W". 61. 16" JaargMg Vrijdag I September 1911. BUITENLAND. FEUILLETON. De Onvindbare Pimpernel. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABOHNEMHHT8PRIJS: Par 3 maandan voor Am«r«foortf l.OO. Id on franoo par poet- l.KO. Afttonderlijko nummsrk- 0.05. Deze Courant verachijnt dagriiJUa behalve ep Zan- aa Feeat dagen Adverientifinraededeelingen ana.gelieve mea véé» 11 uur 'a morgens by de Uitgevers in te aandan. U i tg.v.rs: VALKHOFT 6 C°. UtrMhtschMtrMt 1. Inttrtomm. T.I.phoonnumm.r 66. PR1I8 DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels f 0.50. Elke regel moer - 0.10. Dienstaanbiedingen en aanvrAgon 25 rants by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel ea bodjryf bestaan xeer voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bfc' abonnement. Sana oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht Misverstand over eene rede van den Duitscken Keizer. Aan eene oude traditie getrouw, besteedt de Duitsche Keizer den nazomer om van zijiie belangstelling als „oberster Kriegsherr" iu leger en vloot met de daad te doen blij ken. Hij wordt daarbij gefêteerd, wordt plechtig ontvangen en toegesproken. Die toespraken worden door hem beantwoord, welke antwoorden zijn ingekleed op de wijze zooals de omgeving, waarin hij zich bevindt, en de stemming van het oogenblik hem dat ingeven. Maar op 's Keizers rede voeringen heeft altijd het noodlot gerust, dal zij verkeerd worden verstaan. Ook zijne laatste redevoeringen zijn daaraan niet ont komen. In Hamburg heeft dc Keizer het woord van zijn beroemden voorzaat, den grooten keurvorst, dat handel en zeevaart de hoofd- zuilen van den staat zijn, tot het zijne ge maakt. Hij heeft gezegd: „Ademen moet de staat, gelijk de menschen, om te leven. De adem brengt aan hel staatslichaam leven en kracht, en deze adem is de handel." Dit heeft de agrariërs het hoofd doen schud den, wier orgaan, de Deutsche Tageszei- tung, vermanend opmerkte: „Tot het leven van een organisme behoort niet de adem alleen, maar ook een krachtig lichaam. Kunstmatig© ademhaling is niet in staat een lichaam lang in leven te houden, als het dc oorspronkelijke constitutioneele kracht mist." De agrariërs waren op weg om ern stig boos te worden op den Keizer, die scheen te vergeten, dat de eigenlijke bron van Duitschland's kracht ontspringt op den akker. Maar de Keizer ke»t zijne agrariërs; hij heeft den opkomenden storm bezworen, door in Stettin de te Hamburg gesproken woorden aan te vullen met een woord van lof aan dc Pommersche landbouwers, waar toe hij als bezitter van Schmolsin zelf be hoort, „die als modellen kunnen dienen voor de landbouwers van het koninkrijk Pruisen." Van ernstiger aard was het misverstand, dat is opgewekt door eene andere zinsnede in 's Keizers rede, namelijk die, welke luid de: „Ik meen te kunnen aannemen, dat het uwe meening is <d. w. z. de meening van de Hamburgers) onze vloot ook verder te ver sterken, zoodat wij er zeker van kunnen zijn, dat niemand ons de plaats aan de zon zal betwisten." Men is van die woorden wel Cenigszins geschrikt, omdat men daarin eene opwekking meende te zien, dal er op nieuw moest worden gestreefd naar uitbreiding van de Duitsche oorlogsvloot. Men zag er eene aankondiging in, dat eerlang de indie ning van eene nieuwe vlootwet bij den rijks dag was te verwachten. Dat vooruitzicht werd in Duitschland zelf niet aanlokkelijk gevonden met het oog op de financieele ge volgen!, die daaraan zouden vastzitten, en ook in de Engelscbe pers werd geklaagd, dat hel verlangen van den Keizer naar eene uitbreiding van de vloot in Engeland onaan genaam moest opvallen. Gelukkig echter liceft men ook hier 's Keizers woorden mis verstaan; althans van verschillende zijden wordt verzekerd, dat men verkeerd doet aan 's Keizers woorden die beteekenis toe te kennen. Zoo wordt aan de Frankf. Ztg. uit Berlijn geschreven: „Het gaat zeker te ver, als men uit deze eene opmerking van den Keizer dadelijk zou willen concludeeren »ot hel voornemen eene wetswijziging voor te stellen tot versterking van de vloot buiten het bestaande kader van de vlootwet. Men heeft tot dusver aangeno men en er is geen reden om te meenen. dat deze opvatting heden niet meer reohit van bestaan zou hebben dat er aan eene vergrooling van de slag vloot verder reiken de dan de vlootwet niet wordt gedacht, en dat er hoogstens sipra'ke kan zijn van ver anderingen in het kader van de vlootwet, zooals de verbetering van de techniek ze kan meebrengen. In de regeeringsbureaux weet men ook niets van eenig voornemen 0111 de vlootwet krachteloos te maken. Een paar jaren geleden, toen de onbekendheid van -Engelscbe staatslieden met de Duitsche vlootwetgeving leidde tot eene groote on gerustheid over de beteekenis van den Duit- schen schepenbouw, heeft in zekere kringen het geloof bestaan, aait Duitschland, om aan Engeland een genoegen te doen, van de vol tooiing der vlootwet zou afzien of de uitvoe ring van dc wet zou verlengen tot. over het voorgeschreven tijdstip heen. Het is zeer spoedig gebleken, dat daaraan niet is te den ken en dat zoomin de regeering als de rijks dag gezind zijn van de uitvoering van de vlootwet af te zien. Het is echter ook bekend geworden, dat nadat daartoe strekkende pogingen, die van zeer invloedrijke Engelscbe zijde uitgingen, waren afgewezen, de bereid willigheid tusschen Duitschland en Engeland bestaat om zich over datgene, wat zij na de volledige uitvoering van de vlootwet met hunne vloten denken te doen, wederkeerig vriendschappelijk te verslaan. Dc Keizer weet daarvan natuurlijk, en omdat hij dat weet kan men gerust aannemen, dat als hij te Hamburg in een enkelen volzin, als 't ware terloops, van de noodzakelijkheid heeft ge sproken om ook verder de vloot te verster ken, hij daarmee niet aan een te niet doen van de vlootwet heeft gedacht, maar meer gesproken heeft als de „oberste Kriegsherr", die de gelegenheid gaarne waarneemt om er op te wijzen, dat Duitschland's strijdmacht te water en te land ten allen tijde ia goeden toestand moet zijn." Met deze uitlegging is ook in overeenstem ming eene verklaring van den voorzitter van den Duitschen Flottenvorein, admiraal von Koester, die heeft gezegd: „Mijns inziens laat de rede van den Keizers voorshands niet de bedoeling toe, dat de Duitsche vloot zal worden uitgebreid verder dan de vloot wet bepaalt. Het zou echter beantwoorden aan den wensch van alle nationaal gezinde Dui'sche mannen, dat onze vloot voldoende sterk is lot vervulling van de door den Kei zer gestelde taak." Duitschland. B e r 1 ij n, 31 Aug. De Turksche troons- opvolger is hedennamiddag hier aangekomen en door den Keizer ontvangen. Des avonds gaven de Keizer en de Keizerin een diner, waaraan alle vorstelijke personen, die de paraüe hadden medegemaakt, met hun gevolg deelnamen. De Turksche troonsopvolger geleidde prin ses Victoria Louise naar tafel en zat tusschen haar en dc Keizerin. De Reichsanzeiger bevat hel besluit, waar bij wordt bepaald, dat de grondwet van Elzas-iLotliaringen. in haar vollen omvang den len September 1911 in werking treedt. Een nader bericht uit Kiel meldt, dat de vreemdelingen, die daar aangehouden zijn, niet van spionage verdacht werden, maar uitgenoodigd waren, hun gezondheidspas over te leggen. Men moest een tolk halen, om hun dit duidelijk te maken. Zoodoende moest men hen een poos in bewaring stel len. Later is het geval echter op bevredigen de wijze opgehelderd. Engeland. Uit Londen wordt bericht, dal de naweeën vain de groote. staking zich nog doen voelen. Zoo dreigen bij de Great Eastern de machi nisten, stokers en wagenpoetsers te gaan sta ken, ails de maatschappij hare beloften niet nakomt. Een van de vredesvoorwaarden is geweest de wederaanstelling van de stakers in hunne oude betrekkingen. De maatschap pij laat echter de tijdens <le staking trouw gebleven Ixïamblen op de betere posten en weigert hierin eenigc verandering tc bren gen. De mannen dreigen nu in staking te zul len gaan, als zij niet in hunne oude betrek kingen weder worden aangesteld. De secre tarissen van de betrokken vaikvaroendgiingen hebben zidh gewend tot het departement van handel, opdat dit zijn invloed bij dc spoor wegmaatschappij zaïl doen gelden. Portugal. Lissabon, 31 Aug. De minister van ibuitenlanKÜsahe zaken las eene nota voor, den 24en Augustus gezonden aan de builen- 'iaiijdlsche litigation, waarin de verzekering wordt gegeven, dat dc status quo voor de bestaande buitenlandsche kerken gehand haafd zal worden. De minister verzekerde verder, dal de er kenning van dc republiek dioor Engeland he den of morgen zaïl geschieden. Oostenrijk. De OosUmrijksche overheid heeft te Trente een Ilaliaansche vrouw in hechtenis geno men, die zich Toriiasini noemt en van spio nage verdacht wordt. Zij moet zich verschei dene weken te Treule opgehouden en veel in officierskringen \crkeerd hebben. Ter zelfdcr tijd is de Italiaansche griffier Forlnal Daipazzo aangehouden, toen hij de Ilaliaansche grens overging, om zich naar Tirol te begeven. Men vermoedt dat hij en de vrouw hel met elkaar eens waren. Rumenië. Bij het bezoek van den Turkschen. troon opvolger Joessoef Izzeddin aan het Rumeen- sche hof is in Pelessh een feestmaal gehou den, waarbij Koning Carol en de prins har telijke dronken' wisselden. De Koning ge waagde van de uitmuntende betrekkingen, die tusschen dc beide landen in het belang van den algemeenen vrede heerschen; de prins bekrachtigde deze woorden en ver klaarde, dat hij zich in Rumenië in een be vriend land bevond. Het is een belangwek kend stuk historische ontwikkeling, dat ligt tusschen den lijd van het verleden en deze feestdronken, die niet ijdele woorden zijn, maar voortspruiten uit het bewustzijn, dat dc beide landen gewichtige belangen ge meen hebben. Koning Carol zelf heeft nog den degen tegen Turkije gevoerd en zicli gemeten met de beste veldheeren van het land; thans kon hij in vriendschap dc hand drukken van den toekomstigen sultan van Turkije. Het bezoek bewijst het voornemen om de vriendschap te versterken en voor de geheelc wereld kenbaar te maken; het kan dus worden aangemerkt als eene ge beurtenis van beteekenis voor den toestand aan den Balkan en derhalve voor de inter nationale politieke verhoudingen. Turkije. Konstantinopek 31 Aug. De Duit sche zaakgeiastigde heeft, terwijl hij den sul tan de versierselen der orde van den Zwar ten Adelaar overhandigde, gezegd* dat het des keizers levendige wensch is, dat do Tuirksdh-Duiltsdie betrekkingen steeds vriend- schappelijker zullen worden. De sultan bracht dien keizer zijne diank en betuigde hem zijne gevoelens van waarachtige vriend schap. Dc tegen zwaar losgeld uit de handen van dc roovers bevrijde Duitsche ingenieur Rich ter is nu eindelijk gezond eai wol te Salonika aangekomen. Zijne komst aldoor is vertraagd doordiait hij in Oslrowa quarantaine moest houden. Marokko. P a r ij s, 1 Sept. De Excelsior brengt een telegram uit Ben-lijn, berichtende dot von Bctihmann-HoUlweg en von Kiderlen beslo ten hebben eene discussie aan te nemen in plaats van een non possumus oP to werpen voor het gevat, dat de door Frankrijk aan geboden oompensatiën onvoldoende modhten zijn. De Maitin bericht uit Madrid, diat Canailc- jas in een interview bevestigd heeft, dat Santa Gruz de Mar Pequena binnenkort zal wonden bezet. Hij gelooft dat een Fransch- Duitsdh acooord spoedig tol stand zal ko men. Dc Parijsdhc pens hceift aan het bericht van het vertrok van gezant Cambon naar Berlijn beschouwingen vastgeknoopt ©ver den vermoedelijken loop van de zaken, die niet zoo optimistisch gestemd zijn als eenage dogen geleden maar toali vastgehouden aan de hoop ,dat men nu in Berlijn tot overeenstem ming zal komen. Men legt er nadruk op, dat er eerst van cotnpensa/tiën sprake kan zijn, als men het over de Marokkaanschc kwestie volkomen eens is geworden. In eene te Berlijn gehouden vergadering van burgers is, nadat de conservatieve afge vaardigde van den landdag von BöRewdorft- Ivölpin, het lid van den rijksdag Latlmann en prof. diu Moulin het woord hadden ge voerd, eeai besluit genomen, waarin wordt gezegd, dat tot behartiging van de Duitsche belangen van Frankrijk liet terugkceren naar den grondslag van de akte van Algeciras moet worden verlangd. Wondt deze weg niet gekozen, dan moet het Duitsche rijk zach in Wcst-Marokko dezelfde rechten en denzelf den invloed weten te verzekeren, die Frank rijk voor zdch opedischit in eenig ander deel van Marokko. In geen geval mag warden geduld, dat Frankrijk uit de be wiking van Marokko zijne militaire krocht aanvult en versterkt omdat 'hierin eene bedreiging van het Duitsche rijk zou liggen, dfic tot her nieuwde militaire toerustingen zou dwingen. Bemoeiing van een anderen staat met het Franseh-Duiitsolie Marokkogesohil moet kalm maar met de grootste beslistheid worden af gewezen. Dc te Turijn verschijnende Stampa brengt hot bericht, dat Italië de kabinetten te Ber lijn, Londen en Parijs heeft verwittigd van zijne aanspraken voor bet geval dat er ver anderingen mochten koxnen in de Middel- lamdsoheze e -vanhoudiin genHet blad schrijft: „Geen andere staat is zoozeer Middel 1 a nd- schezee-sitaat als Italdë; wegens zijne Middel- loiudschezcc-belangen is het in den driebond getreden en heeft liet de ongelukkige over eenkomst met Frankrijk en Engeland geslo ten." Volgens de Stampa, die in betrekking staat tot den minister-president GooJatti', is deze stap van Italië op diens rechbtreekschcn aan drang geschied. Madrid, 31 Au g. In den ministerraad, die zich vooral bezig hield met de onder handelingen over Marokko, heeft minister president Canakjas verslag uitgebracht over den arbeid van de Spaansche diplomatic. Hij drukte de hoop uit, dat de rechten van Spanje door de mogendheden, die bij de Marokkaansche aangelegenheden geïnteres seerd zijn, geëerbiedigd zouden worden. Hij koestert- het vertrouwen, dat de onderhan delingen lot eene snelle en bevredigende op lossing zullen leiden. Wat Santa Cruz <le Mar Pequena betreft, wees hij op de noodzakelijkheid oan dit ge deelte van de Marokkaansche kust voor het einde van September te bezetten. P«rzlë- De chef van de Midden-Aziatische afdee- l&ng dn'hct ministerie van buiitcnlandsahe za ken te Petersburg, geheimraad Klentm, heeft aan een Moskousoheu interview-er verklaard, diait Riuswaiwl den ex-sjah Mohammed Ail1» volstrekt niet ondersteunt. I>e ez-sjaih be- scidkt slechts over geringe geklmiddclcn van zijne bloedverwanten, die na de restauratie rente lnopen te trekken van hun kapitaal. De regeering te Teheran daarentegen heeft van de bank van Engeland 2,500,000 roiebcl ont vangen, waarvan nog sledhts 800,000 over zijn. De heer Klemm geeft toe, dat de telegram men van het Petersburgsche telcgraafagent- schap uil Perzië tendentieus zijn; hij ver klaart dit echter daarmee, dat in Perzië goe de infer maliën mouiclijk te vinden zijn. Ook de nieuwe vice-minister van handel Bark is in Moskou geïnterviewd. Hij zeide. dal Rusland de overstrooming van Perzië met Duttsche goederen moet voorkomen, door tie zorgen voor de aansluiting van Rus land aan het te bouwen Perzische spoorweg net. Oost-Azlë. De Correspondence d'Extrème Orient be richt uit Seoel, dat den 24 Augustus het pro ces van de Koreaansche samenzwering len einde is gebracht. De beklaagden werden in twee groepen gesplitst. Dc eerste groep be stond uit An-Min-Ken, de broeder van den moordenaar van prins Ito, en zijne mede- beklaagden, de tweede groep uit den dag bladschrijver Liang-C.hi-Tse en 14 van zijne aanhangers. Wat An-Min-Ken en zijne spitsbroeders betreft, kan het bewijs niet geleverd wor den, dat zij plan hadden den onderkoning te vermoorden; alleen werd vastgesteld, dat zij van rijke Koreimen geld gekregen had den om een algemeenen opstand op touw te zetten. De aanvoerder van deze groep werd tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld. Tegen den dagbladschrijver werd het bewijs geleverd, dat hij de rijke Koreanen wilde verleiden, te verhuizen naar het Chineesche gebied, dat gelegen is over de Koreaanscho grens. Hij werd met vier van zijne aanhan gers tot 20 jaren gevangenisstraf veroor deeld, de tien anderen kregen gevangenis straffen tusschen zes maanden en anderhalf jaar Naar het EngcUch 62 VAK BARONESSE ORCZY. Moiair de orders votn het Comité dier Open bare Veiligheid, luidden katcgotrajscQiCollat was gezonden ter assistentie vain Chauvelin, niet als diens meester, hij had hem in alles te gehoor zaan en. Hij omtliield zich daar ook itfanj eeniige r eolïtstrecksdhe^ ibemoeieniis, wamt zoo hij niet slaiagde, zoiu liij zijn te kortkomen deerlijk moeten ontgelden# Ilij kon er .vrede meê hebben da.t Ohauvc- lin zich zijn zienswijze had laten aanleunen om één lid van ieder gezriin, in Boulogne woonachtig, naar de .guillotine te zenden, zoo het Marguerite mocht gelukken te ont snappen, en waarlijk, Ghauvelin had dien duiveisahen wenk met vreugde begroet. Het plan van Collot bond Marguerite vaster aan haar gevangeniscel dan een andere maat regel het zou vermodht hebben, nog ster ker zelfs 'dan de vinder ervan wist en geloof de.... Een man van het type als Collot d'Herbois, van allerlaagste afkomst, door trokken -van alle dierlijke tradities waarme de generaties van misdadigers hem hadden bedeeld, zou zich niet kunnen opwerken tol de overtuiging, dat lieden aks Sir Percy Blakeney en Marguerite St. Just nooit op oigen behoud ten koste van anderen zouden bedacht zijn. Hij had het denkbeeld alleen aangegeven, onAEat hij gevoelde, dat Chauvelin's plannen gecompliceerd en duis ter waren, boven alles onvoldoende, dat Engelscbe avonturier met zijne vrouw ten slotte er nog in konden slagen hem ander maal een rad voor de oogen te draaien. In dit geval zou hém nog de rutimc en bloedi ge vergoeding olverblijlven eener sladlitiing te Boulogne op groote schaal. Maar Ghauvelin was ten hoogste voldaan. Hij wist, dat onder de gegeven omstandig- theden Percy noch Marguerite een poging tot ontvluchten zouden beramen. De gewe zen afgezant had in Engeland gewoond: hij kende de kringen waartoe helden behoor den en was voikomen overtuigd, dat Percy aan een redding van Lady Blakeney niet zou denken, zoolang de omnenschelijke oi- de tegen den kostwinner van ieder gezin in Boulogne kracht van gewijsde bleef behou den. Voorzeker! de maatregelen waren flink getroffen. Ghauvelin was daaromtrent vol komen gerust. Binnen rvicr-enJtwiiilig uur zou de man, die hem in liet vorig jaar zoo behendig en stoutmoedig de loef had afge stoken, volkomen in zijn macht zijn; dezen nacht kon hij er gerust op slapen het kostbaar onderpand werd door een gdhecie stad bewaakt. „Wc zullen nu wat rust gaan nemen, burger," zei hij tot Collot, die vermoeid en slaperig, uit den treure de op tafel liggende papjeren door zijn vingers liet glijden. Het keelschrapend geluid dat hij daarbij maak te, deed Chauvelin's oVespannen zenuwen gevoelig «an. Ilij wcnsöhlc alleen te zijn, de tegewoordigheid ran den geeuwenden anarchist hinderde hem gewöklig in zijn ernstige overpeinzing. Tol zijn groote voldoening bromde Collot iets van knorrige toestemming. Langzaam richtte hij zidh op van zijn stoel, strekte zijn ledenmaten in volle lengte uit, schudde zich als een ruige poedel het lijf, en zonder een woord meer te zoggen, knikte hij zijn collega even «Üoe en verliet schoorvoetend liet lokaal. Y1JF-EN-TW1NT1GSTE HOOFDSTUK. Dc Onverwachte. Ohauvdliin loosde een diejïen zudht van voldoening doen Collot d'ilcihais hem einde lijk alleen had gelaten. Hij luisterde oen jkoos, totdat de zware voetstappen van kien assistent in dc verte wegstierven, en aistoen achterover leunend in zijn stoel, gaf hij den vrijen loop aan zijn genotvolle gedachten, als liemand die zich meester voelt van den toestand. Marguerite in zijne macht, Sir Percy Bla keney igenoodizaa'kt in oniderhandeEng te treden voor haar redding, zoo hij met kon gedoogen haar prijs ie geven aan een ramp zaligen dovd. ,,Ja, ja! mijn eeuwig raddraaiendc held," monpclde hij ia zichzelf, ,,ik geloof, dat we eindelijk eens quitte zullen spelen." Daarbuiten was alles in rust. Zelfs de wind in de boómen van den vestingwal had opgehoudeft zijn naargeestig zuchten door de takken te laten hooren Ghauvelin zat met zijn gedachten alleen. Hij gevoelde zich ze ker en tevreden met zichzelf, zeker ran de overwlinning, wat ook de volgende vieren twintig uren mochten opleveren. In de gang hielden een dozijn soldaten de wachl, gereed op een wenk zijnerzijds te gehoor zamen. „Eerloosheid en bespotting! Hoon en ver- guizing!" murmelde hij, 'zich over den klank zelfs verkneukelend dezer woorden waarin alles lag opgesloten, dat hij gewensCht had tot werkelijkheid te zien overgaan, ,,en dan misschien" vervolgde hij „het graf van een zelfmoordenaar Hij was -verzot op dc stille die om hem hecrscihte, want hij kon nu vrije uiting ge ven ,aan gevoelens, <lie hem bijna te mach tig werden; hij hoorde ze terugkaatsen van de steenen muren, als het nachtelijk ge fluister van alle booze geesten der duister nis, die hem hun bijstand verleenden. Iloe laing hij aldus in zijn overpeinzingen veaMicpt was geweest, zon hij kutcr met geen mogelijkheid hebben kunnen zeggen een minuut of Iwee hoogstens terwijl hij, mot gesloten oogen achterover geleund in zijn stool, het zoete zijner ovenpeinziiiigen savou reerde, toen eensklaps achter hein de stilte word afgebroken door een luiden en vroo- lijke lach, en een teemende stem op jo- Ligon toon hem begroette met een: „De hemel neme u In zijn hoede, Monsieur Chamber tin! Zeg mc eens, asjeblieft, hoc u al uw fraaie theorieën in practijk denkt tc brengen?" In een ommezien was de man der Natio nale Conventie op de been. Met wijd openge spalkte oogen, open mond en van schrik ver bijsterd, staarde liij naar het vensterraam, dat hij ndet had gegoten. Als kranig cava lier, het linker heen binnen, het ander bui ten het lokaail, het volle maanlicht sdhijnend op zijn elegant kostuum, gchukl in wijden mantel ca met een sierlijken hoed in den arm, zat daar onverstoorbaar, de Onvindba re Pimpernel. „Ik hoorde u zoo even zulke lieftallige aardigheden monpolen, Monsieur," ging B.a- keney kalm voort, „dat de verzoeking mij te machtig werd om ook een woordje mee te spreken. Iemand; die in-aMizellf spreekt, is ca- altijd naar aan toe... h ijis of gek, of op zijn minst een dwaas...." Percy zei dit met zijn gemaafleten en wezon- loozen kioh, bij wijze van verontschuldiging eraiain toevoegend „Het zij verre van mij, Monsieur, een van deze hoedanigheden op ui toe te passen het getuigd van slechte manieren zijn oven- meiKoli bijnamen te geven.... vooral aüs zoo con niet bizonder bij zijn positieven is, hè?.. Ik moet onderstellen doit u juiist dit geval verkeert.... hè. Monsieur Chamber tin erpardon, Gh«uvelin....v iDe Roode Pimpernel zoit daar geheel op zijn gemakeau zijner tengere handen rust te op het sierlijk gefatsoeneerd gevest van zijn rapier, het zwaard van Lorenzo Cencf, dc ander hield zijn in goud gerat oogglas vast, waarmede hij zijn verklaarden vijand begluurde. Hij was uitgedost als voor oen bai en zijn voortdurend minzame glimlach speelde om dc hoeken van zijn vastberaden mond. Wordt vtrvolfd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1