buïtënlan d7 feuilleton. JnavgaHg Vrijdag 17 Maart 1911. DE NEDER-RIJNERS S»3. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden roor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afaonderlyko nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt dngelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentiënmededeolingen enz.gelieve men vóór 11 urn 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat I. Intercoms!. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elko rogel moor - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvingen 35 cent* by vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bodi-yt' boe taan** ze ft? voordoelige bepalingan tot hot herhaald advorteoron in dit Blad, by abonnement, feene oirculairobevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag t oogezonden. Aan hen, die met 1 April a. s. op dit blad int eekenen, worden de nummers die ge durende de maand Maart nog zullen verschijnenkoste loos toegezonden Kennisgevingen. KOSTELOOZE INENTING. Burgemeester cn Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134) brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting wordt gegeven op den eersten cn tweeden Maan dag van de maanden Januari, April, Juli en Octo ber, telkens des namiddags te drie ure, in de daar toe bestemde localiteit van het voormalig schoolge bouw wijlt A, Koestraat no. 9. Gedaan te Amersfoort, den 17. Maart 1911. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STBNFERT KROESE. WUIJTIERS. Dc Burgemeester van Amersfoort brengt ter vol doening aan dc aanschrijving van den Commissaris der Koningin in dc provincie Utrecht d.d. 11 Maart 1911, 4e Afdeeling no. 1083/719 ter kennis van be langhebbenden dat zich in de gemeente Ritwiel eea geval van miltvuur heeft voorgedaan. Amersfoort, den 16. Maart 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Politiek Overzicht Het gouden feest van het koninkrijk Italië. HecLen is het 50 jaren geleden, 'dat de wet werd afgekondigd, -waarbij Koning Victor Emanuel II, tot dusver «Koning-van Sardinië, voor zich en zijne nakomelingen den titel aannam van Koning van Italië. Die wet werd uitgevaardigd krachtens een met algem©ene stemmen genomen besluit van het toen te Turijn vergaderde parlement. Het koninkrijk Italië viert dus heden het gouden feest van -zijn ontstaan. Van een geografisch, bcgrilp is Italië den 17en Maart 1801 een eenheidsstaat geworden. Op dien dag is het koninkrijk Italië, zoo niet voltooid, dan toch opge richt. Den 25en Maart volgde daarop het besluit, waarbij Rome de hoofdstad van Italië zou zijn, een besluit dal inbusschcn eerst negen jaren later, na den val van het tweede keizerrijk in Frankrijk, ten uitvoer is gebracht. In het formulier van afkondiging der wet ten, die namens d-en Koning van Italië wor den uitgevaardigd, komt naast het traditio- neele ,,pcr gnaizia di Dio" voor „per volonta del popoio", door den wil des volks. Daar mede is uitidiu-kking gegeven aan liet feit, dat de niet-Sardinische doelen der bevolking van Italië door eene vrije stemming zich hij den nieuwen staat hebben aangesloten. Ecu halve eeuw is thans voorbijgegaan se dert deze gewichtige gebeurtenis zich heeft voltrokken. Van hen, die tot de wording van Italië hebben meegewerkt, zijn nog maar weinigen in leven. Maar ook zij, die tot taak hadden voort te houwen op den voor 50 jaren 'gelegden grondslag, hebben -zioh daar bij de kenspreuk van het huis Savoyc tot leus genomen: Sempre avantl! Altijd vooruit! Daardoor is het hun mogelijk geweest de groote bezwaren, die waren tc overwinnen, te boven te komen. De Frankf. Ztg. geeft daarvan eene schets, waaraan hetgeen hier volgt is ontleend. „Sardinië was een goed geregelde staat met parlementaire instellingen cn een goed bestuur; ook Milaan en Venetië, die door de oorlogen van 1859 en 1*866 verkregen zijn. waren door de Oostenrijkers tamelijk goed bcstuu-rd. Maar wat de revolutie aanbracht, de hertogdommen, Toscane, inzonderheid echter de Kerkelijke Staat en het koninkrijk Napels, was zoowel wat bevolking als wat inrichtingen en toestanden betreft geheel minderwaardig, en men begrijpt, dat in het jaar 1861 Massino d'Azeglio in een vlaag van spot en tegelijk van smart kon zeggen: „Thans, nu Italië gemaakt is, moeten wij Italianen makpn." Men had geen tijd lang te overleggen, welk soort van bestuur het best paste voor dc verschillende «eer ongelijk soortige deelen des lands, en breidde dus eenvoudig het gecentraliseerde Piëmont-oe- sche stelsel, dat men van Frankrijk had overgenomen, uit over het ganse lie land. Dat bracht vele nadeden met zich. liet erg ste was echter, dal Italië ook de schulden overnam van de staten, die het in zich op nam, hetgeen te /.amen met de oorlogskos ten een zwaren last opleverde. De nieuwe staat begon met eene schuld van 2211 mil- lioen lire cn zijne eerste begrooting van -169 millioen inkomsten cn 571 millioen uitgaven wees een tekort van 102 millioen aan. Daar groote sommen moesten worden uitgegeven voor de dringendste openbare werken, steeg het tekort onophoudelijk; lccningcn konden niet voldoende helpen cn -in het jaar 1868 zou het staatsbankroet zijn gevolgd, als de natie zich niet tot -buitengewone offers be reid.had verklaard. In 1870 begon hel tekort tc dalen en in 1875 was het geheel verdwenen. Eene tweede moeielijke periode kwam voor in de tach tiger en negentiger jaren, ten gevolge van dc ongelukkige koloniale onderneming in Afrika cn den tariefoorlog met Frankrijk. Maar ook deze moeielijke lijd werd over wonnen en sedert verkeert Italië in onafge broken economischen, industrieclen en finan- cieclcn vooruitgang, I)e staatsdienst sluit met stijgende overschotten, de handelsbalans stijgt voortdurend, evenzoo het bespaarde kapitaal en -de nationale rijkdom, die in hel laatst van 1909 op 61 milliard geschat werd. Reeds in het jaar 1900 kon de staathuishoud kundige prof. Nitli constatccrcn: Sedert 1861 is de bevolking met 44 pet. geslegen en is dc nationale rijkdom verdriedubbeld; er zijn 13.000 Kilo-meters spoorwegen gebouwd en een groot net «in wegen is aangelegd; Italië heeft een ontzög inboezemend leger en vloot; zijne nijverheM heeft eene groote vlucht ge nomen, zijn handel is met 99, zijn uitvoer met 120 pet. toegenomen; Italië heeft verder 50,000 volksscholen en 1000 middelbare scho len gesticht". Dat gold voor 1900; sedert zijn er nog verdere vorderingen gemaakt. Op merkelijk is ook de vooruitgang op sanitair gebied. In 1887 -bedroeg de sterfte 27.95 per 10UQ inwoners; in 1909 is zij tot 20.03 gedaald en Rome is met eene sterfte van 18.8 een van de gezondste groote steden der wereld geworden. In de zorg voor dc openbare ge zondheid, inzonderheid in dc verschaffing •van goed drinkwater, wedijveren de gemeen ten met de regecring; zij hebben voor dit -doel in de laatste 20 jaren meer dan een milliard uitgegeven. Veel is er nog te doen op elk gebied, totdat de gevolgen van een wanbestuur van honderden jaren uil den weg zijn geruimd; maar als inen den toestand, zooais hij voor 50 jaren was, vergelijkt met wat tot heden is verkregen, dan moet men zich verbazen over wal hel Italiaanschc volk door vlijt en volharding heeft tot stand gebradht. Waarlijk eene natie, die op zulke resultaten kan wijzen, ban met gerustheid de toekomst tegemoet zien". In de builenlandschc betrekkingen van Ita lië heeft, sedert het is geworden lot een een heidsstaat, eene volslagen omwenteling plaats gegrepen. Eeuwenlang hadden Oostenrijk, Spanje en Frankrijk in bloedige oorlogen om hel bezit van Italië gestreden. Deze rivali teit hield op mei de oprichting van het koninkrijk Italië, dat reeds spoedig zich de positie verwierf, dat het als zesde lid in den kring der groote mogendheden werd opge nomen; het is daarin een factor geworden, die in den raad der volken meetelt. Duitschland. B e r 1 ij n, 16 M a a r-t. De Rijksdag zette bedien de behandeling voort van dc bogroo- ti-n-g van biameolandfiche zak«i. Rij don post uitgaan ten bate van de zee- visscherij drongen all© sprekers aan op krachtige bevordering van de visscherij in volle zee. Zij wezen daarbij op de krachtige po-gingen va-n Nederland en Enig-eland in drie richting. Dc vertegenwoordiger der regeering zcidc overwoging van dezen wensch toe, on stelde verlaging der spoorwegtarieven voor hel ver voer van zeevisch in uitzicht. liet bericht, dat bij den rijksdag een wets ontwerp zal -worden ingediend over -de be lasting van dc lucifers-surrogaten, dattevens ten doel heeft eene contingenteerihg van de lucifersindustrie, wordt officieus tegengespro ken met de opmerking, dat de c.ontingen- teeri-ng door de bestaande belastingswet op lucifers reeds is ingevoerd cn dat de ge- hcele nvededeeling van bevoegde zijde als onjuist wordt gekenschetst. Veel waarde schijnt inlusscficn deze tegenspraak niet te hebben, want tegelijk daarmede heeft de MH-pol. Korrespondenz de mcdcdccling ge bracht, dat den 8cu Maart onder voorzitter schap van den staatssecretaris van financiën eene conferentie over d-e voorgenomen no velle van de lucifersbelasting heeft plaats gehad, waaraan vertegenwoordigers van de regecring, afgevaardigden cn belanghebben den bij de betrokken industrieën hebben deelgenomen. Deze novelle zal o. a. bevatten bepalingen o-Ver eene door de verschillende bondsstaten in tc voeren andere contingen- teering, die aan de kleine industrieën groo- ter zekerheid levert in den concurrentiestrijd tegen de groote fabrieken. De ofüicieuse Nordd. Allg. Ze Hung roemt de rede van den Engelsohen staatssecretaris Sir Edward Grey in het lagerhuis als eene „belangrijke politieke manifestatie" en schrijft naar aanleiding daarvan: „De mededeeMngen van Sir Edward Grey -over don internationalen toestand in hel al gemeen en de Duitscli-En'gelsohe betrekkin gen dn het bijzonder kunnen wij slechts met oprechte voldoening begroeten. Hetzelfde geldt vau de beschouwingen, dii© aa-n de kwes tie der oorlogstoerustingen gewijd waren, en die ook aan hel Du if sche standpunt iin zoo hooge mate redht doen wedervaren, dal daaruit verblijdende vooruitzichten voor de verdere ontwikkeling van de Dui-tseh-Engel- sche betrekkingen voortvloeien. De minister heeft met nadruk de verklaring van den rijkskanselier in den rijksdag herhaald, dat wantrouwen, niet bij <ie regeeringen, maar in de openbare meening van de beide landen, rich veelvuldig heeft doen gelden. Wanneer lot hel wegnemen van dit wantrouwen, voor zoover de openbare mecning van Engeland du aanmerking komt, overeenkomsten zooals de minister ze heeft aangeduid iets kunnen bijdragen, dan zal men van Duritsche zijde gaarne bereid zijn daartoe de hand te bieden. Van hier tot den idealen toestand van een op de arbitrage steunenden wereldvrede is wel is waar dc stap nog groot, zooals Sir Ed ward Grey zelf deed uitkomen. Al staat men ook nog zoo sympathiek tegenover de ge dachte van scheid-sgoreohlelijke beslissingen, men zal daarin toch geen arcanum togen alle internationale misverstanden en onee-nighe- den mogen zoeken. Eerst in den lantsten tijd heeft een bijzonder geval getoond, dat dit niet het geval is en dat over de toepassing van het scheidsgerecht evenzeer tweespalt kan ontslaan, als over andere dingen. Eene over eenstemming van d-e divergecrende regee ringen zal in zulk een geval, gelijk in alle anderen, afhangen van den meer of minder verzoen! ijk en geest, waarin de onderhande lingen gevoerd wondon. En het is juist de. verzoen lij ke geest, waarvan de gefaeele rc-de van den Engcl-schen staatsman doortrokken is, drie haar sympathie zal wekken in de gan- sche wereld." Met de verwijzing naar een bijzonder geval zinspeelt, volgens de Kóln. Zt., het officieuse blad van de Duitsche regeering op de weige ring van de Engelse he regecring om verschil lende betwiste aanspraken van Duitsche on derdanen uit den Roerenoorlog te onderwer pen aan hol hof van arbitrage te 's G-ravcn- hage, zooals door Duitschland was voorge steld. Frankrijk. Dc minister van huitonlandsche zaken heeft in den ministerraad verslag uitgebracht over don toestand in Marokko. De minister raad besloot dc bedrijvers van den overval van 14 Januari, die aan de grens van hel Ghauja-gcbicd plaats had, te ëervolgen. Twee liataillons infanterie en -twee afdeclingen berg-artillcrie zullen naar hel Ghauja-gèbied gezonden worden om «d-e daar aanwezige be zetting tot handhaving van d-e openbare vei ligheid en tot bescherming van het verkeer tc versterken. Generaal Moini-cr, *de bevelheb ber van de bezettingstroepen, -die thans in Parijs vertoeft en zich over eenige dagen naar zijn .post terug begeeft, zal instruction in dien zin meekrijgen. De effectieve sterkte van de Fransche troepen in Marokko, die nu 45U0 man bedraagt, zal daardoor op 5500 man gebracht worden. De regeering heeft konnis genomen van de verplichting van Moo ley Unfid om zelf te zorgen voor de be straffing van de bedrijvers van den overval en zal er voor waken, dat de sultan zijne verplichting nakomt. Dc ministerraad heeft ook de nieuwe fi- nancieelc overeenkomst tusschcn dc Fran sche banken en den sultan goedgekeurd. De som. die daardoor wordt 'opgebracht, zal besteed worden -om het leger, dat de sultan behoeft tot handhaving van zijn gezag, te or- ganisceren, verder tot uitvoering van open bare werken van algemeen belang en einde lijk tot aflossing van oude schulden, -die het anaghzen voor 1909 heeft aangegaan. In de Kamer zijn door drie leden interpcl- latiën aangekondigd o'vcr dc politiek van Frankrijk in Marokko. Op verzoek van de regecring is de behandeling op 21 Maart be paald. De Fransche ministers schijnen tot dusver op staatskosten op grooten voet te hebben* tgelecfd. Een besluit, dat de president der republiek op voorstel van den minister van financiën Caillaux hooft onderteek end, be paalt, dat de ministers en onderstaatssecre tarissen van nu af alle kosten voor perso neel, rijtuigen, versiering van zalen, ontvang sten, gastmalen, muziek, bergen van klcerea enz. uit hun eigen zak moeten betalen cn eveneens de lasten, die overeenkomstig do wet komen voor rekening van dc in dienst woningen gehuisveste ambtenaren. Nog op merkelijker is dc vermaning, dat do hoeren bij 'L verlaten van de van staatswege lot hunne beschikking gestelde paleizen zich er van moetien onthouden meubelen van waardo en kunstvoorwerpen mee te nemen; zij zijn daarvoor verantwoordelijk cn kunnen tot verantwoording geroepen worden. Ingeland. Londen, 16 .\fa a r t. Bij de indiening van de Mariue-begroodng wierp de minister Mc. Kenna het denkbeeld van zich, dat de kosten voor de uitbreiding van de vloot uit leening zouden moéten wonden bestre den. Een dergelijk hulpmiddel zou in lijd van oorlog kunnen wordeut aangewend, maar wij moeten onze suprematie niet slechts handha ven voor ce» jaar, maar zoo Jaag als het rijk zal bestaan. Daarom moeten de kosten van de vloot uit de gewone middelen bestreden wor den. De schepen van liet nieuwe program zul len niet op stapel gezet worden voor Decem ber of Januari, en zullen iu het voorjaar van 1911 gereed moeten zijn. Balfour ondcrsleun.de met warmte het denkbeeld van minister Grey tot sluiting van een algemeen arbltragevefldrag met de Ver- cenigd-c Staten, maar -deed uitkomen, dat En geland gcene schepen bouwt tegen Amerika, liet denkbeeld van Grey kan daarom geen invloed hébben op het bedrag van dc l>e- groobiug, die opgemaakt wordt niet het oog op den toestand an Europa. Balfour meende, dat de begrootang adel vol doende voorniet in de behoeften voor het jaar 1914. Het lagerhuis heelt de in dc oorlogsbcgroo- ting voorgestelde effectieve legersterkte goed gekeurd. Spanje. Blijkens dc voorloopige uitkomsten van de volkstelling van 31 December 1910 bedraagt de bevolking van Spanje 19:503.668 zielen tegen 18.607.671 in het jaar 1900 en 17.560.352 in het jaar 1887. I)c tocnaniing is van te ineer beteekenis, omdat voortdurend talrijke Spanjaarden hel land verlaten, om zich te vestigen in Zuid- en M:idden-Amerika. Jlet verlies, dat dit het-eekent voor -hel ni-et 29 inwoners per K.M®. toch reeds tot de dunst bevolkte landen behoorende Spanje, wordt intusschcn tot zekere hoogte vergoed, door dat deze landverhuizers den in Spaansch Amerika sints 1898, toen de laatste Aineri- kaaiische bezittingen verloren gingen, sterk stijgende economischen invloed van het moederland versterken. Ook d-e geestelijke invloed aldaar .is toenemende. In hel land zelf wordt eene afneming van dc landelijke bevolking geconstateerd. Van de groote steden teil-en Madrid 571.539, Bar celona 560,000, Valencia 213,550, Sevilla 155,366, Malaga 133,015, Murcia 121.983, Sa- ragossa 105,799 ojuBilbao 92,510 Inwoners. 10 TAK RUDOLF HERZOG. o— „Hé, Steinherr!" riep hij quasi verbaasd. „Heeft jewama je laten gaan? Nu, kom maar Winnen, je zult bij ons je schoenen niet vuil 'maken." Hans volgde hem door het hek. De met •laurierboomen omgeven tuiit. naast -het café, •was vol menschen, die hun avond-biertje •kwamen drinken. Door de geopende deur •van de gelagkamer zag men het echtpaar Ilüsgen achter het witgcscluuund buffet bezig met glazen bier en broodjes. „Zou je me ©ven aan je ouders willen voor stellen?" vroeg Hans bescheidcui. „Voorstellen. Aan mijn oudelui? Ilüsgen geloonde zijn ooren niet. „Kerel, je bent toch hier niet aan het .hof!" Doch met een plotseling wantrouwen fronste hij de wenk brauwen. „Of als dat soms een aardigheid verbeelden moest van zulke grappen wensch ik verschoonH te blijven." Hans Steinherr schudde het hoofd. „Ilüsgen. je Grieksche- «klassieken hadden jt. toch wei kunnen loeren, «lat men in zijn eigen huis nooit onhebbelijk mag optreden tegen een gast." „Och wat-, -oen echfo (kunstenaar is altijd ruw in zijn «woorden. Ik geef niets om die fijne vormen van jou." „Nu, als je meent, dat «grofheid alleen je tot kunstenaar maakt, dan kun je je ouders het leergeld voor de academie besparen." „Lieve Hemel, .wat -een drukte om zoo'n overbodigen vorm. Vader! moeder!" riep hij door de >d«eur «der gelagkamer, „ik heb hier bezoek, de jonge Steinlherr van de Grafen- bergenclia ussee." Hans trad naar voren en bo-og. „Een glaasje bier?" zei dc eenvoudige oud-c man, ew bracht een glas aan -het kraan tje. De zoon des huizes stootte zijn kameraad ironisch lachend dn de .zij. „Och Vader," zette «de waarin, die meer met de vormen op «de hoogte was, dan haai man, die alleen -oog a-oor zijn zaak had, uiteen „die jongeheer .Steinherr is immers -een vriend van onzen Willi bald. Tot genoe gen, mijnheer Steinhcrr," voegde ze er, be minnelijk als een jong meisje aan toe, veegd© haar hamd droog aan haar schort en reikte ze den jongen mam a«ls groet. „Je moet je eens wat meer hier vertoenen hoor! En niet te hard werken jongens 1" Toom «de ibei'd-e jongelui -d«e trap opklom men, lachte Williba'l'd ilüsgen tamelijk on eerbiedig. „Prachtig, «hé, zoo'n voorstelling?" en do stemmen zijmer o miers nabootsend, zei hij „Een glaasje bier? Tot genoegen, mijnheer Skiniherr..." „Ik begrijp je niet," zei IIa"s verontwaar digd. „Als ik geregeld bij jullie aan huis wil komen, heb ik toch dm dc eerste plaats «die (beleefdheid in acht te nemen tegenover je ouders." „Zoo, -wil je geregeld... Nu, mij is het goed. IlieT is mijn kamer, Jinks licht dc klink maar op. De Heer zegenc je ingang." Ze •waren ongeveer onder die -dakpannen. Hans deed, zooals hom gezegd werd, lichtte «de klink op «en ging zonder complimenten naar binnen. „Duivels!" liet hij zich ontval len. Met verwonderden blik keek «hij om zich heen. Op de wit-gekalkte muren «was wiet houtskool een bacchanten-optocht getee- •kend, overdreven van a-oruien, «willekeurig i-n de uitbeelding der lijnen, maar forsch en krachtig wat het -ontwerp bdtrof. Dc hoe ken waren versierd met reusachtige bossen biczen, waarop een zilverachtige Jaag stof lag. .Van «dc -zo-lderiinig lilng een lichtkroon, -die -gema-akt was van een t-onitoocpe), en met kaarsen bezeteen uil, op -wiens door mot verteerde vleugels de hoepel scheen te rus ten, gaf een «fantastische schoonheid aan het vertichtfngswerktu ig. Dioht -bij Met ve>nstor stond oen schildersezel, «waarop een groot gespannen doek stond. Of het schilderij dat er met sprekende kleuren op begonnen was, een «processie of een bloeiende kerseboo- •menlaan voors-tellenmoest, wtas «nog niet uit tc mak-en; de maker «bettitcüde «het voor- loopig als het drinkgelag van Sardanapodis. „Zie je," voegde bij er als uitlegging aan too, „de vrouwen hier deugen niet, Veel te smal over -de heupen," „Schaapskop," zei zacht een stem achter liet doek. Zelfs de onverschrokken Willi ba kl voelde zich een oogenWik niet «erg op zijn gemak. „Sprak daar niet iemand?" fluisterde Hans Steinherr na eenige oogoublikkon. „Wel neen!" antwoordde de zoon «des hui zes ruw, „er speelde iemand fluit. Voor den dag, jullie gespuis!" riep «hij en trok aan hot gordijn, dat aris een 'draperie van den schildersezel afhinvg. „/Moet jullie vrouwen «dan overal met je neus bij zijn? Vooruit!" Achter liet gordijn klonk 'gegichel. Daar na werd het teruggeslagen on oen zestien jarig, forch gebouwd meisje kwam, hoewol vuurrood, toch vastberaden te voorschijn. „Mijn zuster Matchen,' zei de jonge kunste naar boos. „Mijnheer Steinherr, leerling hoogste klas gymnasrium. En... waar zit Hannes nu?" „Hier," klonk een stem, waarin schaamte en trots met -cïkiander streden. -Ilot jonge meisje was ongemerkt van «achter het gordijn te voorschijn gekomen tin stond nu onbewe gelijk achter in de ka-mor. „Hannes," zei Ilüsgen met een handbewe ging naar Steinherr. Daarmee waren de formaliteiten afgeloopen. Hans Steinherr keek verlogen naar het jonge meisje. Ilij zag. dat ze de lippen vast op elkander klemde, hoe dc donkerblauwe oogen een stalen, koude uitdrukking kregen, on snel trad bij op haar toe. „Ilans Steinherr," stelde hij zich beleefd voor, en wachtte op antwoord. «Maar toe ant woordde niet Boven haar neus groefde zich de kinderlijke rimpel van trots nog dieper en de blik. waarmee ze hem vijandig opnam, ontnam hem de rest zijner onbevangenheid. „Ik geloof, juffrouw... stotterde hij, „ver geef me, juffrouw, ik heb mij nog..." Verder kwam hij niet. Het kleine ding deed, alsof hij haar volkomen onbekend was, en juffrouw M-alchcn zag er niets in, achter haar zakdoek te staan giebelen. Mijnheer Willi bald bracht echter op zijn manier de zaak in hel reine. „Zeg Steinherr, bedenk, dat je hier niet bont, om een menuet in te sludccren, maar om (kostuums tc ontwerpen. Brengt de tafel eens bij hel raam, jullie twee. Malchen, haat ilc teckeningen. Ik zal z© uitleggen." Terwijl Willibald zijn jas uittrok om het zich in zijn hemdsmouwen gemakkelijk to makeit trokken St-einherr ©n zijn kleine vriendin de tafel uit den bock naar voren. Het kleine ding spande al lui ar -krachten in om niol zwak te schijnen. De jonge borot ging snel op on neer door de ongewone ia- spanning. „Loslaten," bdval Hans kort. En daar ze niet geneigd scheen tc «gehoorzamen, zette hij de tafel neer. „Dat is toch geen meisjeswerk." z-ei hij en keek haar aan. Daarna nam hij alleen dc tafel op, drukte zc tegen zijn borst en sleept© haar met inspanning van al zijn krachten naar het raam. „Luiwammes!" riep hij zijn kameraad toe. ,Ncem me niet kwalijk," zei Ilüsgen gela ten, „maar een moet toch dirigecren." Hans schoof stoelen hij voor dc meisjes, ging maét zijn kameraad staan, ©n luiMcrdo met vriendelijk geduld naar.de In den grond eenvoudige uitleggingen, die de docent met zeer veel gewiclrfighoid voordroeg. Wordt vervoly d.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1