W". 61.
16" JaargMg
Vrijdag I September 1911.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
De Onvindbare Pimpernel.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABOHNEMHHT8PRIJS:
Par 3 maandan voor Am«r«foortf l.OO.
Id on franoo par poet- l.KO.
Afttonderlijko nummsrk- 0.05.
Deze Courant verachijnt dagriiJUa behalve ep Zan- aa Feeat
dagen
Adverientifinraededeelingen ana.gelieve mea véé» 11 uur
'a morgens by de Uitgevers in te aandan.
U i tg.v.rs: VALKHOFT 6 C°.
UtrMhtschMtrMt 1. Inttrtomm. T.I.phoonnumm.r 66.
PR1I8 DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvrAgon 25 rants by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel ea bodjryf bestaan xeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad, bfc' abonnement. Sana
oiroulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Politiek Overzicht
Misverstand over eene rede
van den Duitscken Keizer.
Aan eene oude traditie getrouw, besteedt
de Duitsche Keizer den nazomer om van
zijiie belangstelling als „oberster Kriegsherr"
iu leger en vloot met de daad te doen blij
ken. Hij wordt daarbij gefêteerd, wordt
plechtig ontvangen en toegesproken. Die
toespraken worden door hem beantwoord,
welke antwoorden zijn ingekleed op de
wijze zooals de omgeving, waarin hij zich
bevindt, en de stemming van het oogenblik
hem dat ingeven. Maar op 's Keizers rede
voeringen heeft altijd het noodlot gerust,
dal zij verkeerd worden verstaan. Ook zijne
laatste redevoeringen zijn daaraan niet ont
komen.
In Hamburg heeft dc Keizer het woord
van zijn beroemden voorzaat, den grooten
keurvorst, dat handel en zeevaart de hoofd-
zuilen van den staat zijn, tot het zijne ge
maakt. Hij heeft gezegd: „Ademen moet de
staat, gelijk de menschen, om te leven. De
adem brengt aan hel staatslichaam leven en
kracht, en deze adem is de handel." Dit
heeft de agrariërs het hoofd doen schud
den, wier orgaan, de Deutsche Tageszei-
tung, vermanend opmerkte: „Tot het leven
van een organisme behoort niet de adem
alleen, maar ook een krachtig lichaam.
Kunstmatig© ademhaling is niet in staat een
lichaam lang in leven te houden, als het dc
oorspronkelijke constitutioneele kracht
mist." De agrariërs waren op weg om ern
stig boos te worden op den Keizer, die
scheen te vergeten, dat de eigenlijke bron
van Duitschland's kracht ontspringt op den
akker. Maar de Keizer ke»t zijne agrariërs;
hij heeft den opkomenden storm bezworen,
door in Stettin de te Hamburg gesproken
woorden aan te vullen met een woord van
lof aan dc Pommersche landbouwers, waar
toe hij als bezitter van Schmolsin zelf be
hoort, „die als modellen kunnen dienen voor
de landbouwers van het koninkrijk Pruisen."
Van ernstiger aard was het misverstand,
dat is opgewekt door eene andere zinsnede
in 's Keizers rede, namelijk die, welke luid
de: „Ik meen te kunnen aannemen, dat het
uwe meening is <d. w. z. de meening van de
Hamburgers) onze vloot ook verder te ver
sterken, zoodat wij er zeker van kunnen
zijn, dat niemand ons de plaats aan de zon
zal betwisten." Men is van die woorden wel
Cenigszins geschrikt, omdat men daarin eene
opwekking meende te zien, dal er op nieuw
moest worden gestreefd naar uitbreiding
van de Duitsche oorlogsvloot. Men zag er
eene aankondiging in, dat eerlang de indie
ning van eene nieuwe vlootwet bij den rijks
dag was te verwachten. Dat vooruitzicht
werd in Duitschland zelf niet aanlokkelijk
gevonden met het oog op de financieele ge
volgen!, die daaraan zouden vastzitten, en
ook in de Engelscbe pers werd geklaagd,
dat hel verlangen van den Keizer naar eene
uitbreiding van de vloot in Engeland onaan
genaam moest opvallen. Gelukkig echter
liceft men ook hier 's Keizers woorden mis
verstaan; althans van verschillende zijden
wordt verzekerd, dat men verkeerd doet
aan 's Keizers woorden die beteekenis toe
te kennen. Zoo wordt aan de Frankf. Ztg.
uit Berlijn geschreven:
„Het gaat zeker te ver, als men uit deze
eene opmerking van den Keizer dadelijk zou
willen concludeeren »ot hel voornemen eene
wetswijziging voor te stellen tot versterking
van de vloot buiten het bestaande kader van
de vlootwet. Men heeft tot dusver aangeno
men en er is geen reden om te meenen.
dat deze opvatting heden niet meer reohit
van bestaan zou hebben dat er aan eene
vergrooling van de slag vloot verder reiken
de dan de vlootwet niet wordt gedacht, en
dat er hoogstens sipra'ke kan zijn van ver
anderingen in het kader van de vlootwet,
zooals de verbetering van de techniek ze
kan meebrengen. In de regeeringsbureaux
weet men ook niets van eenig voornemen
0111 de vlootwet krachteloos te maken. Een
paar jaren geleden, toen de onbekendheid
van -Engelscbe staatslieden met de Duitsche
vlootwetgeving leidde tot eene groote on
gerustheid over de beteekenis van den Duit-
schen schepenbouw, heeft in zekere kringen
het geloof bestaan, aait Duitschland, om aan
Engeland een genoegen te doen, van de vol
tooiing der vlootwet zou afzien of de uitvoe
ring van dc wet zou verlengen tot. over het
voorgeschreven tijdstip heen. Het is zeer
spoedig gebleken, dat daaraan niet is te den
ken en dat zoomin de regeering als de rijks
dag gezind zijn van de uitvoering van de
vlootwet af te zien. Het is echter ook bekend
geworden, dat nadat daartoe strekkende
pogingen, die van zeer invloedrijke Engelscbe
zijde uitgingen, waren afgewezen, de bereid
willigheid tusschen Duitschland en Engeland
bestaat om zich over datgene, wat zij na de
volledige uitvoering van de vlootwet met
hunne vloten denken te doen, wederkeerig
vriendschappelijk te verslaan. Dc Keizer weet
daarvan natuurlijk, en omdat hij dat weet
kan men gerust aannemen, dat als hij te
Hamburg in een enkelen volzin, als 't ware
terloops, van de noodzakelijkheid heeft ge
sproken om ook verder de vloot te verster
ken, hij daarmee niet aan een te niet doen
van de vlootwet heeft gedacht, maar meer
gesproken heeft als de „oberste Kriegsherr",
die de gelegenheid gaarne waarneemt om er
op te wijzen, dat Duitschland's strijdmacht te
water en te land ten allen tijde ia goeden
toestand moet zijn."
Met deze uitlegging is ook in overeenstem
ming eene verklaring van den voorzitter van
den Duitschen Flottenvorein, admiraal von
Koester, die heeft gezegd: „Mijns inziens
laat de rede van den Keizers voorshands
niet de bedoeling toe, dat de Duitsche vloot
zal worden uitgebreid verder dan de vloot
wet bepaalt. Het zou echter beantwoorden
aan den wensch van alle nationaal gezinde
Dui'sche mannen, dat onze vloot voldoende
sterk is lot vervulling van de door den Kei
zer gestelde taak."
Duitschland.
B e r 1 ij n, 31 Aug. De Turksche troons-
opvolger is hedennamiddag hier aangekomen
en door den Keizer ontvangen.
Des avonds gaven de Keizer en de Keizerin
een diner, waaraan alle vorstelijke personen,
die de paraüe hadden medegemaakt, met hun
gevolg deelnamen.
De Turksche troonsopvolger geleidde prin
ses Victoria Louise naar tafel en zat tusschen
haar en dc Keizerin.
De Reichsanzeiger bevat hel besluit, waar
bij wordt bepaald, dat de grondwet van
Elzas-iLotliaringen. in haar vollen omvang
den len September 1911 in werking treedt.
Een nader bericht uit Kiel meldt, dat de
vreemdelingen, die daar aangehouden zijn,
niet van spionage verdacht werden, maar
uitgenoodigd waren, hun gezondheidspas
over te leggen. Men moest een tolk halen,
om hun dit duidelijk te maken. Zoodoende
moest men hen een poos in bewaring stel
len. Later is het geval echter op bevredigen
de wijze opgehelderd.
Engeland.
Uit Londen wordt bericht, dal de naweeën
vain de groote. staking zich nog doen voelen.
Zoo dreigen bij de Great Eastern de machi
nisten, stokers en wagenpoetsers te gaan sta
ken, ails de maatschappij hare beloften niet
nakomt. Een van de vredesvoorwaarden is
geweest de wederaanstelling van de stakers
in hunne oude betrekkingen. De maatschap
pij laat echter de tijdens <le staking trouw
gebleven Ixïamblen op de betere posten en
weigert hierin eenigc verandering tc bren
gen. De mannen dreigen nu in staking te zul
len gaan, als zij niet in hunne oude betrek
kingen weder worden aangesteld. De secre
tarissen van de betrokken vaikvaroendgiingen
hebben zidh gewend tot het departement van
handel, opdat dit zijn invloed bij dc spoor
wegmaatschappij zaïl doen gelden.
Portugal.
Lissabon, 31 Aug. De minister van
ibuitenlanKÜsahe zaken las eene nota voor,
den 24en Augustus gezonden aan de builen-
'iaiijdlsche litigation, waarin de verzekering
wordt gegeven, dat dc status quo voor de
bestaande buitenlandsche kerken gehand
haafd zal worden.
De minister verzekerde verder, dal de er
kenning van dc republiek dioor Engeland he
den of morgen zaïl geschieden.
Oostenrijk.
De OosUmrijksche overheid heeft te Trente
een Ilaliaansche vrouw in hechtenis geno
men, die zich Toriiasini noemt en van spio
nage verdacht wordt. Zij moet zich verschei
dene weken te Treule opgehouden en veel
in officierskringen \crkeerd hebben.
Ter zelfdcr tijd is de Italiaansche griffier
Forlnal Daipazzo aangehouden, toen hij de
Ilaliaansche grens overging, om zich naar
Tirol te begeven.
Men vermoedt dat hij en de vrouw hel
met elkaar eens waren.
Rumenië.
Bij het bezoek van den Turkschen. troon
opvolger Joessoef Izzeddin aan het Rumeen-
sche hof is in Pelessh een feestmaal gehou
den, waarbij Koning Carol en de prins har
telijke dronken' wisselden. De Koning ge
waagde van de uitmuntende betrekkingen,
die tusschen dc beide landen in het belang
van den algemeenen vrede heerschen; de
prins bekrachtigde deze woorden en ver
klaarde, dat hij zich in Rumenië in een be
vriend land bevond. Het is een belangwek
kend stuk historische ontwikkeling, dat ligt
tusschen den lijd van het verleden en deze
feestdronken, die niet ijdele woorden zijn,
maar voortspruiten uit het bewustzijn, dat
dc beide landen gewichtige belangen ge
meen hebben. Koning Carol zelf heeft nog
den degen tegen Turkije gevoerd en zicli
gemeten met de beste veldheeren van het
land; thans kon hij in vriendschap dc hand
drukken van den toekomstigen sultan van
Turkije. Het bezoek bewijst het voornemen
om de vriendschap te versterken en voor
de geheelc wereld kenbaar te maken; het
kan dus worden aangemerkt als eene ge
beurtenis van beteekenis voor den toestand
aan den Balkan en derhalve voor de inter
nationale politieke verhoudingen.
Turkije.
Konstantinopek 31 Aug. De Duit
sche zaakgeiastigde heeft, terwijl hij den sul
tan de versierselen der orde van den Zwar
ten Adelaar overhandigde, gezegd* dat het
des keizers levendige wensch is, dat do
Tuirksdh-Duiltsdie betrekkingen steeds vriend-
schappelijker zullen worden. De sultan
bracht dien keizer zijne diank en betuigde
hem zijne gevoelens van waarachtige vriend
schap.
Dc tegen zwaar losgeld uit de handen van
dc roovers bevrijde Duitsche ingenieur Rich
ter is nu eindelijk gezond eai wol te Salonika
aangekomen. Zijne komst aldoor is vertraagd
doordiait hij in Oslrowa quarantaine moest
houden.
Marokko.
P a r ij s, 1 Sept. De Excelsior brengt een
telegram uit Ben-lijn, berichtende dot von
Bctihmann-HoUlweg en von Kiderlen beslo
ten hebben eene discussie aan te nemen in
plaats van een non possumus oP to werpen
voor het gevat, dat de door Frankrijk aan
geboden oompensatiën onvoldoende modhten
zijn.
De Maitin bericht uit Madrid, diat Canailc-
jas in een interview bevestigd heeft, dat
Santa Gruz de Mar Pequena binnenkort zal
wonden bezet. Hij gelooft dat een Fransch-
Duitsdh acooord spoedig tol stand zal ko
men.
Dc Parijsdhc pens hceift aan het bericht
van het vertrok van gezant Cambon naar
Berlijn beschouwingen vastgeknoopt ©ver
den vermoedelijken loop van de zaken, die
niet zoo optimistisch gestemd zijn als eenage
dogen geleden maar toali vastgehouden aan de
hoop ,dat men nu in Berlijn tot overeenstem
ming zal komen. Men legt er nadruk op, dat
er eerst van cotnpensa/tiën sprake kan zijn,
als men het over de Marokkaanschc kwestie
volkomen eens is geworden.
In eene te Berlijn gehouden vergadering
van burgers is, nadat de conservatieve afge
vaardigde van den landdag von BöRewdorft-
Ivölpin, het lid van den rijksdag Latlmann
en prof. diu Moulin het woord hadden ge
voerd, eeai besluit genomen, waarin wordt
gezegd, dat tot behartiging van de Duitsche
belangen van Frankrijk liet terugkceren naar
den grondslag van de akte van Algeciras
moet worden verlangd. Wondt deze weg niet
gekozen, dan moet het Duitsche rijk zach in
Wcst-Marokko dezelfde rechten en denzelf
den invloed weten te verzekeren, die Frank
rijk voor zdch opedischit in eenig ander deel
van Marokko. In geen geval mag warden
geduld, dat Frankrijk uit de be wiking van
Marokko zijne militaire krocht aanvult en
versterkt omdat 'hierin eene bedreiging van
het Duitsche rijk zou liggen, dfic tot her
nieuwde militaire toerustingen zou dwingen.
Bemoeiing van een anderen staat met het
Franseh-Duiitsolie Marokkogesohil moet kalm
maar met de grootste beslistheid worden af
gewezen.
Dc te Turijn verschijnende Stampa brengt
hot bericht, dat Italië de kabinetten te Ber
lijn, Londen en Parijs heeft verwittigd van
zijne aanspraken voor bet geval dat er ver
anderingen mochten koxnen in de Middel-
lamdsoheze e -vanhoudiin genHet blad schrijft:
„Geen andere staat is zoozeer Middel 1 a nd-
schezee-sitaat als Italdë; wegens zijne Middel-
loiudschezcc-belangen is het in den driebond
getreden en heeft liet de ongelukkige over
eenkomst met Frankrijk en Engeland geslo
ten."
Volgens de Stampa, die in betrekking staat
tot den minister-president GooJatti', is deze
stap van Italië op diens rechbtreekschcn aan
drang geschied.
Madrid, 31 Au g. In den ministerraad,
die zich vooral bezig hield met de onder
handelingen over Marokko, heeft minister
president Canakjas verslag uitgebracht over
den arbeid van de Spaansche diplomatic.
Hij drukte de hoop uit, dat de rechten van
Spanje door de mogendheden, die bij de
Marokkaansche aangelegenheden geïnteres
seerd zijn, geëerbiedigd zouden worden. Hij
koestert- het vertrouwen, dat de onderhan
delingen lot eene snelle en bevredigende op
lossing zullen leiden.
Wat Santa Cruz <le Mar Pequena betreft,
wees hij op de noodzakelijkheid oan dit ge
deelte van de Marokkaansche kust voor het
einde van September te bezetten.
P«rzlë-
De chef van de Midden-Aziatische afdee-
l&ng dn'hct ministerie van buiitcnlandsahe za
ken te Petersburg, geheimraad Klentm, heeft
aan een Moskousoheu interview-er verklaard,
diait Riuswaiwl den ex-sjah Mohammed Ail1»
volstrekt niet ondersteunt. I>e ez-sjaih be-
scidkt slechts over geringe geklmiddclcn van
zijne bloedverwanten, die na de restauratie
rente lnopen te trekken van hun kapitaal. De
regeering te Teheran daarentegen heeft van
de bank van Engeland 2,500,000 roiebcl ont
vangen, waarvan nog sledhts 800,000 over
zijn.
De heer Klemm geeft toe, dat de telegram
men van het Petersburgsche telcgraafagent-
schap uil Perzië tendentieus zijn; hij ver
klaart dit echter daarmee, dat in Perzië goe
de infer maliën mouiclijk te vinden zijn.
Ook de nieuwe vice-minister van handel
Bark is in Moskou geïnterviewd. Hij zeide.
dal Rusland de overstrooming van Perzië
met Duttsche goederen moet voorkomen,
door tie zorgen voor de aansluiting van Rus
land aan het te bouwen Perzische spoorweg
net.
Oost-Azlë.
De Correspondence d'Extrème Orient be
richt uit Seoel, dat den 24 Augustus het pro
ces van de Koreaansche samenzwering len
einde is gebracht. De beklaagden werden in
twee groepen gesplitst. Dc eerste groep be
stond uit An-Min-Ken, de broeder van den
moordenaar van prins Ito, en zijne mede-
beklaagden, de tweede groep uit den dag
bladschrijver Liang-C.hi-Tse en 14 van zijne
aanhangers.
Wat An-Min-Ken en zijne spitsbroeders
betreft, kan het bewijs niet geleverd wor
den, dat zij plan hadden den onderkoning
te vermoorden; alleen werd vastgesteld, dat
zij van rijke Koreimen geld gekregen had
den om een algemeenen opstand op touw te
zetten. De aanvoerder van deze groep werd
tot levenslangen dwangarbeid veroordeeld.
Tegen den dagbladschrijver werd het bewijs
geleverd, dat hij de rijke Koreanen wilde
verleiden, te verhuizen naar het Chineesche
gebied, dat gelegen is over de Koreaanscho
grens. Hij werd met vier van zijne aanhan
gers tot 20 jaren gevangenisstraf veroor
deeld, de tien anderen kregen gevangenis
straffen tusschen zes maanden en anderhalf
jaar
Naar het EngcUch
62 VAK
BARONESSE ORCZY.
Moiair de orders votn het Comité dier Open
bare Veiligheid, luidden katcgotrajscQiCollat
was gezonden ter assistentie vain Chauvelin,
niet als diens meester, hij had hem in alles
te gehoor zaan en. Hij omtliield zich daar ook
itfanj eeniige r eolïtstrecksdhe^ ibemoeieniis,
wamt zoo hij niet slaiagde, zoiu liij zijn te
kortkomen deerlijk moeten ontgelden#
Ilij kon er .vrede meê hebben da.t Ohauvc-
lin zich zijn zienswijze had laten aanleunen
om één lid van ieder gezriin, in Boulogne
woonachtig, naar de .guillotine te zenden,
zoo het Marguerite mocht gelukken te ont
snappen, en waarlijk, Ghauvelin had dien
duiveisahen wenk met vreugde begroet. Het
plan van Collot bond Marguerite vaster aan
haar gevangeniscel dan een andere maat
regel het zou vermodht hebben, nog ster
ker zelfs 'dan de vinder ervan wist en geloof
de.... Een man van het type als Collot
d'Herbois, van allerlaagste afkomst, door
trokken -van alle dierlijke tradities waarme
de generaties van misdadigers hem hadden
bedeeld, zou zich niet kunnen opwerken
tol de overtuiging, dat lieden aks Sir Percy
Blakeney en Marguerite St. Just nooit op
oigen behoud ten koste van anderen zouden
bedacht zijn. Hij had het denkbeeld alleen
aangegeven, onAEat hij gevoelde, dat
Chauvelin's plannen gecompliceerd en duis
ter waren, boven alles onvoldoende, dat
Engelscbe avonturier met zijne vrouw ten
slotte er nog in konden slagen hem ander
maal een rad voor de oogen te draaien. In
dit geval zou hém nog de rutimc en bloedi
ge vergoeding olverblijlven eener sladlitiing
te Boulogne op groote schaal.
Maar Ghauvelin was ten hoogste voldaan.
Hij wist, dat onder de gegeven omstandig-
theden Percy noch Marguerite een poging
tot ontvluchten zouden beramen. De gewe
zen afgezant had in Engeland gewoond: hij
kende de kringen waartoe helden behoor
den en was voikomen overtuigd, dat Percy
aan een redding van Lady Blakeney niet
zou denken, zoolang de omnenschelijke oi-
de tegen den kostwinner van ieder gezin in
Boulogne kracht van gewijsde bleef behou
den.
Voorzeker! de maatregelen waren flink
getroffen. Ghauvelin was daaromtrent vol
komen gerust. Binnen rvicr-enJtwiiilig uur
zou de man, die hem in liet vorig jaar zoo
behendig en stoutmoedig de loef had afge
stoken, volkomen in zijn macht zijn; dezen
nacht kon hij er gerust op slapen het
kostbaar onderpand werd door een gdhecie
stad bewaakt.
„Wc zullen nu wat rust gaan nemen,
burger," zei hij tot Collot, die vermoeid en
slaperig, uit den treure de op tafel liggende
papjeren door zijn vingers liet glijden. Het
keelschrapend geluid dat hij daarbij maak
te, deed Chauvelin's oVespannen zenuwen
gevoelig «an. Ilij wcnsöhlc alleen te zijn,
de tegewoordigheid ran den geeuwenden
anarchist hinderde hem gewöklig in zijn
ernstige overpeinzing.
Tol zijn groote voldoening bromde Collot
iets van knorrige toestemming. Langzaam
richtte hij zidh op van zijn stoel, strekte
zijn ledenmaten in volle lengte uit, schudde
zich als een ruige poedel het lijf, en zonder
een woord meer te zoggen, knikte hij zijn
collega even «Üoe en verliet schoorvoetend
liet lokaal.
Y1JF-EN-TW1NT1GSTE HOOFDSTUK.
Dc Onverwachte.
Ohauvdliin loosde een diejïen zudht van
voldoening doen Collot d'ilcihais hem einde
lijk alleen had gelaten. Hij luisterde oen
jkoos, totdat de zware voetstappen van kien
assistent in dc verte wegstierven, en aistoen
achterover leunend in zijn stoel, gaf hij den
vrijen loop aan zijn genotvolle gedachten,
als liemand die zich meester voelt van den
toestand.
Marguerite in zijne macht, Sir Percy Bla
keney igenoodizaa'kt in oniderhandeEng te
treden voor haar redding, zoo hij met kon
gedoogen haar prijs ie geven aan een ramp
zaligen dovd.
,,Ja, ja! mijn eeuwig raddraaiendc held,"
monpclde hij ia zichzelf, ,,ik geloof, dat
we eindelijk eens quitte zullen spelen."
Daarbuiten was alles in rust. Zelfs de
wind in de boómen van den vestingwal had
opgehoudeft zijn naargeestig zuchten door
de takken te laten hooren Ghauvelin zat met
zijn gedachten alleen. Hij gevoelde zich ze
ker en tevreden met zichzelf, zeker ran de
overwlinning, wat ook de volgende vieren
twintig uren mochten opleveren. In de
gang hielden een dozijn soldaten de wachl,
gereed op een wenk zijnerzijds te gehoor
zamen.
„Eerloosheid en bespotting! Hoon en ver-
guizing!" murmelde hij, 'zich over den klank
zelfs verkneukelend dezer woorden waarin
alles lag opgesloten, dat hij gewensCht had
tot werkelijkheid te zien overgaan, ,,en dan
misschien" vervolgde hij „het graf van
een zelfmoordenaar
Hij was -verzot op dc stille die om hem
hecrscihte, want hij kon nu vrije uiting ge
ven ,aan gevoelens, <lie hem bijna te mach
tig werden; hij hoorde ze terugkaatsen van
de steenen muren, als het nachtelijk ge
fluister van alle booze geesten der duister
nis, die hem hun bijstand verleenden.
Iloe laing hij aldus in zijn overpeinzingen
veaMicpt was geweest, zon hij kutcr met geen
mogelijkheid hebben kunnen zeggen een
minuut of Iwee hoogstens terwijl hij, mot
gesloten oogen achterover geleund in zijn
stool, het zoete zijner ovenpeinziiiigen savou
reerde, toen eensklaps achter hein de stilte
word afgebroken door een luiden en vroo-
lijke lach, en een teemende stem op jo-
Ligon toon hem begroette met een:
„De hemel neme u In zijn hoede, Monsieur
Chamber tin! Zeg mc eens, asjeblieft, hoc u
al uw fraaie theorieën in practijk denkt tc
brengen?"
In een ommezien was de man der Natio
nale Conventie op de been. Met wijd openge
spalkte oogen, open mond en van schrik ver
bijsterd, staarde liij naar het vensterraam,
dat hij ndet had gegoten. Als kranig cava
lier, het linker heen binnen, het ander bui
ten het lokaail, het volle maanlicht sdhijnend
op zijn elegant kostuum, gchukl in wijden
mantel ca met een sierlijken hoed in den
arm, zat daar onverstoorbaar, de Onvindba
re Pimpernel.
„Ik hoorde u zoo even zulke lieftallige
aardigheden monpolen, Monsieur," ging B.a-
keney kalm voort, „dat de verzoeking mij te
machtig werd om ook een woordje mee
te spreken. Iemand; die in-aMizellf spreekt,
is ca- altijd naar aan toe... h ijis of gek, of op
zijn minst een dwaas...."
Percy zei dit met zijn gemaafleten en wezon-
loozen kioh, bij wijze van verontschuldiging
eraiain toevoegend
„Het zij verre van mij, Monsieur, een van
deze hoedanigheden op ui toe te passen
het getuigd van slechte manieren zijn oven-
meiKoli bijnamen te geven.... vooral aüs zoo
con niet bizonder bij zijn positieven is, hè?..
Ik moet onderstellen doit u juiist dit geval
verkeert.... hè. Monsieur Chamber tin
erpardon, Gh«uvelin....v
iDe Roode Pimpernel zoit daar geheel op
zijn gemakeau zijner tengere handen rust
te op het sierlijk gefatsoeneerd gevest van
zijn rapier, het zwaard van Lorenzo Cencf,
dc ander hield zijn in goud gerat oogglas
vast, waarmede hij zijn verklaarden vijand
begluurde. Hij was uitgedost als voor oen
bai en zijn voortdurend minzame glimlach
speelde om dc hoeken van zijn vastberaden
mond.
Wordt vtrvolfd.