BIJVOEGSEL
Amersfoortscli Dagblad.
Gemeenteraad
AMERSFOORT.
BIJ HET
VAN
Openbare vergadering van den gemeente
raad van Amersfoort van Dinsdag BI Januari
1910, des namiddags ten half twee ure.
Voorzitter de heer burgemeester jhr. J. W.
A. Barchman Wuytiers.
Tegenwoordig de heer Wethouder W. H.
Kam, de heeren A. A. Hamers. A. M. Tromp
van Holst, D Gerritsen. H. W. van Esveld,
A. H van Kalken, N. Vols Heyn, D. Ruys,
W. Salomons, S. J. van Duinen. J. W. Joris-
sen, M. R. N. Oosterveen, H. Kroes, R. G
Rij kens en J. C. Rolandus Hagedoorn en de
Secretaris rar. dr. J. G. Stenfert Kroese.
Twee vacatures.
Do notulen van de vorige vergadering wor
den vastgesteld zooals zij ter visie hebben
gelegen.
Ingekomen zijn de volgende stukken:
Schrijven van de raadsleden SI. L. Celosse
•en C. J. Plomp, dat zij ontslag nemen als lid
van don Gemeenteraad.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Schrijven van den Minister van Binnen-
landsche Zakenmededeelende dat het raads
besluit vau 10 Januari 1911, no. 15 tot be
noeming van Dr. A. J. Wensinck tot tijdelijk
buitengewoon leeraar in het Hebreeuwsch aan
het Gymnasium, wordt goedgekeurd.
Alsvoren.
c. Schrijven van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 9 Januari 1911, 3. afdeeliug,
no 5156/129 houdende mededeeling dat zij
het raadsbesluit van 20 December 1910, no.
438b betreffende verhooging van de subsidie
voor het Burgerlijk Armbestuur voor kennis
geving aangenomen hebben.
Alsvoren..
d. Besluit van do Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 16 Januari 1911, 3. afdeeling
no. 174 186 tot goedkeuring van het. op 10
Januari 1911 vastgestelde 5e aanvullingskohier
straatbelasting dienst 1911.
Alsvoren.
e. Besluit van de Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 16 Januari 1911, 3. afdeeling, no.
■97 200 tot vaststelling van de gemeentereke
ning over 1909 overeenkomstig de voorloopige
a vaststelling door den Gemeenteraad.
Alsvoren.
Besluit van Gedeputeerde Staten van
Utrecht van 23 Januari 1911, 3. afdeeling,
no. 151/273 tot goedkeuring van de gemeente-
begrooting voor 1911.
Alsvoren.
g. Besluit van de Gedeputeerde Staten
van Utrecht van 23 Januari 1911, 3. af
deeling, no. 151/273 tot goedkeuring van de
raadsb-sluiten van 10 Januari 1911, no. 442
tot. vaststelling van verordeningen ex art.
11 ibis der Gemeentewet.
Alsvoren.
h. Een adres van het hoofdbestuur der
vereeniging voor meer uitgebreid lager onder
wijs met verzoek eene jaarlijksche bijdrage
beschikbaar te willen stellen voor het examen-
fonds.
In handen van B. en W. om prae-advies.
Een adres van W. A. Boog, houdende
verzoek de gasleiding en waterleiding in den
Soe'tprstraatweg uit te breiden.
Alsvoren.
Van de commissie tot wering van school
verzuim het verslag en de rekening en ver
antwoording over 1910. Besloten wordt het
verslag te laten drukken bij het gemeente
verslag en de Bekening en Verantwoording
ter secretarie te deponeeren ter inzage van
de leden.
k. Inlichtingen van Burgemeester en',Wet
houders betreffende de opmerkingen omtrent
het raadsverslag gemaakt in de vergadering
van 20 December 1910.
Tor secretarie ten inzage voor de leden.
De Voorzitter. Ik heb nog mede to
dooien, dat de Voorzitter van de vereeniging
Handel en Nijverheid B. en W. heelt verzocht
de ingezetenen door een deskundige in eene
openbare bijeenkomst te doen voorlichten om
trent de voordeelen van het gebruik van elec-
trischo energie voor licht en kracht en zulks
met proeven aan te toonen. In verband hier
mede stel ik namens B. en W. voor een bedrag
van f 100 beschikbaar te stellen om, h#t«ij
van gemeentewege, hetzij door de vereeniging
Handel en Nijverheid eene lezing te doen
houden, waarbij de toepassingen van de electri-
ache energie gedemonstreerd zull-n worden.
Wordt z. h. o. conform dit voorstel besloten.
Aan de orde is:
1. Benoeming van een tijdelijk Wethouder.
De Voorzitter verzoekt d*n heeren van Dui
nen en Salomons als stemopnemers te fun-
geeren.
De heer van Esveld wordt benoemd met 10
stemmen. Verder was uitgebracht op do heeren
Veis Heyn Tromp van Holst on Rolandus
Hagedoorn ieder l stem. Een briefje was van
onwaarde. De heer Hagedoorn was nog niet
ter vergadering verschenen.
De Voorzitter. Alzoo is de heer van
Esveld benoemd tot tijdelijk wethouder. Mag
ik hem vragen of hij de benoeming aanneemt P
De heer van Esveld. Ik heb geen be
zwaar tegen dezo tijdelijke benoeming, miju-
heer de Voorzitter.
De Voorzitter. Ik wensch u geluk mot
het vertrouwen van uwo medeleden. Mag ik
u uitnoodigen aan deze tafel plaats te nemen.
2. Voorstel van B. on W. tot het geven
van eervol ontslag aan den ambtenaar van den
burgerlijken stand M. L. Celosse.
Wordt z. h. o. verleend onder dankbetui
ging voor de bewezen diensten.
De heer Rolandes Hagedoorn komt ter ver
gadering.
3. Voorstel van B. en W. betreffende de
gemeentelijke waterleiding in verband meteen
adres van de Utrechtsche waterleidingmaat
schappij.
liet voorstel strekt om te besluiten
I. Op grond van art. 31 van de concessie,
verleend aan de Utrechtsche Waterluding-
Maatschappij, „Compagnie des eaux d'Utrecht",
tot den aanleg en de exploitatie eener drink
waterleiding uitdrukkelijk uit te spreken, dat
deze concessie-voorwaarden geon uitsluitend
recht tot den aanleg en de exploitatie eener
drinkwaterleiding aan genoemde Maatschappij
verleenen en dat uit deze concessie-voorwaar
den geen verplichting van de Gemeente voort
vloeit om zich van het aanleggen en exploi-
teeren eener eigen gemeentelijke drinkwater
leiding te onthouden
II. afwijzend te beschikken op het adres
van de Utrechtsche Waterleiding-Maatschappij
„Compagnie des eaux d'Utrecht", dd. 13
December 1910.
Wordt z. h. o. conform dit voorstel besloten.
4. Voorstel van B. en W. betreffende de
subsidiete verleenen aan de vereeniging
„Handelsschool voor Amersfoort en omstrekeu".
Tot wederopzeggens aan de Vereeniging
„Handelsschool voor Amersfoort en omstreken"
eeno jaarlijksche subsidie te verleenen van
f 4000.met ingang van den eersten dag
der maand in welke de exploitatie van de
school een aanvaüg neemtonder de voor
waarden
dat door het Rijk en de Provincie jaar
lijksche subsidiën gegeven worden tot zoodanige
bedragen, dat een behoorlijke exploitatie van
de school mogelijk is;
b. dat de Gemeente in de gelegenheid
worde gesteld op die school, welke eene vol
doende uitgebreidheid moet bezitten, toezicht
uit te oefenen
c. dat door het Bestuur jaarlijks de Be
grooting voor het volgend en de Rekening
van het afgeloopen jaar, met bijlagen aan
Burgemeester en Wethouders ter goedkeuring
worden gezonden en een uitvoerig verslag
aangaande de inrichting aan den Raad worde
ingediend.
d. dat de tijd en wijze van uitbetaling van
de sobsi-Jiö i en de wijze, waarop toezicht zal
word-n uitgeoefenddoor Burgemeester en
Wethouders worden bepaald.
Wordt z. h. o. conform dit voorstel besloten.
5. Voorstel van B. en W. betreffende de
bouwverordening en daarmede samenhangende
strafve ordeningen.
Het voorstel str- kt om de verordening vast
te stellen conform het besluit van 29 Novem
ber 1910, n*. 412, gewijzigd overeenkomstig
eene door B en W. aangeboden nota van
wijziging, waardoor aan de bozwaron van
Ged. Staten wordt tegemoot gekomen.
Wordt met algemeene stemmen conform
besloten.
6. Nota van B. en W. betreffende de sa
larissen van eonigo ambtenaren aan do gas
fabriek.
B. en W. doen mededeeling van eene moeie-
lijkheid, waarvoor hun collego staat bij do
uitvoering van het in de vergadering van 1
November 1910 betreffende de salarisregeling
van dezo ambtenaren genomen besluit en
verwachten van den raad eene uitspraak in
welken zin hij gehandeld wenscht te zien met
de jaarwedden der genoemde ambtenaren
De heer Gerritsen Mijnhocr do voor
zitter. ik heb de mooiolijkheid, waarvoor B.
en W. hier staan, door eon misverstand van
mijne zijde in 't leven geroepen. Ik hob ge
meend en dat is verleden najaar niet
tegengesproken dat bij de salarisvorhoo-
ging. waartoe toen besloten werd, een bedrag
van f 300 noodig zou zijn om voor deze amb
tenaren gelijkstelling te krijgen mot de kler
ken van do secretarie. Nu is gebleken, dat
voor die gelijk«.t"lliiig t iet het gohoelo bedrag
van t 300 behoeft to worden gebruikt, en B.
en W. verkeeren daardoor in onzekerheid of
de bedoeling ié, dat dit geheele bedrag voor
de traktementsverhooging zal worden besteed,
of dat hot op do helft zal worden terugge
bracht. Ik hob or over nigeJaoht of ik het
voorstel zou doen om het bedrag terug te
brengen op f 150. Ik meen echt<-r dat voor
stel niet te moeten doen. D-ze men-tcheu
hebben zeer zeker er op gerekend, dat hun
salaris met ingang van 1 Januari zou worden
gebracht op het bedrag, dat de som van f 300
toeliet. Ik zou het hard vinden voordo men-
schen, die in dat idee gebracht zijn, als hun
salar's teruggebracht word tot het hodrag
waarop B. en W. meenen, dat do geljjkstel-
ling is verkregen. Ik geloof, dat men met
hen mee moet voelen. Er ia hier door ons
allen of, als men dat wil, door mij alleen,
eene fout begaan. Dan moeten wij daarop
niet terugkomen, maar het salaris laten zoo
als het door ons is gevoteerd. Als B. en W.
later, wanneer er kwestie is van de gewone
of periodieke verbooging, met die vergissing
rekening houden, dan heo ik daar niets togen.
Maar ik zou er zeer voor gestemd zijn, een
voorstel om de salarissen te handhaven zooals
zij gevoteerd zijn, te accepteeren.
De heer R ij k n s. Mijnheer de voorzitter,
in de stukken, dio betreffende deze zaak ter
visie gelegen hebben, heeft men de vriende
lijkheid gehad om in het verslag van 1 No
vember de zinsneden aan te schrappen, dio
betrekking hebben op het voorstel van den
heer Gerritsen, dat toen is aangenomen. Ech
ter is niet aangeschrapt het slot van dio dis
cussie, waar staat, dat het voorstel strekt om
de boffrooting van de gasfabriek met f 300 te
verhuogen on den post voor onvoorziene uit
gaven met dat bedrag te verminderen. Men
zegt mij daar, dat het wel is uaogeschrapt
geweestik heb mij dus vergist en neem
dit terug; maar in elk geval, aan het slot
vindt men het besluit, dat door ons genomen
is, uitgedrukt. Wij hebben daardoor bij de
menschen de verwachting opgewekt, dat zij
de volle f 300 zouden krijgen. Ik zelf heb
ook altijd die bedoeling gehad. Nu vind ik
het hard tot de menschen te zeggen: „Je
krijgt maar 50 meer." Ik zou graag zien
dat zij f 100 meor kregen. Wij hebben daar
toe besloten, en do waardigheid van den raad
gedoogt m i. niet daarop terug te komen.
Deze menschen hebben niet onze overwegin
gen gelezen, maar alleen ons besluit. Dit