2 •wijzen, <lat do combinatie ihet gemeentebe lang schaadt, dan zal ik de eerste zijn om er tegen te stemmen. Dat is -de reden waar om ik voorstel de kwestie nu -uit te maken. Ik >wil eene .beslissing over de vraag of de beide- betrekkingen vereenigtoaar zijn ja of noen. Dat zal de raad door stemming moeten uitmaken. De iheer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter, ik wensch slechts een enkel word te zeggen. Jk was eerst, niet .van plan over deze zaak nog hel woord' te voeren, maar ik wil zeer kort den iheer Veis Heyn amtvoorden. Die vraagt forten, waaruit blijkt, dat de com binatie van de beide betrekkingen schadelijk is -voor dc gemeente. Dat is een vraag naar den bekenden weg. Als de heer Veis lleyn zeg*, dat hij geen struisvogelpolitiek wil, dan kan hij zelf de vraag beantwoorden. liet is struisvogelpolitiek de vraag te stellen. Er is geen bewijs ooit t© krijgen, dat het nadeel voor de gemeente oplevert als de .beid© be trekkingen vereenigbaar zijn. Maar wanneer men de cijfers ziet, die twee jaren geleden door B. en W. op zoo ondubbelzinnige wijze zijn medegedeeld, dan is het begrijpelijk, dat wij daardoor wakker zijn geworden. Wij we ten het ook uit hetgeen destijds bij de be grooting in de memorie van antwoord door B. en W. is medegedeeld, ddt de gemeente in één jaar f 8000 meer voor het ziekenhuis tnoest opbrengen dan <1© raming aanvanke lijk was. Toen heb ik de zaak ter sprake ge bracht. Ik hoop, dat ditmaal het persoonlijk ele ment binten hot debat zal blijven, anders komen wij .niet verder. Ik zou liet bejamme ren, als do belanghebbende zich in deze dis cussie zou mengen. Ik hoop, dat hij het niet zal doen, want anders komen wij op een weg, die niet andere dan persoonlijk kan worden. In de vorige zitting, toen deze zaak aan de orde was, heeft dr. Jorissen mij gekkk frezen naar het hoofd gegooid. Het is beter dat te vermijden, hoewel het mij persoonlijk koud laat of hij het weer zal doen. Het is hier alleen de kwestie van het gemeentebe lang, en als men dat onder de oogen ziet, dan kan men van do combi natie niet einders zeggen dan dit: Het kan niet! Het is onmo gelijk! Ik neem aan, dat er niets bestaat, dat cr nie's gebeurt. Zeer zeker is er bij dr. Jo rissen geen kwestie van, dat hem eenig ver wijt ikan treffen. Maar dat neemt niet weg, dat hier een geneesheer is, die twee hecren dien». Wij mogen ©en geneesheer niet in de gelegenheid stellen om op ©enigerlei* wijze don een en meester boven den ankier te be- voordeelen. Als men van dat standpunt 'de zaak bekijkt, dan kan men slechts tot ééne conclusie 'komen, namelijk dat de combina tie ongcwenscht is. Ik hoop. dal de 'heer Jo rissen mij zal gelooven, wanneer ik zeg, dat er bij mij geen kwestie as van iels persoon lijks tegen wien ook. Doet hij dat niet. dan is dat zijne zaak; dan aal ik mij ilaarbij neer- loggen. De heer J o r i s s en. Mijnheer de Voorzit ter, ik 'heb alleen het woord gevraagd om den heer Gerritsen gerust te stellen. De heer Gerritsen is bang, dat ik zal deelnemen aan de discussie. Welnu, het kan mij onverschillig laten of hetgeen ik zeg den heer Gerritsen aangenaam *is of niet, maar ik wil hier mee deden wat ik .vóór de vergadering aan den secretaris heb gezegd: Ik 'heb geen plan om, na wat ik de vorige maal, toen deze zaak hier ter sprake kwam, gemeend heb te moe ten zeggen, thans ook maar een enkel woord te spreken. Dat wil «iet zeggen, dat ikn-iet liet Woord zal vragen om, als dat noodig mocht zijn, eene korte verklaring af te leg gen, maar ik ben niet van plan deel te ne men aan de discussie. De beer Gerritsen, liet doet mij ge noegen, dat te hoeren. Als de heer Jorissen zich onthoudt van deelneming aan hot de bat, dan kan de discussie vruchtbaarder zijn. Ik wil nog "vragen: AJs wij ©ene nieuwe be noeming hadden te doen en niet voor het feit «tonden, dat wij den tegenw o o rdiigen titularis iets onaangenaams zouden aandoen, door hem niet -weder te benoemen, zou dan een van Ons er aan idenken -de twee 'betrek kingen bij elkaar te voegeai? Als men 't zoo beschouwt, dan meen lik, dat als men -het ge- meentoliela-ng wil India rtigen, men geen ©ogenblik in twijfel kan -zijn om ite zeggen, dat een dokter (niet tegelijk gemeentegenees heer en .directeur van het ziekenhuis be hoort te zijn. De heer Veis II e y n. Mijnheer <1© Voor zitter, ik zou nog even willen terugkomen op het straks idoor mij gezegde. De heer Gerrit sen 'heeft gezegd: „Het bewijs, dat d© combi natie van 'de beide bot rekkingen nad-eelig is voor de gemeente, <is niiel te leveren." Dat geloof ik ook. Ik heb er naar gezocht, maar bob hel niet kunnen .vinden. Wanneer de heer Gerritsen zegt, dat hij zuiver het ge meentebelang zoekt, dan doe ik dat .met den heer Gerritsen. Wanneer hij eohter zegt: „Als iemand: voor -t eerst moest worden be noemd, dan zouden wij T niet doen," dan moet ik opmerken, dat wij hier een ander geval hebben. Ik wijs er op, dat men in dit geval getracht heeft in de zaak in t© grijpen, wordat de vorige benoeming expireerde. W.ij hebben hier te doen met heel iets anders ,dan bij eene nieuwe benoeming. Maar omdat het hier een gemeentebelang geldt en ik waarde hecht aan cijfers, heb ik mij gewend tot 'liet -bestuur van het ziekenhuis. Jk bob gevraagd of mij inzage kon worden gegeven van een verslag, dat mij de cijfers kon geven, .d-ic ik wenschte. Dat verslag is mij welwillend ver strekt; ik heb daaruit de volgende cijfers ge noteerd*: I-n liet geheel zijn in liet St-BKzaheths gast en ziekenhuis verpleegd in den 'loop van het jaar 1910 30-1 patiiön'len. (Hiervan waren op 1 Januari 1910 reeds in verpleging 26 patiën ten. Gedurende het jaar 1910 werden opge nomen 278 patiënten. Van de 304 patiënten warer 176 voor gemeenterekening. Door de volgende medici werden patiënilen 'behandeld: Jorissen '109, waarvan 68 voor gemeente- rekening of 62 Schreuder 32, waarvan 18 voor gemeente- rekening of 35 Morren 45, waarvan 26 voor gemeente- rekening o£ 58 Kamerling 36, waarvan 29 voor gemeente- rekening of 80 van Enst 25, waarvan 17 voor gemeente rekening of 68 Groneman 16, waarvan 10 voor .gemeente- rekening of 62 Sillevis 13, waarvan 5 voor .genie-entemeke- ning of 38 van Driel 3, waarvan 3 voor gemeenterekc- ning of 100 Hierbij moet nog worden opgemerkt, kSat het getal 52 bij dr. Schreuder voor een groot deel (15) veroorzaakt wordt door de regee- ringskinderen, die eerst een paar 'dagen Voor observatie dn het ziekenhuis worden opge nomen. In het geheel zijn verpleegd 304 patiënten met totaal 11,823 veipleegdagen. Het gemid deld aantal verpleegdagen as 'dus per patiënt 38.8. Van de in 'don loop van het jaar 1910 opgenomen patiënten, die van gemeentewege verpleegd worden, hadden d© patiënten van dr. Groneman gemiddeld 85 verpleegdagen, van dr. Morren 56, dr. Kamerling 47, dr. van Bnst 40, da-. Jorissen 33, dr. van Driel 28. dr. Schreuder 27, dr. SLHevis 24. Ieder lid van den raad kan op het stadhuis deze cijfers coiKtroleeren. Ik constateer, dat dc gemeente geneesheer Jorissen het gemiddeld© nog lang niet heeft bereikt, want gemiddeld werd een patiënt voor 'gemeenterekening 42.5 dag ver pleegd, zoodat de patiënten door elkaar ge nomen van dr. Jorissen bijna 10 dagen per patiënt korter zijn verpleegd, dan gemiddeld dc gemeente-patiënten zijn verpleegd. Deze gegevens zijn m. i. voldoende om l© bewijzen, dat van bevoordeeling van het zie kenhuis door den gemeentegeneesheer geen sprake mag zijn. Ik dank u .voorloopig, mijn heer de Voorzitter. De Voorzitter. Ik wil er aan herin neren, -dat bij *de behandelinig .van deze zaak in Januari van het vorige jaar door B. en W. het volgende is medegedeeld: „Wat nu de overgelegde cijfers betreft, moeien wij opmerken, diat deze naar onze meening van geen invloed' zijn op de vraag dlie u thans -bezig 'houdt. Wij de el en ze mede, omdat in uwe vergadering cijfers gevraagd zijn, maar wijzen er daarbij tevens uitdrukkelijk op, "dat zij o. i. ten aanzien van de voorgestelde motie van geen belang zijn." Ik geloof, -dat dit nog .het geval is. De cij fers zijn in dit geval niet beslissend'. De heer Veis Heyn. Maar mijne cijfers zijn duidelijk. Ik heb ze gevraagd om voor mij zelf lot eene overtuiging t© komen en ben daardoor tot een geheel ander standpunt ge komen. AJs uk in aanmerking -neem, dal dr. Jorissen als gemccnlte-geneesheer» zes achtsten van de geheóle armen-praktijk heeft, dam zijn deze cijfers zeer zeker niet ongunstig en kan er van bevoordeeling van het ziekenhuis door dien gemeente-genees heer geen sprake zijn. De Voorz i ,t t e r. B. cm W. hebben hun ne cijfers alleen medegedeeld om te dienen tot verklaring van den hoogeren begroofclngs- post. Maar bewijs leveren deze cijfers niet. De heer Veis II e y n. De dioor mij ge noemde cijfers zijn juist. Alleen zou ik dit willen ooniërkeai, döit als :dr. Jorissen vroe ger een briefje gaf aan eon anderen dokter tob opneming van een -patiënt iin het zieken huis, die -patiënt ten -name van dir. Jorissen stond. De lieer Gerritsen. Mijnheer de Voor zitter, ik had niet gedacht, dat 'hier de kwes tie zou* ter sprake komen of men te doen heeft met cijfers, die juist zijn of niet. Ik voor mij zou -mij liever houden aam de cijfers van B. en W., die ons officieel zijn mede gedeeld, dan aan cijfers, zooaLs ons zijn me degedeeld door den heer Veis Ileyn, die wij mi-el kunnen comtroleeren. Maar dat is d© •vraag niet. Wij willen aannemen, dat do cij fers volkomen juist zijn en dat er geen kwes tie is van nadeel voor de gemeente. Maar dan zijn nog de beide betrekkingen onver- eenigbaar. Een gemeente-geneesheer kan niet tegelijk directeur zijn van eene irmch- tiimg, waardoor hij dn de gelegenheid komt om dingen te doen, die in het nadeel van de gemeente kunnen zijn. De Voorzitter. Ik geef in overweging nu tot de stemming over te gaan. De heer Hamers. Mijnheer de voorzit ter, ik zou -den 'heer Gemriteen willen vra gen, waarom deze twee instellkngan vijan dig tegenover elkaar moeten staan. Wil hii «lij daarvan de reden zeggen? Ik heb ook information -ingewonnen. Het bestuur rant het ziekenhuis heeft mij verklaard, -dat bij iederen verpleegde 3e klasse 38 cent {>er dag moet worden bijgelegd. AJs dlus de directeur van het ziekenhuis de belangen van de stich ting wil behartigen, dan moet hij zorgen zoo min mogelijk patiënten 3e klhsse te krijgen. Ik zie. niet in waa/rom de gemeente en het ziekenhuis vijandig tegenover elkaar moeten staan. Ik zou daarover gaarne inlich ting hebben. De heer -van Kalken. Mijnheer dlo voorzitter, waarneer men de zaak oppervlak kig beschouwt, dam moet wetrden erkend,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 6