S'. 33».
Dinsdag 2 Mei 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
9"* Jaartrnnf.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franc» per post - 1.50.
Afzon.lorlijk nummert.- 0.05.
Deze Courant verschyut dagelyks», behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens by de Uitgevers in te zendon.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRUS DER ADVERT EN TIËN:
Van 1—5 rogols f 0.50.
Elke regel moer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel on bodryf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot
het herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnement. Eone
circulairebevattende de voorwaardon, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 33 der Kieswet
Brengt ter openbare kennis, dat de door het Ge
meentebestuur genomen beslissingen op de ingeko
men verzoekschriften om verbetering der kiezerslijst
1911.1912 voor deze gemeente, voor een ieder ter
Secretarie zijn nedergelegd en in afschrift tcgcu be
taling der kosten verkrijgbaar gesteld.
Amersfoort, 1 Mei 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WULfTlERS.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken
nis van belanghei>bendcn, dat in de gemeenten Maars-
seveen en Laag Nieuwkoop gevallen van mond- en
klauwzeer en in de gemeente Driebergen een geval
van vlekziekte bij varkens zijn voorgekomen.
Amersfoort, den 1. Mei 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ingevolge
medodeeliivg van den Burgemeester van llougland,
d.d. 29 April 1911, ter kennis van belanghebbenden,
dat zich in die gemeente een geval van mond- en
klauwzeer heeft voorgedaan.
Amersfoort, den 1. Mei 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht
De Frangche actie in aiarokko.
i>c regeering van de 1-rauscne republiek
b U bij de mededeel ing, die zij aan de on-
Qerlcekenaars van de akte van Algeciras
ueeft lalen doen van de door liaar genomen
maatregelen om hulp te brengen aan de
Fransche militaire missie te l*'ez en aan de
daar gevestigde Europeanen, de verzekering
gevoegd, dat zij daarbij door niets anders
wordt geleid dan door den wensch om die
hulp te verkenen en de orde te herstellen
inet eerbiediging van de souvereinileit van
den sultan. Wanneer men nagaat hoe die ver
zekering is ontvangen, dan straalt daarin
vrij algemeen de opvatting door, dal er roden
bestaat het eindoordeel nog le reserve eren.
Dat Frankrijk zich genoopt heelt gevoeld,
in Marokko militair in te grijpen, kan na
tuurlijk aan andere staten niet aangenaam
zijn of gewenscht voorkomen. Elk militair
optreden heeft de eigenaardigheid, dal men
wel weet waar het begint, maar niet waar
het eindigt. Daar komt bij, dat de overtui
ging van de noodzakelijkheid van een mili
tair optreden alles behalve algemeen is. De
berichten, die van Fransche zijde gegeven
werden over den toestand van den suhan,
zijne mehalla en de Fransche instructeurs,
zijn 'van andere zijde als veel minder drei
gend voorgesteld. Dit gaf aanleiding, dat uil
de commentaren, die aan deze berichten wer
den vastgeknoopt, wel eens een zeker wan
trouwen in Frankrijk's bedoelingen door
straalde.
In Rome heeft men niels dan lof voor de
gematigdheid en de omzichtigheid, waarmee
Frankrijk tot dusver is opgetreden om in
Marokko een normalen toestand in 't leven
\e roepen. In Weenen constateerde de N«ue
Freie Presse, dat Frankrijk voor zijne reke
ning en risico de expeditie naar Fez onder
neemt en dat daartegen geen bedenking zal
worden geopperd, wanneer de Fransche
troepen, nadat zij zich van iiuune taak heb
ben gekweten, de hoofdstad van Marokko
weder verlaten. Duidelijker klinkt een waar
schuwende toon in de opmerkingen van de
Fester Lloyd, die schrijft: „De Fransche
staatslieden mogen 't niet als vijandigheid
beschouwen, als hun aanhoudend beroep op
de force majeure niet overal de gcwenschte
ontvangst vindt. Wanneer Cruppi ondubbel
zinnig elke verovcringsgezindheid van zich
afwijst, dan verdient dat zeker de aandacht;
maar voor 't oogenblik wordt de uitwerking
daarvan verminderd door verschillende ge
beurtenissen, die in schijnbaar verband staan.
Men onderschat in Parijs allerminst de
moeielijkheden, die eventueel voor Frankrijk
zouden voortvloeien uit de internationale ge-
dachtenwisseling over eene langdurige bezet
ting en men zal daarom er naar streven die
le voorkomen".
In hel algemeen beweegt zich de opvatting
ook van de Engelsehe pus in deze richdng.
liet duidelijkst straalt in de commentaren
van de Duitsche pers door, dat men niet ge
heel zonder bezorgdheid gadeslaat hoe de
zaken zich verder zullen ontwikkelen. Zoo
schrijft de Köln. Zlg.:
„De Fransche regeering heeft ten stellig
ste verklaard, dat zij den tocht naar Fez
slechts onderneemt tot beveiliging vah hare
h. i. zwaar bedreigde officieren, dat
zij zich streng wil houden aan de be
palingen van de Algeciras-akte en de troe
pen wil terugtrekken zoodra de orde her
steld is. Aan deze verzekering van de re
geering zal men tot aan het bewijs van het
tegendeel geloof moeten schenken, maar
men zal niet mogen voorbij zien, dat de re-
gecring niet alle stroomingen in Frankrijk
in de hand heeft en dat daar eene koloniale
richting bestaat, die zeer ophakkerig ge
stemd is en die reeds meer dan eens staal
tjes van hare macht en haren invloed op de
openbare mecning heeft gegeven. Als de om
standigheden helpen, dan kan zij misschien
oeus nog sterker worden dan zij heden
reeds is. Hoe dit echter ook zij, voorloopig
hebben w«j slechts te doen met eene regee
ring, die volkomen loyale verklaringen af
legt. Over de vraag of zij good is ingelicht,
als zij de gevaren in Fez zoo hoog taxeert,
kan men van meening verschillen; als echter
deze regeering verklaart, dal zij moet han
delen, omdat hare mannen anders kunnen
worden vermoord, dan zal men een hiervan
overtuigden staat niet het recht kunnen
ontzeggen om eene expeditie tot het bren
gen van hulp te ondernemen. Op zich zelf
beteekent dat geene schending van inter
nationale verplichtingen, die zijn aange
gaan; daarom zal ook noch door Duilsch-
land, noch door een anderen hij Marokko
geïnteresseerden staat een protest worden
uitgebracht tegen den tocht naar Fez. Dat
echter deze tocht aan den toestand een kri
tieken vorm geeft en dat daarmee voor alle
mogelijke verwikkelingen en incidenten de
deur wordt geopend, kan eigenlijk ook door
de Franschen niet geloochend worden. Er
zal een zeer vaste wil en groote loyauteit
bij de Fransche regeering noodig zijn, om
bij de Marokkaansche onderneming niet op
zijwegen te geraken, die haar in tegen
spraak zouden brengen met hare eigen ver
klaringen. Zoolangt dat echter niet klaar
blijkelijk geschiedt, zal men in bet buiten
land den reddingstocht naar Fez moeten
beschouwen in het licht, dat de Fransche
regecring er aan geven wil. Wanneer er
blijkt van fouten in deze berekening, dan
zal men positie moeten nemen tegenover den
nieuwen toestand."
De opvatting van de Duitsche regeering
komt uit in de verklartng van de Nordd.
Allg. Zeitung, dat het aan Frankrijk niet
kwalijk is te nemen, dat het zint op alle
middelen, die het geschikt voorkomen om
het leven van zijne officieren te beveiligen,
maar dat het te hopen is, dat de gebeurte
nissen. de Fransche regecring zullen toela
ten haar programma in acht te blijven ne
men. „Daar buiten te gaan, zou niet in over
eenstemming zijn met de Algeciras-akte,
omdat een hoofdbestanddeel van de akte
een onafhankelijke Marokkaansche li eer-
scher is. Eene schending van hoofdbepalin-
geu van de Algeciras-akte, zelfs als zij door
uitwendige omstandigheden van dwingenden
aard en tegen den wil van den handelenden
staat werd teweeg gebracht, zou aan alle
staten hunne vrijheid van handelen terug
geven en zou dus tot gevolgen kunnen lei
den, die thans niet zijn te overzien. Wij
kunnen echter slechts herhalen, dat er voor
loopig geen aanleiding bestaat, bij de tot
dusver voorzichtige houding van de Fran
sche regeering eene zoover gaande ontwik
keling van de omstandigheden te voorzien."
Frankrijk.
De vergadering van aandeelhouders van de
Noorder spoorwegmaatschappij heeft een
stemmig goedgekeurd een door het be
stuur nan den minister van openbare
werken gericht schrijven, waarin wordt
gezegd, dat de maatschappijom met
liet in de Kamer kenbaar gemaakte ver
langen rekening te houden, aan 81 we
gens de staking ontslagen beambten dezelfde
pensioenen heeft verleend alsof zij wegens
ziekte ongeschikt waren geworden voor den
dienst Maar al kan de maatschappij d;t gel
delijke offer brengen, liet is haar onmogei.jk
bij algcmeenen maatregel de ontslagenen we
der aan te stellen, omdat daardoor dezelfde
aanstokers tot hel ondernemen van nieuwe
stakingen zonden worden aangemoedigd.
Bijna alle ontslagen beambten hebben overi
gens werk gevonden. De maatschappij zal in-
lusschcn alle klachten, die tot hare kennis
worden gebracht, onderzoeken om eventueele
vergissingen te herstellen.
De algemeene secretaris van den bond van
spoorwegmachinisten Toffin verklaarde, dat
de beambten, als de maatscliappijen de weder
aanstelling van de ontslagenen mochten blij
ven weigeren, op alle spoorlijnen met uitzon
dering van het staatsspoorwegnct een staking
van 24 uren of langer zullen organiseeren.
Dat in Champagne het vuur onder de
asch nog altijd smeult, bewijst een voorval in
het plaatsje Yertus bij Reims. Daar w<rd be
kend, dat het handelshuis Courleux plan had
in den loop van den dag talrijke vaten wijn
naar Duitschland te zenden. De wijnbouwers
schoolden terstond samen; zij vonden voor
de deur van het pakhuis twee geladen
vrachtwagens gereed slaan. Zij dwongen de
koetsiers hun last in het pakhuis terug ie
brengen en af te laden, onder bedreiging, dat
zij anders de vaten zouden stukslaan. De
voerlieden gehoorzaamden, de wijnbouwers
controleerden de uilvoering van hun bevel
en trokken daarna onder bet zingen van de
internationale af. Daarmee nog niet voldaan,
ontboden zij in den namiddag den chef van
het handelshuis bij zich en dwongen hem, I
dat hij zich schriftelijk zou verbinden geen
wijn te zullen afzenden zoolang de raad van I
state geen beslissing heeft genomen in de
kwestie van de grensbepaling.
Servië.
De correspondent van de Frankl. Ztg. te
Weenen deelt de volgende verklaring mede,
die hij ontving van een met den toestand
van Servië vertrouwd staatsman:
„Het achterwege blijven van het bezoek
van Koning Peter bij Keizer Frans Jozef heelt
eene grootere beteokenis dan men op liet
oorslc gezicht zou mecncu. Ofschoon als reden
de ongesteldheid van den Keizer wordt op
gegeven, is het niet twijfelachtig, dat de reden
tot de afzegging niet in Weenen maar in
Belgrado is tc zoeken en gelegen is in de
vrees van den Koning om tegen den wil van
de Servische per» en van de chauvinistische
kringen de reis naar Budapest te onderne
men. Dit besluit kan voor den toch reeds
moeilijken toestand, waarin dc Koning en het
land zoowel naar buiten als naar binnen
zich bevinden, noodlottig worden, want dit
terugwijken voor de gevoelspolitiek van dc
staat zal tengevolge hebben, dat van nu af
de souverein van Servië ook in deze vragen
van het grootste politieke gewicht gahcel af
hankelijk wordt van de gewaarwordingen
van de zoogenaamde openbare mecning. Een
te bedenkelijker verschijnsel omdat den Ko
ning van Servië toch reeds door eene voor
Servië zeer weinig passende grondwet de
handen zeer gebonden zijn, zoodat het ko
ninklijke gezag haast nog slechts een nomi
naal gezag is. Van meer gewicht nog is de
beschouwing van den internationalen toe
stand, waarin Servië door deze afzegging ge
raakt. Men zal namelijk met recht er op kun.
nen wijzen, dat Servië ondanks alle ervarin
gen van den laatstcn tijd politiek niet in
rijpheid heeft gewonnen en dat ook in dit
geval weder de gansohe onbestendigheid en
voosheid van de Servische politiek voldoen
de gebleken is, eene politiek uxe zous in de
twintigste eeuw nog slechts door indrukken
zich laat leiden en voor rcëcle politieke be
langen geen begrip heeft. Daarom zullen ook
voortaan de Europeesohe kabinetskansela
rijen, hetzij zij tot den driebond of tot de
triple-entente behooren, er mee moeten reke
nen, dat er in de politiek op Servië geen
staat valt tc maken en dat men ooik van dit
land steeds ongowenschte verrassingen te
wachten heeft. Door dit bezoek niet le doen
plaats hebben, heeft de Koning aan het land
en aan zijne dynastie een slechten dienst be
wezen en de gevolgen zullen over korter of
langer tijd niet uitblijven."
Belgrado, 1 Mei. In de Skoepschtina
werd een voorstel behandeld, om een rechts
geding te voeren tegen den oud minister Pe-
trowilsch, op grond van het feit, dat hij in
19U7 de gebroeders Novakowitsch heeft doen
vennoorden.
De oud-minister verklaarde, dat hetgeen
hij gedaan had volkomen wettig was ge-,
wcest; vreemzame middelen zouden niet
gebaat hebben.
Morgen valt de beslissing.
Turkije.
Negen aanzienlijke hoofden van den Mah's-
soin, die thans verblijf houden in Mont.no-
gro, hebben den sultan een telegram gezon
den, waarin zij op de nederigste wijze om
vergiffenis verzoeken en vragen, dat hun
weder het verblijf in zijne stalen zal worden
toegestaan; zij beloven voortaan steeds trou
we cn gehoorzame onderdanen te zullen zijn.
Een dergelijk verzoek werd door de ortho
doxe hoofden van dc vluchtelingen aan den
sultan gezonden.
Konstantinopcl.l M e i. In een ge
vecht bij Molkowatz tusscben Turken en
Moulencgrijneu verloren beide partijen ieder
twee dooden en één gewonde.
Konstantinopel, 1 Mei. De rebellen
deden op 26 April een aanval op de voorpos
ten van Edhetn Pasja bij Groepa, maar wer
den teruggedreven.
Dc Turken verloren aan dooden en gewon
den 41 man; de verliezen van de rebellen zijn
aanzienlijk.
Over den opstand, im Albanië wordt uit
Uskub bericht, dait er steeds meer berichten
komen, dat dc opgestane Malissorou van dy
namiet zijn voorzien. Bij Goesünje werd een
Turk'ril b.ukhuis mol de aarde gelijk go-
maakt. Volgens de ©Ificieelc verliet!ijst wer
den een olfioier en een gendarme zwaar go-
wond. Van Uskub en van Salomki uit zijn
drie hataiüons mot kanonnen voor hot trans
port naar Mitrowitza opgegeven. De geruch
ten omtrent de deelneming van vreeindeddn-
gen aan den strijd van de opsUuidelingeir
nemen meer bepaalde vormen aan.
Marokko.
Zooals aan de Agcnoe llavas uit Fez van
23 April wordt bericht, is do toestand daar
onveranderd. Een nieuwe aanval op do
hoofdstad heeft niet plaats gehad. Onder da
opstandelingen heerschi oneenigheid. Een
deel van de roboben is in zijn gebied terug
gekeerd om een vijandelijken stam tc ver
drijven, die van hunne afwezigheid partij
trok oin plunderingen te bedrijven. Sedert
den ben April is geen koerier uit 'langer ia
Fez aangekomen.
Volgens eeii ander bericht van denzelfden
datum zijn de laatste dagen in Fee zeer rus
tig verloopen. De daar gevestigde Europea
nen vreezeu steeds niets voor hunne veilig
heid.
China.
Hongkong, 1 Mei. Een telegram uR
Canton aan dc Daily Press bericht, dat da
revoluilionnairc beweging zich uitbreidt en
dat men verwacht, dat ook te Canton gevoch
ten zal worden.
Heden liggen zeveu kanonneerbooten bij da
wijk Sjainen voor anker.
Berichten uit Chinceschc bron, die echter
nog bevestiging behoeven, molden, dat de re-
voiutionnaireu, gesteund door roovers, Woe-
cliow, Weichow, Sumsjoei hebben ingenomen.
Bij Talsjan heult oen hevig gevecht pLuata
gehad tussolien rebellen cn keizerlijke troe
pen. Een Chineesche kanonneerboot beschoot
de opstandelingen en doodde er 200.
Hel is moeilijk juiste inlichtingen omtrent
den toestand te bekomen, omdat de telegrafi
sche verbinding is gestoord.
In Canton is een opstand uitgebroken. D«
beweging gaat uil van het genootschap van
liet groote mes. De revolutionaire partij bo-
proefde tiet paleis van den gouverneur-gene
raal in de lucht te laten springen. Over df
verliezen is nog niels bekend; hooge ambte
naren zijn echter niet omgekomen. De bewo
ging is nog niet tot klaarheid gebracht, maai
de opstanii vertoont geenc den vreemdelin
gen vijandelijke strekking. De nederzetting
48 VAN
RUDOLF HER ZOG.
o—
„Een stilstaand water...," herhaalde ze.
„Ik herinner me, hoe ik eens op een zomer
langs een der zijtakken van de Werra wan
delde, waar zich een stilstaand water ge
vormd had, en een grauwe, mosachtige laag
bedekte de oppervlakte. Wat een treurige,
troostelooze aanblik wat dat. Toen ik en
kele dagen later weer op die plaats kwam,
vertrouwde ik mijn eigen oogen niet. Hel
grijze kleed was verdwenen, dc zon scheen
op het water, en de plas... ja, de plas bloei
de! Duizenden cn nog eens duizenden witte
bloemen bedekten haar als niet een mantel
van sterren. In zulke stilstaande wateren
hoopen zich reusachtige hoeveelheden stof
fen op, cn wanneer de Godheid er in vaart,
ontslaat er een overweldigend bloeien..."
„U bespeelt zelf de cither, mevrouw."
„O neen, ik ben slechts een verrukte toe
hoorster. Alles aangegrepen, wat het leven
schooner maakt!"
„De zon," zei Steinherr zacht, en wees naar
de verte, waar zich een vaalroode streep
vertoonde, die suelaangroeide en de lijn
van den horizont scherp deed uitkomen.
„Zonso, gang!' herhaalde hij. „O, ziet u.
hoe ui het Oosten de vonken ousnallcn cn
zich vereenigen? Vurige slangen kronkelen
zich om den horizont. Stralenbundels schie
ten omhoog, vereenigen zich tot een met
gou-1 omzoomd purperen baldakijn, waaron
der de majesteit der Zon als het gezegende
oog Gods omhoog stijgt."
„Hoe heerlijk mooi!" zei ze, maar ze keek
niet over den zee. Ze zag de vervoering van
den anders zoo ongenaakbaren man, cn ze
vroeg zich al in hoeverre zij deel daaraan
had.
„Ja," ging Steinherr yoort, „heiliger mor
gen kan hier beneden niet bestaan. Als het
schip zoo zacht voortglijdt, als wilde het de
wijding door niets storen en de gedachte aan
zijn bestaan doen verdwijnen voor den
adem der wereldziel!... Ginds, als een
droom, het land der goden. Voor zoover
het oog reikt, niets dan water en rotsen.
Slechts in de verte een koppel wilde eenden.
Verder niets levends..."
„Niets levende...?"
Ilij wendde zich naar haar om. De klank
van haar stem deed hem opschrikken. En
plotseling zag hij de grillige reisgezellin, die
een nacht me t hem op dek doorgebracht
had, in de schemering van den morgen voor
zich, als een wezen van vleeech en bloed,
als een schoonc, verleidelijke vrouw. Hij zag
haar blanke huid. het zwarte haar, dat haar
over het voorhoofd gewaaid was, d© groote,
zwart© oogen, die zijn blik ontmoetten, en
hem in bedwang scihenen te houden. En dc
kleekroode mond, die hem het raadselachtigst
soh een.
„Wat beteekent dat?" hoorde hij zijn stem
vragen, „wat wilt u met di© vraag?"
„Weten, of u meent, dat ik naast u gestor
ven ben."
Ze zagen elkaar nog steeds aan, met den
zelfden vasten, bijna somberen blik. Hij, voor
over gebogen, de handen om de armleunin
gen van haar stool geklemd, zij bewegingloos
achterover leunend. x
Hij haalde diep adem. En met een p,ot.se-
linge boweging had hij haar donkerge.okt
•hoofd met zijn handen omklemd.
Nog enkele seconden staarden ze elkander
aan, toen pdotscling, drukte hij zijn mond op
haar lippen, die zijn kus gretig dronken
Eensklaps sprong ze op, drukte de hand op
de oogen, liet haar arm omlaag zinken, en
streek werktuigelijk haar japon glad, liep
naar de verschansing en Staande over de zee.
Toen ze zich weer omwendde, was ze voLko.
men kaïlm.
„Kom, wij begaan dwaasheden, beste
vriend. Brengt u mij lot d© Kajuitstrap.
Dank u. Goeden nach. Neen, goenen mor
gen! A bientütl"
Zij glimlachte even, terwijl hij haar naam
zoo voluit uitsprak. Hel was immers alsof
hij daarmede bewijzen wikic, dat ook zij
hem in den kring der mercreizigers was op-
ge vallen.
Toen zij was heengegaan, bleef hij een
oogenblik stilstaan op de plaats, waar ze
hem verlaten had. Dc lichtende glans uit
zijn oogen verdween, in zijn blik keerde dc
ironische koelheid terug, en met langzame
schrckicn ging ook hij naar zijn kajuit, om
dc gebeurtenissen van den nacht weg te sla
pen. Toen even na zevenen de trompetten
hun morgengroet door bet schip lieten schal
len, ontwaakte hij verkwikt en kraohtig.
Terwijl hij zijn toilet maakte viel zijn blik
in den spiegel. Hij bekeek zich met meer
aandacht dan anders.
„Jongen, Ilans," dacht hij, „dc jaren heb
ben grootcr invloed op je gehad, dan jij
op hen. In den regel ziet men nog geen
grijz; haren aan de slapen met achtentwin
tig jaar."
De spiegel weerkaatste het beeld van een
scherpgcteekend gelaat, waaruit de weekc
ronde vormen dor jeugd reeds lang ver
dwenen waren. Dc groote snor bescha
duwde den een weinig sarcastischcn mond.
Het voorhoofd was hoog cn de welving bo
ven dc oogen fors ah a.lccn in dc donker
grijze oogen vlamde, een enkele maal nog
het oude, stralende licht op, als een wacht
vuur der jeugd.
Of inen hem in Düsseldorf nog harlcennen
zou? vloog hem plotseling door het hoofd.
En ik de menschen daar ginds? In vijf ja
ren verandert er zoo veel. Dat kun jc je
eigenlijk niet voorstellen. Dus laten we er
dan ook maar niet meer aan denken...
Hij ging naar het dek, liet den frisschen zee
wind door zijn haren spelen, en trad toen
dc ontbijtzaal binnen. Met een oogwenk
aig hij, dat Bettina Wittclsbach nog niet
verschenen was. Pas tegen den middag
zag hij haar, te midden van een kring flir
tende, Bcrlijnsche hecren. Ze droeg een
nauwsluitend groen laken toilet, want het
was plotseling veel koeler gewonden, cn in
korte, koude rukken kwam de wind uit het
Noord-Westen. Toen hij onverschillig voor
bij ging en den hoed afnam, liet ze haar
gezelschap in den steek cn kwam op hein
toe. „Goeden morgen, doctor. Dat wensch
ik u vandaag reeds voor de tweede maal."
„Goeden morgen, mevrouw. Ik "hoop dat
die natuur-nacht uw teerc gezondheid niet
ceschaad heeft?"
„Toch wel," zei ze kalm en doorstond
zijn blik. „Maar dat zal u weinig interes-
seeren."
„Maak ik zulk een weinig betrouwbaren
indruk, mevrouw?"
..Zooals u voorspeld hadt. heb ik het ont
bijt verslapen. En ook daarna kon ik er maar
niet toe komen, op tc staan. Nog zelden
heb ik dien halfwakcndcn toestand zoo heer*
lijk gevonden."
„Gedroomd, mevrouw?"
„Ja, gedroomd 1"
„Mag men nadere bizondorlicdcn hoo*
ren?"
„Neen, men mag niet anders booren."
„Zooeven deelde mij de steward mee, dat
vandaag het tweede ontbijt om één uur
moer het karakter van een diner dragen zaL
De wind neemt verdacht toe in kracht. Nu
zorgt de verstandige huisvader tijdig voor
het noodigc weerstandsvermogen. Dat kag
een vroolijke avond wonden. U bent toch
niet bang, mevrouw?"
„Ik benoem u eenvoudig tot mijn ridden
Dan heb ik niets te vreezen."
„Gebiedt u. dat ik dadelijk aan tafel in
dienst treed?"
„Is het mogelijk, dokter? U wilt uw een*
zaam hoekje prijsgeven en een tafeldame
kiezen? Dat is zeer vleiend voor mij. Al
leen een voorwaarde. Vraagt u niet altijd,
of ik gobied. Als ik te gebieden had, zon
ik d-* vreugde missen, dat iemand vrijwil
lig ic*s voor mij deed. Kent u de vrouwen-
natuur zoo slecht, dat u niet weten zou,
waarin Juist onze grootste zegepraal be
slaat?"
Wordt vervolgd.