nr. aio. Maandag 3 April 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS 9" jMryaBf AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: T«f 3 maanden voor Amersfoortf l.OO. Idem franco per post- 1.50. Afzonderlijke nummers- 0.05. •Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. m Advertentiënmodedoelingon enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 00. PRIJS DER ADVERTENTIËN: V.B 15 ragola f O.®#. .Elke rogel moor - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvrage» 35 cent» bjj vooruitbetaling. Qrooto lettors naar plaataruimto. Voor handel en bedryf bestaan'zoor voordeeligo bepalingen tot het herhaald advorteoren in dit Blad, by abonnement lions oirculairobevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken- is van de belanghebbenden, dat de blanco verzoek- diriften tot het bekomen van jachtacten, visch- cten en kosteloozc vergunningen om te visschen, euevens voor de registratie van eendenkooien en uiventillcn» alle werkdagen van 's voormiddags 10 1 unr des namiddags, ter Secretarie verkrijgbaar nn, en maakt hen opmerkzaam op het belang dat voor hen in gelegen is de bedoelde verzoek- ïhrilten, behoorlijk mgcvuld, vóór den 10. Mei aaft- aande ter voormelde plaatse in te leveren, opdat leu tijdig voorzien zij van eene acte of vergunning >ór het seizoen 1911/1912. Amersfoort, den 1. April 1911. De Burgemeester voornoemd, WUiJTIERS. Politiek Overzicht De Duitsche rijkskanselier over arbitrage en ontwapening. I Sedert Sir Edward Grey du hel Eragelsche lagerhuis zijne bekende rede hield over de uitbreiding van de arbitrageverdragen als niddel om le komen tot eene vermindering an de krijgstoerustingen; waarvan de druk. llerwege wordt ondervonden, is de gedadi- enwisseling over dit denkbeeld niet meer erslomd. Tusschen Engeland en de Ver enigde Stalen zijn onderhandelingen over alle onderwerpen van gcschiü omvattend nbitrageverdrag gaande, en men mag aanne- ïen, dat die onderhandelingen goed vorde- en, wanneer toen let Oip het woord, dat de ersle mi nisier Asquith de votrige week teeft gesproken op eene vergadering, die te .oiulen in de Albert Hall was belegd ter vie- üng van hel 300-jarige jubileum van de En- felsche bijbelvertaling: „Er zou geen waar- liger, meer gepast en schitterender monoi- nen voor dit jubeljaar denkbaar zijn, dan le bezegeling van een plechtig verdrag tus- chen de beide volken, dat voor goed de af schuwelijke, ondenkbare mogelijkheid van :en broederoorlog tusschen ons zou ter zijde ■tellen." Het is gebleken, dat men ook elders voor dit denkbeeld grootc sympathie voelt. Deze sympathie straalde o.a. door in de rede. lie de minister van buntcnlandsche zaken van )oslenrijk-Iiongarije, graal Aehrenthal, in de delegaties heeft gehouden, en in de verkla ringen, die dooi den minister-president van longarije, graaf Khuen-IJedervary, in den Mongaarschen rijksdag heeft afgelegd. Ook in de vergaderingen, die de Duitsche rijksdag heeft gewijd aan de behandeling van •de begroobing van bet -departement van bui- enlandsche zaken, heeft liet aan sympathie- >e tui gingen niel ontbroken. Men vindt die :elfs uitgedrukt dn een 'besluit van den rijks dag, waarbij de rijkskanselier wordt ver zoekt zich bereid tc verklaren om gemeen schappelijke onderliandelingon met andere grootc mogendheden aan te knoopen, zoodra door eene grootc mogendheid voorstellen worden gedaan over eene gelijktijdige en ge lijkmatige beperking van de uitgaven voor oorlogstoerustingen. Hel staat intusschen le vreezen, dat dit be sluit weinig zal uitwerken. De rede, waarmee de rijkskanselier von Bcthmann'-Holhveg aan deze debatten deelnam, kan beschouwd wor den als een antwoord, dal bij voorbaat op dut verzoek gegeven werd. Daaruit is onmis kenbaar gebleken, dat de vijfde kanselier van het Duitsche rijk zeer skeptisch denkt over de kwestie der beperking van de krijgstoe rustingen en over de arbitrage. Ilij gelooft niet aan de mogelijkheid van de ontwapening. Hij heeft vermeden het woord van den En- gelschcn minister van marine Mc. Kenna te herhalen, dat „het hoogste peil" is bereikt, maar neeft gezegd, dal „bij vredelievend heid past sterkte". Dat is een zachtere vorm voor hot woord, dat wie den vrede wil zich op den oorlog moet voorbereiden. De kanse lier meent, dat uit het leven van de volken de „uMima ratio" van den oorlog niet kan worden geschrapt. Men kan slechts er naar streven haar optreden zoo ver mogelijk te verschuiven. Daartoe kunnen ongetwijfeld ook arbitrage ver dra gen dienen, en des te meer zullen die daarvoor nuttig zijn, naar mate men ze meer beperkt lol rechtstoestan den, diie duidelijk zijn te overzien. „Interna tionale, de wereld omvattende, door een we reldcongres opgelegde arbitrageverdragen houd ik voo-r even onmogelijk als de inter nationale ontwapening", zegt de rijkskanse lier. En lot toelichting van deze meening zegt hij, dat bij een onbeperkt arbitragever- drag moei worden vooropgesteld eene rege ling van de verhouding der staten onderling door een soort rangorde. Bij zulk eene rang schikking zou echter iedere natie aanspraak maken op de positie, die beantwoordt aan het totaal van hare nationale krachten. Men zou een maatstaf moeten vinden, waarnaar de sterkte van de legers kan worden afgemeten. Naai- zulk een maatstaf heeft men gezocht, maar tot dusver zonder succes. Daarom is het, naar de meening van den rijkskanselier, niet mogelijk, dal men zich verstaat over de eerste voorwaarde van het internationale verdrag. Juist over de vraag der sterkte van leger en viool van de verschillende staten zou slechts door het vaststellen van zulk eene rangorde kunnen worden bosliist, en welke natie zou 'I zich laten welgevallen in het Kveede gelid tc worden geplaatst door het scheidsrechterlijke bevel om de lcgersterkle met een bepaald cijfer te verminderen! Duitschland zeer zeker niet. Nog daargela ten, dat de uilvoering zou afstuiten op de on mogelijkheid van de controle. Elke poging lot controle zou slechts kunnen leiden tot aanhoudend wederzijdsch wantrouwen en zou onuitvoerbaar zijn, zooals een voorbeeld uit Pruisens eigen geschiedenis bewijst, dat nu eene eeuw geleden, in de dagen van zijne verdrukking, een viermaal sterker leger heeft georganiseerd dan de overwinnaar hel had toegestaan. De Duitsche rijkskanselier beschouwt ove rigens niet alleen het internationale arbitra geverdrag als eene utopie, maar voelt ook geen geestdrift voor het onbeperkte arbitrage- verdrag. Een verdrag, dal door oen© sdheids- gerechtelijke uitspraak ook wil laten beslis sen over vragen, die de onafhankelijkheid, de eer en de levensvoorwaarden van de con- traoteercncle partijen raken, onderscheidt zich, naar zijne meening, door niets van den vendraigloozen toestand, want als tusschen twee natiën geschillen ontstaan, idic „aan de nieren gaan", dan valt het arbitrageverdrag als kaf uiteen; het zal als tondel ver branden. Bovendien beteekent zulk een verdrag tusschen twee staten eigenlijk toch een formeel bondgenootschap, dat zich ook kan richten tegen andere staten; het bestaan ©r van is dus geen volstrekte vredeswaar- borg. Voor internationale arbitrageverdragen ia de Duitsche rijkskanselier dus niet te vinden en ook niet voor onbeperkte arbftrageverdra- gen tusschen de afzonderlijke staten. Alleen dan kan hij voelen voor arbitragever dragen, als het zijn détailverdragen met duidelijke, scherp omlijnde bepalingen. Vol gens zijne overtuiging is eene algemeene ont wapening, eene algemeene verhindering van ooi-logen door scheidsgerechten praktisch niet uitvoerbaar. In den aard der staten en der inensohen ziet hij de beletselen, die in den weg staan aan de verwezenlijking van het ideale doel der afschaffing van oorlogen en oorlogstoerustingen. Al komt dus de rijkskanselier in het alge meen 'tot een negatief resultaat, op een enkel punt bevat zijne rede toch ecue positieve me- dedceling: deze namelijk, dat de Hngelsche re- get ring de gedachte heeft uitgedrukt, dal de regceringcn der beide landen elkaar op de hoogte zouden houden van den wederzijd- schen aanbouw van schepen, om elkaar voor verrassingen te vrijwaren en in heide landen de overtuiging l© bevestigen, dat de een den ander niet wil overtroeven. De Duitsche re- gcering heeft zich bereid verklaard zich hier over met Engeland te verstaan in de hoop, dal dit zal leiden tot geruststelling van de Kngelschc openbare meening. Dat zou, al thans lot zekere hoogte, den prikkel vermin deren tot den wedloop in oorlogstoerustin gen, die de oorlogslasten in d© laatste jaren in zoo ontzettende mat© heeft doen stijgen. Duitschland. 13 e r 1 ij n, 1 A p r i I. De rijksdag heeft de tweede leziug van de begrooting ten einde gebracht. De commissie van den rijksdag voor de constitutie van E laas-Lotharingen heeft de behandeling van de nieuwe kieswet voor hel rijksland ten einde gebracht en daarna de voortzetting van hane werkzaamheden ver daagd lot na Paschen. In hot Pruisische 'hoerenhuis wordt deze week een aanval tegen de regeer mg ver wacht in zake de Elzas-Lotharingsche kwes tie. In het huis van afgevaardigden heeft de rijkskanselier zich persoonlijk zeer nadruk kelijk voor het regeringsontwerp dn de bres gesteld. De conservatieve leider von Heyde- brand heeft zich toen zeer schelp tegenover de regeering gesteld. Nu wil ook in het hee renhuis de conservatieve partij tegen de re geering manifesteeren. In de Post worden in eene officieus© verklaring de bezwaren op gesomd, die bij de vrij-conservatieven be staan tegen liet ontwerp. De groote meerder heid van deze fractie ziel vooral in de wijze waarop de Elzas-Lotharingsche stemmen in den bondsraad zullen wonden uitgebracht, eene ernstige benadeeling van de positie van Pruisen als eerste der bondsstaten en ver klaart, dat dit haar waarschijnlijk zal ver hinderen hare slcan aan de voordracht te ■geven. Ook andere aanwijzingen leveren hel be wijs, dat de verhouding lussdhen de regee ring en de rechterzijde zoowel in het Prui sische huis van afgevaardigden als in den Duilschen rijksdag thans zeer gespannen is; de rechterzijde legt het er op toe dc positie van den rijkskanselier le ondermijnen. Dien tengevolge behoort eene kanselierscrisis tot de mogelijkheden, waarmee men in Duitsch land heeft te rekenen. De commissie van het Pruisische huis van afgevaardigden, die over het wetsontwerp tol facultatieve toelating van dc lijkverbranding heeft le rapporteeren, heeft bij staking van dc stemmen besloten tol verwerping. Voor het wetsontwerp stemde één lid van de con servatieve leden der commissie; overigens stemden voor de vertegenwoordigers van de vrij-conservaticven, de nationaal-libernleu en de vrijzinnigen. Frankrijk. De deputatie, die de wijnbouwers van dc Aubc naar Parijs hadden gezonden om met de regeering en met het parlement in over leg te treden over de maatregelen, waardoor aan hunne pretention zou kunnen worden tegemoet gekomen, heeft daar kennis geno men van bemiddelingsvoorstellen, die door dc landbouwcommissic van de Kamer in overweging werden gegeven. Volgens die voorstellen zou de in het Auhc-depurlcment geproduceerden wijn in den handel komen als Aubo-champagne, de wijn uil het departe ment Manie eenvoudig zou heeten cham pagne. Een ander voorstel had als onder scheiding bedacht de namen geclasseerdc champagne en champagne. De deputatie hoorde deze voorstellen rus tig aan, maar verklaarde daarna, dat er van concession, van compromis of iets dergelijks geen sprake kon zijn. Zij verlangde ullcs of niets. Zij had een imperatief mandaat en mocht niets anders aannemen dan dc een voudige erkenning van hel feit, dat de Aubc behoort lol het gebied van den champagne wijn en daaruit niet kan worden weggeno men. Dc conferentie werd gesloten, nadat aan de vertegenwoordigers van de Aubc was tc kennen gegeven, dat hunne onbuigzaam heid zeer goed er toe zou kunnen leiden, dat men van het stelsel der grensbepaling van de wijnbouwende districten geheel terug kwam. Deze poging heeft dus geen resultaat opge leverd; eerder heeft zij er loc geleid de in hel Aubc-departemenl bccrscheride beroering nog tc vermeerderen. Als kenmerk van de onder de bevolking heerscheude stemming kan dienen, dat in (53 van de 81 wijnbouwen de gemeenten van het arrondissement Bar- sur-Aubc de gemeentebesturen hebben opge houden tc fungeeren. Dc ambtenaren van den burgerlijken stand zijn niet op hun post, ge boorten en sterfgevallen werden niet inge schreven, huwelijken worden niet gesloten. l>c minister van marine Delcassé, die ge noodzaakt is voor de vernieuwing van de Franschc oorlogsvloot honderden millloenen aan tc vragen, wil tegenover deze reusach tige uitgave ook eene kleine inkomst stellen. Mij heeft bepaald, dat oorlogsschepen, die voorzien zijn van inrichtingen voor draad- loozc telegrafie, particuliere telegrammen mogen aannemen en verzenden. Voor deze telegrammen wordt behalve het tarief voor de verzending over de gewone lijnen, een extra-recht geheven van 5 centimes per woord. Aan den voorzitter en de rapporteur van de marine-commissie heeft hij verzekerd, dat liet nieuwe vloolprogranima terstond nu dc Panschvacantie aan dc orde zal worden ge steld. Nadat dit programma is afgedaan, zal •de voor twee jaren reeds ingediende voor dracht over de rccrutecring van de levende strijdkrachten ter zee in behandeling wor den genomen. Dit wetsontwerp breidt den tweejarigen diensttijd ook tot de marine uit. Verder worden daardoor 43,000 in de marir.e- stamrollen ingeschreven zeelieden, voor wie de vloot in vredestijd geen emplooi heeft, ter beschikking van het departement van oor log ges'eld. Zwitserland. Zurich. 2 A p r i 1. Bij volksstemming is met 42,227 tegen 39.764 stemmen verwor pen de invoering van de evenredige verte genwoordiging voor de verkiezing van de wetgevende vergadering van het kanton. Engeland. Tegenover een door den minister van oor log en den eersten lord der admiraliteit met hun gezag ondersteund geschrift van gene raal Hamilton legen den algcmecncn dienst plicht, heeft lord Roberts roet nog twee ande ren een boek geschreven, dat opkomt voor een staand leger van een millioen man op den grondslag van den verplichten krijgs dienst. De Daily News schrijft naar aanleiding daarvan: Het doel, dat de voorstanders van den dienstplicht aangeven, is niet hun wer kelijk doel. Zij spreken van de verdediging van hel vaderland. Zij bedoelen den aanval in het buitenland. Dc ware reden van bestaan van de meerderheid der 4,000.000 man in het vasteland, en de voorstanders van den dienst plicht streven er naar als een middel, dat hun dc beslissende inmenging in de zaken van hel vasteland moet mogelijk maken. Italië. R o m e 3 1 M a a r l. Dc souvercinen heb ben heden verscheidene vreemde nfdeclingen van dc tentoonstelling van schoonc kunsten le Rome geopend. In de Nederlandschc af- dceling waren de commissaris Steelink en dc secretaris Gorter aanwezig om Il.II. M.M. te ontvangen. l)c lieer Stecliuk bood dc Ko ningin een prachligcn ruiker van Orchideeën aan. De souvercinen vertoefden geruimen tijd in de Nederlandschc afdccling cn drukten hunne bewondering over de verzameling uit. Spanje. M a d r i d 3 1 Maar t. De Kamer her vatte heden de discussie over dc interpella tion in de Ferm-zauk. De republikein Salil- la leverde een kritiek op dc procedure, die is gevolgd, en op de kunstgrepen van Dolosi- vas, waarvan liet doel was Ferrer tot eiken prijs te doen doodschieten. De minister van binncnlandsche zaken ant woordde. IJij verdedigde dc militaire recht banken en prees het leger, waarbij de repu- biikicnen riepen: „Geen van ons valt het leger aan. Wat gij wilt is tc steunen op dc bajo netten". Hierop volgde een langdurig tumult. De minister vervolgde, dat dc rechtbanken tot de herziening van het proces zullen moe ten overgaan, als liet verzoek om revisie wordt toegestaan. De oud-minister Lacicrva wees alle l>c- lecdigingcn en beschuldigingen af, waarvan^ hij, Maura en de andere conservatieve minis ters het voorwerp zijn geweest sedert dc ge beurtenissen in Barcelona. Hij betoogde, dat de vorige sprekers niet voor Ferrer pleitten, maar tegen de militaire rechtbanken. Hij zette uiteen, dat de conservatieve regecring zich tegenover de revolutie bevond en haar v plicht moest doen. Het heeft dien vervuld. In dc door de republikeinsche sprekers vermel de feilen zijn onjuistheden en valschhedcn. Spr. kwam op ten gunste van de bijzondere procedure, die in de zaak van Ferrer is toe gepast. Hij houdt slaande, dat geen onkel van de in de woning van Ferrer gevonden stukken apocrief was. Geen enkel stuk van liet dossier is verminkt, behalve in gedeelten, die voor liet proces van geen belang waren. Morgen voortzetting van het debat. 21 TAK RUDOLF HERZOC. De oude vrouw ging moeilijk in haar stoel zitten. Haar hand raakte daarbij den bijbel aan. Ze fronste de wenkbrauwen, sloeg het bock dicht en schoof het. terzijde. „Wilt u het mij niet zeggen, juffrouw Stahl?... Ik bedoel, waardoor juffrouw Han nes ziek werd." De oude vrouw keek naar haar handen, die stijf ineengeklemd in haar schoot lagen. „Is dat dan zoo moeilijk te raden?" zei zo zacht. „Ze heeft gebrek aan het volle leven. Dat is haar erfdeel." „Maar die flauwte? Zijn mijn vragen mis schien ongepast?" De oude vrouw hief het hoofd op, en keek hem doordringend aan. Toen maakte ze een handbeweging en zeiGaat u zitten, als ge moe zijl. Dus u wilde weten... Welnu, gc zult het weten. Het zal goed voor u zijn. wie weet waarvoor. Daar heeft ze gezeten," ging ze somber voort, „daar heeft ze geze ten, elk vrij oogenblikje, tot diep in den nacht, en ze heeft maar zitten teekenen cn ontwerpen volgens een klein stukje papier, waarop een cosluum geleckend stond; ze heeft allerlei stoffen aangesleept en garneer sels, en «e heelt maar zitten knippen, naaien en passen. En nooit werd het haar mooi en rijk genoeg. Telkens weer veranderde ze en paste ze opnieuw, cn ze werkte er met zulk een ijver aan, dat ze eten en slapen vergat. En ze had haar weinigje kracht zoo noodig! Zes uur per dag zit ze in het atelier van den ouden schilder KeÜüren, die bijbel- sche voorstellingen schildert. Ik werk daar al tien jaren en ken de menschen. Als kiivd heeft ze eens voor den schilder als model gezeten voor een engelenkopje. Maar ik was bang voor haar licht ontvlambare fan tasie en wilde het niet meer hebben. Doch de drang naar het mooie, het voorname, zat in haar. Op zekeren avond het was in Juni of Juli komt ze adendoos naar huis gesneld, en vertelt dat ze bij Ilüsgon levende beelden zullen geven. Zij zal de vorstin voorstellen en moet klecren hebben En ze bad en smeekte, «n ging eindelijk naar den ouden schilder, en sprak met hem af, dat <ze eiken dag voor hem zitten zou voor een groot historisch schilderij; en eindelijk stond ik doe, dat ze op die manier het geld ver diende voor haar costuums, want ik kon cr toch niét tegen op. Dat zit haar in het bloed." De oude vrouw bleef even peinzend zwij gen. „Ze heeft een opvoeding gehad, als meis jes van goeden huize," ging ze na een oogen- blik voort. „Dat was misschien verkeerd en paste niet meer in onze tegenwoordige om standigheden. Maar het was het kind van mijn dochter, die betere dagen gekend had; het was mijn vleesch en bloed, en ook ik... ze glimlachte droevig voor zich heen „ook ik heb in mijn jeugd dc zon gezien. Tot mijn man stierf. Tot ik als jonge ambtenaarswe- duwe een pensioen kreeg, «te klein om van te leven, te groot om van te sterven. Waar om ik niets anders begon, waarom ik zoo diep daalde? Dat dat dat staat op een andere bladzijde. Mijn dochter stierf en liet mij haar kleine Johanna <aa. Een zekeren trots had ik behouden, al was hel dan ook misschien hoogmoed uit vroeger dagen ik wilde haar opvoeden, zooals tot nu toe allen uit onze familie waren opgevoed. Ik wilde Jvaar niet tusschen het proletariaat laten gaan, omdat moeder en grootmoeder be zocht waren door het ongeluk. Als elk fat soenlijk burgermeisje moest ze worden, niet meer, maar ook niet minder. Den omgang met de Jlüsgens heb ik haar gaarne gegund, liet zijn fatsoenlijke menschen. Niet te hoog, maar degelijk burgerlijk. En nu komt ze me daar plotseling ihet huis binnen val len, door het dolle heen van opgewonden heid. Ze lacht, danst en zingt. Dan weer zegt zo uren lang ge©n woord. Eindelijk kwam ik er toch achter. Dc groote verande ring, die er in haar plaats had, haar op nieuw ontwaakte ijver om te leeren, haar pogen, om zuiver tè spreken, dc aandacht, die ze wijdde aan haar manieren, haar klee ding, het was alles zoo duidelijk, dat hel volstrekt overbodig was, dat ze me lachend vertelde dat er in de levende beelden ook een prins meedeed, bij wien Vergeleken Ilüsgen en al haar kennissen maar boeren waren, en dat ze nu ook zorgen moest dat ze er zijn mocht, naast hem. zoodat ze niet alleen door hem geduld zou worden, of misschien zelfs uitgelachen. Daarmee begon dat dolzin nige verwaarloozen van haar gezondheid, die koortsachtige onrust, waartegen ik niel meer was opgewassen. Eu elke grosscbcu dien ze verdiende, en dien ze had kunnen gebruiken om aan tc sterken, verdween voor dat pronk gewaad, waarmee ze een paar uur lang zich in een andere wereld wilde wanen." De oude vrouw had zich opgewonden. Haar handen beefden. Nu trad ze dicht op de.i jongen man toe. „Maar ziet u," zei ze. en haar slem klonk hei scli, „ik wil niet, dat ze teleurgesteld wordt. Ik hel) genoeg van do teleurstellin gen in hét leven. Ik wil niet, dal er niel haar gespeeld wordt en dat ze door haar fantasie te gronde gaat. Daarvoor is ze mij tc lief, verstaat u! En al bent u nu deze prins, dan zeg ik u dit toch. Hier is een huis, dat weer omhoog wil. Haal gij hel nu niet weer omlaag. Die kleine meid die kleine meid... ach. wat praat ik toch..,!" ..Juffrouw Stahl," zei Hans ontroerd, en hij wist niet anders tc doen dan de hand der oude vrouw te nemen. Ze lette or niet op. Maar aan het kramp achtig trekken van haar hartic werkvingers voelde hij, dat ze streed tegen de harde woorden, die in haar gemoed oprezen. „Vertelt u toch verder, juffrouw Stahl. Ik ben u zoo dankbaar." Zc keek hem aan. Toen maakte ze haar hand los en ging weer zitten. I>c lamp was leeg gebrand. In de kamer heersebte een schemerdonker, dat de schaduwen der voor werpen nog vergrootte. De oud© vrouw ge leek een reuzin, als de overlevende van een voormalig geslacht. ..Mijnheer zei zc peinzend. ..Ik heet Hans Steinherr." ..Best, best. De Steinherrs zijn rijke men schen. Ik kende ze reeds, toen ze zoo arm waren als wij nu zijn. Alles in het leven gaat in een cirkelgang. Wij mogen ons ech ter niet geheel buiten den cirkel laten slin geren. Ach, de ouderdom maakt praatziek. Doch ik ben de jeugd niet vergeten. Ik weet met haar mee tc voelen, al lijk ik ook hard en versteend. Ik wil de jeugd niets te kort doen, ook Johanna aiict, evenmin als ik haar moeder gedaan heb. Ach God, die paar korte jaren van levensvreugdel Maar je alleen niet weggooien, niet weggooien, of het moet zijn 0111 iets groots, iets hei ligs! Ik heb er nooit meer over gesproken, maar u wil ik het zeggen, ofschoon gc nog jong zijt. Omdat gc mij "daareven hebt be dankt, omdat ik het doe voor Johanna. Mijn dochter haar moeder was jarenlang verloofd. Toen ze -zouden trouwen kwam de oorlog Hij moest mee, naar Frankrijk. Zoo iets hartverscheurends heb ik nooit meer be leefd. De laatste dagen meden ze elkander, ze waren hang, elkander aan tc raken, cn wanneer ze zich in elkanders armen wier pen, waren dc wanhoop ten prooi. Niet, dat de man bang was voor -den oorlog. Ilij was onderofficier cn niet laf. Maar er druk te hen een voorgevoel, dat zc elkander nim mer zouden weerzien, dat zc zouden moeten sterven, zonder beloond te zijn voor hun ja renlang, geduldig wachten. Zc wilden zich laten trouwen, doch het regiment moest plotseling uitrukken. Zulk een smart kan slechts ecu vrouw begrijpèn, en ik begreep haar. Ik ja ik, de moeder, gaf hun mijn zegen. Acht dagen later viel de man bij Spichern." Wordt vervul ft/.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1