hoeren meer het woord verlangt, geef ik in overweging het eerst to stemmen over het door do heeren van Els veld en Rjjkens aange- gevon denkbeeld als zijnde van de verste strekking. Bij de stemming wordt dit verworpen met 15 togen 2 stemmen. Voor stemdon de heeren van Esveld en Rij kens. Daarna wordt, met 15 tegen 2 stommen, beslotea tot de uitvoering van plan B. over eenkomstig met de door den wethouder van openbare werken aangegeven wijzigingen. Tegen stemden de heeren van Esveld en Rjjkens. 10. Voorstel van B. en W. betreffende een adres van A. van dor Linden o. a. tot verhar ding van den ouden Soesterweg. B. en NV. stollen voor afwijzend op hot ver- zook te beschikken. Do heer J o r i a s e n. Mijnheer de voorzit ter, toon indertijd de Barebraan Wuytierslaan werd aangelegd, heb ik voorgesteld don ouden Soesterweg to bestraten. Dut voorstel is toen niet behandeld. Nu ben ik zeer teleurgesteld door het antwoord van B. en W. op dit rekest. B. en W. maken 't heel kort; zij zeggen: Wij zijn van oordeel, dat het gemeentebelang niet verbonden is aan de verbetering van den weg." Ik ben zoo vrij mot B. en W. hierover te ver schillen. Ik stel mij voor, dat het wel degelijk in het gemeentebelang is dezen weg te verhar den, zoowel direct als indirect. Direct omdat tal van ingezetenen dagelijks van dezen weg gebruik moeten maken om kerk of scholen te bereiken. Is dit geen gemeentebelang Als men de stolling opzet, dat alle ingezetenen van den weg gebruik moeten maken, neen dan niet. Maar toen de Barchman Wuytierslaan werd aangotegd in verband met den aankoop van Birkhoven, is dat niet gedaan omdat allen dien weg zouden gebruiken. Toch is de weg aangelegd in hot belang van de gemeente. Wanneer wij subsidie goven aan instellingen of vereenigingen, dan zullen slechts enkelen daarvan profiteeron. Toch doen wij dat in het gemeentebelang. Aan de Araersfoortscho tram wordt subsidie gegeven, ofschoon slechts be trekkelijk weinig ingezetenen do tram gebrui ken. Er zijn zelfs menschen, die de tram niet kunnen gebruiken. Toch is het in het ge meentebelang, dat subsidie wordt gegeven. Hier nu, waar zeer velen den weg moeten ge bruiken voor kerk en school, en waar do weg in een toestand is, dat het werkelijk do spui gaten uitloopt, mag m. i. de gemeente wel iets doen om den weg te verbetoren. Dat is een direct gemeentebelang. Indirect is het ook in het belang van de gemeente, als men het doet. De tijd is nu aangebroken van de grooto werkeloosheid. Nu kunnen wij, door de verbetering van den weg ter hand te nemen, menschen, die anders zonder werk zouden zijn, tegemoet komen. Dat is beter dan een toeslag te geven op het loon van de gemeentewerk lieden. Als men 40, 50 menschen, dio anders bij het armbestuur zouden moeten komen, zelf hun kost laat verdienen, dan handelt men in hot gomeentebelang. Ik wil de discussie afwachten, om to zien of ik een voorstel zal doen, maar ik meen, dat het wel degelijk op den weg van de gemeente ligt over to gaan tot verharding van den ouden Soesterweg. De heer van Kalken. Mijnheer de voor zitter, als ik terug denk aan den toestand van veertig jaren geleden, dan -was de oude Soes terweg een drukke verkeersweg. Hij werd toen eenigszins onderhonden, maar dit is al lengs verwaarloosd, zoodat hij nu veel minder is geworden. Door den drang van de omstan digheden is het verkeer op den weg in den laatsten tijd weer drukker geworden; do buurt is nu meer bevolkt, er is een kerk gebouwd en er zijn scholen gekomen voor het openbaar en byzonder onderwijs Nu zeggen B. en W. „Het is geen gemeentebelang den weg te ver harden." Ik zou juist zeggen„Het is in het gemeentebelang dezen weg begaanbaar te maken." Ik ben in de noodzakelijkheid weke lijks in die buurt te komen, om or armen te bezoeken. Ik kan begrijpen, dat de wethouder van publieke werken dat niet doet, met het oog op zijn leeftijd. Maar hij kan daardoor feitelijk niet op do hoogte van den toestand zjjn. Hij woot niet, dat de weg onbegaanbaar 4 Het is geen weg, althans niet iets wat men bij natheid een rjjweg kan noemen. Wan neer nu vaststaat, dat er een druk verkeer is over dezen weg, dat het verkeer voor een groot deel bestaat uit kinderen, die de scholen van bijzonder en openbaar onderwjjs bezoeken, en dat vele menschen eiken dag en avond dezen weg moeten gebruiken om naar de kerk te komen, die in die buurt aanwezig is. dan vraag ikmoet die weg niet verhard worden? Ik meen, dat die toestand niet langer zoo mag blyven, maar dat de wog in orde moot wor den gemaakt, omdat dit is een gemeentebe- lang. De heer Gerritsen. Mijnheer do voor zitter, voor het idee van den heer Jorissen voel ik op zich zelf zeer voel. Ik geloof, men moge 't dan geen gemeentebelang vinden, dat de weg verbeterd wordt, maar een indirect gemeentebelang is het toch ontegenzeggelijk. Waar wij met vrjj groote zekerheid aan den vooravond staan van eene groote werkeloos heid, meen ik, dat wij niet beter kunnen doen dan het gold, dat voor deze wegverbctering noodig is, te laten verdienen, en zal ik zeer zeker mij er mee voreenigen om dezon weg, die in een slechten toestand verkeert, in orde te brengen. Ik wil geen voorstel doen, maar ik zou B. en W. willen verzoeken in hunne eerstvolgende vergadering deze zaak te bespre ken. Wij kunnen er niet aan ontkomen, dat or weinig werk is en dat er nog minder werk zal komen. Dan zullen wij een goed werk doen als wij de menschen, door hen werk te verschaffen, in staat stellen levensmiddelen te koopen. Ik kan mij dus volkomen vereenigen met het denkbeeld van den heer Jorissen en kan mij geheel er bij aansluiten, dat men zegt, dat in deze buurt, die eene steeds grootere bevolking krijgt, de weg wordt verbeterd. Men zou althans daarmee kunnen beginnen over eene lengte van 100, 200 of 300 Meter. Op die wijze kon de weg in orde gebracht worden en doen wij een goed werk voor de gemoente en voor do ingezotenen. De heer Jorissen. Mijnheer de voor zitter, ik heb straks gezegd dat ik nog geen voorstel zou doon. Ik zal dat ook nu nog niet doen. Ik wil alleen vragenMogen wij in den kortst mogelijken tijd van B. en W. een voor stel verwackton, hetzij voor of tegen Dan zal de raad kunnen beoordeelen wat er zal worden gedaan. De Voorzitter. Ik ban mededeelen, dat B. en W. bereid zijn in hun college te overwegen in hoever het mogelijk ïs aan de bezwaren, die zijn te berde gebracht, tegemoet te komen. Maar ik meen, dat het voorstel, van B. en W. evenwel thans in stemming moet worden gebracht. De heer Kroes. Mijnheer de voorzitter, kan de beslissing op het adres niet worden aangehouden? Het adres ter zijde te leggen, daar tegen zou ik mij ten sterkste moeten verzetten. De heer Oosterveen. Mijnheer de voor zitter, ik had hetzelfde willen zeggen als de heer Kroes. Als men het gevoelen van den raad hoort, dan schijnt men er algemeen voor te zijn den ouden Soesterweg gedeeltelijk te verharden. Het is wel wenschelijk, dat dit gebeurt nog dezen winter. Als men de ver harding uitvoert tot aan de Withoosstraat, dan zal aan vele bezwaren zijn tegemoet gekomen en zal dat aan vele menschen ten goede komen. Ik geef B. en W. in overweging na te gaan of daartoe maatregelen kunnen worden ge nomen. De Voorzitter. Als B. en W. mede werking kunnen verkrijgen van de eigenaars van de aan den weg grenzende perceelen, dan znllen zij dergelijke pogingen gaarne steunen. De heer Kroes. Mijnheer de voorzitter, u spreekt van medewerking van de belang hebbenden. Aan de eene zijde van den weg zijn do eigenaars bereid den grond, dio voor de verbetering noodig is, af te staan. Eer tijds is er een voorstel goweest om verbetering te krijgen op deze wijze, dat de grond werd overgenomen van de eigenaars, die bereid waren mede te werken en dat daarop een verhar de weg werd aangelegdde onwilligen zou men dan laten zitten en zou alleen het halve gedeelte van den weg verbeterd wordenmen zou voorzien in het belang van de menschen aan den eenen kant van den weg maar ook van allen die daar moeten passeeren AI kreeg men daar alleen oen voetpad of een trot toir, dan zou dat al heel wat helpen. De Voorzitter. B. en W. willen dat denkbeeld ook gaarne in overweging nemen. Ik stel voor nu de verdere behandeling van deze zaak aan te honden Wordt z. h. s. conform dit voorstel besloten. 11. Voorstel van B. en W. tot het geven van eervol ontslag, op verzoek, aan den onder wijzer R. W. Kuiper (school Koningstraat). Het voorstel strekt om het ontslag te doen ingaan 1 Februari 1912. Wordt z. d. en z. h. s. conform besloten. 12. Voorstel van B. en W. betreffende de periodieke verhooging van jaarwedde van dèn leeraar J. M. Thiel. Het voorstel strekt om deze verhooging toe te kennen met ingang van 1 November 1911. Wordt z. d. en z. h. s. conform besloten. 13. Vaststelling van het 2° suppletoir kohier der straatbelasting, dienst 1911. Wordt z. d. en z. h. 8. vastgesteld op f 301.85V2 14. Vaststelling van het 4e aanvullingskohier inkomstenbelasting, dienst 1911. Wordt z. d. en z. h s. vastgesteld op f298.52. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de openbare vergadering gesloten. Electrische Drukkerij L. E. BOSCH ZOON.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1911 | | pagina 8