1' J»7.
Ode Jaargang.
Vrijdag 30 luni 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Dn Onvindbare Pimpernel.
AMERSFOORT
DAGBLAD.
i' ABONNEMENTSPRIJS:
jfér 8 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franeo per post - 1.150.
Afzonderlijk? nimmers- 0.05.
fier» Co'uanl versohynt dageiyks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiönmededoolingen enr.gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers! VALKHOFF C<>.
UtrecHtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENT1ËN:
Van 1—regels f 0.50«
Elko regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragon 95 cents by vooruitbetaling.
Grooto lottors naar plaatsruimte.
Voor handol en bodryf bostaan zoor voordeoligo bopalingon tot
hot herhaald adverteoron in dit Blad, by abonnement. Een<
circulairebevattondo de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
STEMMING GEMEENTERAAD.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt
ter openbare kennis, dat de stemming ter vervul
ling van zeven plaatsen in den Gemeenteraad van
Amersfoort, in de kiesdistricten I, II en III, zal
plaats hebben op Donderdag, 6 Juli 1911, van des
voormiddags acht tot des namiddags vijl uur, in
ibet Ie District twee plaatsen, in het lie District
twee plaatsen en ln het Ille District drie plaatsen.
Candida ten izyn
Ie DistrictA. Eijsink, H. P. Goossens, J. Over-
eem, F. M. van Veen, G. van Wijland Jr.
lie DistrictF. M. Houbaer, H. Koning, F. G.
Lagers, J. Overeem, A. M. Tromp van Ilolst, G.
van Wytond Jr.;
IUe DistrictR. van den Burg, A. C. Couvée,
H. W. van Esvehl, J. C. Hogcdoorn, J. Overeem,
A. G. J. de Rooij, A. M. Tromp van Holst, K. Vis
ser, G. van Wijland Jr.
Verder wordt herinnerd aan art. 128 van het Wet-
hoek van Strafrecht, luidende
„Hij, d'ie opzettelijk zich voor een ander uitgeven
de, aan eene krachtens wettelijk voorschrift uitge
schreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar."
Amersfoort. 29 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
KIESRECHT.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort brengt,
met het oog op de aanstaande stemming ter ver
kiezing van leden van den Gemeenteraad, aan be
langhebbenden in herinnering het bepaalde bij de
ntikelen 57, 58 en 154 der Kieswet, luidende:
Art. 57. Personen, bij wie en bestuurders van bij
zondere ondernemingen en instellingen, waarbij
mannen, die den leeftijd van vijf en twintig jaren
hebben bereikt, in dienstbetrekking zijn, zijn, voor
zoover niet bij algemeeneu maatregel van bestuur
vrijstelling is verleend, verplicht te zorgen, dat ieder
\an dezen, die bevoegd is tot de keuze mede te
werken, gedurende ten minste twee achtereenvol
gende uren tussohen acht uren des voormiddags en
vijf uren des namiddags daartoe gelegenheid vinde.
Art. 58. Personen en 'bestuurders, in het voor
gaand artikel bedoeM, zijn, voor zoover arbeid
wondt verricht in fabrieken of werkplaatsen ver
plicht te zorgen, dat in het arbeidslokaal, en zoo
er meerdere arbeidslokalcn zijn, in het grootste of
wel in meer dan één arbeidslokaal, gedurende twee
werkdagen vóór en op den tot stemming bepaalden
lijd op eene zichtbare wijze is opgehangen eene
door hen of van hunnentwege onderteekende lijst,
de uren in het voorgaand artikel bedoeld, vermel
dende, voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of
voor allen gezamenlijk.
Art. 154. Overtreding van de art.. 57 cn 58 dezer
wet wordt gestraft mot hechtenis van ten hoogste
veertien dagen of gektboete van ten hoogste vijf
en twintig gulden.
Bovenbedoelde a'gemeene maatregel van bestuur,
welke is vastgesteld bij Koninklijk besluit van 24
Mei 1991 (Staatsblad no. 109) luidt als volgt
Art. 1. Vrijstelling wordt verleend aan de in art.
.">7 der Kieswet bedoelde personen en bestuurders
van bijzondere instellingen cn ondernemingen ten
aanzien van bij hen in dienstbetrekking zijivdc per
sonen, welke uithoofde van die dienstbetrekking op
den dag der stemming tusschen de in vermeld arti
kel genoemde tijdstippen niet gedurende (wee ach
tereenvolgende uren vertoeven in de gemeente, op
welker kiezerslijst zij voorkomen.
Art. 2. Vrijstelling, als omschreven in het voor
gaand artikel wordt voorts verleend aan genees
kundigen en apothekers ten aanzien van bij hen in
dienstbetrekking zijnde personen, alsmede aan per
sonen en bestuurders van bijzondere instellingen
en ondernemingen ten aanzien van bij hen in
dienstbetrekking zijnde ziekenverplegers.
Amersfoort, 29 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd.
WUIJTIERS.
Politiek Overzicht.
Het Oestenrijksche ministerie.
De verkiezingen voor het huis van afge
vaardigden van den Oostenrijksclien rijks-
raat^hebben hun naspel gehad in eene recon
structie van het Oostenrijksche minlisterie.
Twee leden van het kabinet, die daarin zit
ting hadden als vertegenwoordigers van be
paalde partijgroepen, zijn heengegaan. De
minister van handel Weiskirchner en de mi
nister voor Galicfië Glombinski, hebben be
grepen, -dat zij de nederlaag, die hunne
geestverwanten aan de stembus hadden ge
leden, niet konden overleven; zij bobben hun
ontslag gevraagd en dat is hun toegestaan.
Hunne plaatsen zijn voorloopig niet vervuld;
aan hel hoofd van de vacante departementen
zijn twee hoofdambtenaren als /bestuurders"
opgetreden.
Van meer gewicht nog is eene andere wij
ziging. Het hoofd van het kabinet, baron
Bienerth, is afgetreden als mlinister-president
en in zijne plaats is tot dit ambt benoemd
baron von Gautsch, die reeds tweemaal aan
het hoofd van de regeering heeft gestaan en
nu voor de derde maal door Keizer I-Tans
Jozef daartoe is geroepen. Overigens is het
kabinet onveranderd gebleven; baron Gautsch
zal met dezelfde ambtgenooten het bewind
voeren, dlie de medewerkers van zijn voor
ganger zijn geweest. Maar de verwisseling,
die is geschied op de eerste plaats van
het kabinet, is meer dan eene bloote verwis
seling van personen.
De algemeene verkiezingen, die nu zijn ge
ëindigd, zijn een échec geweest voor baron
Bienerth. Ilij had de ontbinding van den
vorigen rijksraad uitgelokt om de oppositie
van de Slavische unie te breken. Maar de
kiezers hebben in dat opzicht niet gedaan
wat hij van hen verwachtte. Hij had aan den
anderen kant getracht een burgerlijk „bloc"
le vormen tegen de socialisten. Deze hebben
zich echter in hunne stelling gehandhaafd,
en door hun bondgenootschap met de bur
gerlijke liberalen tegen de chrislelijk-socia-
lcn te Weentsi, hebben zij iedere anti-socia
listische combinatie in den rijksraad bij voor
baat onmogelijk gemaakt. Van een samen
gaan der Duitsch-liberalen met de christelyiK-
socialen, waarop baron Bienerth zijne hoop
had gebouwd om de kern te vormen van eene
tot werken gezinde meerderheid in den nieu
wen rijksdag, kan voortaan geen sprake zijn.
De christelijk-socialen hebben de conclusie
getrokken uit de door hen in Weenen en in
de kleinere steden van Ncder-Oostenrijk ge
leden nederlaag; zij hebben verklaard, dat
zij hunne vrijheid van handelen hernamen
en dat er voortaan geen sprake van zou kun
nen zijn, dat Duitsch-liberalen en christelijk-
socialen in dezelfde meerderheid werden op
genomen.
Keizer Frans Jozef, die in de Oostenrijk
sche politiek eene ervaring heeft, grooter
dan diie van één zijner raadslieden, heeft ter
stond begrepen, dat om aan den nieuwen
toestand het hoofd te bieden, de leiding van
de regeering aan een nieuw man moest wor
den toevertrouwd. Hij heeft daarom het door
Bienerth aangeboden ontslag aangenomen en
baron Gautsch tot zijn opvolger 'benoemd.
De taak, waarvoor de nieuwe minister-pre
sident zich zieL geplaatst, is zeer omvangrijk
cn moeielijk. Belangrijke zaken zullen met
medewerking van den nieuwen rijksraad tot
stand moeten worden gebracht: de vernieu
wing van de concessie van de Oosten rij ksch-
Hongaarsche bank, de belastinghervorming,
de nieuwe legerwelten. Onder deze wets
ontwerpen zijn er, waarvoor eene meerder
heid van twee derden gevorderd wordt,,
omdait zij wijzigingen in de grondwet meê-
brengen. Het is dus onvermijdelijk noodig,
dat de zitting van den rijksraad een normaal
verloop neemt, hetgeen niet het gevail iis
geweest met den vorigen rijksraad; die met
lamheid geslagen is door dc onverzoenlijke
oppositie, welke door de Slavische partijen
werd gevoerd. In den nieuwen rijksraad nu
is de onderlinge verhouding van de natio
nale partijen onveranderd gebleven. Tegen
over 106 Gzechische leden slaan 107 Dult-
scfhe afgevaardigden. Men kan niet regee-
ren tegen een van deze groepen. Om positie
ven arbeid te kuimcn verrichten, zal men
de beide groepen tot elkaar moeten bren
gen, althans op sommige punten. Dat zal
baron Gautsch moeten beproeven; de leus
waaronder hij aan 't werk gaat, zal zijn de
vorming van „eene grooto meerderheid ver-
eenigd in den wensch om te werken."
De groote vraag isZal hij daarin slagen?
De correspondent van de Frankf. Zlg. te
Weenen oordeelt daarover niet ongunstig;
hij schrijft„Eene reeks van omstandigheden
do-et eene Duitsoh-Boheemsohe verzoening
als mogelijk voorkomen. Baron Gautsch
wordt door de Czechen als een halve bond
genoot beschouwd en is ook overigens een
groote vertrouweling van dr. Kramaroz,
den leider van de Jong-Gzcchen. In-
lussdhen is hij Oostenrijksch ambtenaar ge
noeg om zich de Duitschcrs, waartoe hij van
afkomst behoort, niet tot vijanden te maken.'
Zijne bemoeiingen kunnen dus met succes
bekroond worden, wanneer blijkt, dat in
Praag zoowel bij de Duitsehers als bij de
Czechen h. besef heerscht van wat de toe
stand eisoh'.. Wanneer eens de vrede is tot
stand gokomen, dan zal hij niet meer zooi
gemakkelijk te versloren zijn. iDo factoren,
die streven naar 'liet sluiten van, den vrede
zijn thans versterkt d-oor eene bijzonder
invloedrijke (groep. Dat zijn dc Boheemsche
groote heeren uit de omgeving van den
troonopvolger. De legerwet en de belasting
hervorming eischcn eene groote meerder
heid, die slechts uit Duitsehers, Czechen en
Polen gemeenschappelijk kan worden ge
vormd. Voor de Duitsch-vrijzinnigen moet
echter het motief, dat hen deze verbinding
aanbeveelt, een ander zijnde eenvoudige
overweging namelijk, dat van den nationalen
twist tot dusver slechts de clericalcn en
het absolutisme nut hebben getrokken. Van
den geest, waarin nu de onderhandelingen
worden gevoerd, han-gt veel af. Hel is een
historisch gewichtig ©ogenblik. In tussohen
is ook de meerdere of mindere bekwaamheid
van de onderhandelaars van beteokenis."
Dultschland.
Dc zitting van den tandda-g van- Pruisen is
gesloten onder omstandigheden, die dc regee
ring aanleiding hebben gegeven de volgende
verklaring door middel van Wolff's bureau
bekend te .maken:
„Tegenover het gebeurde in het huis van
afgevaardigden zijn wij gemachtigd het vol
gende vast te stellen. Tot de sluiting van den
landdag bradoivd, zooals bekend is, liet voor
nemen aan het einde van deze maand. De
nadere bepaling van het tijdstip hing voor de
regeering af van de vorderingen van de par
lementaire werkzaamheden. De wet tol rcge-i
ling van het voortgezet onderwijs had in de
commissie een voor de regeering onaanneme
lijker! vorm gekregen, en er was geen hoop,
dat hierin in de openbare zitting nog eeno
verandering zou kunnen komen. Ook het voor
uitzicht om nog verscheidene andere wetten
tot stand te brengen, werd door het verloop
van de laatste zittingen van het huis van afge
vaardigden vernietigd, Dieivtengcvoflge zag
dc koninklijke staatsregeening xidh genoopt,
ondanks den vluggen gang van de zaken in
het hecrenhuis, van dc haar verleende ko
ninklijke machtiging tot sluiting van den
landdag gebruik te maken."
Frankrijk.
P a r ij s, 2 9 Juni. De regecringsverkla-
ring, dj© morgen in de Kamer zal worden
voorgelezen, zal zeer kort zijn.
Zij duidt den wil van de regeering aan,
om onverwijld de behandeling van dc be-
grooling ten einde te brengen en «le zaak
der gremsomschrijving van <ie wijngebieden
ten spoedigste te regelen. Een wetsontwerp
zal wonden ingediend, waarbij, met afschaf
fing van de thans geldende bepalingen, een
ander stelsel wordt ingevoerd, dat eene meer
afdoende en strongere onderdrukking van
knoeierijen zal verzekeren.
De regeering zal de kiesrechthervorming
tot stand brengen; als grondslag voor de
discussiën neemt zij de conclusion van de
commissie voor het algemeen stemrecht. Zij
zal zich niet verzetten tegen het beginsel,
nedcrgelegd in art. 1 van het ontwerp dier
commissie, maar behoudt zich voor hel ini
tiatief te nemen tot wijzigingen waardoor de
geheele republikeinsche partij voor de her
vorming gewonnen kan worden.
De regeering zal er voor wakon, dat de
wot op de arbeiderspensioenen op den daar
voor bestemden datum in werking treedt;
zij zal zich bij hare maatregelen laten lei
den door dc in dc Kamer gemaakte opnier.
kingon.
Het ministerie zal de onderhandelingen
met de spoorwegmaatschappijen oiulrent de
ontslagen spoorweg-beambten en werklieden
hervatten. Zij zal de maatschappijen verzoe
ken de daarvoor in de termen komende ont
slagenen te pensioneeren en de anderen
weder in dienst te stellen. Zij zal verder de
maatschappijen trachten te bewegen de
rechtspositie van het personeel te regelen.
Verder meent zij dat het noodig is na te
gaau welke wijzigingen kunnen worden ge
bracht in het beheer der spoorwegen, tot
verscherping van het toezicht van den staat.
De regooring is vastbesloten den norma
len, geregeklen loop van de openbare dien
sten te verzekeren. Zij zal eisehen, dat de
tucht gehandhaafd wordt, en verhinderen,
dal liet leven der natie wordt verontrust.
De verklaring gewaagt verder van de ver
dediging van dc leekenschool en van de be
lastinghervorming. Zij verkondigt den wil van
de regeering om het economische stroven
van Frankrijk le ontwikkelen en zijne eoono-
sche uitrusting te voltooien, inzouderheird
wat «le -havens betreft.
Frankrijk zal voortgaan te steunen op zijne
kostbare bondgenootschappen en vriend
schapsbetrekkingen.
De verklaring .getuigt van dc zorg 'der
regeering voor leger en vloot. Zij herinnert
aan de noodzakelijkheid om het vlootpro-
gratnma aan te neinen, dat lluns aan het
parlement is onderworpen.
Dc verklaring drukt het besluit van de
regeering uil om actief samen te werken mcf
het parlement.
De regeering zal vragen, dat dc aange*
kondigde interpellation zuilen worden sa
mengevoegd; zij zal te dien aanzien de kwesr
tic van vortrouwen stellen.
Het verschil im richting tusschen het ka.
binet-Gaillaux en het kabinel-Monis komt
'het best hierin uit, dat iu het nieuwe kabi
net niet zijn opgenomen de ministers Du*
mont en Paul Boncour, die in het vorige
kabinet zaten als vertrouwensmannen van
de socialisten. Dumont had zich verbonden
de spoorwegmaatschappijen te dwingen tof
de wederaanstelling van dc wegens de sla
king ontslagen beambten en werklieden,
Pattl-Boncour had de verantwoordelijkheid
op zich genomen voor de wijziging van d<
arbeiders-pensioenwet in den zin van (1(
socialistische eisehen. Jaurès heeft in de
wandelgangen van dc Kamer gezegd: „Het
heengaan van Dumont is eeno capitulatie
Yoor dc spoorwegmaatschappijen."
Kenschetsend is verder nog, dat Etionne,
die genoemd werd als candidaat voor de
portefeuille van oorlog, niet in het kabinet
is opgenomen. De naam Etienn© beteekenl
een program iu de Marokko-kwestie; hij U
voorzitter van de Marokkaansche financieel*,
groep ©u heeft bij alle ondernemingen in
Marokko dc hand in het spel gehad.
Het programma, waarmee liet nieuw© ka.
bind zich heden -aan de Kamer zal voor.
stellen, is slechts kort cn doet inzonderheid
uitkomen, dat het kabinet den stclligeii wil
heeft krachtig te regeeren en alle rcgce-
ringsvoorj-cchten uit te oefenen. Zooals ia
de Fransche Kamer gebruikelijk is, zullen
verschillende inte^iellatiên daarna de mi
nisters gelegenheid verschaffen zich over
bijzondere punten van •regee-riugsbelcid uil
t© laten; er zijn reeds een vijftal aangekon
digd.
Tot deken in de orde van advocaten te Pa
rijs is gekozen mr. Foroan Labori, wienC
optraden in hot Dreyfus-prooes zijn naam
in de gansclie werekt bekend heeft gemaakt.
Hij verwierf eene o vengroot© meerderheid»
614 van de 761 stemmen.
(ksdurencle enkele jaren heeft mr. Labori
eene rol gespoeld in de politiekin 1906
werd hg in het departement Seino-et-Marae
tot lid van de Kamer gekozen. In 1910 be-
dankte hij voor een nieuw mandaat en keer
de terug tot de rechtspraktijk, waar ziju
ambtsgenooten hem nu, op 50-jarigen ieeftijd,
he' hoogste ©ereambt hebben toevertrouwd,
dat zij hebben le vergeven.
Engeland.
Londen, 29 Ju n i. Ilunne Majesteiten,
vergozoid van den prins van Wales en prin
ses Mary en geëscorteerd door koloniale troo
pen uit Brtsch-Indlë, reden heden in plech*
li gen optocht van Buckingham Palace naar
de St. Pauls katliedrnal, waar ze den dank
dienst bijwoonden. Daarna vertrokken zij
naar Gulklhall, waar ze aan een luuoh deel
namen, die door den gemeenteraad was aan
geboden. Hunne Majesteiten keerden vervol
gens naar Buckingham Palace terug, hun weg
nemende door de armere wijken van Noord-
Londen. liet aantal gasten, dat in Guildhall
aanzat, bedroeg ruim 650, daaronder begre
pen de leden der Koninklijke familie, de mi
nisters, het diplomatieke corps cn de verte
genwoordigers van handel en geldwezen. De
straten waren versierd en overvol met een
Naar het Engelsch
VAN
BARONESSE ORCZY.
Doch juffrouw Polly bezat tevens een goed
hart. Ze hield er van haren Thomas te pla
gen, omdat hij onafscheidelijk aan haar rok
ken hing en zij zich nu en dan op eenige ge
ringschatting betrapte van zijn persoon, naar
liien Thomas zulk een gemakkelijke verove
ring voor Jiaar was geweest. Maar op het
gezicht van de hevige ontsteltenis en ver
warring, «i>io zich toekenden op hel gelaat
ran den jonkman, kreeg haar .betere natuur
woldra de overhand. Ze kwam tot de ont
dekking dat haar gezegde onverantwoorde
lijk kwetsend was geweest, en het weer
goed willende maken, zei ze met oen zweem
van koketterie, als een doekje voor liet bloe
den van des jonkmans gekwetste ijdelheid
„Kom, Thomas Jczzard, liet sdhijnt dai je
iemand rare dingen wilt laten zeggen. Maar
zie eens, bekennen moet je tooh dat die
'Rood© Pimpernel grappige stukjes uithaalt 1"
voegde ze ©i^q, een beroep doende 05) het
gezelschap in 't algemeen, aJsof Thomas het
ïeit in twijfel had getrokken. „Waarom wil
niet dat iemand hem ziet in zijn ware
gedaante? En zij die hem kennen, laten er
zich niet over uit. Maar ik heb het als et a
feit van Mylady's eigen dienstbode Lucy, dat
de jonge dame, die bij Lady Blakeney lo
geert den mam heeft gesproken. Zij kwam,
een veertien dagen geleden, uit Frankrijk,
zij en 'een heer, dien ze Mosso Dóroulède noe
men. Beiden hebben den Roode Pimpernel
gezien en gesproken. Hij heeft hen van
Frankrijk overgebracht. Waarom zeggen ze
het tocb niet?"
„Zeggen wat?" bracht Johnny Gullen, de
kruideniersjongen, in het midden.
„Wie die geheimzinnige Roode Pimper
nel is."
„Misschien .beslaat hij niet," zei de oude
ClutUsrbiiik, de koster van de kerk St. Jo-
liamnes den Evangelist. „Ja," liet hij er ge
wichtig op -volgen, want hij hoorde zichzelf
graag spreken, en verviel daarbij gedurig
.in 'herhalingen, „ik weet zeker dat hij niet
beslaat!"
„Wat wil je daarmee zeggen, Mr. Clutler-
buck?" vroeg Ursula Queckett, want ze wist
dal de oude man zijn wijsheid graag luchtte,
en daar zijn zoon haar verloofde wa.s, gaf ze
hein in a lies toe. „Wat bedoel je met „niet
bestaan?"
„Hij bestaat niet dat is alles," zei Clut-
terbuck eenigszins plechtig.
En de a aai dacht der aanwezigen op zich
gevestigd ziende, meende hij zijn gevoelen
nader te moeten toelichten.
„Ik wil ermee zeggen dat we niet moeten
vragenWie is deze geheimzinnige Roode
Pimpernel? maar wie was die arme en on
gelukkige heer?"
U zoudt dus denken insinueerde juf
frouw Poily, zeer terneer geslagen door deze
oratorische uitspraak.
Ik weet hel zeker," herhaalde Mr. Clut-
tcrbuck solemneel, „diat hij, dien ze Roode
Pimpernel noemen, nu niet meer onder de
levenden is, dat hij dooi* de Fransahjes is
gesna.pt en men, om platweg te spre
ken, nooit meer dets van hem heeft verno
men."
Mr. Cluitlerbuck hield veel van citaten uit
sommige schrijvers wier nonnen hij nooit
noemde, maar die hij met dichterlijke vrij
heid algemeen, als van „dichters" afkomstig,
liet doorgaan. Steeds, waarneer hij derge
lijke aanhalingen deed van zoogenaamde on
genoemde auteurs, lichtte hij statig en werk
tuigelijk ziju hoed op, als een hulde aan
deze geniale mannen.
„U gelooft dat de Roode Pimpernel dood
is, Mr. Cluiierbuok? Dat deze verschrikke
lijke Fraoischjes hem hebben vermoord? U
zult dat toch niet bedoelen?" zuchtte juffrouw
Polly aangedaan.
Mr. CluiUerbuck bracht de hand aan zijn
hoe>d, buiten twijfel gereed weer een beroep
te doen op de geheimzinnige dichters, doch
word. toen liij op het punt stond groolschc
gedachten te uiten, daarin onderbroken door
een luid langdurig gelach, dat uit con ver
afgelegen hoek van het terrein tot hem door
drong.
„Drommel»! dien lach zou ik uit «luizen-
den herkennen," zei juffrouw Quedkelt, tor-
wijl flillor ©ogen naar «le richting tuurden
vanwaar oei vroolijk geluid had weerklon
ken.
Kon half hoofd grooter dan een zijner
vrienden, die hem omringden, terwijl zijn
drullige blauwe oogen met half gesloten le
den de bonte mensclicnmassa monsterden,
stond daar Sir Percy Blakeney, het midden
punt vormend van een vroolijk groepje, dat
naar het scheen zoo juist liet controle-hek
was gepasseerd.
„Een welgemaakt man, dat moet gezegd,"
merkte Johnny Guillen „de Ierukleniersjon
geil, aan.
„Ja! Zoowaar de zon aan «len hemel
staat!" zuchtte andermaal juffrouw Polly, die
het orop aanlegde sentimenteel te zijn.
„Om met de dichters te spreken," const:v-
tcerde Mr. Clutterbuok, „duimen maken geen
man."
„K11 mooie kleeren ook niet, voegde Tho
mas Jczzard die dc sentimentaliteit af
keurde van juffrouw Polly eraan toe.
„Daar heb je Myladyl" hijgde juffrouw
Barbara, plotseling krachtig den arm vast
grijpend van Mr. Clutterbuck. „Hemel! wat
is ze mooi vandaag!"
Mooi inderdaad, cn schitterend van jeugd
en geluk, was Marguerite juist door het
hek gekomen en liep ze langs het grasveld
op de muziektent ««an. Zij w«s gekleed ju
een nauw sluitende robe van groen-scherae-
rig weefsel, terwijl de nieuwmodische
hooge taille haar bevallige figuur volmaakt
deed uitkomen. Dc breede fluweelen Char-
lottchoed, kleurende bij <lc robe, wierp een
diepe schaduw over liet bovengedeelte van
haar gelaat en verleende een bizomtere zacht
heid aan de omtrekken van voorhoofd en
wangen.
Lange kanten mitaines bedekten haar ar
men en handen; eei. sjerp van doorschijnen
de stof, mot matgoud omzoomd, hing los
weg over haar schouders.
In waarheidl Zij was sahoon! Geen be<lil-
zuchtige tijdgenoot heeft het ooi ontkend!
nn niemand, die haar te voren kende en
haaa* wederzag op dezen nazomcrachtermid-
dag. kon in gebreke blijven de bekoorlijkheid
barer aantrekkelijke persoonlijkheid op te
iiK'rken. Er lag een lieftallige teederheid op
haar gelaatals zij het hoofd heen en weer
bewoog, een levensvreugd in haar oogen,
die onweerstaanbaar betoovoreml was.
Nu was zij in levendig gesprek met ha
jonge meisje dat naast haar voortliep, eij
lachte vroolijk en zei onderwijl:
,,.\een maar.,wij zullen uwen Paul wel
vinden, maak u daaromtrent niet bezorgd!
Maar lieve kind, heb je dan vergeten dat hij
nu in E11 gehord is cn er geen gevaar bestaat
dat men hem «liier op het terrein in vol dag
licht zal verdonkeremanen?"
Het jonge meisje sidderde, en haar kin
derlijk gczteüitje werd iets blocker «tan to
voren. Marguerite vutte bare hand cn druk
te die vriendelijk. Juliette Marny, die kort
te voren in Engeland was aangekomen, juisl
bij tij <ls door een stoutmoedige bevrijding aan
dc valbijl der guillotine ontsnapt, kon nau
welijks nog gelooven dat zij en de man dien
zij beminde, werkelijk bulten gevaar vrrkeeiM
den.
„Daar is Monsieur Déroulède," zei Mar-
gueritc na een kleine pauze, hel jonge meisje
den tijd kite mie op haar verhaal te komen etf
wijzende op een groep nabijzijndc heeren^
„Hij bevindt zidh onder vrienden, zooiatt
ge ziet."
WOrdi vtrvifjé.