nnenlandT
feuilleton.
i°. 10. Tweede Blad.
!Od< Jaargang.
Zaterdag 15luli 1911.
KOLONIËN.
J
243
Onvindbare Pimpernel.
T7|uol
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS:
nden voor Amersfoort f l.OO.
fanc^ per post 1.50.
yk n - 0.05.
uant verschuilt dagelijks, behalve op Zon* en Feest-
ti6n, medodeelingen enz., gelieve men vóór 11 uur
i bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF ft C«.
Utrechtschestraat I. Intercomm. Telephoonnummer 60.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Vu 1-S regol. f O.BO.
Elko regel moor - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 2fS cents bij vooruitbetaling;
Öroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodryf bestaan zoor voordeeligo bepalingen tot
het herhaald adverteeron in dit Blad, by abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
ito4
OOST-IND1E.
Pest op Java.
kcringstclegram 14 Juli pcstrapport
je weékpcriode, eindigende 11 Juli.
|g Malang veertig gevallen; zes en
pden.
rijf gevallen, waarvan de lijders al*
eden zijn. Deze plaats is 13 dezer
smet verklaard.
rige besmetverklaring van Kediri
p Juni jl. opgeheven.
teerste. Onder dit opschrift
Ï*and cn Volk", het orgaan der
partij:
ten van Groningen hebben tot lid
irste Kamer gekozen den heer J. B
lid van Gedeputeerde Staten van
it.
lij de benoeming aan en dat zal
wijfeld dan doet met hem de
innig-democraat zijn intrede in de
imer.
Westerdijk is jaren lang voorzit-
isl van de Centrale Yrijzinnig-demo-
Kiesvereeniging in het district Ap-
ibouwgebied is hij een hoogst be-
nan, die in verschillende eomiié's
den voorgrond trad".
uldcblijk Dan. de Lange,
huldeblijk aan Dan. de Lange voor
efonds van het Conservatorium aan.
is hel aanzienlijk bedrag van f 25U0
•n. Het album met de namen der in-
•s zal den jubiaris in September wor-
tiandigd.
ïeraal-majoor de Wilde, f
jarigen leeftijd is overleden de gc-
eraal-majoor der artillerie, de heer
Wilde. In 1843 trad hij als 2e luite-
[dienst (na volbrachte studie aan de
tem ie). Aan laat'stgemeide inrichting
de verdere jaren werkzaam. Hij was
Ier Commissie van proefneming. Na
'ordering tot majoor stond hij een
't hoofd van de af deeling artillerie
departement van Oorlog, doch werd
benoemd tot eerste officier bij de
jeademie. Na zijn bevordering lot lui
Jolonel trad de heer De Wilde op als
'idant van het korps pantserfort-artii-
|ls kolonel commandeerde liij het 3e
tl vesting-artillerie. In 1903 volgde zijn
JOT.
tneering, en verwierf hij later den
■in rang van gencraal-majoor.
[lag-oclitend begrafenis.
e geruchtmakende c reu-
Men sclirijft aan het „Huisgezin":
aanleiding van een bericht betrelfcn-
:irculaire van den heer Walraven, jn-
ir der S.S. te Breda, aan de stations
ppecties Breda gericht, over het niM
oen van personen, die gehuwd zijn en
a 1 kinderen te hunnen laste hebben,
jinij verplicht wat meer licht te onts'e-
den 'heer Walraven is voor liet uil
gen dezer circulaire eenig verwijt te
daar deze handelde in opdracht van
ïiens den directeur-generaal, in zoo-
hlthans, dat van deze of wel van den
chef van den dienst der exploitatie deze be
slissing (achter dc coulissen genomen) is uil-
gegaan.
Hel zal wel niet de bedoeling geweest zijn
om een en ander per circulaire aan de sta
tions bekend te maken, doch om op een an
dere wijze (ook achter de coulissen) t. zor
gen, dat aan de gegeven opdracht uitvoe
ring werd gegeven.
De overige inspecteurs der S.S. lieten deze
opdracht mondeling aan de stalionsrh.fs
overbrengen, omdat natuurlijk de buiten
staanders (het publiek enz.) den inhoud niet
mochten weten. Meerdere regelingen en op
drachten van dit soort worden bij de Sta its
spoor cp die wijze ten uitvoer gelegd, waar
ui' wel blijkt hoeveel maling de directie der
S.S. heeft aan wenschen of bepalingen vip
een Minister, een Raad van Toezicht, van
aandeelhouders of commissarissen, en van
andere lichamen.
Aan den heer Walraven, dia de ontvangen
opdracht onomwonden op deze wijze ter ken
nis van -het personeel bracht, den b sten
dank, omdat hij geloond heeft niet mee te
gaan met dat werken achter de schermen
Het personeel zal hem hiervoor dankbaar
zijn. De buitenwereld zal op die wiizc een
weinig te weten komen, hoe bij d - Staats
spoor wordt huisgehouden.
School, en Kerknieuw*.
Te Wageningen is <le Sloetprijs beschikbaar
voor den besten leerling der Rijks-Landbouwschool,
bij het eindexamen Nederl. afdeeling, dit jaar toe
gekend aan E. Bolhuis, Zeerijpmede in aanmer
king kwamen G. Duif, WageningenII. van Zijp,
Amsterdam II. C. Funke, Bnssum T. J. Bookma
ker, BellingwoldeS. J .G. Hart, Wageningen.
De eerste vrouwelijke predi-
'k a n t. De Zutphenschc Courant verneemt, dat
Mej. Doctoranda Annie Zernike, de eerste vrouwe
lijke predikant, 30 Juli in de doopsgezinde kerk te
Zutphen voor do eerste maal optreedt.
Nederlandsch Zendelinggenoot
schap. Tweede Zitting. Voormiddag.
De tweede zitting der 114e Jaarvergadering woidt
geopend met hel zingen van Gezang 23 9.
Met acclamatie weid Ds. J. Craandijk, emeritus
predikant te Haarlem, die vele jaren voorzitter en
lid van het Hoofdbestuur was, benoemd tot eerelid
van het Hoofdbestuur.
Ds. Hille Ris Lambers van Jorwerd brengt rap
port uit namens de Commissie tot bet nazien der
rekening over 1910. Overeenkomstig het advies de
zer Commissie wordt deze rekening goedgekeurd
onder dankzegging aan den Thesaurier, den heer
Voorhoeve en de Finantieele Commissie. De uit
gaven bedroegen f 139,849.78; de inkomsten
f 125,012.22^, zoodal er een tekort is van
f 14,837.55J. Door de bemoeiingen van den zen-
dingsdirector wend dit tekort gedekt door speciale
giften.
Ds. Reesingh van Oosterwijlwerd brengt namens
dezelfde commissie rapport uil over dc raming voor
1912. De raming bedraagt f 132,859. Deze wordt
aangenomen.
Over het iaatslc boek van Prof. Dr. Snouck Hur-
gronje„Nederland en de Islam" geeft Dr. Smit
te Matkkum eenige opmerkingen ten beste. Na ge
wezen te bebben op 't groote belang van het vraag
stuk van den Islam, geeft hij een overzicht van den
inhoud van dit belangrijke boek. In verband daar
mee behandelt Spr. de politieke zijde van bet vraag
stuk, daarna het Onderwijs en de Zending. Spr.
acht de politieke eenheid tusschen moederland en
koloniën, zooals Prof. Snouck Hurgronje de
wenscht, een utopie, daar er geen eenheid van h's-
torie en aanieg is. Over Indië is Nederland voogd
het moet de koloniën zelfstandig maken. Ook acht
Spr. neutraliteit in godsdienstzakeu voor een chris
telijke regeering onmogelijkelke inmenging in de
Indische zaken is reeds schending van neutraliteit.
De Mohammedaan beeft bovendien geen begrip van
deze neutraliteit, ziet haar aan voor lafheid of lauw
heid. Zedelijke opvoeding kan ook godsdienstzaken
niet ter zijde laten. Het onderwijs besprekende,
betuigt Spr. instemming met de brochure van den
lieer A. Limburg overhel Onderwijs in de Zen
ding; deze staat decentralisatie voor; bijzonder on
derwijs moet regel, regeeringsonderwijs uitzonde
ring zijn. Bijzonder onderwijs is natuurlijk niet uit
sluitend christelijk of zendingsonderwijs. De ervaring
leert, dat op de zendingsscholen het percentage Van
de schoolgaande meisjes zeer groot is, wat van veel
belang is voor de ontwikkeling der geheele bevol
king. Waar Prof. S. H. zooveel sympathie voor de
Zending toont, bevreemdt het eenigszins, dat hij het
zendingsonderwijs niet krachtiger aanbeveelt, daar
dit meer aan zijne idealen moet nabij komen dan
het z.g. neutrale onderwijs. Instemming betuigt
Spr. met Prof. S. H., waar hij de vrouwen oproept
om zich in den zendingsarbeid te wijden aan de
verheffing der inlandsdhe vrouw. De Zending is
in deze richting reeds krachtig bezig (b.v. de Wit-
heimiiiasehool te Djocja, dc Meisjesschool te Tomo-
hon, de Meisjesschool te Bandoeng, enz.) Allen na
druk legt Spr .op de gevaren van den Islam, die
naar het hem voorkomt, in dit boek den schrijver
minder zwaar wegen dan in zijn „Mekka."
Een belangrijke discussie ontspint zich over dele
belangrijke voordracht, waaraan o. a. Ds. Gunning
en Prof. Muller deelnemen.
Tot voorzitter van de Jaarvergadering in 1913
wordt benoemd Prof. Dr. II. M. van Nes te Leiden,
van die in 1914 Prof. Dr. F. Pijper te Leiden.
(Voorzitter van de Jaarvergadering in 1912 is Ds.
Bergman te Rotterdam).
Tot redenaar in de vergadering in 1913 wordt be
noemd Ds. B. Klein Wassink te Leeuwarden(rede
naar in 1912 is Ds. P. J. Molenaar te 's-Gravenhage).
Tot leden van het Hoofdbestuur werden herbe
noemd Ds. G. F. Haspels, te RotterdamDr. L.
Heldring, te Amsterdam D. J. R. Jordens, te Zwol
le Prof. Dr. P. J. Muller, te 's-GraveuhageDs.
J. Gouverneur, te Zierikzeecn gekozenDs C. J.
van Paassen, te Haarlem.
Tweede Zitting. Namiddag.
De Algemeene Vergadering, die Woensdagmiddag
gehouden wordt, vangt aan inet liet zingen van
Gezang 250 1 en 2. Nu gebed heet dc voorzitter
de afgevaardigden van de andere zendingscorpora
ties welkom, van het Vrouwcn-hulpgeiiootschap, van.
de Vereeniging tol uitrusting der zendelingen, van
classieale zendingsYcreenigingen, enz. In 't bijzonder
ook Zr. Ilulsebos, dinkones te Modjowarno cn Zr. de
Ruiter, diakones te Sonder (Minahassa), die met
verlof in 't vaderland zijn, en Mevr. Hofman, wier
echtgenoot wegens ziekte moest repatrieeren, enz.
Ds. Schuilei- tot Peursuin wenscht den voorzitter
geluk met zijne verloving. Ds. Adriani spreekt na
mens verschillende afgevaardigden een woord van
dank voor hel vriendelijk welkom Ds. Gronemcyer
namens het Ned. Bijb. Gen. de lieer Schroder na
mens de Ned. Zend. Vereen.de heer Kühnen
namens het Salatiga-Comilë.
Daarna spreekt Ds. Gunning over de vergadering
van het Voort/ettings-Comité der Wereld-Zendings-
Conferentie te Edinburg, die te Durham gehouden
en door hem als afgevaardigde van Nederland werd
bijgewoond. Spr. wijst allereerst op de resultaten
van die Wereld-Zendings-Conferentie. De Engelschen
en Amerikanen hebben ongetwijfeld heel veel gedaan
op zendingsgebied, maar de continentale zendings
mannen hebben dieper dc zendingsvraagslukken in
gedacht en uitgewerkt. Wederzijds heeft men elkan
ders verdiensten loeren waardeeren.
Een belangrijk resultaat was ook de instelling van
het Voortzettings-comité, dal samengesteld is uit 10
afgevaardigden uit Amerika, 10 uit Engeland, 10
van het Continent en 5 van Australië en Z.-Afriko.
Dit Comité komt elk jaar samen zoo is er voort
durend contact tusschen de zendingscorporaties in
de geheele wereld. Enkele personen, die het Co
mité vormen, worden nader beschreven, inzonder
heid de voorzitter John Molt, de secretaris Oldham,
e. a. Op de vergaderingen werd aandacht gewijd
aan eene betere speciale opleiding der zendelingen
aan eene betere samenwerking op het zendingsveld
aan het bezetten der nog-onbezelle veldenaan de
persaan de organisatie van het zendingsonderwijs
en de inlandsche volkskerken; aan den arbeid on
der de Mohammedanen, enz. Waarschijnlijk zal
Molt in het najaar voor eenigen tijd ons vaderland
bezoeken om met de zendingsbesturen te spreken.
Besloten werd een Internationale Revue te doen
verschijnen in twee talenEngelsch en Duitsch.
Ten slotte besprak Spr. de belangrijkste verschijnse
len op zendingsgebied in Schotland. Men kent daar
alleen kerkelijke zendingde zendingsbelangcn wor-
den op de Synodes zeer ernstig besproken. Dc ker-
kelijke zending werkt daar centraliseerend een paar
kerken zijn er reeds samengesmolten.
Ds. Van der Giesen dankt aan het eind der ver*
gadering den Voorzitter voor diens leiding. Met het
zingen van Gezang 245 .- 2 wordt de vergadering
gesloten.
Avondsamenkomst op 12 Juli
in de Groote Kerk te Rotterdam.
De vergadering in de Groote Kerk werd geopend
met gebed en het z'.ngen van Gez. 239, en een wel
komstgroet door den Voorzitter.
Ds. Van Paassen, predikant te Haarlem, hield eene
zendingsrede, waaraan ten grondslag lag Zacharia
4 6b Niet door kracht noch door geweld, maar
door Mijnen geest zal het geschieden, zegt de Hecre
der heirscharen.
Met het zingen van Gez. 96 wordt de vergadering
gesloten.
Van den Hak op den Tak.
Een hond toont zich toch dikwijls een slim dier.
Bij Nieuw-Vennep bevond zich een hond juist tus
schen de rails, toeu een zandtrcin aankwam. Ilct
dier kon niet meer uitwijken, en wat deed het nu?
Het legde zich plat op den grond neer en liet den
trein over zich heen gaan. Het bleef gelukkig onge
deerd toen de trein gepasseerd was, draafde Fidel
lustig weg. Zoo nu en dan lezen wij wel eens
staaltjes, dat de schranderheid van den bond door
een mensch wordt benut; dat een hond couran
tenbezorger was, had ik nog nooit gehooid. Nu
komt dit voor in Parijs, waar een zwarte poedel
met een snuit, als uit zwart gummie gesneden, voor
zijn meesteres, een papierhandelaarster, die ook
kranten bezorgt, deze rondbrengt. Dick doet dit zoo
slipt, zoo nauwgezet als de uccuraatste kranten-
looper. lederen morgen gaat bij op weg, loopt van
huis tot huis en draagt een ikorf, waarin zich de
couranten bevinden. Hij vergist zich noch in de wo
ning, noch in de étage, noch in de deur. Hij brengt
den portier zijn courant met politiek en gemengde
berichten, en de winkeljufffrouw haar courant met
novclletjes en feuilletons, 't Spreekt van zelf, dal
Dick, als ieder levend schepsel wel eens in verlei
ding wordt gebracht, maar en hierin maakt hij
ons menschen beschaamd hij is nog nooit voor
de verzoeking bezweken. Althans zoo luiden de.
berichten. Men lieeft herhaaldelijk geprobeerd om
hem van het goede spoor af te brengen, hem te
misleiden, ookte bestelen. Maar Dick toonde
zich trouw aan zijn roeping. Voor niets bezweek
hij, ook niet voor een klontje suiker, ofschoon hij
een echte lekkerbek is; hij neemt dankbaar de
suiker aan, maar blijft niettemin den voorgenomen
weg volgen. Wie zou zoo'n trouw en schrander
dier als de hond kunnen deren? ,,Wij", kunnen een
4-tal jongens te Haarlem hierop antwoorden. Die
deugnieten waren op het terrein langs den slacht-
huisweg bezig een graf te delven. Een slager zag
hen en wilde weten, wat zij in hun schild voer
den. Toen de kuil diep genoeg scheen naar de zin
der jongens, legde een van hen een pakje daarin
en wierp toen een schop zand daar bovenop. De
slager trad naderbij en vroeg„Wat begraven
jullie?" Antwoord: „Ja, mijnheer, 't is zyn eigen
schuld, hij heeft het zelf gewild." De slager haalde
't pakje uit den kuil en een levend hondje kwam
voor den dag. Het arme dier was door de kwajon
gens ter dood veroordeeld, omdat het een stuk
worst gestolen had en ook gesnoept had van de
melk. Natuurlijk kreeg het nu gratie, waarover
de deugnieten zich nog ontsticht durfden toonen.
Worst, oefent niet alleen op hondjes bekoring uit.
Een Nederlander in Berlijn verheugde zich buiten
gemeen, toen hij bericht kreeg, dat voor hem een
pakket was aangekomen, inhoudende een paar Gel-
oersche rookworsten. Dal leek hem. Ilij zou er
echter niet van smullen. Een paar dagen later werd
hij geïnviteerd om aan het douanekantoor te ver
schijnen. En daar vernam hij, dat vleesch in worst-
vorm niet uit Nederland mag ingevoerd worden.
Voor geen gekt of goede woorden. De worstjes,
die er zoo heerlijk sappig uitzagen, moesten der
halve naar Nederland terug. „Jammervond onze
landgenoot- .Jammer ook van dc kosten! Weet
u wat, houd u ze, ik zend zc niet terug. Eet u ze
op, als u ze lust; zc smaken perfect. Eenvoudig
in kokend water gaar broeienDe beambte viel
hem verstoord in de rede„Dan zulten wij zc ver
nietigen, en dc daad bij bet woord voegende, deed
hij voor dc begeerige oogen van onzen waterlan-
denden landgenoot de malsche rookworstjes in bet
vuur verteren. O, gruwelt
Die douane-beambte wist dus zijn lust te behecr-
scben, hij kende zijn plicht. Plichtgevoel dient ieder
te hebben, anders deugt hij nergens voor. Natuur
lijk wordt er meer vercischt, voor elk beroep en
ieder ambt weer iets anders. Een paar politie
agenten zoo verhaalt L en V. stonden op een
vrijen dag in een enfétje met een olijken werkman
te filosofeeren over alles en nog wat. Er werd on
der het genot van een glaasje bier flink „geboomd".
Zoo hielden ze o.m. diepzinnige beschouwingen over
het vraagstuk van den „«.ingeboren aanleg", die
zich op jeugdigen leeftijd openbaart.
„Ja", zei de eene dienaar van Hermandad, „ik
zeg maar, als zoo'n jongen graag met scheepjes
speelt, dan steekt cr vast een zeeman in hem."
„Ik heb er een gekend", beweerde aijn Collega,
„die als Jongen nooit wat anders doen wilde dan
soldaatje spelen, cn nou, hij heeft het ridder al."
„Precies", beweerde de leuke werkman, „ik heb
een jongen, die beeft bepaald aanieg voor politie
agent." Vragende gezichten! „Ja, 't is zoo", ver
volgde hij. Als moeder de vrouw het eten op tafel
zet, dan is hij d'r altijd het eerst als de kippen er
bijmaar als er eens houtjes gehakt moeten wor
den of een boodschap gedaan, 't is vertikt, maar
dan is die aap van een jongen nooit te vinden."
Dc stemming van de agenten was bedorven.
Bijzondere geschiktheid of aanleg meende een
sollicitant te hebben, die naar een betrekking dong.
Ilij schreef den volgenden sollicitatie-brief
Meneer,
Ik zou zoo goed opzichter bij U kunnen worden.
Want ten eerste ben ik geboren in „Kijkduin", ten
tweede ben ik de zoon van een klokkenopdraaier,
en ten derde heb ik „mijn tijd" uitgediend in bet
leger. Ik zal dus goed op den tijd kunnen letten.
J. W
Acht geven op den tijd is een goed ding. „Acht
geven" in 't algemeen voorkomt veel kwaads en
nadeel. Dat begrijpt ook de Directie van dc Onderl.
Brandverzekering der Holt. Mij. v. Landbouw, die,
zeker naar aanleiding vnn den grooten brand te
Binnenwljzendi, den volgenden raad kreupelrijm
publiceert, welke wel verdient in acht genomen te
worden
Twee zaken hebben door hun aard
lil 't huisgezin veel zorg gehaaid
Geachte loden, gij kent ze wel
De lucifer en 't petroleumstel.
De eerste is op 't platteland
Zoo vaak bij d' een of and'rcn brand,
Gelijk men dan zeer dikwerf leest,
Dc oorzaak van den ramp geweest.
Derhalve ouders opgepast
De lucifers boven op dc kast I
Laat het jonge volkje vroolijk spelen,
Maar zorgt, dat zij zich niet vervelen.
En wat betreft 't petroleumstel,
Hot gevaar daarvan, dat kent ge wel.
Men lette, dat het stevig staat
Op 'n ijzeren of steonen plaat.
Nooit laat men 't brandend onbeheerd,
Dat is ten ccnenmaal verkeerd.
Of bij te vullen als het brandt,
En dan nog wel tot aan den rand.
Zorgt, dat dc meid dit nimmer doet,
Want dat is absoluut niet goed.
Nimmer met water blusschcn gaan,
Als brand is door 't stel ontstaan
Men neem' dan melk, nog beter zand,
Een bak daarmee steeds bij de hand.
Een ieder zorge, wat hij kan,
Daar hebben allen voordeel van.
KEUVELAAR.
Naar h*t Engtltch
BARONESSE ORCZY.
TIENDE HOOFDSTUK.
Lady Blakeney's raout.
de annalen van het jaar 1793 vindt men
philknde beschrijvingen "van tie gran-
receptie, door Lady Blakeney gegeven,
en herfst van dien zonnekring, op haar
■Mig landgoed „Blakeney House", aan
Theems gelegen.
)oit hadden de ruime zalen er scnitte-
ler uitgezien dan bij deze gedenkwaardige
eenheid gedenkwaardig wegens de
turlenissen waarmede deze luisterrijke
inkomst werd besloten,
jè Prins van Wales was te water van
Hon Manor overgekomen; de Koninklijke
essen waren vroegtijdig aanwezig; ge-
de groot wereld, van Londen was er
ïgenwoordigd, pratend en lachend, de
igste toiletten en onschatbare juweelen
^toon spreidend, dansend, koketteerend,
rend naar ruiscliende muziek of slen-
in de gaarden, waar najaarsrozen en
jotropen den wandelaars een zoeten geur
wuifden op den adem van den westcn-
Od.
ilou
ases<
de
■<'.v
hem.
df'"1 i:
jwuifc
Maar Marguerite was zenuwachtig ,en on
rustig in haar bewegingen. Zij mocht doen
wat ze wilde, het gevoel van een nanderend
onheil kon zij niet van zich afzeilen, 'het
had zich reeds op het eerste oogenblik van
haar meester gemaakt, nadat ze Chauvelin
van aangezicht tot aangezicht had ontmoet.
De onverklaarbare gewaarwordinjg van
een ongezonden toestand benauwde haar
voortdurend, hel vermoeden, dal haar per
soon, Désiréc Gmdeille, Percy, zelfs jive
Koninklijke Hoogheid, op dit oogenblik de
spelers waren in een drama, door Chauve
lin geschreven en geregisseerd. Dc nederig
heid van den ex-amfbassadeur, zijn vriend
schapsbetuigingen, zijn kalmte onder Sir
Percy's goedlachsche kwinkslagen het was
alles een wassen neus. Marguerite wist
zulks, haar vrouwelijk instinct, haar harls-
tochtelijke liefde voor Blakeney, alles klonk
:a tuar binnenste als een waarschuwende
stem. Maar er lag iets in den aard van ha
ren echtgenoot, dat haar tot machteloosheid
doemde in het aanschijn van zulke gevaren,
die thans zij was cr zeker Van 'hem
boven het hoofd zweefden.
Even voordat Laar gasten begonnen zioh
te verzamelen» ,was ze jnet hem gedurende
enkele minuten onder vier oogen geweest.
Zij was het vertrek binnengetreden waar
hij zatzij zag er schitterend uit van schoon
heid in (haar glanzende robe van wit satijn
met zilverdraad doorregen, met diamanten
in haar (goudblonden haardos en een ooJlier
van briljanten om haar ongeêvenaarden
hals.
Oogenblikken als deze, als zc alleen met
hem was,, waren de vreugde van haar leven.
Dan, maar ook <lan alleen, zag zij hem in,
zijn ware verschijning, met die fnnige teo-
derheid in zijn diepliggende oogen, den nu
en dan flikkerenden straal van hartstocht
onder de druiliig welvende wimpers. Voor
enkele minuten zeggen we seconden lag
de geest van den waaghals in rust, geban
nen naar den versten achtergrond zijner ge
waarwordingen door de machtige emoties
van den minnaar.
Dan placht hij haar in zijn armen te druk
ken, haar vast te klemmen aan zijne borst,
met het eigenaardig verlangen om uit zijw
hart alle andere gedachten te bannen, alle
gevoelens cn ontroeringen, behalve de aan
doeningen die hem tot slaaf maakten van
haren glimlach, van haar weergalooze
sdhoonheid.
„Percy!" fluisterde zij hem dezen avond
toe, zich uit zijn omhelzing bevrijdend et)
naar hem opziende, terwijl ze geditrendé(
deze eenige seconden gevoelde dat hij haar
geheel toebehoorde, „Percy, zul je vanavond
niets overhaastigs, niets dob.innigs uitvoe
ren? Chauvelin heeft al wat gisteren gebeurd
is tc voren naar een uitgewerkt plan be
raamd. Hij haat je en..."
Oogcnhliikkclijk was zijn gelaat, ook zijn
houding anders, de zware wimpers overwelf
den zijn oogen, de strakheid van den mond
ontspande zioh, cn de gemaakte, half verle
gen, halt wozenloozc glimlach speelde weer
om de gesloten lippen.
„Natuurlijk haat hij me, lieve," zei hij
op zijn gewonen, druiligen toon, „natuurlijk
haal hij me, maar dat is juist zoo 'heerlijk
amusant. Hij weet wezenlijk niet wat en
hoeveel hij of ik weet. Waarachtig.
er. niemand onzer weet iels. nu juist
op dit oogenblik.
Hij lachte luchtig en onverschillig en
schikte toen zijn kanten das in orde.
„Percy!" zei ze op een loon van verwijt.
„Ja, lieve."
„Toen je korl geleden Déroulède cn Juliet
te Marny naar Engeland bracht. heb ik
doodsangsten uitgestaan. en.
Hij slaakte een snellen, korten, veclzcg-
genden zucht en zei heel minzaam
„Ik weet het, lieve, en daar zit juist de
moeilijkheid. Ik weet dat ge je aftobt,
daarom heb ik met dat zaakje zoo'n deksel-
schen haast gemaakt, om je niet le lang in
spanning tc doen verkeeren. En nu kan
ik Foulkes niet v.egkrijgen van zijn jonge
vrouw; Tony Devvhurst en de anderen zijn
zoo machtig langzaam
„Percy!" zei zc andermaal met tecderen
ernst.
„Ik weel het, ik weet het," zei hij met
iets van zelfverwijt. „La, la! Ik b»:i je be
zorgdheid niet waard. Dc hemel weet wat
een kaffer ik was, jaren lang, toen ik je
versvaarloosde en onkundig was van dc no
bele toewijding die ik helaas! nu nog zoo
weinig verdien."
Zij zou nog iets meer lubben gezegd, doch
werd hierin verhinderd door de komst vau
Juliette Marny in het vertrek.
Sommigen uwer gasten zijn aangekomen,
Lady Blakeney," zei hel jonge meisje, ver
schooning vragend voor haar schijnbare
stoornis „Ik dacht dat u het wenschte te
weten."
Juliette zag er jong en meisjesachtig uit,
in een eenvoudig wit kleed, zonder een en
kel juweel aan armen of hals. Marguerite
keek haar met ongeveinsde goedkeuring
aan.
,,U ziet er vanavond bekoorlijk uil, Made
moiselle, dunkt u ook niet, Sir Percy?"
..Dank zij uwe goedheid," glimlachte Ju
liette, eenigszins bedroefd. „Onderwijl ik
n.e aankleedde, gevoelde ik hoe graag ik de
juweelen mijner dierbare moeder, waarop
deze zoo trotsch was, zou gedragen hebben."
„Laten we hopen, dat ge ze den een of
anderen dag terug krijgt, lieve," zei Mar
guerite gedachteloos, toen ze het jonge meis
je uit het studeervertrek van Percy geleidde
naar de ruime receptiesalons.
„Ik hoop het ook," zuchtte Juliette. „Toen
de lijden na mijns vaders dood in Frankrijk
4x»o oproerig werden, belastte zijn 'biechtva
der en vriend, de abbé .Foucquet, zich met
de bewaring van dc preciosn mijner moe
der. Hij zeide dat ze daar veilig met de sie
raden zijner kleine kerk te Boulogne opge
borgen zonden zijn. Hij was niet beducht voor
heiligschennis of ontwijding van het heilig
dom. Hij achtte ze daar veilig, omdat nie
mand op de gedachte komen zou de Marny
diamanten in dc crypt van een dorpskerk te
gaan zoeken."
Marguerite gaf hierop geen antwoord.
Wat ook haar twijfel mocht geweest zijn
aangaande dit onderwerp, het had geen nut
om de kalmte van het jonge meisje le ver
storen.
,,I)ic goede abbé Foucquet," ze» Juliette na
een poos, „zijn toewijding is van een aard
waarvan ik 'zeker ben dat ze onder het
nieuwe stelsel van anarchic cn zoogenaamde
gelijkheid geen gelijke zal hebben. Ilij zou
zijn leven hebben gegeven voor mijn vader
of voor mij. En ik weet, dat hij nooit zou
scheiden van den schat, hem toevertrouwd,
zoolang hij adem cn kracht bezat om dien
te verdedigen."
Wordi vtrffifd.