar het strand geweest," zei
Sir Andrew. „Welken zeeman ik ook aan
sprak, allen verzekerden ze me dat van uit
zeilen geen kwestie kan zijn. Niemand,"
voegde hij erbij, Marguerite veelbetcckenend
aanziende, „niemand zou van nacht in zee
kunnen steken."
Lady Blakeney begreep .terstond wat met
„niemand" bedoeld wend. Noch Chauveüin
noch zij. Zij knakte JvJlyband toe:
„Welnu, dan moet ik er wel vrede mee
hebben," zei ze tot den herbergier. „Hebt u
eeu kamer voor mij?"
„Wel zeker, Malady. Een lieve, gezellige,
frissche kamer. Ik zal er dadelijk werk van
maken... En voor Sir Andrew is er ook zCo
een bedde geheel in orde."
„Nu, Jelly, dat vind itk uitstekend," zei Sir
Andrew vroolijk, den gastheer op zijn schou
der kloppend. „Je maakt de twee kamers
open eai laat de blakers mot de kaarsen maar
hier. Je zult wel doodmoe zijn, eg Mdtody
m e»L wat ©ten voordat zij tea- ruste gaat."
„Ik zal er terstond voor zorgen, Sir," zei
hij. „Heeft Milady het noodige voor souper?"
„Alles, dank u, waarde vriend, en daar ik
honger heb en ook doodmoe ben, ga dan nu
ana ar been en zong voor mijn logies."
„Vertel uk- nu oens," drong ze aan, zoodra
Jellyband zijn hielen gelicht had, „zeg me,
Sir Andrew, al wal ge weet."
„Er valt niet veel moer te vertellenLady
Blakeney," hernam de jionkanan. „De storm
verhindert ieder schip om nu uit te gaan.
Maar als wij niet van nacht naar Frankrijk
kunnen oversteken, dan zit Ghauvelin in het
zelfde parket."
„Hij kan zijn uitgegaan voordat dc storm
lot brak."
„Dat geve God!" zei Sir Andrew met leed
vermaak, „want dan is hij ook bepaald uit
den koers gedreven! Wie weet? Ilij kan zelfs
nu op den bodem liggen van het Kanaal.
Maar alle zeelui die ik heb aangesproken,
zeiden me eenparig, dat sedert uren geen
schoener van Dover was vertrokken. Van
den anderen kant is. me gezeul da t oen bui -
teijJaudor, diic per postrijtuig dozen namid
dag was aangekomen, ernaar geïnformeerd
had of hij ook naar Frankrijk kon overste
ken."
„Dus zou Ghauvelin nog in Dover zitten?"
„Zonder twijfel. Zal ik gaan en hem over
hoop steken? Dat zou wel de moesl practi-
sche manier zijn om ui«t de moeilijkheid te
geraken."
„Neen! Sir Andrew, tóten we niet geksche
ren. Helaas! sedert den laatsten avond heb
ik mezelve op den wensch betrapt dat die
duivel mocht sterven. Maar wat' u aangeeft
is een onmogelijkheid!"
Sir Andrew overreekkl© haar te gaan zit
ten, iets fee «tel en een glas wijn fee drin
ken. Deze gedwongen rust van minstens
twaalf uren, tot hot eerstkomend getij, was
zeker moeilijk te handen in den hoogst opge
wonden toesfeanld waarin dé lady verkeerde.
Hij maakte haar recht gelukkig met over Per
cy te spreken. Ilij haalde in haar tegenwoor
digheid op van de stoutmoedige ontsnappin
gen, die de dappere Roede Pimpernel voor
de Fransche vluchtelingen al luad uitgedacht
en uitgevoend. Ilij liet haar vroolijk lachen
over de vele vermommingen waarmode hij de
scherpst toeziende schildwachten aan de bar
rières van Parijs luid verschalkt. Het laatste
feit, de ontsnapping van de Gravin de Tour-
nay en haar kindoren, was ©en waarachtig
meesterstuk geweest»
En zoo verliep er ©cn uur. Er waren ©r
oven wel nog meer .voor den boeg. Mol een
ongeduldigen zuclvt stond Marguerite van
la fel op.
7ij dacht cr ovor waar Percy nu kon zijn.
De Day Dream woe een hecht gebouwd, zee
waardig jacht. Sir Andrew gaf als zijn mve-
ning te kennen, dat het buifean twijfel over
het Kanaal was gekomen vóór het losbreken
van den storm, cn anders rustig te Gravesond
moest liggen.
Briggs was een bevaren zeeman en Sir
Percy wist con schoener even good ais d©
beste gezagvoerder to beslturen. De storm
zou hen niet in gevaar hebben gebracht
Middernacht was tóng voorbij, toen Mar
guerite eindelijk zich ter ruste begaf. Zooals
zc had voorzien, daalde geen slaap op haar
oogleden en stapelden zich d© somberste
gedachten op in haar vrmooid on geteisterd
brain.
EEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Te Calais.
De vervelendste nachten, de langste dagen
komen vroeger of later ten einde.
Na een sLapoloozcn nacht sfeonkl Marguerite
vroegtijdig op, voordnt iemand in huis zich
nog verroerde, in vreeselijk opgewonden toe
stand, mot brandend verlangen de reis te
aanvaarden.
Naar beneden komend, trof zc Sir Andrew
Foulkes zittend in do gelagkamer. Hij was
een half uur vroeger uitgegaan naar den
Admiralty-PIer ©n had bcvondoa dat geen
vaartuig nog Dover kon verlaten. De storm
was toen op zijn hoogbepurtt, on hei getij
verliep. Zoo de wlrid niet minderde of ver
anderd©, zouden zij nog een half otmaai
moeten wachten tot hei volgend getij, alvo
rens mem zee kon kiezen. En dc storm min
derde niet, dc wind eivennmin, en luefc getij
liep snel ten odnde.
Marguerite geraakte bijna tot wanhoop
toen z© dezen treurige» tcgcnsjHJcd vernam.
Alleen Het stand va stigst besluit verhoedde
dat zij don moed geheel ©n al biet zakken 01»
aldus den angst van don jonkman mocht ver
groot© n. Sir Andrew trachtte die bekomme
ring tc ontveinzen, al doorschouwde Mar
guerite zijn toestand zeqr good, dat hij na
melijk even bezorgd was als zij, om tot zijn
makker en vriend te geraken. Deze gedwon
gen werkeloosheid was vreeseJijk voor bei
den.
Wordt vtrvolfd