I\ 850. Tweede Blad
0d* Jaargang.
Zaterdag 13 Mei 1911.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDEB-RIJNERS*
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post - 1.50.
Afzonderlek^ naminors- 0.05.
Deze Comant verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feest
dagen.
Advertentiënmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF 6 C®.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.50.
Elke regel moer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragon 23 cents b\j vooruitbetaling,
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bodrijf bestaan /.oer voordeoligo bepalingen tol
liet herhaald advorteoren in dit Blad, by abonnoiuont. Eens
oirculairebovattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
i liet
izot»
vod*
i ou
osb
tua,
Bedelaars.
Parijs, 5 Mei 1911.
'Meimaand. Voor Parijn wil dit «eggen,
dat de Parijzenaars beginnen er uit te gaan
en de vreemdelingen er in te komen.
Doch laat ik, als bewoner van Parijs,
ietwat beleefder zijn en dus de vreemde
lingen voorop zetten.
Van de Nederlanders, die hierheen zul
len komen, veronderstel ik, dat het plan
hebben hier rond t£ zien, dat ze nu reeds
duchtig gewapend zijn met een Baedeker
en dus naar al de officieele merkwaardig
heden zullen gaan kijken.
Doch laat me tenminste het genoegen en
de e©r, U eenige van mijn stadgenooten
voor te stellen! Och, en «elfs zij, die in Hol
land blijven, of die naar -Carlsbad trekken
in plaats van naar Parijs, zullen blij zijn
kennis te maken met de lieden, die ik be
doel.
In uw Baedeker vindt ge natuurlijk opge-
j geven de Champs Elysées en de groote
bou-levards. Ik weet niet, wal bet roode
boekje er van zegt, maar alles zal wel waar
zijn. En zelfs beneden de waarbeid. Gidsen,
hetzij boekjes of menschen, 'hebben van die
'i.gcnaardiige gebreken
Baedeker kon moeielijk opgeven trouwens,
dat ge in de Ohamps Elysées mijn kennissen
i <ult ontmoetenVergissen kunt gc u
niet, <ze zijn zeer gemakkelijk te herkennen
lan do uiterlijke teekenen van hun vak
enkelen zijn blind, andoren doof, velen zijn
van bun vak ..zonder werk" en hebben een
mouw en hongerige kindertjes; weer ande
ren bezitten geen beenen; bier oT daar zult
ge or zelfs een ontmoeten, die van zijn vak
„Hollander" is en die u in „zuiver" Neder-
landsch begroet: „Een duppie, asscblieft,
meneer..."
Een arme landgenoot? De stakkerd......!
Maar wacht even! Praat morgen Engelsch
als go hem voorbij loopt, overmorgen
Spaansch en telkens zal de lieve „landge
noot" u in een andere taal om een „duppie"
vragen. Een verloop en geleerde? Probeer
het eens! Ik wed er een fortuin om, dal liij
van elke taal niets anders kent dan een
bedolzinneljé en een bedankje.
Heel aanbevelenswaardig is het niet. Maar
ge kijkt naar den stakkerd, die met moeite
voortroeit in zijn wagentje, terwijl gc zelf
prettig voortwandelt met een heerlijke si
gaar in den mond. Wacht nog even met
geven..-, als straks een politieagent komt
en een beweging maakt, als wil hij den man
inpikken, dan zult ge eens zien hoe bard
of hij ioopen kan, vlugger wellicht dan gij
en ik.
Het wegmoffelen van de beenen is een
vak, doof, stom, blind zijn is een vale. En
als ge tijd hebt, ga dan eens de inrichtingen
zien, waar men do oven, kreupelen en één-
armigen „maakt".
Er zijn jongens, die gedresseerd worden
lot koekebakkerskneehtje. O! maar een spe
ciaal soort koekebakkertje, een die altijd
zijn goudstukjes verliest en dan zeer han
dig is in hel dikke tranen schreien.
Er zijn vrouwen, en dat is misschien
het gruwelijkste, die kindertjes hure n.
Het is een vroeselijk afgezaagde
deun te zeggen, dat Parijs een onmetelijke
ellende bevat. Bij ellende denkt men dan
vaag aan hongerlijden of schraaltjes eten.
Doch dat is het ergst© niet! Het morocle
lijden is veel erger.
Eén enkel voorbeeld. Veronderstel): een
meisje dat een kind heeft, ergens in een
dorpje, in de provincie. Ze kan daar niet
blijven; men wijst haar met den vinger na,
ze heeft geen werk... In de meeste gevallen
trekt ze naar Parijs. Ze w i 1 werken. Maar
welk werk kèn ze doen, zij die een kindje
te verzorgen beeft? Gauw zijn de spaar
penningen opgeteerd.Wat dan? Als zc
wat méér ondervinding bad, wat langer in
Parijs was, zou z© in de meeste gevallen
wel de twee dingen vinden, die ze noodig
heeft: hulp en werk. Maar de mees ten ko
men uit een klein dorpje en slaan alleen
in de reuzenstadEn veronderstel dan,
dal een andere vrouw aan dc jonge moe
der voorstelt, haar kind te bewaren, «on
der daarvoor eenig geld in ruil te vragen.
De jonge moeder verheugt zich: zonder
kindje op den arm rad xq immers gemak
kelijker werk vinden, en dan...
Het arme schepsel weet niet, dat haar
kind in dc klauwen van een vrouwelijke
•beul is gevallen. Degene, die het kind „be
waart", trekt er mee rond in de straten
en bedelt. Ze laat het kind honger lijden,
opdat hel schreeuwt en dus heter het me
delijden der W or bijgangers opwekt. Als
het ongelukkige wicht een flinke verkoud
heid opdoet, is dat een buitenkansje..
's Avonds geeft ze het terug aan de moe
der, aan wie ze zelf wel een kleinigheid wil
betalen, om bet eiken dag te hebben. Deze
bemerkte wel, dat haar kind er slecht uil-
ziet, maar zo geeft het toch nog liever aan
die vrouw, 'dan bet af te staan aan de Lief
dadigheid en er aldus voor eeuwig van te
scheiden.
En alzoo is het „bedelen met
kind" precies een vak als het blind of kreu
pel wezen. De bedelares met kind vervangt
den kleine door een handig gemaakt pakje
of pop, wanneer het donker genoeg is, om
er zich in te vergissen.
Do- meeste van deze, onze. kennissen, kunt
ge aantreffen in de Ohamps Elysées of de
groote boulevards.
Of de politie er niets tegen dóet?
Ja en neen. De wet zegt, dat met 3 a G
maanden zullen gestraft worden allen die
gearresteerd worden, terwijl ze om een aal
moes vragen. Die wet is te streng of niet
streng genoeg.
Want per slot van rekening is het heel
natuurlijk, dat iemand, die van honger be
zwijkt, dc hand uitstrekt om een aalmoes.
Hij, die niet gewoon is aan bedelen, doet
dit niet...? Zeker, maar als hij werkelijk
sinds uren en uren niet gegeten heeft? Als
bij werkelijk thuis vrouw en kinderen heelt?
Als bij werkelijk tevergeefs om werk zoekt?
Dan kan er een oogenblik komen, waarin
de angst voor liet verhongeren van zijn
kind of zelfs eigen dierlijke behoefte van
eten, grooter is dan alle trots en vooroor
deel.
Voor dc bedelaars van beroep begint het
goede seizoen. Ze „werken" in den zomer,
om in den winter een beetjetc rente
nieren. Want velen lntnner zijn voor den
drommel niet arm!
Ieder onzer is gewoon aan de gebruiken
van zijn eigen land. Onze bedelaars weten
dit zeer goed. Ze begrijpen uitstekend, dat
de Parijzenaars al hun listen kennen en
dus zoo gemakkelijk zich niet beet laten
nemen. De vreemdelingen loopen er vanzelf
in. De bedelaars weten dat zóó goed, dat
zc, om beter te „werken", zich georgani
seerd hebben. Voor zoover ik weet, vormen
ze nog geen „vakvereeniging" of dreigen
niet met staken bijvoorbeeld...! Maar hoe
ongeloofelijk het ook klink©, het is een feit,
dat er een poos geleden sprake was van
een vakblad
Wat daar wel in kan «taan...? Wel, zijn
er geen goede en slechte plaatsen? Zijn er
geen nuttige vak wenken te geven aan blin
den, stommen, kreupelen? Ala een beroemde
„doove" sterft, moet men dan niet welen,
wie candidaten zijn en wie recht heeft op
de opvolging?
Maar ook zonder blad. zijn onze kennis
sen, die ik bet genoegen en de eer heb ge
had u voor te stellen, uitstekend georga
niseerd. Ieder hunner heeft zijn bepaald
terrein, waardoor ze vermijden, dat er bij
voorbeeld in de oene straat een hoop kreu
pelen zijn, terwijl verderop de blinden ont
breken. Ieder hunner heeft dan weer een
specialiteit: dc een richt zich tot vreem
delingen, de ander tot Franse hen, die een
„goed bakkes" hebben, een derde meer bij
zonder lot de dames, enz. enz.
Wanneer ge dus onze „"kennissen" tegen
komt
En over dc Parijzenaars, die Parijs gaan
verlaten, een volgende maal.
N e e f e g o.
OOST-IN DIE.
Een ongewone bevordering^
Dc Nieuwe Courant schrijft:
Uit lc Indische bladen zien wij dc benoeming van
deu assistent-resident L. F. J. Kijckmans tot resi
dent der Zuider- en Oostcrafdecliug van Borneo in
dc plaats van <len heer J. van Weert.
Dc heer Rijckmans heeft dus, volgens de officieele
ranglijst, 23 assislenl-residentou gepasseerd. Deze
benoeming is cr dus een hij keuze, óf wel al deze
boven hein slaanden in anoienniteit zijn voor deu
hoogcren rang ongeschikt verklaard. Dit luatstc is
niet aan te nemen, daar onder de gepasseendeir zich
bevinden mannen, die gedurende bun diensttijd
groolen naam hebben gemaakt, a. d. z. li. J. E. F.
Schwartz, ridder M. W. O. 4 ckl. en officier Oranje-
Nassau-orde; J. P. J. Barlh, officier Oranje-Nassau-
oidcR. L. A. Hellwig, ridder M. W. O. 4c ki.
J. A. Kroesen, ridder Nederlandsche Leeuw, officier
Oranje-Nassau-orde, en meerderen.
Wij zijn zeer benieuwd te vernemen welke bij
zonderheden dc Indisch: bladen over deze buiten
gewone bevordering ons zuilen brengen, c.q. dc
motieven welke er toe geleid hebben.
De heer Van Kol op üe Oostkust.
De „Sumatra Post" schrijft
De 'heer Van Kol is hier druk bezig gegevens te
verzamelen over den huldigen économiseren toe
stand van het gewest en geeft zich veel moeite om
de huidige vraagstukken-van-den-dag van dc Oost
kust, die voor een goed deel nu weer zoo heel an
ders zijn dan toen nij er eemgc jaren geieden hier
kennis mede maakte, te bestudccrcn, voor zoover
dat in den korten lijd van zijn verblijf alhier, hier
ter plaatse zelf, mogelijk is.
Het is daarbij zeer goed te spreken over de wel
willende medewerking en steun, welke hij van de
autoriteiten ondervindt.
Tegelijkertijd beeft de heer Van Kol hier zijn ver
der reisplan vastgesteld.
Zaterdag a. s. zal hij naar Tiga Ras aan hel
Tobamcer vertrekken om dan per motorboot via
Pangoerocnn op Samosir naar Balige tc varen, van
waar hij den tocht over Taroetocng naur Sibolg.i
vervolgt.
We hebben van de gelegenheid gebruik geinaak.
om deu heer Van Kol te vragen naar zijn indrukken,
opgedaan op zijn nieuwen tocht dwars door Atjcd»,
welken hij pas achter den rug heeft.
De heer Van Kol blecik wel eenigcn vooruitgang In
dc economische ontwikkeling van de gepacificeerde
streken bespeurd te hebben en den goeden invloed
van de gouverncmcnlshulp bij den landbouw, van
het onderwijs, van de vólks-banken enz. viel er ook
volgens hem, wel te con6tateeren, maar de heer Van
Kol had ook weer opgemerkt dat de bevolking al
veel verder had kunnen wezen en, dat men vroeger
hier en daar zelfs al verder geweest was. De heer
Van Kol bleef bij zijne mccning, dat hel beleid van
Van Daalen aan Atjeh een ontzaglijk kwaad had
berokkend, waarvan de bevolking cn 't land zich
nog lang niet hersteld hadden, zóó waren de
Atjehsche gewesten er door achteruitgezet. Ter sta
ving van zijn beweren wees de heer Van Kol op
de aanwezigheid van verlaten irrigatiewerken en van
velden voor de cultures gereedgemaakt, waar de
bevolking thans nog niet was weergekeerd om het
werk weer op te vatten. Dat was soms ook daarom
niet mogelijk, wijl de bevolking op sommige plaatsen
zoo ongeveer gedecimeerd is zóó hebben er de
kogels der Nederlandsche karabijnen, de maré-
chnussée-klingcn cn de verbanning huisgehouden.
In dk verband vertelde dc heer Van Kol ook nog,
dut Ihem uit gesprekken met dwangarbeiders zoowel
als met aanzienlijker vrije Atjohcrs weer gebleken
was dat er tooh zoo talrijk velen onschuldig veroor
deeld en verbannen zijn. Met voldoening had hij
echter ook gemerkt, dat in sommige gevallen, als 't
huidig gouvernement van dc onschuld van bepaalde
personen overtuigd werd, het gedane onrecht cn de
geleden schade hersteld werden.
ilct oud-ingenieurs-oog van den heer Van Kol was
in Atjeh natuurlijk ook weer gevallen ©p het vreem
ds traject van de Atjeh-tram, dat zoo enorm ver
kort had kunnen worden, ols men hier en daar wal
tunnels had willen iitlassdhen, en dat tevens heel
wat goedkooper 'had (kunnen gelegd worden. Dan
verhaalde de heer Van Kol nog van de misère met
den Gajo-weg cn met dc bekende vracht-auto op
dien weg. die telkens in reparatie moet, wat niet
betreurd wordt, omdat dc zware auto, als zij rijdt,
den weg nog slechter maakt.
Dat aan den fijnen spot van den heer Van Kol
ook het getreuzel met het leggen van de verbinding
lusschcn Kvvata Simpang cn l'uiigkoiaii Biandan uiel
ontging, is te begrijpen
De pest op Java.
Regeerin gstelegram va i heden:
Afdécling Malang: Onder de koorlsgevallen
op eergisteren ul dezer waren 2 pestgeval-
len,
11 Mei: 21 gevallen, waarvan 12 dooden.
Van de lijders v.i;i vorige dagen zijn er nog
2 overleden. In Kediri geen gevallen. Te Soe-
rabaya 2 gevallen, waarvan 1 doodelijk. Van
Pasoeroean en Sitoebondo zijn geen berich
ten ontvangen, omdat zich daar In 5 dagen
geen gevallen voordeden.
De hoofdinspecteur dr. Schulein gaal mor
gen naar Soerahaya voor de bespreking van
de te nemen maatregelen.
Cholera.
De Java-Bode schrijft in zijn nr. van 14 April
Het dagelijks gepubliceerde aantal cholerageval
len wettigt de vrees, dal dc ziekte niet hernieuwde
kracht hel hoofd opsteekt. Toch behoort bij bet
raadplegen dier getallen een zekere reserve tc
worden innchtgenonien. Door dc aanstelling van dj
zoogenaamde speurders worden vele gevallen ge
meld, waarvan hot dubieus is ol men inderdaad
mei cholera te doen heeft gehad. Na den dood toch
is de aard dier ziekte mogelijk vast tc stellen.
Van de in het tijdvak van 2—9 April gemelde
sterfgevallen blijven er 33 dubieusneemt men
daarvan ruim de helft, b.v. 19 aan, nis cholera, dan
krijgt men totaal 43 gevallen, of li per dag.
Uit Solo schrijft men aan het Soer. Handels!)!, i
De cholera heeft hier werkelijk leelijk huisgehou
den van dc sckaten af tot nu toe zijn er sleed»
meer dan tien gevallen per dag gewerd, v <or hel
grootste deel met doodebjken afloop. Hel hoogste
cijfer van op één dag aan dc ziekte overlcdeneo
bedroeg 12 cn de cholera heeft meestal een zee;
gevaarilijk, heftig karakterdc menschen zijn maai
kort ziek cn t is atgeloopen. De cholera van nu
is veel heftiger dan die van verleden jaar, die trou
wens mee; sporadisch voorkwam, maar dc bestrij
ding is ook krachtig. Het verbod van verkoop van
allerlei vruchten kwam ul gauw, last tol opruiming
van vuilen rommel ook "t is also! men daarmee
in dit land altijd moet wachteu tot hel feitelijk te
laat is, want hoe vaak is er al niet in dit blad ge
wezen op dc vuilheid van Solo.
De Ghincezen bobben op hun manier getracht de
ziekte tc bestrijden door 't houden van optochten eu
afsteken van stinkende mertjoiis waarin, voor
hen onbewust» misschien nog wat dcsinfecteerciwli
zit. En van den kraton uit hoeft men allerlei poe-
saka's de stad lalcn ronddragen om de cholera te
bezweren. Ondanks dc vier dokters-djawa. die dr
soenan in dienst heeft, gelooft men waarachtig nog
ernstig aan het nul van zoo'n vertoon.
Beter bestrijdt het Kuropecsch bestuur de ziekte
o. a. door het inenten niet cholcra-scruni, waarvan
zeer veel gebruik is gemaakt, liet begint nu ge
lukkig wat minder te worden met de ziekte. Wanneer
nu straks maar niet tc veel Javanen naar Djokja
komen om de vliegdcmonstralies bij te wonen, wan!
dan brengen zc daar dc ziekte ook nog.
Bond van C h <r i s t c n-a o c i a-
listen. De Bond van Christen-socialisten
zal Maandag 5 Juni in 'liet Nulsgebouw te
Rotterdam zijn jaarvergadering houden.
Onder de voorstellen inzak© de bondsbe
ginsclen komen voor dc volgende voorstel
len van liet bondsbestuur:
Art. 5. „Dc Bond van Christen-socialisten
erkent het recht dor natie, om eigen staats
vorm cn staatsinrichting in verband met de
tijdsomstandigheden tc kiezen, maar erkent
daarnevens, dat de Overheid Gods diena
resse is, bij Zijn gratie regeert on Zijn recht
behoort te handhaven."
Art. 6. „Hij eisoht herziening der grond*
wet ter invoering van:
a. Algemeen ©nkolvoudig rechtstreekse!
kiesrecht voor mannen «n vrouwen boven
23 jaar;
b. Evenredig© vertegenwoordiging;
c. Eén college van volksvertegenwoordi
gers, die, volgens eigen consciëntie hande
len, «onder imperatief mandaat der kiezers-"
Art. 7. „Tot bescherming van de sociaal-
zwakken cisohl hij wettelijke verkorting
van den arbeidsdag door invoering van der
8-urigen arbeidsdag; premie-vrije verzeke
ring tegen de nadedig© gevolgen van ziek
te, ongeval en invaliditeit; pensionneoring
van staatswege, en betere voorzieningen in
zake de volksgezondheid."
Art. 8. „Hij verlangt wettelijke maatrege
len ter bestrijding van volkszonden, o.a.
door invoering van het verbod van borde©-
len en van het plaatselijk vodksrcfcrendum
inzak© inperking of verbod van lokaliteiten*
waarin slenk© drank wordt verkocht."
Ail. 9. „Ter bevordering der volksontwik
keling staat luij liet koslclooz© onderwijs
vóór, zoowel op lagure als middelbare en
hoogere scholen.
Dc Bond wenscht volkomen gelijkstel-
52 vAJf
RUDOLF HERZOG.
o—
„Sta mij dan toe, mevrouw, zonder om
wegen recht op mijn doel af te gaan. Om
trent mijn gevoelens kunt u niet in het on
zekere verkeeren. Toen wij in het najaar
scheidden, was ik zoo vrij, ze u te beken
nen, en onze correspondentie kon deze ge
voelens slechts versterken en dieper maken.
Het is u bekend, waarom ik toen heen
moest gaan. Er moesten beletselen uit den
weg geruimd worden, en"... hij glimlachte
veclbeleekcnend, „aan den hoogen heer
van ons huis gelegenheid gegeven worden,
zich met eigen oogen te overtuigen, dat ik
nu rijp genoeg was voor een huwelijk."
„Was da» zoo noodzakelijk?" viel ze hem
in dc rede.
„Mijn jeugd heeft wat lang geduurd, dat
geef ik gaarne toe. Daardoor hoop ik ech
ter aanspraak te mogen maken op den naam
van bizonder solied echtgenoot."
En bij Hans Steïnhcrr, dacht zc bij zijn
woorden, zou die jeugd juist met het huwe
lijk weer beginnen en eindeloos zijn.
„Ge hebt u zeer eervolle eischen gesteld,
Hoogheid," antwoordde ze op dcnzclfden
toon, dien hij aangeslagen had.
„Eh bien, mevrouw, tegen het feit, dat ik
huwen wilde, had mijn oom niets in te
hrenuen. de eenige verhindering was
De gekozen dame."
„Volstrekt niet, mevrouw. De persoonlijk
heid der dame stond boven alle bedenking
verheven. Slechts de standsquaestie, ver
geet mij, dat ik hierover spreken moet,
maar de clikettc staat bij hel hof bijna op
één lijn met het geloof."
„Dus gcloovig werd ik zonder eenig on
derzoek bevonden?"
„Zonder onderzoek," lachte hij en kuste
haar de hand. „Het feit. alleen, dat u mij,
slechten Christen, bekeerd hadt, gaf u het
aureool van een heilige. Maar om kort te
gaan. De opperheer van ons huis kon op
•den duur niet twijfelen aan dc oprechtheid
mijner gevoelens. Hij heeft zich verwaar
digd toe tc stemmen in mijn verzoek. Na
tuurlijk niet zonder enkele niet al te zware
offers. Ik hab afstand moeten d-ocn van het
recht van regccringsopvolging nu, voor
een eeuw was de candidatuur toch in zekere
handen en daarna zal ik er toch geen plci-
zier meer van hebben en in hei leger word
ik it la suite. Aan mijn •u.enstplioht heb ik al
sedert jaren voldaan, dus word ik in alle
opzichten een vrij man. Op den dag van
ons huwelijk mag ik van ons beiden in
dezen, zin spreken, Bettina -- op den dag
van ons huwelijk zal in aansluiting op on
zen naam ons nog de titel verleend worden
van graaf cn gravin Walb'erg.
Hij stond op.
„Dat is één zijde van hel vraagstuk afge
handeld. De oplossing van de andere is in
uw hand."
Ook Bettina was opgestaan. Een oogenblik
keek ze peinzend voor zich uit.
,'En men zal mij niet bescttouwen als een
wvnJewde indrbuwtev? t« mart aannemen,
dat het mij niet ontbreken zal aan vriend
schappelijke tegemoetkoming van uw familie
leden? Als een nietswaardige nul beschouwd
le worden, strookt niet met mijn eerzucht."
„Mijn brooders zijn venruikt u aós schoon
zuster le mogen begroeten. Alleen uw por
tret heeft al wonderen verricht. Mijn broe
ders Dick en Freddy hebben rcods gevraagd,
bij het verlovingsfeest tegenwoordig te mogen
zijn cn zenden hun eerbiedigsten handkus,
met de verzekering hunner blinde aanhanke
lijkheid. Staal u toe, dal ik mij van mijn
opdracht kwijt?"
Met een hoffelijke buiging nam hij haar
handen en kuste beide.
„George," zei ze, terwijl zc haar handen
zacht terugtrok, „houd me niet voor onkiesoh.
Maar bij zut& een buitengewone verbintenis
is het noodzakelijk den werkelijkcn stand
der zaken onder de oogen te zien. Mij dunkt
wij zijn boven gevoeligheden verheven. U
ziet in mij dc schoone en lieftallige vrouw.
Maar dal zou niet voldoende geweest zijn, om
mij de plaats aan uw zijde aan te bieden. U
ziet in mij eveneens dc volkomen onafhanke
lijke vrouw die in niet geringe mate geze
gend is met aardsche schatten."
„Bettina!" viel de prins haar op verwijten*
den toon in de rede.
„Het iis zeer vriendelijk van u, dit in de
tweede plaats tc noemen. Doch het is voor
luij roden le meer, er mijn aandaohl op te
vestigen. Ppt kunt en moogt u niet looche
nen. Verwalen moeten van den beginne af
aan tusschcn ons zijn uitgesloten; de een zal
den ander zijn kleine li cfl icbber i jen niet mis
gunnen. Uw renpaarden hebben u veel ge
kost. uw trouwibadourendienst" ze glim
lachte even „kortom, zog me, hoe hoog
is l><\t '«odraf uwer .v.bi'Mj"*
„Bettina! Ik smeek je om vergeving. Maar
dart dat is mij niet mogelijk!
„Kom, kom, beste vriend, geen overdreven
fijngevoeligheid. Wij hebben andere dingen
voor oogen, dan hier te spelen voor een yer-
.iefd paartje. Wij kennen elkander, en wil
len het met elkander wagen. Laten wc dus
zorgen voor een goeden ondergrond. Dat is
voor levenswijze menschen als wij het eenig
waardige."
„Ik geef me gewonnen voor uw levensop
vatting, Bettina."
,D>us?" zei ze sdha'ks lachend en reikte
hem bemoedigend de hand. „Is liet een ge
tal van zes of zeven cijfers?"
„Precies zeven," zei hij met een zwaren
zucht, die komisch klinken moest.
,Nu," aulwoor.de ze met opvallende on
verschilligheid, „dat zal w in orde komen.
Daarover behoeven wc niet meer te sproken.
Dé regeling ervan kunnen we aan onze zaak
waarnemers overiat n. En wanneer dacht u
de verloving publiek te maken?"
„Pardon," zei hij. logde zijn hood neer en
trad op haar toe. „Slaat u mij toe, dat ik
inij dadelijk volgens dc vormen verzeker
van mijn bezit?"
Ze stond onbewegelijk, het hoofd even ge
bogen en vol eerbied kuste hij haar op het
voorhoofd.
Ze liaalde diep a dean. liet was gebeurd.
Nu stond zc op de hoogte en hel leven wos
haar schuldenaar, meer dan ooit. Na de sla-
vinnenrol van haar eerste huwelijk, dc rol
van heerscheres in haar tweede. Onbeperkte
vrijheid cn de maalsuhappij aan lui ar voelen.
Nu pas zou ze het loven ten volle genieten,
nu was zc pas volkomen gewapend, want
boven haar hing hot wapenschild.
..Miin Jb'vi* ReMinp." /"i dp prins plechtig.
„aLs eerste breng ik mijn liuVdc aan gravin
Bet bin a WaUberg.
„Dank je, George. l)c gebiedster zal niot
al tc Strong zijn."
Hij schoof Jiaar een ring mot oen brillont
aan den vinger en lachend Ivot zc toe, dat
hij al de ringen, tïe ze droeg, aMoed en
aanpaste, tot/lat hij ten slotte een ring «net
robijn Ixihksxl.
„l>at is harteblood," zei hij. „je roode, vu
rige harbeMoedl"
Ze sloot dc oogen en dacht aan haar rood
vurig liarleblood
„Wa4 bet» je toch mooi. Ik heb noch it
Parijs noch in Nizza een prachtiger toilet
gezien. Waarom heb je mij eigenlijk noodig?
Je bent immers zc'.f een g Ijorcn prinses!
Toen begon hij haar z.n plannen mee te
dceicn. Geen lange, officii -!c verloving. Over
vier v.vken zou het lvuw.Jijk plaats hebben.
Dan een reis van eenige maanden naar het
Oosii'-u: Boekarest. Sola. Conslantinopel,
waarheen ze maar wilde. Zijn intieme betrek,
kingen reikten aan alle hoven en vice-ho
ven. Zc kon er zekor van zijn overal schit
terend te zullen worden ontvangen, en over*
al zou ze de harten veroveren.
Met welgevallen luisterde zc naar eijn be-
solirijvingen. O, tc levxen, te leven,... op do
hoogten!..
IMolsol'ing klonk kort en krachtig de huio*
•deurschol.
..Ah, wc worden gestoord 1" zei de prins
spijtig.
Wordt vervolgd.