BINNENLAND.
Kameroverzicht
Tweede Knmcr
r De behandeling der Stcenhouwersvcet
Werd Dinsdag voortgezet bij art 3» dat de
toedating regelt. Hierbij verdedigt de heer
Helsdlngen een amendement om de
toelating tot het vak open te stelten op 16-
jarigen leeftijd ln plaats van op 14 jaar, ter
wijl de heer De Vlagt een zoon van den
patroon zonder geneeskundig onderzoek wil
toegelaten zien tot het vak, indien zijn ar
beid moet dieoen als opleiding tot hoofd der
tnderneming.
De hoer Van Idsinga verdedigt eenige
redactiewijzigingen, waarvan de Min. van
Landbouw, Nijverheid en handel er een
Overneemt. De minister bestrijdt daarna he»
amendement-IIe!adingen en beveelt dat van
len heer De VUigt aan.
Dit hatstc amendement gee/t den beer
De Beaufort aanleiding te klagen over
bevoorrechting van werkgevers-zoom. Spr.
wil uitbreiding tot alien, die steenhouwers-
patroon willen worden.
Na repliek van den heer Van Idsinga
ondersteunt de heer De V i s s e r het be
toog van den heer De Beaufort, waartegen
dan de heer Helsdlngen zich kant, even
als tegen de gedachte van ultzonderingsrccht
voor zoons van patroons.
De heer De Klerk verklaart zich tegen
bet amendement De Vlugt en vóór dat van
den heer Helsdlngen.
De heer De V1 u g t is ongenegen zijn
amendement te wijzigen in den geest, dat
allen, die patroon worden willen, vrij van
keuring zouden worden.
De Minister raadt nogmaals verwer
ping aan van het amendement-IIelsdïngen .n
neemt het voorrecht, dat het amendement-
De Vlugt toekent aan patroons-zoons, Jn be
scherming De Minister wil geen uitbreiding
van dit voorrecht tot allen, die opgeleid wor
den voor steenhouwerspa troon.
Hierop volgen duplieken van de heeren
Van Idsinga en Helsdingenen tri-
piiek van den Minister.
De Commissie van Rapporteurs blijkt door
een verklaring van den heer Janssen te
gen het amendement-IIelsdingcn en voor het
amendement-De Vlugt.
Daarna komen de amendementen In stem
ming en worden beide verworpen; het eer
ste met 58 tegen 9, het tweede met 40 tegen
28 stemmen. Artikel 3 wordt nu zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Na een regeling van werkzaamheden en
na <Ie benoeming van Commissies van voor
bereiding voor het wetsontwerp betreffende
de invaliditeits- en ouderdomsverzekering
en voor de Tarirfwet, komt artikel 4 der
Stcenhouwerswet aan de orde (verplichtin
gen van don werkgever).
Nadat de Minister eenfge redactie
wijzigingen van den heer Van Idsinga
heeft aangenomen, wordt dit artikel aan
genomen, evenals artikel 5, waarbij een wij
ziging. van dezelfde zijde afkomstig, afge
wezen wordt door den Minister.
Artikel 6 (inrichting der lokalen, gebruik
van werktuigen) wordt door den heer
Helsdlngen geamendeerd in den geest
van een verbod van invoer en van bewer
king van zandsteen. Spr. verdedigt dit op
grond van de groote gevaarlijkheid van de
bewerking van zandsteen en op grond van
de niet gebleken noodzakelijkheid van het
gebruik van zandsteen.
Sur. licht dan een tweede amendement
toe. dat het gebruik van bijzonder gevaar
lijk gereedschap verbieden wil.
De heer Aa lberse verdedigt een amen-
dement-Pnsstoors, dat voor bepaalde steen
soorten de mogelijkheid van een verbod van
bewerking in uitzicht stelt, doch zulks bij al-
gemeenen maatregel van bestuur om aan de
regeering de besHasing over te laten als de
noodzakelijkheid in de praktijk gebleken zal
zijn.
De heer De Klerk verdedigt een amen
dement om ook voorschriften te geven betref
fende de verwarming van de lokaliteiten.
De heer D e J o n g h. voor het errat in de
Kamer sprekende, verklaart zich tegen het
verbod van zandsteen, welke de architectuur
niet kan missen en waarvan de bewerking in
de open lucht geenszins zoo schadelijk is als
wordt beweerd.
De heer Van Nispen tot Sevenner
(Nijmegen) wil voor de zoogenaamde burger-
winkels minder scherpe voorschriften geven
don voor de groote werkplaatsen.
Bij het verder? debat zegt de heer
Van Karnebeek, dat als hier ar»
bcidersaangelegenheden besproken worden,
bet den schijn heeft of leder een
duit hl het zakje wil doen. om de arbeiders
Ie overtuigen van de goede gezindheid je
gens hen en om hen gunstig t« stemmen.
Dat is intusschen maar schijn, want men
moet bij het nemen van maatregelen rekening
houden met de werkelijkheid en de prac-
Ujk. Zoo beeft spreker zich verbaasd over het
amendement betreffende de verwarming.
Men moet veeleer zorgen, dat er niet te veel
warmte komt in de werkplaatsen. Steenhou
wers hijvoorbeeld zijn gewoon in de opsn
lucht te werken. Daar werken zij zich warm
en nu is het een groote vraag of men d'c
men se hen pjeizfer zou doen met een ver
warmde werkplaats.
De heer De Visser shrit z*ch principieel
•sn bij een betoog van den heer van Nispen
(Nijmegen) omtrent de groote macht, welke
gegeven wordt aan de districtshoofden met
betrekking te* de inrichting van werkplaatsen.
De redactie, welke de minister hier gekozen
heeft, Is naor sprekers heilige overtuiging,
niet afleen in strijd met de grondwet maar
ook met de antecedenten van den algemeenen
awstrrgH van bestuur.
De heer Passtoors verdedigt nader
zijn amendement tegenover de beweringen
r*n den hoer De Jongh. Monumentale gebou
wen zijn zeer goed zonder zandsteen te ma
ken.
De beer De VTu gt bestrijdt eveneens het
amendement betreffende de verwarming van
itoenhouwerswerkplaatscn. Verwarming ver-
Wekt nog maar meer stof. De beste ventilatie
Is de open lucht
De heer Tjdsman ahüt zich aan bij bet
betoog van den heer De Visser. Er wordt hier
gehandeld in strijd nut de tot dusver gevolg
de practijk en in strijd met de antecedenten
van den algemeenen maatregel van bestuur.
De heer L o e f f merkt op, dat wat bij de
veiligheidswet is overgebracht naar een al
gemeenen maatregel van bestuur, hier Is ge
ïncorporeerd ;n de wet, hetgeen Spr. zeer
afkeurt. Hij acht dit niet toelaatbaar. Aan liet
districtshoofd wordt hier een arbitraire
macht gegeven, een zeker soort carte blanche,
waarin Spr. niet kan toestemmen. Hij advi
seert den minister dat ook die arbitraire
macht uit de wet te nemen
Woensdag 11 uur voortzetting.
D Arbeldera-tiektavarzelcerlng.
Vraagpunten.
De Co mm a»l«> van Voorbereiding voor de wets
ontwerpen tot vaststelling der Ra den wet en der
Ziektewet heeft aan de Kamer een drietal vraag
punten voorgelegd.
Hei vu haar n.l. gebleken, dat tegen sommige
hoofdpunten bij de leden der Kamer ernstige he
rwaren bestaan, waarom zij zekerheid wenschte te
hebben omtrent de mrening der Kamer met be
trekking tot de hoofdbeginselen der wet.
De commissie heeft daarom aan de Kamer de
volgende vraagpunten voorgelegd
I. Ia het wenschelijk Raden van Arbeid in te
steHen, belast met de taak om mede te werken tot
de uitvoering van wetten betreffende den arbeid?
II. Is het wensehe'ijk de wettelijke ziektever
zekering te beperken tot uitkeering van ziekengeld,
met uitsluiting van de zorg voor geneeskundige
huln?
Ill Ts bet wemehelijk de riekt eve rzekenng uit
sluitend te doen pi**'* hebben bij van Overheidswege
in te stellen organen*
Wat de eerste vraag betreft, wend in de afdre-
Hngen der Kamrr en in de vergaderingen der cotn-
nr ssie door veel loden betoogd, dat tegen de voor
gestelde inrichting der Raden van Arbeid overwe
gende bezwaren bestaan. Men meende, dat de in
richting dezer locale organen op den voorgestelden
loet niet tot een goed stekel van decentralisatie
zon voeren. Men meende, dat de locale organen
tegenover de Regeering zekere zelfstandigheid moe
ten bezitten en vtet hi de nractijk moeten werken
als bnreaucratische Instellingen. Ook werd een
bezwaar gevonden in de grootte van de gebieden
waarvoor deze besturen zullen worden ingesteld.
Verder meenden verscheidene leden, dat aan de
arbeiders een overwegende Invloed op het beheer
der ziekenkassen behoort te worden toegekend. Hun
belangen zijn bl| de verzekering meer betrokken dan
die der werkgevers. Voorts werd door veVn be
zwaar geopperd tegen het plan der Regeerinu om
de voorzitters der ziekenkassen voor de uitvoering
der Ongevallenwet te maken tot agenten van de
RiikwerzekeringSbank.
Bij de bespreking van het tweede vraagpunt had
nien vrij algemeen overwegend bezwaar tegen bet
voorstel om de verzekering te beperken tot de nlt-
keering van ziekengeld. Voor den rieken arbeider
is het zeker van belang een uhkeering te ontvangen,
die het hem. gedurende den Hid. waarop hii geen
loon kan verdienen, pemakke'ijk maakt de uitgaven,
noodig voor het levensonderhond van zich en zijn
gezin, te bwtrijden. Maar van nog veel grooter
belang Is voor hem. dot hij spoedig herstelle en
weder In staat zij zelf in zijn behoeften te voorzien.
Hiervoor is vele gevallen geneeskundige hulp on
misbaar.
Rn met betrekking tot de derde vraag wordt op
gemerkt. dat eenige leden in beginsel gekant zijn
tegen vernHchte verrekering tegen de gevoleen van
wekte. Voor het opleggen van deze verplichting Is
geen reehtsg'ond aan te wijten.
Deze regeling ra! ten gevolge hebben, dat het
voortbestaan van particuliere inrichtingen, die ver
zekering van arbeiders tegen de gevolgen van ziekte
ten doel hebben, onmogeliik wordt gemaakt. Men
maakte er der Regeering een grief van. dat til. een
regeling voorstelende, welke zoo diep lngriipt in
bestaande mantsrhnpoellfke toestanden, ten nnnz'en
van hetgeen door die inrichtingen wordt gedaan
voor uitkeering van ziekengeld en verstrekk ng van
geneeskundige huin geenerlei inlichting heeft ver
strekt. Van verschillende ebden drong men er op
aan. dat alsnog nauwkeurige inVrht-ngen aan de
Kamer zouden worden gegeven omtrent de hier be
doelde fondsen en dat daarbij mededeeln"en zon
den worden gedaan omtrent de inrichting van elk
daarvan, dr samenstelling van het bestuur, den
Rnane:?elen toestand en de wijze, waarop zij zich
van hun taak kwijten.
De gemaakte opmerkingen werden aan den minis
ter van Landbouw. Nijverheid en Handel toegezon
den, die *n een Nota aan den voorzitter der com
missie zijn antwoord gaf.
Door den Minister werd allereerst bezwaar ge
maakt tegen de volgorde der vragen. Door eerst
te besl:ssen over den werkkring viffi collega, die met
het oog op een bepaalden opzet der ziekteverzeke
ring in het leven worden geiwepen daarna over het
voorwerp der vertekering en eindelijk over de orga
nisatie der verzekering, volgt men n;et de logische
orde, die bil beginselverklaringen allicht de voor
keur verdient.
Naar d» meening van den Minister hm b^t voor
de hand. dat men eerst het tweede vraagpunt, daar
na het deivle en eindoüjk het eerste beantwoordt.
Teneinde nu niet in overbodr'ge herhalingen te
vervallen, heeft de Minister in zijn Antwoord deze
orde gevolgd en behandelt hij eerst de opmerkingen
omtrent de beperking der ziekteverzekering tot de
uitkeering van z:ekengeld.
Geen oogenbük ontkent de M:mster, dat een z:eke
aibeider evenzeer belang heeft bij geneeskund ge
behandeling a!< bij r'ekengeld. maar de Minister
meent dat dit hier de vraag niet is. De vraag i».
of wettelijke arbeidersverzekering het aangewezen
m'ddel is om dit belang te bevorderen. En deze
vraag beantwoordt de Minister ontkennend
Na de overige herwaren te hebben behandeld,
komt de Minister tot bet derde vraagpunt, waarbij
hij uiteenzet, dat het doel van zijn ontwerp niet is
de vernietiging van eenige bestaande nuttige instel
ling. maar het scheppen van een plaatselijk middel
punt voor de geheele arbeidersverzekering en even
zeer als de Minister bi zijn ontwerp hel mogelijke
gedaan beef! om een gezonde ontwikkeling van het
ziekenfondswezen te bevorderen, is hij gaarne bereid
tot overleg over de vraag. o<p wePte wijze in dat
kader de werkzaamheid var bijzondere instel'ingen
kan worden gebruikt, indien maar bewaard Blijft
het middel van locale concentrate der arbeiders
verzekering en indien het gebruik der particuliere
instellingen kan geschieden zonder omslachtige, tijd-
roovende en ontstemmende administratieve be
moeiing.
Ten slotte verdedigt de Minister de Raden van
Arbeid Hij betoogt, dat deze voldoen aan den
eisch, te «tellen aan een goed bestuur eener zieken
kas, terwijl de verdere arbeid, waartoe de Raad
van Arbeid kan worden geroepen, In verband ataat
met een reorganisatie der Kamers van Arbeid, waar
over da Minister thans nog niet in bijrooderbeden
kan treden.
In een onderschrift deelt de Commissie van Voor-
bervdding mede. dat zij teneinde aan den wenach
van den Minister tegemoet te komen, de volgorde
der vraagpunten of> de door hem aangegeven wijze
heeft veranderd.
Berichten.
De Staatscourant van Woensdag 31 Mei
bevat o.a. de volgende Koninklijke besluiten:
benoemd tot registratie-ontvanger te 's Her
togen bosch NV. Nanninga, thans te Wagenin-
gen; te Winschoten L. Venema, thans te
Ztridbrock; le Bergen op Zoom L. H. Veenen-
bos, thans te Woerden; te Sommelsdijk H.
Vriesendorp, thans te Zevenaar; te IJsselstein
L. van Buren Lensinck, thans te Lemmer;
benoemd tot consul te Adelaide G. D. Del-
prat;
benoemd tot substituut-officier van justitie
bij de rechtbank te Rotterdam rar, A. F. M.
Steenberghe, ambtenaar van het O. M. bij de
kantongerechten in Utrecht c. a.; tot ambte
naar van het O. M. bij het kantongerecht te
Utrecht rnr. A. N. Fabius. thans idem te Zie-
r.'kzee; tot idein te Zterikzee mr. J. V. Pol
man, advocaat te Amsterdam;
benoemd tol ridder In de Oranje-Nassau-
orde C. van Mensch, burgemeester van Din-
teloord, onder toekenn:ng tevens van eervoi
ontslag op zijn verzoek;
benoemd tot burgemeester van 's Graven-
ha ge jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek. refe
rendaris aan het departement van koloniën;
benoemd bij het kabinet van de Koningin
tot adjunct-commies C. Verbeek Wolthuijs,
lc klerk:
wegens krijgsverrichtingen op Timor in
1910 benoomd tot ridder 4e klasse der mili
taire Willemsorde de sergeant der infanterie
G Beker, begifh'gd met den eeresab^l de le
luitenant G. D. Spandnw en eervol vermeld
de sergeant der gewapende politie W. TL
Marks en de korporaal-ziekenverpleger J. H.
Heijn'en;
op verzoek gepenslonneerd de luitenant-
generaal W. Cool, van don staf der genie, met
dankbetuiging voor de veeljarige en belang
rijke diensten;
op verzoek eervol ontslagen de reserve le
luitenant P. van Veen, van de grenadiers en
jagers:
ingetrokken de aanwijzing van F. Bolsius
als candidnat-Ind:sch-ambtena3r.
Z. K. H. de Prins begeeft rifch den 12.
Juni naar Gustrow (Mecklenburg-Schwerin)
en keerl 15 Juni weder op Het Loo terug.
Heden brengt de nrssie, belast met de
officieele mededeeling van de troonswisseling
in het vorstendom Scliaumburg-Lippe, aan
H. M. de Koningin het officieel bezoek ten
paleize Het Loo.
Ter eere van het gezantschap zal ten Hove
een gala-diner worden aangericht.
De voor den dienst ten paleize Het Loo
aanwezige heeren worden heden vervangen
door luitenant-kolonel Van Hoogstraten, ad
judant van H. M. de Koningin, kamerheer
baron Taets van Amerongen en ordonqans-
officier jhr. De Beaufort.
In verband met de aanstaande audiën
ties door TI. M de Koningin te Amsterdam
te verieenen, wordt er de aandacht op geves
tigd. dat een ieder,, die op deze audiënties
wenscht te verschijnen, alle aanraking met
besmette zieken zal dienen te vermijden.
De Engelsche gezant is Maandagavond
per Holl. Spoor 10.31 naar Londen vertrok
ken
Men meldt uit 's Gravenhage:
Bij Kon. besluit is bepaald, dal de datum
van in werkingtreding der zedelijkheidswet-
ten zal zijnwat het bordeelverbod betreft
1 Januari 1912; en wal de andere bepa
lingen aangaat 15 Juni a.s.
Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek.
Men meldt ons uit 's Gravenhage:
De nieuwe burgemeester der res'dentie,
jhr. mr. H. A. van Karnebeek, wordt hoofd
van deze gemeente tevens zijne geboorte
stad - op 37-jarigen leeftijd.
Na het volbrengen zijner academische stu
diën te Utrecht was hij voor niet langen tijd
bij de Haagsche balde als advocaat ingeschre
ven. om weldra over te gaan in den ambtelij
ken loopbaan van den Rijksdienst als adjunct-
commas aan het departement van Koloniën,
bij welk ministerie hij werkzaam bleef als
commies, hoofdcommies, en van af Februari
19*18 tot heden als referendaris, chef der af-
deeVng justitie, onderwijs, eeredienst en nij
verheid.
In die betrekkingen werd meermalen van
zijne bekwaamheden partij getrokken voor
andere diensten. Zoo maakte hij in 1899 als
secretaris bij het bureau der Vredesconferen
tie al de werkzaamheden en vergaderingen
van dal wereldcongres mede, zoodat hem bij
de'2e Vredesconferentie in 1907. dus op 33-
jargen leeftijd, de belangrijke functie van
adjunct-gedelegeerde van Nederfand werd
toevertrouwd, een taak waarvan de ook in
het internationaal en volkenrecht bedreven
jonge man zich, gelijk bekend te, met talent
heeft gekweten.
Door zijne studiën en kennis van de kolo
niale aangelegenheden werd hem ook een
plaats in het bestuur van het Intern. Kolo
niaal Instituut waardög gékeurd en nog
laatstelijk nam hij aan het congres van deze
instelling ln Dultschland deel.
De nieuwbenoemde burgemeester wordt
ook geroemd als een man van groote werk
kracht en bui ten ge wonen werklust, welke 't
hem gemakkelijk zullen maken zich in te
werken in de gewichtige gemeenteaange
legenheden, de voortaan aan zijn leiding zul
len zijn toevertrouwd.
Aan het Huis van H. M. de Komngin te
jhr. Van Karnebeek sedert verleden jaar ver
bonden als kamerheer in buitengewonen
dienst, na vooraf daarbij als kamerjonker te
zijn toegevoegd geweest. Hij is gehuwd met
freule Van Wassenaer van Rosande, dochter
van baron Van NVassenaer van Rosande,
christ.-hist. lid van de Eerste Kamer der Sta
ten-Generaal.
Hoewel de nieuwbenoemde burgemeester
zich niet op staalkundig gebied bewoog,
wordt hij echter gekenschetst als een man
van gematigd Fberale i>eginselen. tevens warm
voelende voor het kerkgenootschap waartoe
hij behoort.
Zijn verdiensten ten behoeve der Vredes
conferentie werden door eenige buitenland
se he mogendheden erkend door het verieenen
wuu «^rechillende vreemde ordeteekenen.
- B. C. Ver m ij n e. f De heer B. C. Ver-
mijne, gepens. luit.-kolonel der infanterie, wo
nende te 's Gravenhage, die aan De Steeg tij
delijk vertoefde, is aldaar ln den ouderdom
van 73 jaar overleden. A. Ct.
V r ij z i n n i g-d emocratische
gemeenteraadsleden. In Musis Sa
crum te Arnhem werd Zondag, nadat daar
aan den vorigen avond een huish. verga
dering was voorafgegaan, een openbare ver
gadering van de Verceniging van vrijzin
nig democratische gemeenteraadsleden ge
houden, onder voorzitterschap van mr. S.
J. L. van Aalten Jr.
Aan de orde was: „De rechtstoestand van
pe-rsonen in gemeentedienst". Dit onder
werp werd ingeleid door mr. M. NV. F.
Treub. Spr. deelde mede dat het niet zijn
voornemen was te spreken over de quaes-
ties waarover bij dc aanwezigen geen ver
schil van gevoelen kan bestaan; hij wil drie
punten onder de oogen zien: le. het recht
op bevordering; 2e. vrijheid buiten dienst;
3e. de zaak van het ongevraagd eervol
ontslap.
Het eerste noemt spr. een der moeilijkste
quaestics. Bij sommige ministeries bestaat
de gewoonte dat een zeker aantal jaren
dienst recht geeft op bevordering, zoodat
bv. Iemand referendaris kan worden, die
alleen klerkenwerk kan verrichten. Dat is
hel systeem, waarbij het Rijk of de gemeente
er is voor den ambtenaar, en niet omge
keerd, zooals het behoort te wezen, 't
Systeem van opschuiving naar een hooge-
ren rang naar anciënniteit is verkeerd. Ook
aan een examen hecht spr. weinig waarde.
Men zal bij de aanstelling moeten bepalen,
tot welke hoogte men naar anciënniteit zal
kunnen opklimmen. In 't algemeen zal men
uit een la geren rang geen bevordering moe
ten kunnen eischen naar een hoogeren, wan
neer daarin ander werk moet worden ge
daan, behoudens natuurlijk bijzondere ge
schiktheid. Het scheidsgerecht zal preven
tief moeten werken bij een eventueel voor
bijgaan bij bevordering. Ten opzichte van
de vrijheid buiten dienst, is het radicale
standpunt te zeggen, dat de ambtenaar vol
komen vrij is. Dat gaat niet aan, maar be
perking dier vrijheid zal binnen de engste
grenzen gehouden moeten worden. Een amb
tenaar mag alles doen, behalve datgene,
waardoor hij zijn dienst bemoeilijkt. Hierbij
komt ter sprake de vraag van het vereeni-
glngsrecht, een vraag waarbij de bij de
Grondwet gewaarborgde vrijheid niets te
maken heeft. Want die staatsrechtelijke
vrijheid kan iedereen behouden: zoodra zij
in conflict met de dienstbetrekking komt,
moet deze laatste ophouden. Men moet een
ambtenaar zooveel mogelijk vrij laten, maar
kan niet toestaan dat hij lid wordt van een
verceniging, die b v, staking als middel om
haar doel te bereiken, erkent. Want waar
hel streven moet zijn alles wat het publiek
belang raakt, te doen in eigen beheer, zou
dal toelaten maken dat de overheid geen
baas bleef in zaken, die het algemeen belang
raken. Het publiek belang zou zoodoende
aan den leibami komen te loopen van den
wil der ambtenaren. Wat 't 3e punt betreft,
zegt spr., dat de mogelijkheid open moet
blijven, dat men een amhtenaar, ook zonder
dat hij dingen doet, waartegen straf te be
dreigd. ontslaat. Er kunnen zich omstan
digheden voordoen, dat men iemand niet kan
houden, b.v. iemand, die een verkeerden
geest brengt in een groep ambtenaren, met
wie hij moet samenwerken. De regeling die
ten deze door de Amsterdamsche raadscom
missie is ontworpen, noemt spr. absoluut
verkeerd; men moet niet vervallen in de
haarkloverij, waarin een gewezen Amster-
damsch raadslid, lid van de V. D. partij, ma
tador is die uitvond, dat ontslag geen
straf is. omdat straf dient ter verbetering
en men iemand, dien men ontslaat niet meer
behoeft tc verbeteren haarkloverij, waar
van de Amsterdamsche Raad nog wel eens
d? dupe wordt..
Wanneer men komt in het geval dat men
een ambtenaar wil kwijtraken, maar hem
niet straffen, moet men de door hem hekleede
betrekking opheffen, en hem op wachtgeld
stellen. Die wachtgeldregeling moet dan
goed en billijk zijn. Het ongevraagd eervol
ontslag kan men niet missen, want de ver
antwoordelijke autoriteiten moeten zich van
een ambtenaar kunnen ontdoen. En dat
moet kunnen geschieden buiten het scheids
gerecht om: dit laatste kan alleen invloed
doen gelden bij de bepaling van het bedrag
van het wachtgeld.
De heer Kelderman (Deventer) meent dat
het geven van een ongevraagd eervol ont
slag buiten een scheidsgerecht om, de deur
voor alle mogelijkheden openzet en de betee-
kenis van het scheidsgerecht absoluut te
niet doet.
De heer Van Engen (Utrecht) meent dat
de inleider inconsequent is daar bij het
eersic punt een ambtenaar, die bij bevorde
ring (in dezelfde categorie) beroep heeft op
het scheidsgerecht, bij het derde is uitge
schakeld.
De heer Ribbius (Arnhem) meent dat de
regeling van den heer Treub sub 3 de rechts
zekerheid van t'e ambtenaren vermindert,
temeer waar hel geven van ongevraagd ont
slag kan samenhagen met andere dan dienst-
redenen. Ook vraagt spr. waarom Staat en
gemeente een recht zouden hebben (verbod
van lid te worden van een vereeniging, die
ook staking huldigt) dat men bij een parti
culieren werkgever afkeurt?
De heer Goedhart (Arnhem) wil liever de
bevorderingsquaes'ie g"heel aan B. en W. la
ten en de ontslagquaestie laten beslissen
door een scheidsgerecht, dat buiten B. en
W. en den Raad staat.
De heer Van Aalten (voonzitter) wil
trachten, een regeling tc krijgen waardoor
B. en NV. zich van minder gewenschte amb
tenaren kunnen ontdoen, en waardoor de
ambtenaren dc zekerheid hebben, dat zij
niet de dupe worden van soms zeer speciale
opvattingen van B. en W. Wordt een ambte
naar ongevraagd eervol ontslagen, dan
moet hij de zekerheid hebben de fmancieele
voordcelen uit zijn betrekking te zullen hou
den.
De heer Treub merkt in antwoord aan de
verschillende sprekers op, dat wanneer d«
wachtgeldregeling goed is. B. en W. niet
spoedig hun toevlucht zullen nemen tot het
geven van ongevraagd eervol ontslag, omdat
dat veel te duur zou uitkomen. Ten op
zichte van het door den heer Ribbius ge
zegde, zet spr. uiteen, dat wanneer een par
ticulier werkgever zijn werklieden verbiedt
lid te worden van een vereeniging, dit een
machtsvraag, geen rechtsvraag is. Bij sta
king bij een particulier, heeft de overheid
alleen zorg te dragen, dat de openbare orde
niet verstoord wordt; daar staan twee ge
lijkwaardige belangen tegenover elkaar,
waarbij de overheid neutraal moet blijven.
Bij een staking van ambtenaren komt het
publiek belang in 'het spel tegenover het par
ticuliere, en daarom moet de overheid haar
ambtenaren verbieden lid te worden van
een vereeniging, die een botsing tusschen die
beide belangen in het leven roept.
Hét volgend punt van de agenda: „Het
standpunt van de gemeente ten aanzien van
den aanbouw van woningen, werd ingeleid
door den heer mr. F. A. van Engen te
Utrecht. Spr. behandelde drie punten: 1.
wat de Woningwet voorschrijft omtrent het
uitbreidingsplan: 2. de invloed van de ge
meenten door de bouwverordeningen; 3e.
het bouwen door de gemeente zelf of door
ver c en i gingen.
Ook op deze voordracht volgde discussie.
Algemeene Protestante n-
vereeniging Onder voorzitterschap
van ds. Onast, uit Utrecht, is te Zutphen de
algemeene vergadering van de Algemeene
Protestantenvereeniging gehouden.
De voorzitter spoorde in zijn openings
woord de aanwezigen aan om ïn den strijd
tegen het ultramontanismc niet te verflau
wen. Rome rust niet, is steeds bezig ons te
omsingelen door zijn vestingen „kloosters"
en door zijn propaganda.
Scherp gispte ds. Quast het samengaan
van Protestanten en Katholieken bij de stem
bus en spoorde ten slotte allen aan om on
der de vaan van het onvervalscht Protes
tantisme tegen den vijand op te trekken.
Ds. Krop uit Zwolle bracht vervolgens het
jaarverslag uit. waaruit bleek, dat verschil
lende afdeelingen. o.a. Rotterdam, ijverig
werktzaam zijn. Enkele evenwel lieten niets
van zich hooren. Wat het hoofdbestuur
heeft gedaan tegen de Boromeus-Encyclie';
en het vestigen van Portugeeschc klooster
lingen hier te lande, werd tevens mee"e
deeld.
In het hoofdbestuur zijn herkozen de he
ren Den Bliek te Soest. Lindenborn te An-
gerea en gekozen de heeren ds. Schrende-
te- Arnhem Thornes te Utrecht.
Onder toejuiching werd besloten een tele
gram van hulde aan H. M. de Koningin te
zenden.
Door ds. Lindenborn werd voorgestc'.ri
een propaganda-commissie te benoemen
De heer Berg uit Rotterdam was daarlc
gen. Het hoofdbestuur moest dat doen; hi
noemde het niet actief genoeg.
De discussies over deze propaganda
commissie werden voortgezet
M ij. „Een Nationaal belang.'
Deze Maatschappij hield gisteren hare Jaar-
lijtksche algemeene vergadering in het café
Hollandais te 's Gravenhage.
Ui* het verslag van den directeur bleek,
dat het afgeloopen jaar niet gunstig was ge
weest door totaal gemis aan fruit en hooge
onderhoudskosten, hetgeen de winst- en ver
liesrekening doet sluiten met een nadecüa
saldo van f 165.53$.
Ditmaal werd bet verslag verrijkt met twee
rapporten, handelende over den toestand
van de verschillende beplantingen voor zoo
verre de fruitboomen betreft door den heer
E. Snellen, directeur der Ned. Pomologischt
vereeniging, en voor zooverre belieft dc
griend- en teenolantages door den heer R
Meelker, een van de hoofdopzichters der
Ncderl. Heide-Maatschanpij, uitgebracht.
Door het overriden van den president van
den raad van commissarissen, den heer A
Koster Mzn ontstond er in dien Raad cone
vacatnrp. -Tin werd voorzien door de
verk'ezing ran den beer E. Snellen, terwijl
de aftredende leden, zündp de heeren dr. P.
Wellenbergh, H. Copijn en G. J. A. Verste
gen. met algemeene stemmen werden herko
zen.
In de pla ts van wijlen den heer A. Koster
Mzn. werd tot nrcsident-comm:csaris benoemd
de vice-president, de heer dr. P. Wellen
bergh, en in diens plaats tot vice-president
de heer F. B. Löhnis.
Een honderdjarige. Mej. de
wed K. Buiskool geb. Schreuder. te Beerta,
herdenkt heden haar honderdsten verjaar
dag in alle stil«e.
De ingezetenen wilden haar gaarne een
feestdag bereiden, doch zij heeft dat niet ge-
wensohA
Ter navolging. Een zilveren
bruidspaar te Ruinerwolde (Dr.) heeft f lüüü
geschonken aan de plaatselijke vereeniging
Het Groene Kruis.
Op het Turn feest van het Ned. Gym
nastiek Verbond, dat op de beide Pinkster
dagen en Dinsdag d. a. v. op Houtrust 1e
's Gravenhage plaats heeft, worden tweedui
zend turners verwacht, waarvan een 400-lal
uit het buitenland.
Het spreekt van zelf, dat de voorbereidin
gen van dit Bondsfeest ontzaglijk veel w^rk,
tijd en moeite vorderen.
Hei terrein Houtrust" is geheel voor het
doel ingericht. Gezorgd is dat ook bij slecht
weer de wedstrijden kunnen doorgaan.
Het Bondsbestuur hoopt dat de Hagenaars
ter eere van bet groote Turnfeest zullen vlag-*
gen.
De bultcnlandsche bonden zenden verte
genwoordigers.
Zaterdagmiddag 3 uur offirieele ontvangst
door het gemeentebestuur ten stadhuize.
Wijnmalen naar Amsterdam.
Wijnmalen beeft gisterenavond een nog
niet alledaagsoh uitstapje ondernomen, door
roet zijne vrouw van Soesterberg naar Any
sterdam te vliegen.
Echter had het aanvankelijk in zijne ba*
doeling gelegen, van Soesterberg uit even
boven Amsterdam te gaan koersen en daarnai