213. Tweede Blad.
IO°' Jaargang.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
VOORHOF DER LIEFDE.
AMERSFOORTSCH DAGRLAD.
ABONNEMENTSI'RIJS:
P.r 3 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
Kftonder'yko nummers
f 1.00.
- 1.50.
- 0.05.
'ezo Covirnnt veraehjjnt dadelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
AdvertentiPnmedodeolingen enz., gelieve men vóór 11 uur
morgens bij de Uitgevers in to zenden.
Uitgevers: VALKH OFF O.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.50.
Elke regel moer - 0.10.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 25 eenU bij vooruitbetaling.
Groot» lettors naar plaat*ruiinto.
Voor handel en bedryf beahuui zeer voordeelige bepalingen tot
het herhaald advert eeren in dit Blad, by abonnement. Eene
circulairebevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
)OR1 Het 't'nt' en de school,
erkei H-
tTAI
Een recht of een plicht?
Hebben de ouders het recht, om in de rich-
ing der school in te grijpen? vroeg men mij,
ietgeen natuurlijk niet zeggen wil: hebben zij
:t recht in te grijpen in de dagclijksche
tiding der school.
Ik zou zeggen: ze hebben er den plicht toe.
j Wie zijn er eer geroepen voor de belangen
fier kinderen op te komen, dan de ouders? En
pen groot deel der kinderbclangen ligt op het
gebied der schóól.
Daór kan de physieke ontwikkeling gebaat
of geschaad worden. Dóór de geestelijke groei
bevorderd of belemmerd. Dóór de gemoeds
stemming gewekt of gedrukt. Dóór de belang-
P Mistelling en met haar de weetgierigheid, ge-
Ivoed of gesmoord. Dóór de wil versterkt of
I I Tverlamd.
I En zouden de ouders lijdelijk moeten aan-
^^zien dat hun kinderen in alle opzichten, of
Jin vele, of ook maar in een enkel, de dupe
TA (werden van een verkeerde onderwijsrichting
fen -inrichting?
Daar komt nog iets bij. De meeste ouders
komen in nauwer aanraking met het dage-
lijksch leven en zijn eischen en behoeften, dan
de onderwijzers en de politici. Deze beroeps-
paedagogen en theoretische deskundigen
staan vaak al te ver buiten de bedrijvige
maatschappij. Ze werken met „beginselen",
hebben sterke neigingen tot „systemen", orga-
niseeren graag een stuk theoretische volko-
mendheid, en lijden aan een soort kleuren
blindheid ten opzichte van de simpele vragen
der practijk. Wanneer de ouders, de heel ge
wone ouders, de mannen van den beitel, de
weegschaal, den ploeg en de pen, de vrouwen
van het aardappelmesje, het kopjesdoekje en
de naald, als deze niet verpaedagoogde of
verpolitiekte ouders eens mochten zeggen,
wat de school hun kinderen moest leeren en
vooral ook wat niet, hoeveel minder
schoolsch zou die school er wellicht uftzien.
Ml Thans bemoeien de ouders zich gewoonlijk
^■1 alleen maar met de school, als er sprake is
w van al of niet bevordering, van slagen voor
een examen, of van een ongewenschte behan
deling hunner kinderen. 'tZijn losse feiten,
die hen interesseeren, en dan alleen nog maar
Jl feiten uit het schoolleven van hun eigen
kroost. De richting der school laat hen koud,
achten ze huiten hun macht en bevoegdheid.
Er is echter' een kentering. Duizenden
ouders, die onderwijs van een bepaalden
godsdienstigen geest doortrokken, voor hun
kinderen wenschen, hebben, zij het ook onder
leiding en drang van geestelijken, scholen
van hun richting gesticht. Dat wil dus zeg
gen: ze hebben daadwerkelijk in de richting
der school ingegrepen.
Honderden anderen hebben, eveneens uit
opvoedkundige, hoewel dan niet speciaal
godsdienstige overwegingen, onderwijsinsti
tuten opgericht, die, mede onder hun bestuur,
met heerschende misstanden zooveel mogelijk
hebben gebroken, om, tegen conventie cn tra
ditie in, bijna uitsluitend rekening te houden
Imet de behoeften en belangen der jeugd. Zelfs
heeft men zich niet bepaald tot het lager on
derwijs, maar kunnen bijzondere gymnasia,
II. B. S.n., en een Nederlandsch. Lyceum ge
tuigen van voortgaand ingrijpen der ouders
op geest en richting ook der middelbare en
hoogere scholen. En wat is eindelijk de Vrije
Universiteit in principe anders dan 'n greep
der ouders in de richting der hoogste school?
In het gezicht van deze getuigen van ouder
lijk zorgen, lijkt mij de vraag naar het recht
der ouders reeds lang beantwoord door de
feiten. En hoe dl te hardnekkige schoqlge-
breken ook in zeer velen den plicht hebben
wakker geroepen, bewijzen wel hun offer
vaardigheid in geld en tijd. Samenwerkend
met naar verbetering hunkerende onderwij
zers, al of niet gesteund door staatsgeld, be
perkten zij zich niet tot klagen, zelfs niet tot
pleiten, maar gingen op weg, in nieuwe rich
ting.
De ouders van nu, die de ervaringen van
eigen schoolleven zien dreigen voor hun kin
deren, zouden zij niet het recht hebben dien
kinderen menig kwaad te besparen, menig
goed te bezorgen, en dit beide vaak reeds
door een simpele onthouding? De school is er
voor de kinderen, voor hun kinderen. Eerste,
ofschoon niet altijd beste opvoeders, zijn de
ouders. De school staat eigenlijk in dienst
van hun opvoedingstaak. Zij hebben medezeg
genschap over haar aandeel in den gemcen-
schappeiijken arbeid.
JAN L.
J u b i 1 c u an aan d e K o n. Mil.
Academie. Aan de Koninklijke Militaire
Academie te Breda werd Donderdag op feeste
lijke wijze de dag herdacht waarop vóór
40 jaar de (hoogleeraar N. C. Grotendorst,
hoofd van onderwijs voor de wiskundige
vakken aan de K. M. A. werd werkzaam ge
steld.
's Middags om 12 uur werd de jubilaris
met echtgenoote en kinderen in een der
zalen van dc K. M. A. ontvangen door de
officieren en ambtenaren der K. M. A.
Nadat de gouverneur den jufolaris en zijn
fam lie ha:l gelwkgewenscht, riep hij in de
herinnering hoe de heer Grotendorst als
luitenant van 1S72 tot 1882 en het jaar 1883
als kapitein de betrekking van leeraar had
vervuld, in 1885 als hoofd van onderwijs
bij de Academie was teruggekeerd en in
1801 met den titel van hoogleeraar in bur-
gerlij'kL-n d ensrt was overgegaan.
In de jaren «tusschen 1883 en 1885 was de
heer Grotendorst als kapitein als directeur
van den artilleriecursus te Delft werkzaam
geweest.
In 1901 erkende de regeering zijn verdien
ste door hem te benoemen tot ridder in de
Orde van den Nedcrlandschen Leeuw. Na
nog eenige woorden van lof dankte de gou
verneur namens 'liet Academiebes-'.uur den
heer Grotendorst voor alles wat hij voor de
Academie deed en nog doet.
Namens alle officieren en ambtenaren der
K. M. A. werd den hoogleeraar toen een
mooi souvenir aangeboden. Getroffen door
de betoonde blijken van belangstelling en
waardcering sprak de jubilaris eenige har
telijke woorden van dank N C.
Een hulde aan Jan van der
II e ij d e n. Op Donderdag 28 Maart zal het
20(1 jaar zijn geleden dat Jan van der Heijden
te Amsterdam is. gestorven.
De Ycrecniging Ainslelodamum heeft het
initiatief genomen om op dezen zijn 200sten
sterfdag hulde te brengen aan den schilder,
den uitvinder van de slangbrandspuiten en
van de straatlantaarns. Deze 'hulde zal in
de eerste plaats bestaan in het plaatsen van
een gedenksteen in het gebouw Koestraat 5,
waar Jan va nder Heijden de laatste dertig
jaar van zijn leven heeft geleefd en gewerkt.
In het bedoelde gebouw, eigendom van de
gemeente, is een openbare lagere school ge-
vesligd.
De burgemeester, beschermheer van Aan-
stclodamum, heeft reeds instemming met het
pian betuigd .zoodot verwacht mag worden
dat het gemeentebestuur de schenking van
den gedenksteen zal aanvaarden.
Rooyaards gehuldigd door een
oud Alhmaarder.
De heer P. v. d. Velde Mzn., een 86-jarige
grijsaardzond den heer Rovuards bij zijn 25-
jarig jubileum een naamverswaardoor naar
het N. v. d. D. meldt de jubilaris en zijn echt-
genoote ten zeersto weiden getroffen on dat bij
de liefste kleinoodiën zal worden bewaard.
Het vers luidt
3»y wenschen U geluk mot diep gevoeld ontzag,
►oeclitmatig is die eer, door allen U bewezen.
CP vorstelijke wijs wordt nu die kunst
geprezen,
Ons boeiend keer op keer, ons treffend dag
aan dag
►-li ieder stuk, hoe zwaar, hebt Gij steeds
uitgemunt,
«-.a kunstvol is Uw spelvolhardend is
Uw streven
>an menschen in Uw rol het leven weer te
geven-
>an U wordt na dit feest toch nog geen
rust gegund
föust op Uw lauwrea niet. Vier nieuwe
zegepralen
öoe „Het looneeï' door U steeds roem en
eer behalen
ectrooi mild Uw gaven uit in uitverkochte zalen
Internationale gastentoon-
stelling. Door den directeur der ge-
meentegasfaibrieken te Amsterdam is een
circu.aire in binnen- en buitenland verspre.d
omtrent haar voornemen, om in 1912 aldaar
een internationale gastentoonstcil.ng te doen
houden.
ii.t doel der tentoonstelling welke van
11 September tof 6 October gehouden worut
in het Paleis vanvVolksvlijt zal zijn, een
overzicht te geven van alle gastoestellen, die
zoowel voor verlicht.ng als voor huishou
delijk en industrieel gebruik kunnen worden
aangewend.
Van den Hak op den Tak.
(Weekpraatje).
Hel nieuwe handwerk van „mcl-hondcn-uit-waa-
dtlen-gaan", dat, geiijk wy oi.langs meldden, in
Parijs in zwang begon te komen, is reeds vaa daar
naar onze resi-aeutie overgewaaid, maar het he.ft
hier een npecil ek Haagsch karakter gekregen, dat
Wil zeggenbij het wandelen mogen de h,najes
,,van stand'' niet in aanraking komen, zich niet
encanailleeren. mei soortgenoote.i, die op een lage-
ren trap van den maatschappclijken ladder staan,
lien der llaagsche bladen bevat.c de vo.gei.de ad
vertentie
,.H o n d e n-W a n die la a r".
„Net gekleed persoon b edt zijn diensten aan,
alle uien van den dag, ook Zonoög, vanaf 10 cent
per uur. Adres bureau van dit blad."
Den volgenden dag kwam er één voor nog nettere
hondjeswant hy vroeg 25 cent per uur.
Is vooral dat „net gekleed" met typisch voor
onze Hofstad? vraagt de llaagscihe co.respoi.den,
van hel „Nieuws die het bovensiaande vermeLt.
Inlusschen, menig hondje, dat anders gedoemd
was don ganschen dag binnenkamers te blyven, kan
zich aldus eens „ver.uchteu" en „vertreuen", en
wy gunnen dit den dieren wel, onverscb.U g tot wel
ken „stand" zy belmoren. En nog meer gunnen
wij den „honden-wandelaar" zyn dubbeltje of kwar
tje; als het baan.je „opneemt", dan zal er spoe
dig concurrentie komen en zal men honden-wan
delaars en hondjes, gescheiden in le, 2e, 3c klasse
enz., overal kunnen oounneten.
't Is te hopen, dat die mensehen, die «oovcel
voor hun honden over hebben, zich in deze dagen
u.et minder erbarmen over huu anme mcdemeuschen.
Voor hen vooral is het woord bedoeld, dart het Be
stuur van „Armenzorg" in zekere stad tot de bur
gerjj richtte
Als de armen hunnen nood U naakt voor oogen
leggen.
Hoe mag het u van 't hart, zoo hard hen af te
■eggen?
Gij roept wel, dnt de wet hen 't bedelen ver
biedt,
Wij weten 't, maar de wet verbiedt u"'t geven
riet.
Voor dieren wordt er tegenwoordig veel gedaan
en dat is, mi.» die d.erenzorg niet ontaarde in sen
timentaliteit, zeker niet te mtspryzen. Een vcrecni-
ging tot besuhermin-g van d.ereu, welke tefüe en
bclangstc.ling voor de «heren bij kinderen wilde
opwekken, richtte eetiigen tijd geleden tot de klei-
uen de vraag: „In welk opzicht lubben de paar
den, koeien en katten een gelukk g leven en ji>. hoe
verre dienen zij me«klyden?"
De an.woorden der kinderen zyn wat anders uit-
geva.len, dan de personen, die de vraag stelden,
wellicht hebben verwacht. Verreweg de meeaie kin
deren vonden, dat de genoemde dieren hee.e.nsal
uiet te beklagen waren, maar dat zy er integen
deel heel goed aan toe waren.
„Katten zijn gelukkig, omdat men haar voer
geeft, dat goed voor ncn .s, terwijl ik dikwijls mei
genoeg krijg, schreef een kind.
Een ander vond: „Katten behoeven huu haar
niet op te maken en zien er'toch altyd netjes uit
en ook zindelijkzij worden met met koud water
gewasschen, maar ik ben toch bly, dat ik geen kat
ben."
Ken kleine jongen benydl het paardomdat het
geen huiswerK te maken heen tn geen knorren
»rygt. ,us net met gescheurde klcereu en schoenen
uiu'.skomthel wordt ook n.et gts.ag.-n, als het te
iaat kouti of als tiet uiUatsoeulyk is.
ben andere kleine jongen vo,.d, „dat de paarden
he. heer prettig hennen, omdat zy m «ie wei mogen
rollen zouaer zicü vuil le mazen, maar nij vond
hel jammer, dat zij met zeggen ku..neu, ..at ze niei
meer werken wiheu, als ze klappen krijgen."
En een t.cnjange Ii.osoof meei.de, „dat de koeien
haar geluk niet vokiuende op prijs stellen; wa>.t
ze zyn rui en nebben toen niets awuer te doen dan
wat rond te Ioopen en te e.en en te diinken."
Er worth wel eens geklaagd en niei geheel ten
onrechte dat cr voor tut weizijn en <le bescüer-
ming der dieren nog meer worul gedaan dan voor
de menadhen. ben beangstigd ingezetene van Arn
hem, vurig «hereubescAeijner, klaagt ,n de „A.-C."
bijv. over het hoeaespekieu-gcvaar. hy gchryit
Het eerste aacn.oiier is geprik.. De.. Haag
heelt de primeur van den blocdenoen neus. Er zul
len cr meer volgen, hopen we alleen r.«uz.n en gee.>
oogen. Natuurlyk zikleu wy, mauwen, dupe zijn,
want de dames zijn beveiligd door hare p.achUx-
emplaren van tiootdbeschermers. Men spreekt reed,
over een bond ter bescherming van het mannelijA
utter.ijk. dat in gevaar komt gelardeerd te worden,
een Maatsuhappy voor ongelukkenverzekering
denkt over een spec.ale hoeden»pe}denverzeker<iigs-
preinie in te voeren en een ondernemend agen. van
bui.eulandsche huizen maakt recl-me voor zijj hoe
den spelden dopjes,, die, sierlyk van vorm, alic
gevaren supnmeeren en bovenal de h oftklekseU
der dames een by zonder cachet verleenen. Zij die
gebruik maken van de hoogst practische dopjes, too-
nen een medc.ijdeud cn liefdevol hart «e hebben in
tegenstelling der bloe«idorstigc achoo..htde.i, die
voortgaan op den weg van angstverwekkende, ge-
vaarspreidende actie, waaittgen nu eenmaal gee.i
maatregelen door politie en justi.ie genomen wor
den, uit louter courtoisie dergenen, wier echtgenoo-
ien en zusters (misschien) medewerken, om gewa
pend zich in 't openbaar te vertoonen, wat aan de
neeren der schepping niet veroorloofd is.
Zou de Vereemging tot bescherming van d eren
ons niet onder hare hoede willen nemen? Wy aan
vaarden iedere hulp, zy 't ook ten koste van onze
menschelijke waardigheid.
Zouden de leden der ocboooe sekse doof blijv'n
voor al dc roerende klachten van de „beeren der
schepping" over het gevaar der hoedcnspelden? De
beschaafde daiuc allicht niet, vooral nu tonder
eenige opoffering op ecnv«»udige wijze het gevaar
is te voorkomen. Van „opoffering" gesproken,
een zeer treffend staaltje daarvan, van innige broe
der liefde, wordt uit Suffolk, een Engclach graaf
schap, gemeld.
Een arbeider, bekend als een oppassend man, end
21 jaar, stond terecht wegens brandstichting. Hy
had er zich ze'.f voor aangegeven en- beleed aan h«t
begin van het proces, naar Engelsc.h gebru k, schuld.
Maar de verklaringen van een der getuigen bewe
zen, dat dc beschuldigde het huis niet in brand
kon hebben gestoken. En zelf erkende hij, dat by het
niet had ge«laan, maar zich had aangegeven, om lijn
broeder, op wicn de verdenking was gevallen try
'u t te laten gaan. want die heeft een goede be
trekking te verliezen, zeide hij. Dat is heel mooi
van u, zei de rechter, «naar wil u dan uw schuld
bekentenis intrekken en de jury laten beslissen, of
u al dan niet schuld g is? De beklaagde weigerde
eifliter cn zoo moest de rechter, zonder de Jury
te hooien, hem veroordeelen. De man kreeg acht
maanden gevangenisstraf met dwangarbeid.
Treffend, met waar? Maar is de uitspraak van
den rechtei* voor een eenvoudig mensch, een leek,
niet minder treffend door zyn onzinnighe'd? Het
bewys js er'dat de man niet schuldig kin zijn en
niettemin wordt hij veroordeeld. Wetten, die «oo
iets mogelijk, ja noodzakelyk maken, zyn toch
rondweg onz umge wetten Zoo iets moest in omen
tijd niet kunnen bestaan.
Er is nog zooveel in de wereld, dat tegen het
verstand of het gevoel van een rechtschapen man
indruischt. Stel u voorEen vermogend burger
uit Hijsenburg moest per Oosterstoomtram naar een
naburige plaats. Toen hy in dc reeds in beweging
zijnde tram w 1de springen, sprong by mis en werd
hij meegesleurd.
Dc reizigers, die het geval zagen, waren hevig ont
steld, want de toestand, waarin deze reiziger ver
keerde, was byzonder gevaarlijk. Dc conducteur,
die op het achterbalkon stond, wist echter den
n.an te grypen en hem zóólang vast te houden,
totdat de intusschen gewaarschuwde machinst kon
stilhouden.
De man was door het flinke optreden van den
couducteur gered en hy was daarvoor zóó dankbaar,
dal hij hem bij het verlaten van de wam5 cen
ten in de hand stop e.
Wat een dankbaarheid, hè, van een „vermogend
burger" I
Die man zit zeker verbazend vast aan zijn ,,geM-
je".
Dan kan niet gezegd worden van Mevrouw von
V., echtgenoote van een overste van het garnizoen
te München. Deze werpt het ge'.d met handenvol
weg, wanneer het maar. naar haar oordeel, kan
ai enen, om haar u terlyk jeugdig te doen blyken.
Onlangs wcr.dde zij zich tot twee masseuses, (op-
hchters) die he-t handwerk uitoefenen, om bij leden
harer sekse door wrijving cn allerlei «iaa.bg komen
de kunstmiddeltjes „den knagende tand des t\j.is te
beteugelen", zooal» zy het in eeiügermate gewron
gen beeldspraak noemden.
De twee vrouwen zagen met den eersten oogop
slag, dat Frau Oberst behoorde tot het klaarblijke
lijk onuitroe bare geslacht der uilskuikens, en dat
het. haar gemakkelijk zou vallen, den toestand te
exploiteeren. Spoedig verkochten zy het lich gcloo-
vige, dikke, reeds wat gryzig wordenae mei schje
een gansche verzame.ing heilmiddelen en waarvan
er een, die op 5000 mark was geprijsd, ware won
deren heette te zullen verr chten.
In den tijd van zes maanden, terwyl Frau Oberst
op de wonderen wachtte, hadden de twee masseu
ses haar voor 60.000 mark totaal waardrloozen rom
mel we.en aan te smeren. Maar eindelijk kwam de
echtgenoot er achter e<ii maakte op slag een eind
aan «ie kostbare liefhebberij van zyn vrouw. De
twee mass«nises moesten een groot gedeelte van het
afgezette geld weer teruggeven en kregen boven
dien 2 jaar gevangenisstraf.
Dit staal je bewijst opnieuw, dat x.g. beschaving
cn verstand niet a.toos sameugaao-
KEUVELAAR.
ROMAN DOOR
A NNI WAHLEN BERG.
Ilij ntaakte een afwijzend gebaar en wilde
juist antwoorden, toen Hilma dichter naar
hem toe schoof, juist of ze bang was voor
luisteraars.
,,En je mama en papa hebben misschien
ook berouw," zei ze
't Was of ze wist dat 'nij verlaten was. Ze
zag er zoo geheimzinnig uit, of ze heel goed
begreep, hoc arm en eenzaam hij zich voelde
in hel irijke huis.
Waarom zouden ze,'" vroeg hij, hel hoofd
opheffend. ,,Ze konden toch niet weten dat
ik buitengesloten zou worden?"
,,0, ze konden het toch wel beter voor jc
geschikt hebben. Ik geloof dat ze berouw
zullen hebben. En dat doet altijd zoo goed."
En ze knikte hem toe met zulk een wel
willend, deelnemend gezicht alsof ze wilde
zeggen, dat zij wel begreep hoe hij liet had
en dat zij onvoorwaardelijk zijn partij nam.
„Wees toch niet zoo dom," zei ze. „Ga op
de sofa zitten, dan spelen we boeren-
schroom. Dat is een heel prettig spelletje."
Steiaan aarzelde Het was niet te ontken
nen. het was aangenaam met iemand sa
men te zijn, die je partij koos cn dat op zulk
een openhartige wijze toonde. En terwijl hij
aarzelde, haalde Hilma een vuil spel kaarten
le voorschijn, wierp het kleed van de tafel,
wenkte liem nog eens plaats te nemen cn gaf
kaart.
Eerst een uur daarna hoorden ze een deur
aau de overzijde dichtslaan en haastige
schreden over de plaats; toen maakte Stefaan
zit'h gereed om heen te gaan. En 'oen hij
aanbelde, stond de meid voor hem met een
verbaasd en een ietwat ongerust gelaat.
Maar hij deed alsof hij nu eerst thuis was
gekomen en ontweek alle vragen. En toen
'zijn ouders terugkwamen van het bezoek,
qntving lüj de onvermijdelijke verwijten
voor zijn te laat komen, zonder zich te ver
dedigen of te vertellen dat hij uitgesloten
was. Hel was zoo gezellig bij Hilma ge
weest, dat hij graag voor dat genoegen wil
de boeten.
VIII.
Dc weg naar de school was lang, en Ste
faan liep alleen, want geen van de kamera
den woonde in zijn buurt. Slechts vlak bij dc
school kon hij een eindje gezelschap krijgen,
maar het gebeurde ni.'t dikwijls, dat men
met 'hem opliep, want zelf vroeg liij nooit
iemand, en overal werd hij beschouwd als
een eenzelvige natuur.
Noodt kwam iemand bij hem thuis om sa
men met hem een les te leeren, nooit tele
foneerde hij om naar schoolwerk te vragen,
en nooit ook vroeg hij een ander om bij hent
op bezoek te komen.
Natuurlijk was hel gevolg dat ook nooit
iemand hèm iets vroeg Toch was er een
tijd geweest, toen hij zijn speelkameraden
ongegeneerd mee naar huis had genomen,
en dc kamers gevuld had met rumoer en ge
lach. Maar nadat de familie vermeerderd
was, begon zijn pleegmoeder zijn kameraden
wat lastig te vinden. Ze Ladden vuile voe
ten, ze vertrapten het gras, ze maakten te
veel leven. En toen hem voortdurend gezegd
werd, buiten op de plaats met hen le spe
len, wende hij het zich af hen mee in huis
te -nemen. En zijn vc-rjaaroagen waren tic
eenige gelegenheden, dat hij vrienden bij
zich had.
Dan liet moeder hein al zijn kameraden
uitnoodigen, dan waren er volop lekkere
dingen, en bovendien een souper dat voor
een kindervisite heel weelderig was.
„Feest moest feest zijn," zei Charlotte
Ze was geen mensch om halve maatrege
len te nemen, en bovendien wilde ze tooncn
dat Stefaan als een eigen kind werd be
schouwd, en ze «rijkelijk voor zijn genoegen
zorgde.
Maar niettegenstaande den overvloed, wa
ren deze visites altijd stijf geweest, en gasten
noch gastheer hadden zich vermaakt. Nooit
stelde Stefaan zelf een spelletje voor. 't Was
of hij zich niet recht thuis gevoelde. En hij
keek onrustig naar zijn kameraden, als ze
een stoel wat ruw aanpakten, en vochten,
zoodat ze tegen de meubels stieten. Nooit
hield hij hen legen bij het weggaan, en hel
leek wel of hij verlicht adem haalde als ze
buiten de deur stonden.
Met eiken verjaardag scheen hij minder
pleizjer te hebben om zijn kennissen uit te
noodigen, en als mevrouw llarden hem
hielp bij het uitzoeken van de gasten, schud-
de Hij bij «de meeste namen het hoold. Waar
om, dat was nooit recht duidelijk, want nij
schaamde zich de werkelijke oorzaak tc noe
men. Ilij kon toch niet zeggen dat hij zich
veronachtzaamd en geminacht voelde door
zijn kameraden. Een had er visite gehad zon
der Stefaan uit tc noodigen, ofschoon hij
zelf wel op dc verjaardag visite was geweest
Een ander had hem lammeling genoemd,
omdat hij geweigerd had een toch'je op
sneeuwschoenen mee te maken4 waarvoor
uitgaven noodig waren, die hij zijn pleeg
ouders niet wilde vragen. Een derde had
ronduit gezegd, dat het op Stefaan's visites
vervelend was, cn een vierde had hem uit
gelachen, omdat hij oudcrwetsche kragen
droeg, die zijn pleegmoeder op een oprui
ming gekocht had; in 'l gevoel van genade
brood le eten, was hij te trotsch daarvan
iets te zeggen.
Ze hadden duizenden manieren om hem tc
plagen, deze kameraden die zijn toestand
niet kenden. En niet aitijd konden plagerijen
beantwoord worden met een vechtpartij.
Hij trok zich meer en meer terug en werd
al eenzamer eu eenzamer.
„Ik geloof werkelijk dat je in 'l geheel
geen visite welt hebben,"'zei zijn plcegmoe-
uer, toen Stefaan bij een voorbereiucuoe be
spreking voor het verplichte jaarlijkse lie
feest nog onverschilliger was dan gewoon
lijk.
Ze had wel tien jongens opgenoemd, en
steeds tegenwerpingen ontmoet. Maar toen
zij, verontwaardigd over zulk een ondank
baarheid, die woorden riep, zag ze »ot haar
verbazing dat zijn gezicht opvroolijkte.
„Ja, als 't u biel ft," zei hij. „Ik ge-tocf dat
ik liever geen visite wil hebben."
En natuurlijk ontkwam hij er dit jaar en-
alle volgende jaren aan.
Maar mevrouw Harder vertelde aan Karei
Göran en aon haar kennissen hoe wonder
lijk Stefaan was geworden. Vroeger was hij
zoo vrooli/k en levendig en kon zich met ka
meraadjes vermaken, zooals andere kinde
ren. Maar n«u trok hij zich meer en meer
te-rug, en bad geen enkelen vriend.
,,ALs ik nog er aan denk hoc hij was als
klein kónd, dan kan i«k liet heelcinaai niet
begrijpen," zei ze. „Vroeger kwam hij dik
wijls bij me cn sloeg zijn armen om mijn
hals, cn vertrouwde me al zijn vreugde cn
tegenspoed. Ilij was zoo aanhalig en lief,
het. aardigste kind dat men zidh voorstelden
kon. En nu loopt Jiij daar zoo gesloten, en
geeft niiets om mij of om iemand anders»
ofschoon we trachten hem niets dan goed te
doen. 't Is werkelijk onvcrklaiarbaar,
■hoe een kind zoo kan veranderen, een
heel andere natuur krijgen, zonder dat hij
eenigen sohok in zijn leven gohad heeft.
öp een daig dat Stefaan zooals gewoonlijk
alleen va-n school naar huis ging, hoorde lxij
zijn naam achter zich roepen, en toen hij
zich omkeerde, zag hij Friliof Jansen hard
hollen om hern in tc halen.
Fritiof was precies zooals ziju» zuster. Ilij
had hetzeJfdc krachtig, iets gedrongen
lichaam, dezel/de breede trekken en «udtste-
kende jukbeenderen. Maar zijn kleur was
blocker, zijn oogen grauw, en in plaats van
Hilnw "s natuurlijk krullend Isa ar had hij oen
rccbtoi>staan«de steile kuif omder zijn muts.
Be-scheiden en goedmoedig zag hij er uit,
ofschoon er nu cn dan eon listige blik was
in zijn oogen.
„Zullen we samen gaan?'* vroeg hij.
Wordt v4ipolp(l.