Zaterdag 20 Mei 1911. BINNENLAND. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS. Miiau» AMERSFOOR DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS! P.r 8 mnanden voor Amersfoort Idem franoo per post Afzonderlijk" namraerz Der» Contant verschijnt dageljjfc», dagen. AdvertentiSnmededeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. f l.OO. 1.50. 0.05. behalve op Zon* en Feest- Uitgevers: VALKHOFF C<>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60. PRIJS DER ADVERTENTIËNi Van 1—5 regels f 0.50. Elke rogel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eemts by vooruitbetaling. Grooto lettors naar plaatsruimte. Voor handel on bedryf bestaan zoor voordoollge bepalingen tol liet herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Een» circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Het woningvraagstuk in do hoof dstad. In de Donderdag gehou den gemeenteraadsvergadering van Amster dam werd allereerst aan de orde gesteld een Interpellatie van het raadslid Wibaut, lui dende: 1. Welke maatregelen denken B. en W. te nomen om te voorzien in de behoefte aan goedkoop gemeentelijk bouwterrein? 2. Zijn B. en W. bereid een commissie van bijstand te benoemen inzake de uitvoe ring der Woningwet? Ter toelichting van het eerste punt zijner Interpellatie, toonde de heer Wibaut aan, dat er te Amsterdam een tekort is aan bouwterrein, waarop goedkoope woningen gebouwd kunnen worden. Te zamen is er slechts 18 J H. A. beschikbaar voor bouw terrein, daarvan 8$ voor volkshuisvesting, en daarvan weer gelegen aan de over zijde van het IJ. Zief men de vraag naar gemeente-bouwgronden, dan is het te wei nig. Naar de overzijde van hel IJ gaat de trek van het volk niet. Een gevolg van het weinig beschikbare bouwterrein is geringere werkzaamheid in ie bouwbedrijven en stijging der huren. Er is den laatsten tijd veel vraag naar wonin gen van f 4 per week. In verschillende stadswijken, toonde spr. met voorbeelden aan, worden de huren aan zienlijk verhoogd, zelfs hier en daar met 50 ets. per week. Spr. noemde het een ontzettend gevolg der grondpoliliek, dat arbeiders met 1' 12 inkomen in de week, daarvan f 2.50, dat is 1/5, moeten verwonen. En door den woning nood moet steeds meer en meer betaald worden aan buur. Het grondbedrijf is te Amsterdam steeds verkeerd uitgeoefend, er is geen rekening gehouden met het doel der gronden. Alleen is getracht zooveel mogelijk geld uit de grondexploitatie te slaan. Spr. vroeg B. en W. gegevens over de verschillende huren en in verband daarmede inlichtingen over het steeds minder wordende aantal ver huizingen. Het heeft in deze gemeente aliijd ontbro ken aan een stelselmalige woning- en grond- poli tiek. Wat het tweede punt zijner interpellatie betreft, zei de spr., dat deze zaak voor het college van B. en W. niet geheel nieuw is; reeds vroeger is op de benoeming eener commissie van bijstand ter uitvoering van Woningwet aangedrongen (1901: Van .rop). De zaak zou toen in overweging .nomen worden! (Hilariteit). Zijn B. en W. thans reeds tot een beslissing geko men? De behoefte aan specialen bijstand waarin de commissie voor Publieke Werken blijkt niet le kunnen voorzien, is urgent. Spr. meende dat de tijd reeds eenige jaren daar is om een dergelijke commissie le be noemen: om eenig stelsel te brengen in on ze grond- en woningpoliLiek, omdat anders de gevolgen nog ernstiger zouden zijn: er zou dan in enkele stadswijken in 't geheel niet meer gebouwd worden! De Voorzitter beamvoordde deze in- srpellatie. Spr. gaf toe dat het vraagstuk hoogst be langrijk is en dat in enkele buurten inder daad behoefte aan bouwterrein beslaat. Maar de heer Wibaut heeft vergeten te ver tellen dat 't op het oogenblik op een twee tal plaatsen onmogelijk is meer bouwgrond te verkrijgen, omdat daartoe eerst onteige ningen moeten plaats hebben. Dat er werkelijk woningnood is wilde spr. niet ontkennen, doch dien moet men niet te hoog aanrekenen. Binnenkort wor den door eenige vereenigingen tal van wo ningen gebouwd in verschillende stadsdee- len. Voordrachten desbetreffende zijn reeds ingediend of zullen spoedig inkomen. Spr. deelde als totaal 2900 nog te houwen wonin gen (binnen afzienbare» tijd) mede, waar voor vijf zes millioen gulden bouwkosten noodig zijn. Op de vragen betreffende de buren enz. kan spr. thans niet ingaan. Daaromtrent moeten inlichtingen ingewon nen worden. Wat de instelling van een commissie van bijstand betreft, vreesde spr., dat er moei lijkheden zouden ontstaan tusschen de com missie voor Publieke Werken en die voor de uitvoering der Woningwet. Deze laatste commissie zou op het terrein van vele an dere commiiessies treden. Indien de heer Wibaut meende een com missie van bijstand voor B. en W. inzake de grond-, woning- en prijspolitiek, dan kon spreker wel toezeggen dat B. en W. een prae-advies op een adres van den Wo ningraad" (dat over deze kwestie loopt) in overweging willen memen, dat aan dit ver langen tegemoet komt Hierop volgt eenig debat. De heer Wibaut had geen bezwaar te gen de toezegging van B. en W. inzake bet prae-atlvies en hoopte op de spoedige in- steülang eener commissie voor de woning en prijspolitiek. Ontvangers der directe belastingen. In een buitengewone al- .gomeene vergadering van de Broederschap van ontvangers der directe belastingen enz. in Nederland, welke door ongeveer 100 ont vangers werd bijgewoond terwijl een 50-tal zioh door een machtiging liet vertegen woordigen, is het bestuur gemachtigd ver schillende maatregelen aan den minister van financiën in overweging te geven en mondeling toe te lichten, die in den gang der promotie verbetering kunnen brengen. De voorgestelde maatregelen beoogen o.a. 1. Uitbreiding van het aantal kantoren der 1ste, 2de en 3de klasse. 2. Regeling van de bezoldiging der ont vangers. 3. Verplicht ontslag op 65-jarigen leeftijd met volledige compensatie van het door de invoering van dien maatregel te lijden verlies door middel van een toeslag op het pensioen. 4. Het afschaffen niet alleen van de voor keursbepalingen, geformuleerd in art. 140 van het Organisatiebesluit 1904, maar slui ting van mededinging naar ontvangkanto ren voor alle ambtenaren, die geen surnu merair zijn geweest, of geen met het sur numerairs-examen gelijk te stellen examen hebben afgelegd, met intrekking van art. 16 van het Organisatiebesluit 1904. 5. Het in bet leven roepen van nieuwe betrekkingen voor de ontvangers van de kantoren der 2de en 3de klasse, hetzij aan gepast aan den tegenwoordigen toestand, hetzij in verhand met komende belasting wetten. Nederlandsche Zuid-Afri kaanse he vereeniging. De Neder- landsch Zuid-Afrikaansche vereeniging zal Za terdag 27 dezer 4e Amsterdam haar jaarlijk- sche algemeene vergadering houden. In bespreking zal komen een voorstel van de afd. Utrecht, ora in den winter 1911/12, voor jongelieden tusschen 12 en 18 jaren, een viertal populaire voordrachten te organisce- ren, betreffende de geschiedenis, taal-, land en volkenkunde in Zuid-Afrika. De heer B. B. Keet, M. A., oud-Yoorzitter van de Afrikaanse Taalvereendging, te Stellen- bosch (Kaap de Goede Hoop) zal verder een voordracht houden. Tuberculosebestrijding spoorwegpersoneel. De Vereeni ging voor personeel in dienst der Nederland- sohe spoorwegen tot bestrijding der tuber culose houdt haar algemeene vergadering te Amsterdam op Zondag 28 dezer. Aan de orde komen o.a. voorstellen van het bestuur om een commissie te benoemen, wier taak zal zijn een onderzoek in te stollen hoe tot heden de verpleging van tuberculoselij ders onder het spoorwegpersoneel en hun ge zinnen bij de verschillende spoorwegmaat schappijen is geregeld, om aan de hand van dat onderzoek een regeling te ontwerpen voor hel verleenen van steun door de vorecniging; voorts ora een verloting te organiseeren en om een consultatie-bureau op te richten te Utrecht en te Gennep en in overleg met de plaatselijke vereeniging 4e Utrecht en voor gezamenlijke rekening voor den tijd van een jaar een enquêtrioe aan te stollen. Herstel van drankzuchtigen. De vereeniging tot bevordering van het herstel van drankzuchtigen hield gisteren te 's-Gravcnhage een vergadering ter bespreking van het rapport der com missie van onderzoek inzake drankzuchtigenverple- ging. In een voorafgegane huishoudelijke bijeenkomst werd het 26ste jaarverslag uitgebracht. Aan dit ver slag is het volgende ontleend De afdeeling Rotterdam ontving een legaat groot 1000 van wijlen den heer Jan Metz, oud-notaris te Veur. Het aantal leden en begunstigers bedroeg in 1910 resp. 550 en 222 tegen totaal 801 in 1909. Aan con tribution werd beide jaren ontvangen resp ƒ2221.50 en 2279. De resultaten van de exploitatie van het Herstel lingsoord „Hoog-llullen" zijn, in tcgenstcJing met 1909, schitterend te noemen. Was in 1909 er een tekort van ruim 3600, dit jaar was cr een winst van 250. Aan verpleeggelden werd in 1910 ont vangen f 8223.38, tegen f 6159.60 in 1909; de wins, op de exploitatie van de boerderij bedroeg in die jaren resp. 1302.67i en 192.86i. Van de 369 afgevoerde verpleegden kwam vau 140 geenerlei bericht in. De jaarlijksche informa tie is daarvan wellicht oorzaak en daarom geeft de geneesheer-directeur in overweging een vijfjaar- lijksohc informatie daarvoor in de plaats te stel len. 104 bleven geheelonthouder en 81 zijn weer teruggevallen. Van de in het afgcloopen jaar verpleegden zijn velen weer veel tc vroeg vertrokken en het ver slag doet daarom een beroep op de familiebeden en vrienden van verpleegden, om ten dezen op zichte met den geneesheer-directeur samen te wer ken De algemeene vergadering, geleid door den heer dr. W. I». Ruysck, waartoe een veertigtal vereeni gingen waren uitgenoodigd, sociaal-hyg.onische, me dische en andere, werd door den voorzitter geopend met een rede, waarin hij verklaarde, dat men vooral over de xwestie verplichte opneming in sa natoria, een zekere aantasting dus van de persoon lijke vrijheid, het gevoelen van de uitgenoodigden wenschl te vernemen. Het lijvig rapport vau de commissie van onder zoek inzake verpleging van drankzuchtigen, diende de besprekingen tot leiddraad. Een der voor naamste conclusies van het rapport in deze, dat die drankzuchtigen, welke thans gemeenschappelijk met landloopers en bedelaars worden behandeld, in een afzonderlijke inrichting thuis behooren, dat de be slissing daarover door den rechter moet worden genomen na medisch advies. In zulk een speciale inrichting zou niet sraf, maar verbetering op den voorgrond moeten staan. Na afloop van den tijd in de inrichting doorge bracht, moet de rec'.asseering worden beproefd met behulp van een andere inrichting en vhh consulta- tiebureaux. Het rapport spreekt zich o.m. nog uit over die drankzuchtigen, welke uoch krankzinnig, noch mis dadig zijn en verder de stille dronkaards", groe pen van personen dus, die tot dusverre op geen enkele wijze met de overheid iu aanraking kwa men. Ook voor hen wil de commissie dwangverpleging cn eindelijk wil zij geldelijk particulieren in staat gesteld zien, vrijwillig om verpleging vragende, drankzuchtigen te zien opgenomen. De andere be hooren aan de staatszorg te worden toevertrouwd, tegen ongeoorloofde aantasting van de persoonlijke vrijheid zou een „staatstoezicht op drankzuchtigen" op dezelfde wijze als het staatstoezicht op krank zinnigen hebben tc waken. Uit mededeelingen van het bestuur blijkt, dat een 25-tal vereenigingen vertegenwoordigd is cn verder o. a. liet departement van Binnenlandsche Zaken door den hc;r mr. Lictaert Peerbolte, refe rendaris aan dat departement. Bij de bespreking van het rapport verklaarde de heer mr. D. A. van Eek (Ned. ver. tot afschaffing van alcoholhoudende dranken), dat het rapport hem niet ver genoeg gaat. Zeer stellig moet er gekg;n- heid bestaan, drankzuchtigen ook tegen hun wil in asyls te verplegen, maar van den stand moet wor den gevraagd alle kosten te dragen niet alleen, maar ook tc zorgen voor het gezin van den mei of zonder geweld opgenomen. Door een der afgevaardigden van het Rljkskiank- zinnigengesficht tc Mcdcmblik, den heer dr. Reits- ma, wordt gewaarschuwd tegen de behandeling van krankzinnige drankzuchtigen als drankzuchtigen. Doet men dit, dan zal men steeds teleurstelling on dervinden. Psychisch minderwaardigen moeten als zoodanig worden behandeld, of zij drankzuchtig zijn of niet, maakt voor die mensohen niet zooveel verschil. Bij behandeling van de vraag, wat gesohiedt? moet met drankzuchtigen, die als plegers van straf bare feiten gedetineerd zijn in gevangenissen en in rijkswerkinrichtingen, herinnert het bestuurslid, dc heer inr. H. Goeman Borgcsius, aan hetgeen reeds door de regeering volgens het desbetreffende wets ontwerp wordt gcwcnscht. Wordt dit wetsontwerp wet, dan wordt een be paalde categorie van personen, drankzuchtigen, wanneer zij strafbare feiten plegen, door den straf rechter aan den burgerlijken rechter overgegeven (lie dan met hen zou kunnen handelen als de com missie van onderzoek wenscht. Men inoet voor de indiening van dit wetsontwerp reeds nu dankbaar zijn, maar het is slechts een eerste stap in de goede richting waarvan men zich niet te veel moet voorstellen, immershet ontwerp eischt van den aau den burgerlijken rechter over gegeven persoon, dat deze zij van ziekelijke stoor nis zijner geestvermogens tengevolge van drank zucht. Dit zal van menig door cn door drankzuchti ge, die ecu intelligent, hoog ontwikkeld persoon was en gebleven is, niet gezegd kunnen worden en voorts mag de civiele rechter hem nog alleen in een inrichting doen opnemen tegen zijn wil, v neer en zoolang de openbare orde dit eischt. Overigens heeft de redenaar niet veel vertrou wen in dwangverpleging in staatsinrichtingen. Dit Yecnhuizen is nog nooit iemand terecht gekomen I De ••fgevaurdigdc der werkinrichting te Hoorn weerspreekt dit laatste ten aanzien van de door hem vertegenwoordigde inrichting. De voorzitter resumeert de beraadslaging zóó, dat men hel er over eens is, dal in de thans ge volgde methode van drankzuchtigenbehandeling eet leemte is, dat die leemte moet worden aangevuld door prophylactische maatregelen, door inrichting van asyla en consultatiebureaus cn dat de behand©- ling voor gedegenereerden cn die voor niet-gedcg« nerccrden onderscheiden moet zijn. Bij dc bespreking van de gewensohte behandelinj van dc drankzuchtigen, die niet krankzinnig zijn en zich aan geen strafbaar feit schuldig maken betwijfelt de heer Mortier Hijmans of voor riew categorie van primair drankzuchtigen dwangverpl* ging wel geoorloofd is. Een gevaar voor de maatschappij zijn ze al daars n niet tc noemen, omdat zij zich immers aan geen strafbaar feit schuldig maakten. Voor hun gezU zijn ze zeer zeker een grootc last, maar niet mee* dan bijv. spelers, sexuecl gedegenereerden, enz. Buitendien zou niet het gevaar ontstaan, dat iren drinken ging om zich kosteloos to laten verplegen? De heer Borgesius acht het vast te staan, dut nie mand eigenlijk voor dwangverpleging is. Alleen, wanneer cr onafwijsbare noodzakelijkheid is, wB men zich er by neerleggen. Ook de commissie geeft toe, dat men niet nt reeds zal kunnen aangeven, welke personen vooi die dwangverpleging in aanmerking komen. Dit behoeft dan ook niet. Wanneer men liet maar daar over eens is, dat de dwang noodzakelijk moet zijn, wil hij worden toegepast. Blijkt die noodzakelijk heid op voldoende wijze, xooals de regeeiing zal meenen, dan kan worden overwogen, hoe de ver pleging inoet geschieden, hcuy in een asvl, hetzij bij particulieren (want dc redenaar ontkentop grond van zijn practijk, dat in een gezin geen drank zuchtige geneest). Ten slotte deelde do voorzitcr mede, dat de re geering zal worden in kennis gestold met dc liiei geuite meeningen en dankt ook nog eens de regee- ring, omdat zij zioh deed vertegenwoordigen doo* den heer Peerbolte. K o 1 o n 1 a n tl b o u w t e n t o o li- telling. Met betrekking tot de koloniale Landbouwtentoonstelling, die in Juli 1912 te Deventer zal gehouden worden, ver neemt het „Vaderland", dat van de zijde der Nederiandsoh-Indischc Regeering krachtige steun wordt ondervonden en door haar inzendingen op het gebied van deu mlandschen en Europecsohcn Landbouw zijn toegezegd. Terwijl de heer Lovink, oud-diirectcur- generaal van den landbouw hier te lauclc, thans chef van hel Departement van Land bouw in Nederkuidseh-JndiC, zich persoon lijk moeite geeft voor het bijeenbrengen van een uitgebreide verzameling op het gebied van den Europceschen landbouw, werd de heer L M. Wcyte, leer aar in de land- en volkenkunde van Ned.-lndic aan het Gym nasium tc Batavia door dc Nod.-Indische regeerting belast met hel bijeenbrengen van van een collecLie op het goblod van den landbouw, gedreven door de versohillende volken wan den Indisahen Archipel. Deze in zendingen zijn bestemd voor het Museum der Kotaniale landbouwschool. Het doel van de tentoonstelling is tweele dig, n.l. lo- hot verspreiden van kennis om trent clen Europees-cbcn cn Inkmdschen land bouw in de koloniën, en 2o. het bijeenbrengen van een verzameling ten dienste van het onderwijs aan de Kolo niale Landbouwschool. De Ingenieur deelt liet volgende mede over het drijvend droogdok voor Soerabaja: Van wege het departement van Koloniën is aanbesteed dc levering van een voor Soe rabaja bestemd 14UÜU tons dok van het zelf- dokkend verbonden sectie („bolled seclioi nal") type en bestaande uit drie bijna eveti lange secties, welke over het geheele dok- profiel onderling zijn venbonden. De afme tingen zijn de volgende: totale lengte circn 58 van RUDOLF HERZOG. o— Springe trok zijn jas uit, ging naar de ta fel en draaide het licht hooger. ,,Laal me je Uadeiijü ee.o uekijken," zei hij kalm. ,,Of liet de oude llans is." Steinherr weerde hem met de hand af. maar Springe lette daar niet op. In gedach ten verzonken stond hij daar voor zijn be schermeling van weleer. Deze 'Uwuug zien ioi een lachje „Tevreden met de monstering? Niet hee- lemaal, geloof ik. Ik ben een beetje ouo geworden in de eenzaamheid. Maar an dersandersMaar ga toch zillen, en als het je genoegen kan doen wil ik je wej zeggen „liet is goed, dat je hier bent." Springe trok een stoel bij en gl.ig vlak iegenover Hans zitten. Hun knieën raak ten elkander. „Hans, Hans," zei hij hartelijk. Hans voelde zich echter niet op zijn ge mak en keek langs zijn gast heen. „Kom, laten wij oils wederzien niet beder ven door dingen, die al lang voorbij zijnl" Springe schudde slechts het hoofid. Toen vroeg hij plotseling: „Heb je mij noodig, Rans? Kun je mij gebruiken? Wat kunnen ons oude geschiedenissen schelen, als de «tAeuwere het meer noodig hebben, opgelost te worden? Mensohen als wij geven elkaar de hand en begrijpen elkander." „Vergeef me. Maar maak ik werkelijk zoo'n amzaligen indruk?" „Ik zou graag de reden willen weten." „Ja, beste Heinrioh ik inag je toch nog wel zoo noemen de reden zou ik ook willen weten. Laten we aannemen, dat ik zonder reden zoo ben, volkomen zonder ^e- den. Dat klinkt dom, inaar het helpt ons er door heen.' „Wat dat betreft, we hebben den tijd." „Lui klinkt uit jouw mond wel wat al te bescheiden. Je zult wel wat beters te doen hebben, dan je hoofdpijn te bezorgen om het uiterlijk van iemand, die zelf niet eens weet oï hij wel hoofd genoog heeft om pijn te voelen. Springe leunde achterover in zijn stoel en zweeg. Toen zei hij langzaam„In de iro nie heb je het in elk geval ver gebracht." „Ik had een go-eden leermeester, ant woordde Steinherr glimlachend; „hij heette lleinrich von Springe en was hierin een meester. Neen, breek diien man n-iet af, ik heb vecJ aan hem te danken." „Die man moet wel een stumper geweest zijn, Hans." „Ik spreek mijn gasten niet graag tegen, maar hier schijnt het mij mijn plicht toe. Plicht of zucht tot zelfbehoud zooals je hel noemen wilt. Laat ik je dan zeggen, dat datgene, wat van zijn levensbeschouwing in in.j is overgegaan, hel beste was, wat ik verkrijgen kon. En dat was zijn ironische kijk op de dingen." ,,En tooh blijf ik er bij, die man was een stumper, of je bent nog niet volleerd." „Ik bezit, wat "ik noodig heb. Meer kan men toch miet verlangen." „Wat heb je alleen aan Ironie? Die is als een tweeling, die zonder de andere twee ling niet leven en niet sterven kan. Nurk- sche knorrigheid in plaats van krachtige le venslust. O, zeker, de ironie heb je geieerd. Aiieen het lachen, het Ned er-Rij nsche lacnen heb je niet geleerd, nog niet; en dut be hoort erbij als de klepel bij de klok. Hef w\jr-t tijh, mijn jongen: leer het lachen 1 lians Steinherr was opgestaan. Dat was het, wat hem ontbroken had. Te kunnen lachen lachen 1 O, als hij dat gekund had, eenige uren geleden sieohts ais hij zich lachend op de hielen had kunnen omdraaien bij Belliua s bekenteni.s, «n lachend was neeng-egaan, voor goed Alle uerinnermgen van hot doorleefde van dien avond, stormden op hem aan. liij stond voor hel raam en had krampachtig het kozijn vastgegrepen. Waarom was die man gisteren niet gekomen, die man, die hem reeds eens den rechten weg gewezen had, den weg naar de jeugd. Langzaam trad hij terug in dc kamer. Hij had nog iets goed te maken. „Hciiirich," zei hij. „ik heb je daareven niet eens behoorlijk begroet. Duf zou ik nog graag doen. Er heeft voel tusschen ons ges-laan, dat slechts bestond in mijn verbeel- cojig en reeds lang vol schaamte verdwenen is. Maar je hebt gelijK; iiienschen als wij geven elkaar de hand en begrijpen e.kan- der. Ik zaJ je niet verveien met senliincma- iiteiten. Hoe ga-at hot mc< mijn moeder?" „Ze schijnt er haar zinnen op gezot te hebben, niet ouder te worden. „Jullie zijt ze'cr zoer gelukkig met el kaar? „Gelukkig. Dat woord kan ik niet meer omschrijven. Ik denk, dat hot de aanduxlmg is van onzen normalen toestand. We heb ben elkaar lief als kinderen." „En mijnheer Priedrich I>eopold?" „Vlug uls oen jongeling van twintig, die van plan is honderd 4e worden. Er blijven hem dus nog tachtig over." »,^n<-*n juffrouw Staid?" „Geeft levende beelden." erkiaar je nader! Levende beelden?" „Zeker. Samen met Friedrich Leopold. Philemon en Bauoiis l) en andere beroemde oude echtew,oden uit de oude geschiedenis. Een paar maal hob ik den pastoor al wil len haien, om aan dal gezucht een einde te maken. „Je bent nog niets veranderd, Heinrioh. En juffrouw Stahl doet de huishouding voor hem, zooals moeder mij schreef!" „llun woning ligt aan den anderen kant van de gang, op dezelfde etage." ,,/x>o zijn wc dan eindelijk aangeland bij de liefde, zei Hans mot oen poging lol schertsen. „O, vraag ma>ar!" „Hcinrichl" „Nu, wat Is er? Heb ik je missahien ver keerd begrepen? Ik dacht, dat je wiide vra gen naar je jeugdliefde." Hans keek onbewegelijk voor zioh. Wat was die jongen inagor geworden! „Hooi -aat hei met Hannes?" „Ach, jongen, die is ons al verreweg alle maal dc baas." „Ze moei nu wel zeer groot geworden zijn „Grool? In elk opzicht. Als opgroeiend mensohenkind en als kunstenares. Als de Een oud echtpaar uit de Mythologie, die zon der licl te vielen, Zeus en Hennes gastvrij ooi vingen en gul onthaalden cn als belooning daarvoor bun grootsten wensch, tegelijk te sterven, verhoord kre sen. Ze veranderden betden in Jindeboomso. grootte zioh laat afmeten naar hot Inkomen, dan is> ze in eik geval grooter dan i;k." Hij lachte vergenoegd, alsof het hem ver heugde, dat het meisje Item had ingehaald. „Heb je haar vandaag hooren zingen.... ïn de phikharmonie..... zooals Jlüsgen verlei de.... „Ja, vandaag hob ik voor hol eerst begre pen, wat zingen is. Zoo'n stem keert je ge woon binnenst buiten. Je zoudt willen hui len om je zelf, ui4 pure zaligheid, omdat je toch in den grond eigenlijk zoo'n beste ke rel bent. Zoo verstokt kim je niet zijn, <i:e stem brengt aWee dn je in beroering, brengt eer drang in je naar het goede, een drang zeg ik je, waarvan je zelf geen idee meer had, dal ze in je bestaan kon. Dat aJles doet die Hannes. Elk woord geeft ze leven, heel eenvoudig, ivabuuriijk, maar met een diepte dat is niet le beschrijven. Je moet haar hooren, cn al kijtk je onder de hand naar liatar, dan verstoort dat tooh dc illusie jiieL Dat was ©en echte Zonda^&daad van don lie ven God, toen hij dat meisje schiep." „Zo-o, zei Hans; en hij herhaalde nog eens: „zoo z©o Toen zwegen ze beiden, tot Hans, zijn ga- dachtengang vervolgend, vroeg: „Maar waarom ben Je niet bij haar? Het conoert moet tooh allang zijn afgeloopen?" ,,Ze moest deel nemen aan een kunste naarssouper. En daar ik haar gezegd dat ik naar je toe wilde gaan-.." Jleb je haar dat verleidt" „En waarom niet? Ze heelt me zelfs de groeten aan je opgedragen." Wordt vtrvolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1