If*. 119. Tweede Blad. ÏO" Jaar vang. BUITENLAND. WN EN LAND/ FEUILLETON. „Het Levenslied." CH DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per post Aftsonderlyke nummers Dozo Courant Yeraehyni dagelijks, behalve op Zon- en Feest dagen. Advertentienmedodeelingen enz.gelieve men vóór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. f O.M. 0.18. Uitgever®: VALKHOPP C®. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 60. -L Dienstaanbiedingen en aanvragen 28 cents by vooruitbetaling. Qroote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordoeliae bepaling* het herhaald adverteeren in dit Blad, by abonnement Kene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Italië en Turkije. Het was le voorzien dal de ilaliaansche verliezen bij de gevechten in Benghasi en Tripoli op het ilaliaansche volk een diepen indruk teweeg zouden brengen. Dal bewijst ook een berient aan de „Corrierc della S.ra' uil Uonic over de houuing van het publiek hij hel vertrek van een bataljon troepen naar Tripoli, liet publiek was, naar aan bet blad gemeld wordt, lang zoo talrijk niet en lang niet in zulk een jubelstemming, doen veel meer innerlijk bewogen dan vroeger b.j hei vertrek van troepenafdeelingen. Psycholo gisch is bet daarom zeer wel te verstaan nat de Corrierc della Sera een hyperchauvinis- tisch artikel brengt, waarin de gewone fan- faronnades voor dc Italianen voorkomen en aan de Turken geen goed haar wordt ge lalen. Hel artikel prijst de bescneidcn wa penfeiten der Italianen als groole militaire successen en gaal zells zoo ver le beweren dat de gevechten om Benghasi en Tripoli de revanche voor Adua hebben gebracht! De Popoio Romano" vormt de uitzonde ring op uen vrij algomcenen regel en is steeds nuchter in zijn uits-praken. In dit blad zal men lyrische ontboezemingen als de bo venstaande niet aantreffen. Hel blad bevat een hoofdartikel onder den titel: ,,Laal ons toch niet overdrijven'waarin het de pers organen wat redbt zet, die in blijue over winningsroes reeds van een uitbreiding dei krijgsverrichtingen tol de Jomsche eilanden en de kusten van Klein-Azië hebben gespro ken. Volgens den Popoio Romano zijn' de lieden, die zoo in de geheele wereld wille 1 inbreken, weinig au sérieux te nemen, liet houdt de berichten over een ophanden zijn de uitbreiding der krijgsverrichtingen voor feitelijk ongegrond en is van meening dal iemand die ze verbreidt geen zuiver begrip Van den staat van zaken hebben kan en alle overwegingen van staatkundige en militaire doelmatigheid, waarvoor de verantwoorde lijke leiders van de Italiaansche politiek niet onverschillig kunnen zijn, in den wind slaat. Van een politiek standpunt, zoo meent het blad, moet Italic den oorlog zooveel moge lijk lot de tegenwoordige ruimte beperken en voorkomen dat hij een terugslag onder vindt op de kusten van het Oosten. Van mi litair standpunt uit beschouwd zien de bla den, die fantasceren over uitbreiding van den oorlog, over het hoofd ,,dat eene ver meestering van de Tripolitaansche en Cy- reensche kust nog lang niet beëindigd is en dal het meer dan ongelegen zou zijn, indien wij onze krachten versnipperden, om al dit verschillende doeleinden na te jagen, alvo rens wij ons gezag niet alleen in de steden en de dorpen aan de kust, doch ook in de landstreken en bij de stammen van het bin nenland op een absoluut vertrouwbare basis hebben gegrondvest". Deze zinsneden van den Popoio", die beei anders klinken dan wat de Tribuna en an dere bladen onlangs over Italics optreden hebben uitgebazuind, verdienen ook daar om le meer de opmerkzaamheid, wijl de Po- polo steeds zoo consciëntieus mogelijk op de opinie der regeering pleegt acht te slaaa. Het schijnt niet uitgesloten, zoo wordt uil Rome aan de Köln. Zcitung gemeld, dat de vermaning .Overdrijven wij toch niet" on middellijk van de Consulta afkomstig is en haar diepcren grond daarin heeft, dat de fanfarounades van andere bladen reeds een zekere onrust in Frankrijk hebben 'e- weeggebrachl en den gezant te Rome der zusternatie heeft aanleiding gegeven tot de mcdedceling dat de regeering der republic k nooit zou toestemmen in een vlootdemoii- stratie aan de kusten van Turkije. Maandagavond zijn met het stoomschip „Galata" van dc Duitschc Levantiijn 800 uit gewezen Turken naar Konstanlinopel ver trokken. Aan de Frankfurter Zcitung wordt d.d. 25 dezer uil Tripoli geseind: De verliezen, die bij het gevecht van Maan dag geleden zijn door het 11c regiment Bersaglieri, dat van twee zijden onder vuur genomen werd, bedragen 200 man. Dinsdag heeft een nieuw gevecht in den omtrek van hel Jodendorp Annus plaats gehad, dat Woensdag nog voortduurde. Het resultaat is nog onbekend. Daar moeten, naar een avia- teur zou hebben geconstateerd, 6000 Arabie ren gekampeerd zijn. liet oproer in de stad Tripoli is voorloo- pig onderdrukt, doch de algemecne onveilig heid neemt loe. De Europeanen hopen op de aankomst van een neutraal oorlogschip. De bij nacht uitgeoefende veiligheidsdienst is absoluut onvoldoende. Gisteren duurden de huiszoekingen voort De met het stoomschip „Bosnia' aangeko men militaire attachés reisden onmiddellijk naar Benghasi verder, naar beweerd werd omdat ze daar een ontscheping van troepen konden bijwonen, doch in werkelijkheid zal het wel zijn wegens dc in de stad Tripoli heerscheude paniek. De aanwezigheid van deskundige vreemdelingen schijnt er onge- wenscht te zijn. Bij de Franschen bracht het heftige opwin ding teweeg, dat gedurende de paniek Itali aansche soldaten op een kavas van hel ge zantschap schoten, die op het consulaat de vlag heesch. Doordat het grootste deel der oasse niet voor het verkeer openstaat, ontbreken heden groenten en is opnieuw een stijging der prijzen van alle levensmiddelen ingetreden. Een naklank van Fallières bezoek. Naar het llbld. meldt is door hel Departement van Marine in Frankrijk, ingevolge den wensch van den President der Republiek, aan den matroos 3e kl. A. Goe de?, thans dienende aan boord van de „Rei- nier Claeszen", een gift van 200 francs toe gekend, aangezien deze matroos op 6 Juli j.l. tengevolge der deining van hel oorlogs schip Edgar Quinet", te IJmuiden in zee is geslagen. Naar aanleiding nog van het bezoek van president Fallières aan de Residentie '\eefl de Regeering der Fransche republiek den heer Nardus Vas Dias te 's Gravenhage, di recteur van het Ned. Correspondentiebureau voor Dagbladen, aldaar alsnog benoemd tot Oflicier de l'iustruclion Publiuue. De Tucht-unie. Het October-munmer van het Orgaan van den Nederlandschen Vrouwen bond: tot verhooging van hel Zedelijk Bewustzijn vermeldt over de Tucht-unii het volgendeDe Tucht-unie telt 100 leden met persoonlijk lidmaat schap en aangesloten vereenigingen ter gezamen lijke sterkte van 72,000 personen. Het jaarverslag van den afgetreden secretaris, de heer G. A. Fab.us, erkent dat de Unie dit jaar nog weinig kracht naar buiten heeft kunnen ontwikkelen. Eensdeels went dit veroorzaakt door den weinig beschikbaren tijd van den algenieenen secretaris, anderdeels door de omstandigheid dal het egenlijke arbeidsveld der Unie slechts als zoekende en tastende kan worden gevonden en afgepaald. De volgende conunissiên zijn thans gevormd: a. juridische commissieb. commissi evoor ver keersveiligheid c. voor verbetering van den volks zang; d. voor drankbestrijding; e. voor speelter rein, gymnastiek, spel en sport; f. voor de belan gen van het kind; g. voor zedelijke opvoeding; h. voor sociale vraagstukken i. propaganda. M u n t v o n tl s t. Men schrijft uit Ilarlinge" aan de Leeuw. Ct.: Rij den terpbaas F. Helfrisch te Midlum hebben de gravers gedeponeerd een 197-tal zilveren munten benevens een zilveren ring met versierde plaat, gevonden in de terp Middelstejn aldaar, op 1 meter diepte óhder de kruin, ongeveer 3 meter boven het maai veld. Dc munten en de ring werden op een hoopje gevonden. Het vermoeden ligt dus voor dc hand, dat ze bewaard zijn geweest in een linnen of katoenen buideltje, dat na verloop van misschien eeuwen is vergaan. De munten vertoonen alle dezelfde teekens, uitgezonderd twee, die merkbaar van dc overige verschillen en ook iels grootcr zijn. Een nader onderzoek zal moeten aantooncn uit welken tijd ze afkomstig zijn. Ze heb ban de grootte van een kwartje, doch zijn zeer dun. Aan dc eene zijde zijn ze gemerkt met een kruis, waaromheen eenige letters zijn ge slagen; aan de andere zijde komt alleen een tweeregelig schrift voor. Aangezien ze voor hel meerendeel er zeer verweerd uitzien, kunnen we nog niet met zekerheid aange ven, wal de beteekenis dezer letteTs is. Klaarblijkelijk zijn ze ui tdc hand bewerkt, daar het schrift niet op alle munten dezelf de grootte en vorm heeft. De munten en de ring zullen worden op gezonden naar het Fricsch Museum tot na der onderzoek. De sluiting van den ring is eigenaardig. Deze is verkregen door een om elkaar draai en der einden van het zilverstaafje. Van andere zijde verneemt dc L. C. nog, dat de beide munten, waarvan hierboven sprake is, Karolingische munten uit de laat ste helft der 9e eeuw zijn. School- en Kerkai Tot leeraar in de Hoogduitschc taal en let terkunde aan het Gymnasium en de 11. B ,S. te Amersfoort is voorgedragen de heer J. A. TI. Hoo- gendoom, te 's-Hertogenboscb. N. O. G. In de laatst gehouden vergadering van het hoofdbestuur van het Nedcrlaodsch On derwijzers Genootschap zijn benoemd a. tot directeuren der Onderwijzers-spaarbank de heeren F. H. Kienke (aftr.) en A. J. Straatman, bei dien te Amsterdamen b. tot gedelegeerde van genoemd bestuur in de „Weezenconunissie" dc heer A. Fcbcrwee, te Wijth- men (bij Zwoilc). Verder werd o.m. besloten. le. niet in te gaan op eene mtnoodiging tot deel neming aan een optocht en betooging van vrouwen kiesrecht 2e. af te wijzen het verzoek van „Het Nationale comité in zake wettelijke regeling van vrouwenar beid", om financicclen steun wegens dc noodzake lijkheid van internationale vertegenwoordiging. Nog werden goedgekeurd de wijzigingen in dc reglementen der afdeelingeu Amsterdam en Rotter dam. Ned. Isr. Gemeenten. Den 12den November a. s. zal in alle synagogen der Nederl. Israëlitische gemeenten een plechtige rouwdienst worden gehouden ter oerc van dc nagedachtenis van den overleden Amstcrdamschcn opperrabbijn dr. Dünner. Tas den ilak op den Tak. Aan eiken huwelijksbemel komt wel eens een don- derwolkje. In het gezin van den fabrieksarbeider G. te Wijk bij Maastricht stond een der dagen van de vorige weck de lucht onk ietwat dreigend. Reeds vroeg in den morgen vroeg dc man aan zijn tweede ik om 3 centen voor een rolletje pruimtabak. Maar daar was de vrouw niet van thuis; zij weigerde beslist. „Dan ga ik poffen", zei de man en liep heen. Edoch, ziju wijfje was vlugger dan hij en dreigde den winkelier„Pof niet aan m'n man anders krijg jo geen klandizie moer!" Dat was haar echtvriend te erg: „Noc gaon ich mich verzoepcl" riep hij desperaat, 't Vrouwtje schaterlachte „Ga jij je gang maar, het beste hoor, goeie reis 1" Doch t schaterlachen verkeerde in gekrijt en gejammer, toen manlief zich werkelijk in de Maas stortte. Lei den was in last. „Hulp, hulp!" riep de vrouw, en ook de drenkeling krijschtc„hulp, hulp." Enkele malen ging hij kopjeonder, en tevergeefs trachtte J hij den hem toegeworpen zwemgordel te grijpen, i Eindelijk lukte het aan werklieden van een nabij 1 liggende baggermachine den man op te halen. Hij leefde nog en werd weder aan de zorgen van zijn wederhelft toevertrouwd. Hoe dc ontvangst thuis was, en of hij het begeerde rolletje pruimtabak nog kreeg, vermeldt de historie niet. Dat was oiinoodige drukte, die nergens toe dien de. En dat was ook in Uden (N.-B.) het geval. „Brand, brand I" werd er geroepen. Men liep uit en ja, daar in het Oosten was de homel vuurrood getint. De zware tonen der brandklok en het ake lige geluid vau den brandhoorn stoorden dc stilte. Eu dc brandweermannen, vol plichtsbesef haastten zich in allerijl. Alles liep dooreen. „Waar is dc brand?" ,,Op Melle!" wordt geroepen. „Neen, op „de HoeveMen is het niet eens. De aangespan nen brandspuit staat khiar, maar waarheen moet zij gaan?Ja, daar is 't. Zie je 't niet? Achter de kerk. Men holt in de aangewezen richting. En daar ontwaart uien de opkomende maanen verder niets. Dc brand is gebluscht en de „maan- blusschers" keeren vol vroalijike scherts huiswaarts. Zoo werden dc Uderuche brandweerlui door bet lieve ruaanlje bij den neus genomen. Niet om te lachen was, wat de wed. B. te So meren (N.-B.) overkwam. Zij roerde dc pap boven het vuur, toen zij plotseling geritsel en gepiep bo ven d'er hoofd in den schoorsteen vernam. Ver schrikt staakt zij de roerpartij en kijkt naar bo ven. Plots springt schrikt niet, lieve lezeres sen een groote rat in haar lepel en vandaar in de pap, gevolgd in het heete bad door een dito langstaart. De arme vrouw zeeg sprakeloos van schrik, bij den haard neer en haar toesnellende kinderen legden haar half dood te bed, niet be grijpende hoe moeder zoo eensklaps door een ze nuwtoeval, zooals zij meenden dat het was, kon worden getroffen. Aan den maaltijd werd niet veel gezegd, allen waren onder den indruk van het gebeurde. Maar toen de pap onder groote stilte rondgedeeld werd, kreeg de een onder meer een paar rattepootjes, een ander een staartje, enz. enz. Men kedt raar naar die vreemde dingen, en wat smaakten ze vreemd! Daar komt moeder bij. Zij rijst overeind en vertelt wat er gebeurd is Tableau In datzelfde dorpje Someren deed dezer dagen een andere vrouw van zich spreken, een kranige vrouw. Het paard van den landbouwer Kr. sloeg met den ploeg op hol. Gelukkig braken de stengen en het. schichtige dier holde in woeste vaart voort. Verschillende landbouwers beproefden tevergeefs 't onstuimige beest tegen te houden. Ook dc vrouw van Kr. kwam toegeloopcn. Oe! riep zij. En z:et, het beestje liet zich gedwee door haar pakken. Is het niet waar, wat het spreekwoord zegt„Een vrouw is duizend mannen te erg?" Die smakelijke rattetisoep duel uiij denken aan het grappige verbaal, dat een Fransch blad geeft De mummie van Ramses II, Sesostris, een Egyp tische koning, die reeds vóór eenigc duizenden jaren is overleden, was teruggevonden en zou worden opgezonden naar het museum te Kalro. De inland- schc beambten der belastiugcn hield echter het vreemde pakket bij de poort der stad aan, vragende wat er in zat. „Een mummie van Ramses II", werd hem geantwoord. Daar de goede man nog nooit van dezen ouden vorst bad gehoord', verlangde hij dc opening van het pakket. Men verwijderde het omwindsel j de wantrou wende beambte brak een stukje van het oor af, stak het in zijn mond en. proefde het. ,,'t Is gezou ten visch", zei hij, „doe maar weer dicht 1" Van groous piètca getuigde deze handelwijze niet. Meer eerbied cn gevoel toonde, al was bet dan ook maar kortstondig, een vrouwtje waarvan bel „Vod." ver haalt, dat schreide om den dood van haar commen saal. „Zoo wordt hij dan uit mijn huis gedragen", snikte ze. „Acht jaar, mensch, zeg ik je, volle acht jaar was hij mijn commensaal, en heb ik hem met mijn eigen handen verpleegd, als was hij mijn bloed- cigcu k.tid, hier op deze kamer, buurvrouw. Acht jaar, 't is ecu tijd, zeg ik je. AJtijd was hij goed voor mij cn mijn kindertjes, die mocht hij toch zoo graag. Dokter zei, bij had i uggemergtering en zei hij, dat je daar heel naar van kan zijn, maar ook noemde dokter hem een held, want altijd was hij blijmoedig en tevredenik heb, mensch, in die acht jaar nooit een hard woord van hem geluid. Arm was hij, de stumperd, hij leefde van zijn klein pen- fcoentyc, maar kroeg hij eens eeu extraatje, hij zou er altijd van weggeven. Nooit dacht hij aan «*n eigen, altijd aan mij en de kindertjes. En nucén paaixl maar voor z'u lijkkoets, 't zit cr ook niet an, kijk, dat is zijn vader in die vige- lant cr achter, ootk een heel ding voor zoo'n ouden man, je eenig kind naar bet graf brengen. Wat zal ik 'm missen die goeie vent. Kom, maar een meusch moet niet bij dc pakken neerzitten, ik zeg maar, je moet toch vooruit in do wereld, llclp je mij even 't raam opschuiven, buur vrouw?" En ccn bordje werd uitgehangen „Hier kan een Cununessaal geplaals worden." Ja, ja, zoo is "s werelds loop. 't Vrouwtje had gelijk je moet toch vooruit in dc wereld. Dat wil nok ieder mensch. Ook zekere schoenmaker te Schoten, bij Haarlem. De man doet al zijn best. Maar na 't werken en 't afleveren van 't werk moet betaling volgen, anders kunnen de monden niet opengehouden worden. En daarom trekt dc schoenmaker er 's Maandags op uit om hier ea daar ccn kwartje op te pikken. Nu beeft hij onder zijn klantjes een, die altijd zoo hard als ccn spijker is de vrouw stuurde al sinds lang den schoenmaker geregeld met een mooi praatje, doch zonder geld, naar huis, niettegenstaande haar inan meer dan f 20.per week verdient. Was dat nu niet om tureluursch te worden? Dc schoenmaker wérd dan ook tureluursch. Hij zou en hij moest geld hebben, zoo besloot hij. Maandagmorgen trok hij met een forschen ruk aan de huisbel. Een raam wordt open geschoven, een aardig kroeskopje, nog jong vrouw tje verschijntO bent u daar, wacht, ik zal u helpen." Met een pof het raam neer. Even later kondigt het trdktouw het openhalen der huisdeur aan. Schoenmaker naar binnen, en een gesprek volgt: zij boven en hij onder aan de trap. Zij doet weer al beur best hem roet een glad smoesje weg te praten. Hij echter bezweert niet te zullen vertrekken vóór hij het geld had ontvangen. Maar toen waren de rapen gaar. Snel verwijdert zij zich, om even snel weer te verschijnen, gewa pend met een lange stoffer en stormt dc trap af. „Wat wou jij, manneke, in nrijn huis den boel op scheppen? d'r uit, zeg ik Je, huisvredebreker Dc schoenmaker wachtte niet lang cn was reeds dc straat op, vóór zij in het portaal was aangeland. Wat zal de man van zoo'n lief vrouwtje een respect voor haar hebben KEUVELAAR. Roman van RUD. HERZOG. 19 Haar het Duitseh door J. L. VAN DER MOER. »»o— Er volgden cenrige oogenblikken van stilte. Daarna ging hij voort: Nee, 'n mensch inoest niet behoeven te sterven. Ik heb 't geloof gelukkig nog steeds behouden. En als 't zijn moet, dan wil ik, als professor aan het Conservatorium, verder blijven gelooven. (Hij sloeg hard op de toet sen.) Hoe kan 'n kunstenaar oud worden? Waarom moet ook hij t graf z en? Die an deren nu ja, die anderent Die hebben 't ge makkelijk. Ze boemelen hier 'n jaar of wat rond en laten zich dan kahn 't laken over den neus trekken. Die trekken er gemakkelijk uit, die verlaAcn niets dan It leven! Maar wij? Wij verlaten niet alleen 't leven, maar ook d e Kunst 1 Wij doen afstand van de zaligheid en z ij hopen er op. Kinderen, kinderen, be gint er niet over te tobben, want 't maakt je gekl Hoe kan iemand ooit van dc Muziek af scheid nemen— De jongelui stonden nu naast hem bij den vleugel. Helga drukte dc handen vast samen, om ze niet op het oude hoofd' van den profes sor te leggen en dat zachtjes te streelcn. Ro bert Braun speelde met zijn horlogeketting en keek eindelijk hoe laat hél was. Al twaalf uur! Hoor eens, professor, wat mij betreft, ik neem voor It oogeniblik toch afscheid van de Muziek. Trek de deur achter je dicht, maar vlug! Ik zal u van avond komen afhalen. U gaat zeker mee naar 't Restaurant Falstaff? Mensch, waag je niet in mijn nabijheid! Jij beoefent de Kunst als 'n ambacht! Zou jij wel ecus ooit iets vochtigs in je oogen kun nen voelen, wanneer je iets heel moois hoor de? Of zou je er ook maar één enkel keertje 'n beetje dieper dioor ademhalen? Weet je wat jij doet? Je beschouwt de Muziek als 'n melkkoe. Met uitgespreide beenen ga je op 't driepootje er onder zitten en je neemt 'n air aan alsof je mysteriën ontsluiert. Maar in werkelijkheid grijp je de koe bij de spenen en melk je tot dc emmer vol is. En als jij je millioentje bij mekaar hebt, dan smijt je 't driepootje ver van je weg, cn de Muziek is voor jou 'n Hecuba. Foei, wat 'n schadeI En wees nu zoo goed en verlos me van je ver- eerend gezelschap. Wel moge 't u bekomen, professor! Hij kreeg geen antwoord. Dc deur ging piepend dicht. Maar toen hief de oude zanger plotseling het hoofd op, keek verwonderd om zich heen en riep uit alle macht: „BraunI" Hadt u nog iets voor mc, professor? Om hoe laat dacht je me ite komen afha len? Ik dacht om negen uur ongeveer. Nu, laten wc zoggen acht. De dagen zijn toch al zoo kort, Uitstekend! Om acht uur precies. Tot ziens dus. Dag Juffrouw Nuntius. Helga nam haar muts en mantel en maakte zich zwijgend gereed om ook heen te gaan. Ik hoop dat de Voorzienigheid over je waakt, kind! De slechte voorbeelden zijn er alleen maar, om de goede des te beter te doen uitkomen. Anders konden Onze Lieve Heer noch de duivel er uit wijs worden, laat staan 't onvolmaakte schepsel dat men mensch noemt. Zorg maar dat je altijd braaf en ge zond blijft. Ilelga leefde dien geheclen dag verder als in een droom; het was haar als bevond zij zich in een labyrinth. En te vergeefs zocht zij den draad van Ariadne. Welk een zeldzame godheid was dan toch de Muziek, dat zij haar eigen discipelen in verwaxnng bracht? De heer Johanm Bettermann had het grootste gedeelte van den namiddag op zijn weegschaal gezeten, als een kind, dat met moeite zijn vurig verlangen onderdrukt bij het wachten op het belletje voor den kerst boom. Het was Juffrouw Lena niet ontgaan dat hij een plannetje aan het smeden was. Daan-oor kende zij hem veel te goed. Maar zij gunde hem gaarne zijn geheimzinnige pret jes, omdat zij wel wist wat die te bet eek enen hadden. Daarom lachte zij hem telkens vrien delijk en aanmoedigend toe, wanneer zij door de gang kwam. Zoodra de avond gevallen was en de sneeuw glinsterde in den helderen winternacht; toen het gejubel van dc kinderen op straat had opgehouden cn ook de volwassenen het warme hoekje van den haard hadden opge zocht, klopte de heer Bettermann aan Helga's deur. Juffrouw, als u thans lust hebt? We ont moeten elkaar bij *de Kathrine-poort. i Zij sloop stilletjes bet buis uit, cn spoedig I daarna deed hij zijn voorschoot af en mam 1 zijn hoed van den kapstok, i Moeder, riep hij, het hoofd even om dc deur van haar winkeltje stekend, ik heb nog 'n dringende boodschap. Wil je even op mijn zaakje letten? Hij trok zijn hoed op de ooren en spoedde j zich met kleine pasjes naar de ontmoeting»- plaats. Maal wat moet ei^nu toch eigenlijk ge beuren, mijnheer Bettermann? Hij keek even rond of er niemand in de j nabijheid was. Toen sprak hij op gedempte» toon: Frankfort is au 'n Pruisische stad. Enfin, mij 'u zorg! Wat recht Is, dat is recht, 1 cn wij zijn er niet minder om. Maar Frank- font is zachtjesaan heclcmaal vernieuwd, do ouwe degelijke huizen worden steeds zcld zamer. Waar moet dat heen? Oppassen is do boodschap. Wij ouwe Frankfurters beliooren, om zoo te zeggen, tot één groote familie, cn daarom beschouw ik T als mijn plicht, van I tijd tot tijd zoo eens bij mijn familieleden to 1 gaan kijken hoe de zaken staan. Vooral in den winter, wanneer zc thuis zijn. En als cr sneeuw ligt, dan kan niemand mc hooren. Hij liq» dapper vooruit; zij volgde hoofd- schuddend, maar toch opgewekt, en nieuws- 1 gierig naar dc avonturen welke zij zou gaan beleven. Zij bereikten een stille zijstraat met groote huizen, <lie allen voortuintjes hadden. Bettermann drukte het gezicht tegen een ijzeren hek en IIcLga volgde zijn voorbeeld, i Toen noemde hij den naam van den bewoner van het huis en begon zachtjes te vertellen van een Fransche vrouw, die dc Consul zich to>t echtgenoot e had gekozen; van haar schoon heid en van haar iiohtodnndg leven. En hij zeide dat de Consul, die met hart cn ziel aan zijn Vaderstad hing, een Riddergoed in Mecklenburg had gekocht, waarheen hij reeds in het voorjaar wilde verhuizen, alleen om ziju vrouw voortdurend onder de oogen te lubben en te voorkomen dat zijn goede naam geschaad werd. Dc heer Bettermann scheen dc kunst te verstaan om door muren en deuren heen te kijken. Waar zou hij nu anders zitten dan aan zijn schrijftafel? Ilij is oud geworden vóór zijn tijd. En vóór zach heeft ie 't grootboek van zijn ouwe firma, dat 't opschrift draagt: „Met God". Eu in de kamer naastaan ligt zijn vrouw op 'n cliaise longue cn lees* Fransolve romannetjes, die dat opschrift volstrekt niet dragen. Verontwaardigd wendde hij zich om, en nu schreden ze liaastig verder, want het lange stilstaan in de sneeuw bezorgde hun koude voeten. Wederom hdelden zij halt, ithans voor een breed, wit huis, in Engelschen stijl opgetrok ken. Een ruim grasperk, thans onder de sneeuw bedolven, omgaf het trotsche gebouw. Ww-.lt \rr\<olgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 1