876. Vrijdag 9 Juni 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. DE NEDER-RIJNERS. Jatiricanf. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f I.OO. Idem franco per post - l.ftO. AAonderlijk-» nummers - 0.05. Deze Courant verschenk dngelyks, behalve op Zon- en Feest dagen AdrertentiSnraededoolingen enz.gelieve men vóór 11 uur •■morgens Dy de Uitgevers in te zenden- Uitgevers: VALKHOFF ft C». Utrechtschestraat Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTENTIËN: f o.io. Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 cents by vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedryf bestaan zoor voordoelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement. Ken# circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op art. 37 der Drankwet; Brengen ter openbare kennis lo. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift 31a verlof tot verkoop van alcoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door: StofféKna van Veen, weduwi van Willem van Apeldoorn, bierhuishoudster, wo nende te Amersfoort, in de beneden-voorlocalitcit van het perceel, staande aan den Soesterweg no. 304 alhier 2o. dat binnen twee weken na deze bekendmaking ieder tegen het verleenen van het verlof schrifte lijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan nbrengen. .Amersfoort, 8 Juni 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. G. STEN PERT KROESB. WUIJTIERS. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat in de gemeenten Soest, Wijk bij Duurstede, de Bilt, Lopik, Jaarsveld en Willige Langerak gevallen van mond- en klauw zeer zijn voorgekomen. Amersfoort, den 8. Juni 1911. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJTIERS. Politiek Overzicht. De crisis in België. De beweging, die het schooiwelontwcrp van het kabinet-SclioHaert in hel land heelt tioen ontstaan, heelt succes gehad. Of het een blijvend, succes zal zijn, zal nog moeten biij- en. Maar wat ook de verdere gevolgen er van mogen zijn, in één opzicht is hel doel, uat werd beoogd, bereikt. Het kabinet- ->chollaert heeft ontslag gevraagd en met het heengaan van dit kabinet verdwijnt ook liet wetsontwerp, dat dezen storm in het land had verwekt. De schoolstrijd zal hiermee niet uit zijn, maar de oplossing, die dit mi nisterie er aan had willen geven, is prijsge geven. „De kloosters zullen de 20 millioen .liet krijgen, die de heer Schollaerl hun on voorzichtig had beloold. Dat is de hoofd zaak", schrijft de Indépendance beige. De oppositie heeft in hare bestrijding van net schoolwetontwerp een bondgenoot gekre gen van eene zijde, waarvan zij dit hel al lerminst had verwacht. Het is gebleken, dal ook aan de rechterzijde de instemming met dit wetsontwerp niet algemeen was. Een der meest gezaghebbende mannen üan de rech terzijde, de oud-minister Woeste, heeft zicb als een tegenstander van het wetsontwerp ontpopt. AJs minister van staat was hij ver leden Zondag bij den Koning ontboden, en net was bekend geworden, dat hij zich daar ongunstig had uilgelaten over het wetsont werp, waarmee dc minister-president Schol laerl verklaard had te staan of te vallen. Ook uit de rede, die hij eergisteren in de Kamer hield, konden zij, die tusschen de regels wis ten te lezen, opmaken, dat Woeste aller minst tot de voorstanders behoorde. Hij ver dedigde het wetsontwerp tegen het verwijt, .iat het in strijd was met de grondwet, maar liet daarop volgen, dat deze regeling niet beantwoordde aan zijn ideaal. Liever zou hij hebben gezien, ais de onderwijswetten van 1884 en 1895 eenige verbeteringen had den ondergaan. Dat behoefde intusschen niet te beletten, dal het wetsontwerp in overwe ging genomen en naar de afdeelingen ver wezen werd. Dan zou er gelegenheid zijn het eens te worden over verbeteringen, die in het wetsonwerp konden worden gebracht. Ondanks den schijnbaar verzoenlijken toon van deze rede van Woeste, was Üe algemeene indruk toch, dat hier een tegenstander aan het woord was geweest. En wanneer hij de felle oppositie, die van links tegen het wets ontwerp werd gevoerd, zich nog bezwaren van rechts kwamen voegen, uiigesprokeu door een man van zooveel gezag als de heer Woeste, dan lag het voor de hand, dat daar mee het lot van het wetsontwerp beslist was en dat ook de positie van het ministerie, dat het had ingediend, onhoudbaar was gewor den. Dat heeft het kabinet-Schollaert inge zien en het heeft de portefeuilles ter beschik king van den Koning gesteld. Het aftreden van dit ministerie is een merkwaardig feit in de geschiedenis van België. Sedert den 17en Juni 1884, toen het kabinet-Malou optrad als gevolg van dc groote nederlaag, die de liberalen enkele uagen te voren hadden geleden bij de ver kiezingen tot vernieuwing van de helft der Kamer, is de katholieke partij onafgebroken aan het bewind geweest. Thans is voor het eerst in deze langdurige heerschappij eene bres geschoten. Een clericaal kabinet is ge dwongen heen te gaan, omdat het niet in staat is op een zoo gewichtig punt van zijn regeeringsprogramma als de onderwijswet- geving, zijn wil door te zetten. Wat daaruit zal voortkomen, is nog onzeker. Maar op zich zelf reeds is hel feit van beteekends, dat een kabinet van de rechterzijde zich ge dwongen ziet om af te treden. Zinspelende op de mogelijkheden, die zich kunnen voordoen bij de oplossing van deze crisis, schrijft de Indéper.dance beige: „Een blad heeft als zeker voorgesteld de onmid dellijke ontbinding van het parlement. Dal zou zeker beantwoorden aan de intieme hoop van de ministers en van de rechterzijde, maar het is van belang niet te vergeten, dat de Koning alleen het recht heeft de ontbin ding van de Kamer toe te slaan of te weige ren. In de tegenwoordige omstandigheden zou de ontbinding niets in orde brengen, om dat de linkerzijde nadrukkelijk zoude wei geren haar toe te laten, voordal de uitkomst van de volksstemming in staal heeft gesteld de vermeerdering van het aantal afgevaar digden te bepalen. Wel is waar zou de rech terzijde, als zij thans de ontbinding niet kreeg, kunnen weigeren langer de verant woordelijkheid van het gezag op zich te ne men. In dal geval zou de vorming van een kabinet van zaken, zich onthoudende van de uitoefening van elke partijpolitiek, geheel aangewezen zijn en wij zouden het niet zijn, die eene dergelijke oplossing betreur den". De aanbieding van de opdracht tot kabi netsformatie aan den voorzitter van de Kamer Cooreman duidt aan, dat in die rich ting naar eene oplossing van de crisis wordt gezocht. Intusschen heeft Cooreman bedankt. Duitschland. B e r 1 ij n, 8 Juni. De waarde van de Duitschcn invoer bedroeg in 1910 zonder de edele metalen 8934 millioen mark tegen 8520 millioen in het vorige jaar, de waarde vna den uitvoer zonder edele metalen 7475 legen 0592 millioen. Met inbegrip van de edele metalen was de invoer 450 millioen, de uitvoer 785 mil lioen meer dan in het vorige jaar. België. Brussel, 8 Jun i. Het kabinet-Scln,.laert heeft ziju ontslag gevraagd. Tweede telegram. De afgetreden minister-president Schollaerl zal in het begin van de zitting der Kamer van heden eene ver klaring voorlezen. Volgens het gebruik heeft de Koning den voorzitter van den Senaat bij zich ontboden. Brussel, 8 Juni. lu dc Kamer deelde de minister-president mede, dat de miuislcrs den Koning om ontslag verzocht hadden en stelde bij voor de zitting van de Kamer tot nader te verdagen. l>e rechterzijde juichte den presïdeut van den ministerraad toe, da ar tusschen werden kreten gehoord: ,,A bas la calotte", ,,\Neg met de vrijmetselarij" en „Leve het algemeen kiesrechtt" De Kamer heeft de werkzaamheden geschorst en de zit ting is opgeheven. Tweede telegram. Dc ontslagaan vrage van het kabinet werd in de Kamer door den minister-president medegedeeld zonder aanwijzing der beweegredenenZe is het resultaat van besprekingen tusschen den Koning en de ministers ou iiooge politieke persoonlijkheden over den staatkundigen toestand, welke voortvloeit uit den on ver zoenlijken tegenstand der linkerzijde jegens de nieuwe schoolwel. Men noemt Cooreman, president der Kamer, als formeerder van het nieuwe kabinet. Derde telegram. De Koning moet aan Schollaerl, den president van den minis terraad gevraagd hebben ol hij met geioulue dat het in het belang van den algemeen en rede was om toe te stemmen in eene verda ging van het onlwerp-schooiwet, als gevolg waarvan Schollaerl de meemng lieeit verkre gen dat zijn aftreden noodzakelijk was. ue igemeene opinie is dat liet nieuwe kabinet aan de Kamer zul voorstellen om liet ontwerp naar de afdeelingen te verwijzen en een cen tra-Ie sectie te vormen. De wet zou daardoor niet voor 1912 in beraadslaging kunnen ko men, nadat het laud is geraadpleegd. Brussel, 8 Juni. De heer Cuorwnun heeft om persoonlijke redenen de opdracht, tot vorming van een kabinet van de hand ge wezen. Frankrijk. P a r ij s 8 Juni. De Kamer beraad slaagde heden over eene molie-Meunier, waarbij werd voorgesteld de afkondiging van liet besluit op de grensbepaling van het Champagnegebied uit te sl.lieu. Minister Caillaux wees de Kamer op de ernstige gevolgen van de motie, die de re geering wil beletten een daad te doen, waar toe zij geroepen is. De Baad van State is zoo vrij geweest in zijne overwegingen, dat de meening van den regeeringscommisaris geen ingang heelt ge vonden. De Kamer heeft beloofd de beslissing van den raad van state te bekrachtigen; het is dus onmogelijk die beslissing niet le aau- vaarden. Zoodra het besluit afgekondigd is, zal de regeering trachten een meer plooi baar stelsel te vinden, waardoor botsing tus schen verschillende deelen van het land ver meden wordt. De regeering zal eehter de afschaffing van de grensbepaling niet in overweging nemen, zoolang de Kamer niet een stelsel zal hebben aangenomen, waar door aan den wijnbouw wettelijke zekerheid wordt gegeven. De regeering verklaarde de eenvoudige orde vau den dag te aanvaarden, hetgeen de beteekenis zou hebben, dat de wet moet wor den -geëerbiedigd. Dit werd aangenomen met 299 tegen 181 stemmen. De Kamer heeft de algemeen© beraadsla gingen over het wetsontwerp tot herziening van de kieswet ten einde gebracht ©n met 531 tegen 58 stemmen besloten over te gaan tol de behandeling van de artikelen. Na een kort, maar levendig debat, weiger de de Kamer de dadelijke behandeling van eene interpellatie over de grensbepaling van het Champagnegebied en besloot deze inter pellatie latei' aan de orde te stellen. Onder de telegrammen vindt men vermeld, dal de zaak gisteren behandeld is en dat toen be sloten is nar den wensch van de regeering. Dc ministerraad heeft besloten de beslis sing van den raad van state betreffende de grensbepaling van het champagiicgebied, waarbij eene tweede zone in 't leven wordt geroepen, te bekrachtigen. Het daartoe strekkende besluit is door den president der republiek onderteekend. Tevens is echter besloten de wet van 1905, waarop de grens bepaling berust, in dien zin te wijzigen, dat de vcrcenigingen van belanghebbenden de bevoegdheid krijgen bij dc rechtbank op te komen tegen de door de regeering vastge stelde grensbepaling. In het wijngebied van de Aube hebben verscheidene gemeenten wederom de roode vlag geplaatst op de raadhuizen en kerken; oproerige opschriften verschijnen weder op de openbare gebouwen. In alle dorpen heerscht eene levendige opgewondenheid. In den loop van de instructie tegen den gewezen directeur van het departement van buitenlandsche zaken Haman is gebleken, dat hij 50,000 frs. heeft verduisterd, afkomstig van dc opbrengst van den total! saior, die voor Fransche inzendingen van weldadigheid en onderwijs in het oosten bestemd waren. Spanje- Madrid, 8 Juni. De oud-minister Vil la mie va interpelleerde de regiering heden over Marokko. Hij zeide, dat het Franech- Spusnsche verdrag van 1004 mo©i worden bekend gemaakt, omdat noch de akte van Algeciras, noch het reeds bekende Spaanscli- FrauschDe verdrag van 1004 invloeds-zóues bepaalt. Minister-president Canalejas antwoordde, dat de tijd daarvoor nog niet gekomen is. Villanueva betreurde dit, want hel zou pas sen, dat Spanje weel, dat een verdrag eene invloedszóne bepaalt, die begrensd is door de Moeiocja, Yannem en Luccu. Hij voegde hieraan nog toe: Wij kunnen naar Tetuan en Larache gaan on naar elk ander punt tol verdediging van het leven van onze bur gers, maar wij hebben niet het recht gebied in bezit te nemen, want dat zou eene schen ding van de verdragen zijn. Spr. constateert, dat het te laat is, dat Sjianje zich wendt tot Duitschland. Wij moeten stipt de verdra gen in acht nemen. De financieele en de binnenlandsche toestand en de dynastieke ktvestie verbieden zekere ondernemingen Het moet niet moeielijk zijn, dat wij ons met Frankrijk verstaan. Canalejas verklaarde, dat hij niet met volle vrijheid kon antwoorden, want de onder handelingen duren voort tusschen Frankrijk en Spanje. Wij breiden onze vreedzame actio in Marokko uit. In de volle mate van zijne krachten is Spanje in Marokko e«n door Frankrijk erkende persoonlijkheid, die ge rechtigd is zijne burgers te beschermen zon der de verdragen te schenden. De onlusten in Marokko hebben ons er toe gebracht maatregelen van veiligheid tegenover de stammen te nemen. Men verbaast zich, dat wij niet protesteerden tegen de Fransche expeditie naar Fez. Wat konden wij daar aan doen? De invloedszóne van Larache is niet bepaald door de verdragen, maar ge vestigd door de geschiedenis. Zonder in bij zonderheden te treden, verzekerd» Canale jas, dat het volstrekt niet ar om gaat de tegenwoordige Spaansche rechten te weige ren, die goed omschreven zijn. Wij begeven ons volstrekt niet in eene veroveringsonder- m>ming. Er is volstrekt geen internationaal gevaar. Portugal Hel gezantschap van de Vercenigdc Star ten te Lissabon heeft last ontvangen de Por- tugeosche regecring namens de Vercenigdc Staten officieel te erkennen, zoodra de nieuwe grondwet door de constitueerende vcrgdaeriiig zal zijn aangenomen. Turkije. Over den jongsten aanval van dc Malissoren en Murdietcn heeft het departement van oorlog eene dépêche van den opperbevelhebber in Albanië bekend gemaakt, volgens welke do aanvallers, wier aantal eenige houderden be droeg, plan hadden de vesting en eenige pun ten van Alossio (Turksch: Lesch) te bezetten. Zij plunderden bet wapenmagazijn ea sneden den telegraal'draa i naar Durazzo door. Bij het gevecht met dc troepen en de gendarmerie hadden de Albancczcn negen dooden en ver scheidene gewonden; aan de zijde van do troepen werden een gendarmerie:luitenant en twee soldaten gewonu. De telegrafische ver binding niet Durazzo is inmiddels hersteld. Om aan de Aibancczen den terugtocht af to snijden werden van Skutari drie en van Du razzo twee bataillons gezonden, liet departe ment van bu.tenlandsche zaken bestrijdt in eene mededeeiing aau de Turksche gezanten de alarmgeruchten over den opstand van de Mirdiete.il en de afkondiging van de autono mie van Albanië. Uit Weenen wordt aan de Frankf. Ztg. be richt, dat de moeielijkheden, waarmee Tur kije in Albanië heeft le kampen, daar' niet zonder zorg worden gadegeslagen. Oosten- rij k-Hongari je heeft -/ij herhaling in Stamboel den raad gegeven tegen de Malissoren- en Mirdietenopslanden niet alleen op te treden met militaire maatregelen, maar ook met een welwillend ingaan op de rechtmatige ci&chen van de stammen. Dat ligt in de eerste plaats in het belang van 'Turkije, dat immer* niet den wensch kan koesteren, dat de oude vijan den van de Montenegrijnen in dc armen van dezen worden gedreven. Deze raa<i moet ln de laatste dagen dringender herhaald zijn. In hoever hij bij het nieuwe Turksche régime gehoor vindt is niet bekend, nog minder hoo ver de stammen zich reeds met Montenegro hebben ingelaten. Maai' de legende van eene Montenegrijnschc onzijdigheid zal wel oiet lang meer gehandhaafd Kunnen worden. Meu heeft hier echter enkel ie doen inet eene Turksche moeielijkheid; de absoluut correcte houding van de Italiaansche regeering sluif de mogelijkheid ven OosUmr ij ksch-I tali a an- sche gejjchillen uit. Uit Konstantinopcl worde bericht, dat er tot dusver gc©n spoor gevonden is van de ?1 VAN BUDOLF HERZOG. „Oom," zei het meisje peinzend, „ik geloof dat u allen hem te zeer drukt met uw liefde. Nu voelt hij zich als een invalide, een bede laar. Met zulke zieken moet men opgewekt 5a vroolijk praten ea kibbelen, hun geest vsa tegenspraak prikkelen. Een mensch ;««lt zich nooit gezonder, dan wanneer hij irn kan spreken. Dat verhoogt het gevoel vai eigenwaarde en maakt hem koppig." „Of stijfhoodigheid wel de juiste deugd A k 0, domme man! Koppigheid verdwijnt ten A,»tte, en dan is de stijfhoofdige de gevende. 1t**r onderworpenheid, die verdwijnt, blijft de ontvangende. Dat kan geen man van zichzelf op den duur verdragen." „Vertel me eens, kindlief, ik hoop toch dat je deze wijsheid alleen maar uit je aria's hebt?" „Ze is 's nachts over mij gekomen sedert ik Hans gezien heb." „En wat moet ik doen? Ik ben nu zonder voorbehoud tot je beschikking." „Tracht hem afleiding le beaorgen, breng hem onder mannen, spreek met hem over dingen, die hem na aan het hart liggen, over kunst* literatuur, ea loon u onwetend, bru taal of onhandig, zoodat zijn verontwaardi ging of verdedigingsgeesit wakker wordt, en hij in vuur geraakt. O, oom, als ik kon, zooals ik wilde „Maar wil dan toch, kindje! Je neemt me dair werkelijk een heel pak van het hart." Ze schudde het hoofd, en in haar voor hoofd groefde zich dezelfde rimpel, dien ze als kind zoo dikwijls vertoond had. „Ik kan me toch niet wegwerpen," zei ze zacht. „Zooiets doe je wel in liet uur van gevaar, maar niet uit vrije beweging. Dat zou schijnen, of ik er eigenbelang bij op het oog had!" „Als je hem liefhebtvroeg Springe aarzelend. „Omdat ik hem lief heb, omdat, omdat! Hij moet gezond worden, niet Ik. Ik ben het immers!" „Dat is zeker!" zei Springe hartelijk. „En nu begrijp ik je ook volkomen. Zijn trots wil je." „Ja," zei ze zacht, peinzend glimlachend, en haar wimpers waren nat. „Ik zal het eens beproeven met Friedrich Leopolds recept," besloot Heinrich Springe. „Wijn wekt 's menscheu hart op, en van daag, op den eersten Mei, vloeit in dc schil- derssocieteit de algemeene Meibowl. Dan komen de schilders en schildcrtjes van heinde en ver, en een praats dat ze hebben, een praats, zeg ik je, dat den anderen kunste naars de haren te berge rijzen. Dat moet Hans mee maken 1" Hans Steinherr was in die laatste week slechts tweemaal als gast op burcht Springe verschenen. Op den dag, dat de familie Hannes feestelijk aan het station afhaalde. was hij pas tegen den avond gekomen. Met een ruiker bloeiende meidoorn in de hand was hij bat atelier binnen getreden, waar het meisje voor een nieuw stuk van Springe stond, een sluimerende parkvijver, over schaduwd door dichte kastanjeboomen. Toen ze een stap achter zish hoorde, wendde zij zich om. „Dag mijnheer Hans. Hoe gaat hek uV Het (loet me genoegen, u weer te zien!" Hij had het schoone, zelfbewuste meisje aan gestaard, en toen hij de lippen bewoog, om te antwoorden, voelde hij, dat er in hem iets gebroken was, op dit oogenblik. Hannes, juffrouw Hannes. zei hij met moeite, en toen slak hij haar aarzelende hand toe, waarin liij de bloemen hicid; ze nam de bloemen aan en vatte zijn liand. „Wat attent van ui Hartelijk bedankt. „Ze zijn uit den tuin ginds," zei hy, om zijn eigen stem te hooren. „De lente is dit jaar vroeg!" Ze knikte en verborg haar gelaat achter ue bloemen. De harde trek om zijn mond deed haar pijn. Toen spraken ze van hun reizen. Juist zoo- als mcnschen, die elkander ontmoeten aan een station, en nu praten, om den tijd zoek le brengen. En toch wachtte ze op niets an ders dan op één woord, dat <ien ouden Hans verraden zou, en alles wat hij sprak, ging langs haar ooren heen, vlug, vaag, om toch dat eene in zich te kunnen opnemen, wal ko men moest. Maar het kwam niet. De man, die voor haar zat, bezat niet meer voldoende kindcrhjic geloof om door den sluier heen in de ziel te lezen. Hij zag slechts de verstrooidheid, waarmee ze hem aanhoorde en antwoordde, en zijn onrustig geweten bracht hem op het denkbeeld, dat het haar pijnlijk zijn moest, beleefd en vriendelijk te zijn tegen den man, die haar als meisje gekust had. Een oogenblik dacht hij eraan, het verleden aan te roeren en haar vergiffenis te vragen. Maar aangezien hij achter deze voorname, stille verschijning met haar zelfbewuste hou ding niet meer het wilde, teedcrc gemoed dorst te vermoeden van de Hannes van wel eer, scheen hem zijn aanvechting aanmati gend en kinderachtig. De kindertijd, waarin slechts een „Wees maar niet boos meer," alle hinderpalen wegruimde, was vervlogen. Hier was het niet meer spreken, maar tooncn. Ln hij had slechts een bankroet te stellen tegen over haar rijke schatten. Zoo iets begon hij niet. hij was geen bedrieger. Zoo verliep een uur, en het slot was de wensch voor het wederzijdsch welzijn. Toen zat zc weer voor het schilderij met den sluimerenden vijver en dc bloeiende kastan- jes, maar ze zat met gesloten oogen. In dc kamer er naast begroette Hans zijn moeder. Hannes hoorde hoe ze hem wist over te halen, bij het avondeten te blijven. I oen zaten zc samen aan tafel en grootva der Springe was opgewekter dan ooit en zyn onverstoorbare opgeruimdheid behaalde ook ditmaal de overwinning. Later op den avond vroeg Margot Hannes om een lied, een heel kleintje maar. Toen zc eindelijk wilde toegeven, ofschoon haar keel als toe- geschroefd was, zag zc, dat Hans geruisch- loos dc kamer verlaten had. Toen beloofde ze voor den volgenden dag zooveel liederen als men maar wilde, alleen vandaag wilde ze haar stem sparen. Ook Heinrich Springe had het stille heen. gaan van zijn vriend bemerkt, en was hem gevolgd. Toen hij terug kwam vertelde hij, dal Hans niet door afscheidnemcn had wil len storen. De jongen voelde zich niet al te wel, maar voor den volgenden dag had hij van alles cn nog wat beloofd. En da heide Springes, mevrouw Margot en zelfs juffrouw Stahl namen dit met onschuldige harten op als een goed teeken en wissel den, elkander heimelijk* toeknikkend, stra. lende blikken. Hans echter was naar huls teruggekeerd en zat den gehcelcn lentenacht in het priéel, maar hij hoorde niet de stemmen der lente, hij hoorde slechts de stemmen van den nacht. Dat is nu voorbij, oude jongen Wat is voorbij? vroeg hij zichzelf met be wuste zelfironie. En hij ging voort, zichzelf te ondervragen en te antwoorden en zijn sarcasme tegen zichzelf te kcercu. Wat voorbij is? Wel, wat andora dan het weerzien? Maar hadi je je dan heuseh wat anders voorgesteld toen je er heen ging? Ja, mijn beste ingebeelde jongen, ala je nog zulko droomen dorst te droomen, dan zul je nu wel begrepen hebben dat dat, wat Js bedoelde, lang, o, heel lang reeds voorbij is. Zc is mooi, niet waar? Wat kroont dat roodblonde haar heur fier hoofdje, alsof het roept: ontstrengel mijn vlechten. Jou zal ik niet branden. Als je mij over je gezicht legt zal ik je hcete voorhoofd afkoelen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1