876.
Vrijdag 9 Juni 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE NEDER-RIJNERS.
Jatiricanf.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f I.OO.
Idem franco per post - l.ftO.
AAonderlijk-» nummers - 0.05.
Deze Courant verschenk dngelyks, behalve op Zon- en Feest
dagen
AdrertentiSnraededoolingen enz.gelieve men vóór 11 uur
•■morgens Dy de Uitgevers in te zenden-
Uitgevers: VALKHOFF ft C».
Utrechtschestraat
Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTENTIËN:
f
o.io.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryf bestaan zoor voordoelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement. Ken#
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op art. 37 der Drankwet;
Brengen ter openbare kennis
lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
31a verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank,
anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse
van verkoop, door: StofféKna van Veen, weduwi
van Willem van Apeldoorn, bierhuishoudster, wo
nende te Amersfoort, in de beneden-voorlocalitcit
van het perceel, staande aan den Soesterweg no. 304
alhier
2o. dat binnen twee weken na deze bekendmaking
ieder tegen het verleenen van het verlof schrifte
lijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan
nbrengen.
.Amersfoort, 8 Juni 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris, De Burgemeester,
J. G. STEN PERT KROESB. WUIJTIERS.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat in de gemeenten
Soest, Wijk bij Duurstede, de Bilt, Lopik, Jaarsveld
en Willige Langerak gevallen van mond- en klauw
zeer zijn voorgekomen.
Amersfoort, den 8. Juni 1911.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
De crisis in België.
De beweging, die het schooiwelontwcrp
van het kabinet-SclioHaert in hel land heelt
tioen ontstaan, heelt succes gehad. Of het een
blijvend, succes zal zijn, zal nog moeten biij-
en. Maar wat ook de verdere gevolgen er
van mogen zijn, in één opzicht is hel doel,
uat werd beoogd, bereikt. Het kabinet-
->chollaert heeft ontslag gevraagd en met het
heengaan van dit kabinet verdwijnt ook liet
wetsontwerp, dat dezen storm in het land
had verwekt. De schoolstrijd zal hiermee
niet uit zijn, maar de oplossing, die dit mi
nisterie er aan had willen geven, is prijsge
geven. „De kloosters zullen de 20 millioen
.liet krijgen, die de heer Schollaerl hun on
voorzichtig had beloold. Dat is de hoofd
zaak", schrijft de Indépendance beige.
De oppositie heeft in hare bestrijding van
net schoolwetontwerp een bondgenoot gekre
gen van eene zijde, waarvan zij dit hel al
lerminst had verwacht. Het is gebleken, dal
ook aan de rechterzijde de instemming met
dit wetsontwerp niet algemeen was. Een der
meest gezaghebbende mannen üan de rech
terzijde, de oud-minister Woeste, heeft zicb
als een tegenstander van het wetsontwerp
ontpopt. AJs minister van staat was hij ver
leden Zondag bij den Koning ontboden, en
net was bekend geworden, dat hij zich daar
ongunstig had uilgelaten over het wetsont
werp, waarmee dc minister-president Schol
laerl verklaard had te staan of te vallen. Ook
uit de rede, die hij eergisteren in de Kamer
hield, konden zij, die tusschen de regels wis
ten te lezen, opmaken, dat Woeste aller
minst tot de voorstanders behoorde. Hij ver
dedigde het wetsontwerp tegen het verwijt,
.iat het in strijd was met de grondwet, maar
liet daarop volgen, dat deze regeling niet
beantwoordde aan zijn ideaal. Liever zou
hij hebben gezien, ais de onderwijswetten
van 1884 en 1895 eenige verbeteringen had
den ondergaan. Dat behoefde intusschen niet
te beletten, dal het wetsontwerp in overwe
ging genomen en naar de afdeelingen ver
wezen werd. Dan zou er gelegenheid zijn het
eens te worden over verbeteringen, die in
het wetsonwerp konden worden gebracht.
Ondanks den schijnbaar verzoenlijken toon
van deze rede van Woeste, was Üe algemeene
indruk toch, dat hier een tegenstander aan
het woord was geweest. En wanneer hij de
felle oppositie, die van links tegen het wets
ontwerp werd gevoerd, zich nog bezwaren
van rechts kwamen voegen, uiigesprokeu
door een man van zooveel gezag als de heer
Woeste, dan lag het voor de hand, dat daar
mee het lot van het wetsontwerp beslist was
en dat ook de positie van het ministerie, dat
het had ingediend, onhoudbaar was gewor
den. Dat heeft het kabinet-Schollaert inge
zien en het heeft de portefeuilles ter beschik
king van den Koning gesteld.
Het aftreden van dit ministerie is een
merkwaardig feit in de geschiedenis van
België. Sedert den 17en Juni 1884, toen het
kabinet-Malou optrad als gevolg van dc
groote nederlaag, die de liberalen enkele
uagen te voren hadden geleden bij de ver
kiezingen tot vernieuwing van de helft der
Kamer, is de katholieke partij onafgebroken
aan het bewind geweest. Thans is voor het
eerst in deze langdurige heerschappij eene
bres geschoten. Een clericaal kabinet is ge
dwongen heen te gaan, omdat het niet in
staat is op een zoo gewichtig punt van zijn
regeeringsprogramma als de onderwijswet-
geving, zijn wil door te zetten. Wat daaruit
zal voortkomen, is nog onzeker. Maar op
zich zelf reeds is hel feit van beteekends,
dat een kabinet van de rechterzijde zich ge
dwongen ziet om af te treden.
Zinspelende op de mogelijkheden, die zich
kunnen voordoen bij de oplossing van deze
crisis, schrijft de Indéper.dance beige: „Een
blad heeft als zeker voorgesteld de onmid
dellijke ontbinding van het parlement. Dal
zou zeker beantwoorden aan de intieme hoop
van de ministers en van de rechterzijde,
maar het is van belang niet te vergeten, dat
de Koning alleen het recht heeft de ontbin
ding van de Kamer toe te slaan of te weige
ren. In de tegenwoordige omstandigheden
zou de ontbinding niets in orde brengen, om
dat de linkerzijde nadrukkelijk zoude wei
geren haar toe te laten, voordal de uitkomst
van de volksstemming in staal heeft gesteld
de vermeerdering van het aantal afgevaar
digden te bepalen. Wel is waar zou de rech
terzijde, als zij thans de ontbinding niet
kreeg, kunnen weigeren langer de verant
woordelijkheid van het gezag op zich te ne
men. In dal geval zou de vorming van een
kabinet van zaken, zich onthoudende van de
uitoefening van elke partijpolitiek, geheel
aangewezen zijn en wij zouden het niet
zijn, die eene dergelijke oplossing betreur
den".
De aanbieding van de opdracht tot kabi
netsformatie aan den voorzitter van de
Kamer Cooreman duidt aan, dat in die rich
ting naar eene oplossing van de crisis wordt
gezocht. Intusschen heeft Cooreman bedankt.
Duitschland.
B e r 1 ij n, 8 Juni. De waarde van de
Duitschcn invoer bedroeg in 1910 zonder de
edele metalen 8934 millioen mark tegen
8520 millioen in het vorige jaar, de waarde
vna den uitvoer zonder edele metalen 7475
legen 0592 millioen.
Met inbegrip van de edele metalen was
de invoer 450 millioen, de uitvoer 785 mil
lioen meer dan in het vorige jaar.
België.
Brussel, 8 Jun i. Het kabinet-Scln,.laert
heeft ziju ontslag gevraagd.
Tweede telegram. De afgetreden
minister-president Schollaerl zal in het begin
van de zitting der Kamer van heden eene ver
klaring voorlezen. Volgens het gebruik heeft
de Koning den voorzitter van den Senaat bij
zich ontboden.
Brussel, 8 Juni. lu dc Kamer deelde
de minister-president mede, dat de miuislcrs
den Koning om ontslag verzocht hadden en
stelde bij voor de zitting van de Kamer tot
nader te verdagen. l>e rechterzijde juichte
den presïdeut van den ministerraad toe,
da ar tusschen werden kreten gehoord: ,,A bas
la calotte", ,,\Neg met de vrijmetselarij" en
„Leve het algemeen kiesrechtt" De Kamer
heeft de werkzaamheden geschorst en de zit
ting is opgeheven.
Tweede telegram. Dc ontslagaan
vrage van het kabinet werd in de Kamer
door den minister-president medegedeeld
zonder aanwijzing der beweegredenenZe is
het resultaat van besprekingen tusschen den
Koning en de ministers ou iiooge politieke
persoonlijkheden over den staatkundigen
toestand, welke voortvloeit uit den on ver
zoenlijken tegenstand der linkerzijde jegens
de nieuwe schoolwel. Men noemt Cooreman,
president der Kamer, als formeerder van
het nieuwe kabinet.
Derde telegram. De Koning moet
aan Schollaerl, den president van den minis
terraad gevraagd hebben ol hij met geioulue
dat het in het belang van den algemeen en
rede was om toe te stemmen in eene verda
ging van het onlwerp-schooiwet, als gevolg
waarvan Schollaerl de meemng lieeit verkre
gen dat zijn aftreden noodzakelijk was. ue
igemeene opinie is dat liet nieuwe kabinet
aan de Kamer zul voorstellen om liet ontwerp
naar de afdeelingen te verwijzen en een cen
tra-Ie sectie te vormen. De wet zou daardoor
niet voor 1912 in beraadslaging kunnen ko
men, nadat het laud is geraadpleegd.
Brussel, 8 Juni. De heer Cuorwnun
heeft om persoonlijke redenen de opdracht,
tot vorming van een kabinet van de hand ge
wezen.
Frankrijk.
P a r ij s 8 Juni. De Kamer beraad
slaagde heden over eene molie-Meunier,
waarbij werd voorgesteld de afkondiging van
liet besluit op de grensbepaling van het
Champagnegebied uit te sl.lieu.
Minister Caillaux wees de Kamer op de
ernstige gevolgen van de motie, die de re
geering wil beletten een daad te doen, waar
toe zij geroepen is.
De Baad van State is zoo vrij geweest in
zijne overwegingen, dat de meening van den
regeeringscommisaris geen ingang heelt ge
vonden.
De Kamer heeft beloofd de beslissing van
den raad van state te bekrachtigen; het is
dus onmogelijk die beslissing niet le aau-
vaarden. Zoodra het besluit afgekondigd is,
zal de regeering trachten een meer plooi
baar stelsel te vinden, waardoor botsing tus
schen verschillende deelen van het land ver
meden wordt. De regeering zal eehter de
afschaffing van de grensbepaling niet in
overweging nemen, zoolang de Kamer niet
een stelsel zal hebben aangenomen, waar
door aan den wijnbouw wettelijke zekerheid
wordt gegeven.
De regeering verklaarde de eenvoudige
orde vau den dag te aanvaarden, hetgeen de
beteekenis zou hebben, dat de wet moet wor
den -geëerbiedigd. Dit werd aangenomen
met 299 tegen 181 stemmen.
De Kamer heeft de algemeen© beraadsla
gingen over het wetsontwerp tot herziening
van de kieswet ten einde gebracht ©n met
531 tegen 58 stemmen besloten over te gaan
tol de behandeling van de artikelen.
Na een kort, maar levendig debat, weiger
de de Kamer de dadelijke behandeling van
eene interpellatie over de grensbepaling van
het Champagnegebied en besloot deze inter
pellatie latei' aan de orde te stellen. Onder
de telegrammen vindt men vermeld, dal de
zaak gisteren behandeld is en dat toen be
sloten is nar den wensch van de regeering.
Dc ministerraad heeft besloten de beslis
sing van den raad van state betreffende de
grensbepaling van het champagiicgebied,
waarbij eene tweede zone in 't leven wordt
geroepen, te bekrachtigen. Het daartoe
strekkende besluit is door den president der
republiek onderteekend. Tevens is echter
besloten de wet van 1905, waarop de grens
bepaling berust, in dien zin te wijzigen, dat
de vcrcenigingen van belanghebbenden de
bevoegdheid krijgen bij dc rechtbank op te
komen tegen de door de regeering vastge
stelde grensbepaling.
In het wijngebied van de Aube hebben
verscheidene gemeenten wederom de roode
vlag geplaatst op de raadhuizen en kerken;
oproerige opschriften verschijnen weder op
de openbare gebouwen. In alle dorpen
heerscht eene levendige opgewondenheid.
In den loop van de instructie tegen den
gewezen directeur van het departement van
buitenlandsche zaken Haman is gebleken, dat
hij 50,000 frs. heeft verduisterd, afkomstig
van dc opbrengst van den total! saior, die
voor Fransche inzendingen van weldadigheid
en onderwijs in het oosten bestemd waren.
Spanje-
Madrid, 8 Juni. De oud-minister Vil
la mie va interpelleerde de regiering heden
over Marokko. Hij zeide, dat het Franech-
Spusnsche verdrag van 1004 mo©i worden
bekend gemaakt, omdat noch de akte van
Algeciras, noch het reeds bekende Spaanscli-
FrauschDe verdrag van 1004 invloeds-zóues
bepaalt.
Minister-president Canalejas antwoordde,
dat de tijd daarvoor nog niet gekomen is.
Villanueva betreurde dit, want hel zou pas
sen, dat Spanje weel, dat een verdrag eene
invloedszóne bepaalt, die begrensd is door
de Moeiocja, Yannem en Luccu. Hij voegde
hieraan nog toe: Wij kunnen naar Tetuan
en Larache gaan on naar elk ander punt
tol verdediging van het leven van onze bur
gers, maar wij hebben niet het recht gebied
in bezit te nemen, want dat zou eene schen
ding van de verdragen zijn. Spr. constateert,
dat het te laat is, dat Sjianje zich wendt
tot Duitschland. Wij moeten stipt de verdra
gen in acht nemen. De financieele en de
binnenlandsche toestand en de dynastieke
ktvestie verbieden zekere ondernemingen
Het moet niet moeielijk zijn, dat wij ons met
Frankrijk verstaan.
Canalejas verklaarde, dat hij niet met volle
vrijheid kon antwoorden, want de onder
handelingen duren voort tusschen Frankrijk
en Spanje. Wij breiden onze vreedzame actio
in Marokko uit. In de volle mate van zijne
krachten is Spanje in Marokko e«n door
Frankrijk erkende persoonlijkheid, die ge
rechtigd is zijne burgers te beschermen zon
der de verdragen te schenden. De onlusten
in Marokko hebben ons er toe gebracht
maatregelen van veiligheid tegenover de
stammen te nemen. Men verbaast zich, dat
wij niet protesteerden tegen de Fransche
expeditie naar Fez. Wat konden wij daar
aan doen? De invloedszóne van Larache is
niet bepaald door de verdragen, maar ge
vestigd door de geschiedenis. Zonder in bij
zonderheden te treden, verzekerd» Canale
jas, dat het volstrekt niet ar om gaat de
tegenwoordige Spaansche rechten te weige
ren, die goed omschreven zijn. Wij begeven
ons volstrekt niet in eene veroveringsonder-
m>ming. Er is volstrekt geen internationaal
gevaar.
Portugal
Hel gezantschap van de Vercenigdc Star
ten te Lissabon heeft last ontvangen de Por-
tugeosche regecring namens de Vercenigdc
Staten officieel te erkennen, zoodra de
nieuwe grondwet door de constitueerende
vcrgdaeriiig zal zijn aangenomen.
Turkije.
Over den jongsten aanval van dc Malissoren
en Murdietcn heeft het departement van oorlog
eene dépêche van den opperbevelhebber in
Albanië bekend gemaakt, volgens welke do
aanvallers, wier aantal eenige houderden be
droeg, plan hadden de vesting en eenige pun
ten van Alossio (Turksch: Lesch) te bezetten.
Zij plunderden bet wapenmagazijn ea sneden
den telegraal'draa i naar Durazzo door. Bij
het gevecht met dc troepen en de gendarmerie
hadden de Albancczcn negen dooden en ver
scheidene gewonden; aan de zijde van do
troepen werden een gendarmerie:luitenant en
twee soldaten gewonu. De telegrafische ver
binding niet Durazzo is inmiddels hersteld.
Om aan de Aibancczen den terugtocht af to
snijden werden van Skutari drie en van Du
razzo twee bataillons gezonden, liet departe
ment van bu.tenlandsche zaken bestrijdt in
eene mededeeiing aau de Turksche gezanten
de alarmgeruchten over den opstand van de
Mirdiete.il en de afkondiging van de autono
mie van Albanië.
Uit Weenen wordt aan de Frankf. Ztg. be
richt, dat de moeielijkheden, waarmee Tur
kije in Albanië heeft le kampen, daar' niet
zonder zorg worden gadegeslagen. Oosten-
rij k-Hongari je heeft -/ij herhaling in Stamboel
den raad gegeven tegen de Malissoren- en
Mirdietenopslanden niet alleen op te treden
met militaire maatregelen, maar ook met een
welwillend ingaan op de rechtmatige ci&chen
van de stammen. Dat ligt in de eerste plaats
in het belang van 'Turkije, dat immer* niet
den wensch kan koesteren, dat de oude vijan
den van de Montenegrijnen in dc armen van
dezen worden gedreven. Deze raa<i moet ln
de laatste dagen dringender herhaald zijn.
In hoever hij bij het nieuwe Turksche régime
gehoor vindt is niet bekend, nog minder hoo
ver de stammen zich reeds met Montenegro
hebben ingelaten. Maai' de legende van eene
Montenegrijnschc onzijdigheid zal wel oiet
lang meer gehandhaafd Kunnen worden. Meu
heeft hier echter enkel ie doen inet eene
Turksche moeielijkheid; de absoluut correcte
houding van de Italiaansche regeering sluif
de mogelijkheid ven OosUmr ij ksch-I tali a an-
sche gejjchillen uit.
Uit Konstantinopcl worde bericht, dat er
tot dusver gc©n spoor gevonden is van de
?1 VAN
BUDOLF HERZOG.
„Oom," zei het meisje peinzend, „ik geloof
dat u allen hem te zeer drukt met uw liefde.
Nu voelt hij zich als een invalide, een bede
laar. Met zulke zieken moet men opgewekt
5a vroolijk praten ea kibbelen, hun geest
vsa tegenspraak prikkelen. Een mensch
;««lt zich nooit gezonder, dan wanneer hij
irn kan spreken. Dat verhoogt het gevoel
vai eigenwaarde en maakt hem koppig."
„Of stijfhoodigheid wel de juiste deugd
A
k 0, domme man! Koppigheid verdwijnt ten
A,»tte, en dan is de stijfhoofdige de gevende.
1t**r onderworpenheid, die verdwijnt, blijft
de ontvangende. Dat kan geen man van
zichzelf op den duur verdragen."
„Vertel me eens, kindlief, ik hoop toch
dat je deze wijsheid alleen maar uit je
aria's hebt?"
„Ze is 's nachts over mij gekomen sedert ik
Hans gezien heb."
„En wat moet ik doen? Ik ben nu zonder
voorbehoud tot je beschikking."
„Tracht hem afleiding le beaorgen, breng
hem onder mannen, spreek met hem over
dingen, die hem na aan het hart liggen, over
kunst* literatuur, ea loon u onwetend, bru
taal of onhandig, zoodat zijn verontwaardi
ging of verdedigingsgeesit wakker wordt, en
hij in vuur geraakt. O, oom, als ik kon,
zooals ik wilde
„Maar wil dan toch, kindje! Je neemt me
dair werkelijk een heel pak van het hart."
Ze schudde het hoofd, en in haar voor
hoofd groefde zich dezelfde rimpel, dien ze
als kind zoo dikwijls vertoond had.
„Ik kan me toch niet wegwerpen," zei ze
zacht. „Zooiets doe je wel in liet uur van
gevaar, maar niet uit vrije beweging. Dat
zou schijnen, of ik er eigenbelang bij op het
oog had!"
„Als je hem liefhebtvroeg Springe
aarzelend.
„Omdat ik hem lief heb, omdat, omdat!
Hij moet gezond worden, niet Ik. Ik
ben het immers!"
„Dat is zeker!" zei Springe hartelijk. „En
nu begrijp ik je ook volkomen. Zijn trots
wil je."
„Ja," zei ze zacht, peinzend glimlachend,
en haar wimpers waren nat.
„Ik zal het eens beproeven met Friedrich
Leopolds recept," besloot Heinrich Springe.
„Wijn wekt 's menscheu hart op, en van
daag, op den eersten Mei, vloeit in dc schil-
derssocieteit de algemeene Meibowl. Dan
komen de schilders en schildcrtjes van
heinde en ver, en een praats dat ze hebben,
een praats, zeg ik je, dat den anderen kunste
naars de haren te berge rijzen. Dat moet
Hans mee maken 1"
Hans Steinherr was in die laatste week
slechts tweemaal als gast op burcht Springe
verschenen. Op den dag, dat de familie
Hannes feestelijk aan het station afhaalde.
was hij pas tegen den avond gekomen.
Met een ruiker bloeiende meidoorn in de
hand was hij bat atelier binnen getreden, waar
het meisje voor een nieuw stuk van Springe
stond, een sluimerende parkvijver, over
schaduwd door dichte kastanjeboomen.
Toen ze een stap achter zish hoorde,
wendde zij zich om.
„Dag mijnheer Hans. Hoe gaat hek uV
Het (loet me genoegen, u weer te zien!"
Hij had het schoone, zelfbewuste meisje aan
gestaard, en toen hij de lippen bewoog, om
te antwoorden, voelde hij, dat er in hem
iets gebroken was, op dit oogenblik.
Hannes, juffrouw Hannes. zei hij met
moeite, en toen slak hij haar aarzelende
hand toe, waarin liij de bloemen hicid; ze
nam de bloemen aan en vatte zijn liand.
„Wat attent van ui Hartelijk bedankt.
„Ze zijn uit den tuin ginds," zei hy, om zijn
eigen stem te hooren. „De lente is dit jaar
vroeg!"
Ze knikte en verborg haar gelaat achter ue
bloemen. De harde trek om zijn mond deed
haar pijn.
Toen spraken ze van hun reizen. Juist zoo-
als mcnschen, die elkander ontmoeten aan
een station, en nu praten, om den tijd zoek
le brengen. En toch wachtte ze op niets an
ders dan op één woord, dat <ien ouden Hans
verraden zou, en alles wat hij sprak, ging
langs haar ooren heen, vlug, vaag, om toch
dat eene in zich te kunnen opnemen, wal ko
men moest.
Maar het kwam niet. De man, die voor
haar zat, bezat niet meer voldoende kindcrhjic
geloof om door den sluier heen in de ziel te
lezen. Hij zag slechts de verstrooidheid,
waarmee ze hem aanhoorde en antwoordde,
en zijn onrustig geweten bracht hem op het
denkbeeld, dat het haar pijnlijk zijn moest,
beleefd en vriendelijk te zijn tegen den man,
die haar als meisje gekust had.
Een oogenblik dacht hij eraan, het verleden
aan te roeren en haar vergiffenis te vragen.
Maar aangezien hij achter deze voorname,
stille verschijning met haar zelfbewuste hou
ding niet meer het wilde, teedcrc gemoed
dorst te vermoeden van de Hannes van wel
eer, scheen hem zijn aanvechting aanmati
gend en kinderachtig. De kindertijd, waarin
slechts een „Wees maar niet boos meer," alle
hinderpalen wegruimde, was vervlogen. Hier
was het niet meer spreken, maar tooncn. Ln
hij had slechts een bankroet te stellen tegen
over haar rijke schatten. Zoo iets begon hij
niet. hij was geen bedrieger.
Zoo verliep een uur, en het slot was de
wensch voor het wederzijdsch welzijn. Toen
zat zc weer voor het schilderij met den
sluimerenden vijver en dc bloeiende kastan-
jes, maar ze zat met gesloten oogen.
In dc kamer er naast begroette Hans zijn
moeder. Hannes hoorde hoe ze hem wist
over te halen, bij het avondeten te blijven.
I oen zaten zc samen aan tafel en grootva
der Springe was opgewekter dan ooit en
zyn onverstoorbare opgeruimdheid behaalde
ook ditmaal de overwinning. Later op den
avond vroeg Margot Hannes om een lied,
een heel kleintje maar. Toen zc eindelijk
wilde toegeven, ofschoon haar keel als toe-
geschroefd was, zag zc, dat Hans geruisch-
loos dc kamer verlaten had. Toen beloofde
ze voor den volgenden dag zooveel liederen
als men maar wilde, alleen vandaag wilde
ze haar stem sparen.
Ook Heinrich Springe had het stille heen.
gaan van zijn vriend bemerkt, en was hem
gevolgd. Toen hij terug kwam vertelde hij,
dal Hans niet door afscheidnemcn had wil
len storen. De jongen voelde zich niet al
te wel, maar voor den volgenden dag had
hij van alles cn nog wat beloofd. En da
heide Springes, mevrouw Margot en zelfs
juffrouw Stahl namen dit met onschuldige
harten op als een goed teeken en wissel
den, elkander heimelijk* toeknikkend, stra.
lende blikken.
Hans echter was naar huls teruggekeerd
en zat den gehcelcn lentenacht in het priéel,
maar hij hoorde niet de stemmen der lente,
hij hoorde slechts de stemmen van den
nacht.
Dat is nu voorbij, oude jongen
Wat is voorbij? vroeg hij zichzelf met be
wuste zelfironie.
En hij ging voort, zichzelf te ondervragen
en te antwoorden en zijn sarcasme tegen
zichzelf te kcercu.
Wat voorbij is? Wel, wat andora dan het
weerzien? Maar hadi je je dan heuseh wat
anders voorgesteld toen je er heen ging? Ja,
mijn beste ingebeelde jongen, ala je nog
zulko droomen dorst te droomen, dan zul
je nu wel begrepen hebben dat dat, wat Js
bedoelde, lang, o, heel lang reeds voorbij is.
Zc is mooi, niet waar? Wat kroont dat
roodblonde haar heur fier hoofdje, alsof het
roept: ontstrengel mijn vlechten. Jou zal ik
niet branden. Als je mij over je gezicht legt
zal ik je hcete voorhoofd afkoelen.
Wordt vervolgd.