W\ *69 Tweed© Blad.
ÏO" Jaargang;.
Zaterdag 30 Maart 1912.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Avonturen van
Lady Molly van Scotland-Yard.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
A HON N K M EN TSPK IJS:
P*r 2 maanden voor Aiuorsfoortf l.OO.
Idem franco per post- 1.50.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
De*a Courant vurschynt dagelijks, behalve op Zon- en Feest
dagen.
Advertentiinmededeclingen on/.., gelieve men vóór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in fo /enden.
Uilgever»: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Vu 1—a regel. f «•so-
Blko regel moer
Dienstaanbiedingen en aanvragen 89 cent» bij vooruitbetaling.
O root e letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zoor voordeeligo bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit Blad» by abonnement. Eone
circulairebevattende do voorwaarden, wordt op aanvraag
tooge zonden.
Kameroverzicht
Tweede Hamer.
Nadat in de -vergadering van Vrijdag ver
schillende kleinere wetsontwerpen zonder
stemming waren aangekomen was aan de
orde de eindstemming over hel wetsont
werp houdende bepalingen tot bescherming
van in het wild levende vogels.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
58 tegen 6 stemmen.
De beraadslaging werd daarna voortgezet
over de moticn van orde van de heeren Arils
en Ter Laan betreffende de jaarwedden van
onderwijzers.
De Minister van Binnen 1 Za ken
(de heer Heemskerk) deelt nader mede, dat
volgens globale berekening bij aanneming dei-
motie Ter Laan f 500,000 ten goede aan de
onderwijzers zouden komen en 1 miïiioen 5
ton niet. De minister vraagt in gemoede of
dat nu een methode van wetgeving is. De
door de heeren Smeenge en Ketelaar aange
geven geneesmiddelen zullen daartegen niet
helpen en zullen niet kunnen beletten, dat
die 1 millioen 5 ton in de zakken van ge
meentebesturen of besturen van bijzondere
scholen komen. Eene bepaling in de wet te
maken, dat elke onderwijzer f 100 meer moet
hebben, ook daartegen beslaan bezwaren ©n
de Minister is overtuigd, dat men in de groo-
le gemeenten, wanneer men meent dal een
onderwijzer f 100 meer toekomt, men hem
die ook zal geven, zonder eon© bepaling in de
wet Met de tegenwoordige wet kan men de
saiarls-quaestic met eene verhooging van de
minima niet oplossen
De minister kan niet zeggen dat de
motie-Ter Laan is e©n ondeugdelijk middel,
maar een- van de ondeugdelijkste
middelen. Daarom moet de Minister tegen
aan-neming waarschuwen.
Than© komt de Minister tot de gewijzigde
motie-Arts (kindertoeslag).
Eene bepaling als door den heer Arts ge-
wenscht, komt in beginsel reeds in de be
slaande Lager Onderwijswet voor (de ver
goeding voor huishuur). De bepaling past du©
in het kader der wet.
De minister wil nu ook eens iets over de
ealarismeeting zeggen, en wel diit, dat de ge
wijzigde motie-Arts ligt in de lijn van de
redevoeringen van de heeren Ooslerbaan en
Baron aldaar gehouden. De onderwijzers
met een aantal kinderen zullen meer ge
holpen zijn door een toeslag, welke zij wèl
in hun zak krijgen, dan door een toelage,
welke terecht komt in de zakken van ge
meentebesturen of schoolbesturen. En een
kindertoeslag komt ook reeds voor in ons
fiscaalrecht, dat aftrek van belasting toe
slaat voor minderjarige kinderen.
De kindertoeslag is tegen de actie der
vakvereenigingeu- Maar men kan toch niet
om der wille van de vakvereenigingen een
maatregel, die tos verbetering s'rekt, achter
wege laten. De Regeering heeft de actie der
vakvereeniging te eerbiedigen, maar meer
ook niet.
Resumeorendc komt de minister tot de
conclusie, dat bij eene eventuc-cle salaris
herziening de salarissen der onderwijzers
zullen moeten worden verhoogd; dat de
motie-Ter Laan ondeugdelijk is, op de aan
gegeven gronden en dat de gewijzigde mo
tie-Arts de voorkeur verdient, evenwel in
dien zin, dat de Rcgeexing eerst een onder
zoek moeit instellen omtrent het tweede ge
deelte en ir het bezit van gegevens moet
zijn. De minister kan echter onmogelijk bc-
looven in dit jaar nog met een wetsontwerp
te komen.
De discussie werd even onderbroken voor
de behandeling het wetsontwerp lot aanvul
ling en verhocging van het IIIc Hoofdstuk
der Staatsbegiooling voor 1912 (kosten in
verband mét het nieuwe departementsgebouw
voor Buitenlanasche Zaken).
De heer e Stuers (R. K.) wil met
ruime hand geld voor de inrichting toestaan.
Ilij heeft er niet tegen dat een receptielokaal
wordt ingericht, maar hij wil er geen fees
ten, diners en bals geven, met he»L oog op
de veiligheid van het gebouw. Spr. herinnert
aan verschillende groote branden (in het
Academiegebouw in den Haag; in het depar
tement van Marine; in het Universiteitsge
bouw te Groningen, enz.).
De Minister van Buitenl. Za
ken (dc heer De Marees van Swinderen)
antwoordt dal de bedoeling der Regeering
niet is m be' departementsgebouw te gaan
geven feeslelijkheden, bals, diners etc. De
minister zou echter niet gaarne zijn opvol
gers b nden, daar er niet het minste be
zwaar is om in hel gebouw feesten te geven,
liet gevaar voor brand beslaat in even groote
of kleine mate als in elk gebouw. De archie
ven worden bewaard dn een brandvrije kluis.
De heer De Stuers (R.-K.) dient een
amendement in, om den polst te verminderen
met f 100 om de Kamer te doen uitmaken
dat in het, nieuwe depolrtememtsgefbouw geen
diners of balls of feestelijkheden gegeven zul
len worden.
liet amendement wordt daarna verwor-
p e n met .69 tegen 7 stemmen.
liet wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Hierna hadden de replieken plaats, aan
het eind waarvan de Kamer weer rumoerig
wt-rd. De heer Ter Laan kon zich niet meer
verstaanbaar maken over de motiën Art© en
Ter Laan.
De heer Arts trok ten slotte onder gejoel
zijn motie in.
De motie—Ter Laan werd daarna
verworpen met 46 tegen 3j stemmen, rechts
tegen links, met de rechterzijde stemden te
gen de heeren Van Karnebeek en De Beau
fort. De Kamer is op recès gegaan.
Berichten.
Uit 's Herlogenbosdh meldt men:
De le lur.-directeur der Kon. Mil. Kapel
was weer hier om examens af te nemen voor
het fanfarekorps der infanterie alhier, een
ondcrkapelrr.eester en andere leden. Men ver
wacht, dat het fanfarekorps van het 2e reg.
infanterie nu bezet zal worden. In verband
hiermede wcr^ vernomen, dat er nu 4 di
visie harmoniemuziekkorpsen voorloopig zul
len blijven t 1 groot genoegen der gemeen
ten, die hare militaire muziek behouden.
Landbouw opvoeding. Door
den heer J. Wilbrink Wzn., thans nog direc
teur van het Hoogcland te Beekbergen, wien
zooals gemeld, als zoodanig met ingang van
15 Mei eervol ontslag is verleend, zijn dc
boerderijen ,*de Schaffelaar" en „Schoonder-
beek", samen groot 111 hectaren, gelegen
onder Barneveld en toebehoorende aan den
heer baren van Nagell aldaar aangekocht
voor een nieuw opgerichte verecniging. Het
geheele terrein, dat uit zeer goeden grond
bestaat is bestemd voor landbouw, vee- en
fruitleél't, terwijl er mede gestichten zullen
verrijzen tot opvoeding van verwaarloosde
en voogdij-kinderen, ter opleiding zoovee!
mogelijk voor het landbouwbedrijf.
Zeelieden scheidsgerecht.
Men meldt ons uit Rotterdam:
Ingevolge het collectief contract in de zee
vaart te Rotterdam is na overleg lusschen
partijen thans ,cen arbitrage-overeenkomst
afgesloten en een scheidsgerecht benoemd,
groot 4 bijzitters en één voorzitter, terwijl
voor alle fun-aide's ook plaatsvervangers zijn
aangewezen.
Als voorzitter Is benoemd de lieer A. Plate,
als plaatsv. den heer M. \V. Yoogt Jr., als
plaatsv. lid de hear J. .C. Veder
Hol 2e lid zal sleods bij elk geval door de
„Scheepvaartvereeniging" of „de Rotterd.
Lloyd" worden benoemd.
Voor de zeeliedenvcreeniging „Volharding"
zijn benoemd de heeren Joh. Brautingam en
A. W. Ileykoop. Als plaatsv. leden de heeren
II. Stol! en C. W. Lunet.
School- en Kerknieuws.
School- en onder w ij stentoon-
st cl ling. In de Pinksterweck zal. zooals wij al
eens in 't kort meldden, te Arnhem bij gelegenheid
van de algemeene vergadering van de Vereenïging
voor Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen een
vierdaagse he school- en onderwijstentoonstelling ge
houden worden in liet gebouw Musis Sacrum. Deze
tentoonstelling zal omvatten leermiddelen, ouder-
wyzers-bibliotheek, schoolbibliotheek, schooluieube-
len, schoolinriehting en diversen.
Onder d<cze laatste rubriek vindt men in liet. pros
pectus o. m. vermeld een historische afdeeling om
trent het Nederlandsche schoolwezen, een verzame
ling hulpmiddelen bij expcnmenteele kinderstudie,
schoolartsen-werkzaamheid, gegevens over de zen
ding en de zendingsscholenhulpmiddelen voor spe
ciale doeleinden, zooals drankbestrijding, volksge
zondheid e. d.
Van den Hak op den Tak.
("Weekpraat je).
Parysche mode.
„Daar komt de schutterij,
Hun hoeden hoog met pluimen",
Deze dichterlijke ontboezemingen des Schoolmees
ters zu.len op onze dames ditmaal van toep.aSs.ng
zijn. Niet dat .zjj de afgeschafte schuttery zullen
doen herleven, doch brutaal recht op den bol wor
den de pluimen, ook ailes, die met een soort dakje
op den bol bevestigd zitten, gedragen. Ook ziet men
nu veel op zy opgenomen de hoed, doch beginnend
half in het gelaat, wat iets brutaal-elcgants geeft,
meer voor Parij6 dan voor Holland geschikt.
Iets heel nieuws hebben do Amenkaansche dames
uitgedacht. De dameskleermakcrs waren de vorige
week te Chicago bijeen, om over de mode der naaste
toekomst te beslissen.
liet nieuwste in dameshoeden zullen electrische
gloeilampjes zy'n, die in den vorm van bloemen van
gekleurd glas op den hoed of ook wel in het kapsel
moeten worden gedragen. Als bron van electrische
energie zal een kleine accumulator worden gedragen
hetzij in den hoek zelf, hetzy in den keurs verbor
gen.
Dat kan „chic" lyken. Chic, zeg ik, wat is chic?
Ja, daar zijn verschillende antwoorden op gegeven.
Wilt ge er eenige van hooren?
Chic is het bevallige in de gedaante van het een
voudige, het eenvoudige in de gedaante van het
bevallige, chic is nooit het noodzakelijke, en toch
schy'nt het voor ieder die er eenmaal kennis meo
heeft gemaakt, het eene jioodige.
Chic is het vreemde in het alledaagsche, dat tot
glimlachen dwingt, zonder belachelijk te zijn.
Chic ishet bereiken van iets bekoorlijks, aan
trekkelijks, streel ends, opvallende, dikwijls in het
allergewoonste.
Chic is het uitgelezenste ïu het stille en stemmige,
terwijl het ons tegelijk soms met het schreeuwen
de verzoent Maar het is ook wat ons in het eene
oogenblik verblindt, in bet volgende betoovert.
Het is de Gratie op één been, Amur, op handen
en voeten.
Chic is de kunst om de pink te geven op een
manier, dat men meer genoegen doet dan de geheele
hand te reikenen toch moet dat gebaar er dc baud
bij doen vermoeden.
Chic is de kunst zooals een vrouw dc plooien van
haar mantel of japon bjjeen neemt, terwijl zij ach
ter zich kjjkt, al heeft wat achter haar gebeurt
niets met de plooien van haar kleed te maken.
Chic kam bij een man zijn niets meer dan liet
haarvlokjo, dat onder zijn neus krult, en dc manier
waarop hjj daaraan even plukte.
Chic is wat het kraken van zijn molières en hei
ruischen van haar dessous vertelt.
Chic is onbeschrijvelijk, want chic is alles en
niets 1
Niet chic vindt iuen algemeen Naatje op den
Dum, die ruim een halve eeuw daar staat als beeld
van onzen volksgeest, en nooit veel anders dan
woordon van spot of hoon heeft mogen booren. „Hoe
lang zal mijn bestaan nog duren?" zoo vraagt Naat
je, die al het sloopen en breken om zich heen ziet,
zich droevig cn angstig af.
De heer van der Mey Hofland dicht in dc „Te
legraaf" de volgende „Afgeluisterde overpeinzingen
van Naatje Eendracht"
Sinds voor meer dan vijftig jaren ik hier op
myn voetstuk kwam
Om den volksgeest uit te beeld' als Naatje Een
dracht van den Dam,
Heb ik Amsterdam zien groeien ver langs Am-
stel en laiigö 1.1
En steeds hooger plaats zien nemen in Euro
pa's 8tedenrij.
Maar mocht in mijn steeiven boezem kloppen
trot sch myn steen en hart,
'k Zag ook in die vijftig jaar veel, wat reden
gaf tot smart.
Al be vaak bij bly verwachten stelde d5 uit
komst mij te leur,
Altijd door dezelfde oorzaak't was dc
heerschappy van Sleur.
Sleur is 't, dat de raadhuiskwestic altijd nog
een kwestie is;
Sleur ia 't, dot ik, arme Naatje, altyd door
myn arm nog mia.
Mefr één sleur ia nu gebroken, toen men de be
slissing nam
Om toch eindelijk te beginnen aan "t vergrooten
van den Dam.
Eu nu hoor ik mokers bonzen beukend op het
hecht arduin,
Eeuwenoude muren storten voor des slooper8
band in puin.
Kan mijn oog 't al niet ontwaren van myn
hooge staidplaats hier,
'k Iloog het na en nader komen't is de
heerschappij van Slier.
Sleur of Slier? Zal Sleur hel wezen, die be
paalt myn verder lot?
Blijf 'k kapot symbool van volksgeest, vreemd
en eigen tot. een spot?
Of zal Slier ook mij doen vallen, dat ik weldra
stervend hoor
„Kyk, daar leit nou Naat Eendracht't Is
maar goed die arme Sloor!"
Dat Naatje Eendracht slechts één arm heeft,
hoeft haar niet zoozeer te bedroeven, er zijn heel
misvormde wezens op het ondermaansche.
Dr Karl Kumm, een bekend Afrika-rieziger uit
Londen beweert in het donkere werelddeel een
nieuw menschcnrag gevonden te hebben. Hij daar
negers tegengekomen met hondenkoppon, die met
een diep keelgeluid spraken, dat veel weg haa van
het blaffen der honden. In een andere streek ont
moette hy negers, die als een ooievaar op één been
rondliepen, en weer andere met vogelkoppen. De
laatste wonen ook, zooals dr. Kumm verklaart, op
boomen.
Wat dichter bjj huis althans, in een deel van de
zoogenaamde beschaafde wereld, in Rusalnd, vindt
men mcnschcn met extra vingers.
In het Russische dorpje Koshilova iu het gouver
nement (irodno zijn mag men een bericht geloo-
ven ruim 50 b«>cren die meer dan tien ungers
hebben. Al deze mouw-hen stammen af van een boer,
die, volgens overlevering extra vingers had en die
in de eerste helft der vorige eeuw in het huwelijk
trad. In dc tegenwoordige generatie hebban zijne
nazaten 2, 3, 4 en zelfs 5 extra vingors, enkele ze.'*
twee duimen naast elkaar. Het voordeel, ten minste
zoo beschouwen deze veelvingerigcn het, i* «int xij
ongeschikt worden verklaurd voor den'militairen
dienst, al zjjn zij nog zoo gezond.
Van „gezond)" gesproken, een gezonde landstreek,
t-chijnt NV est-VPaandcren te zyn. l)at gewest bezit,
thans vier inwoners, die moer dan 100 jasr oud zyn.
Dc weduwe Caxli, Aurclie van de Waucker, te Re-
ninghe bij Ypcrcn; dc weduwe Kigole, Virginie
IDescamp», tc Kortryk; dc heer Jean Coucke, te
Tieghcm by Ansegbcm. en de weduwe van de Cas-
tcele, Anna de Pa-cpc te Touront bij Brugge. Eerst
genoemde telt 106, de tweede 103 jaar. terwijl de
I derde binnenkort zyn 102cn en de vierde den 26en
dezer baar lOlcn verjaardag zal vieren.
Wat voor levens-elixer zouden deze oudjes heb
ben gebruikt, wat zou het geheim zijn mui hun
lioogcn ouderdom? „Olie misschien!" zegt dc Csli-
fornische wonderman, die reeds 120 jaar oud is,
frisch en gezond, on beweert, dat hij zyn lang
leven en gezondheid te danken heeft aan hot in- en
uitwendig gebruik van olyfolic. Deze houdt er dus
van den boel „gesmeerd" tc houden. Zóó dachten
de ouden er ook over. Toen Julius Caesar met Pol-
lio-Rumilius middagmaalde om den lOOsten ver
jaardag van dezen te vieren, vroeg hij hem, weik
middel hy gebruikte om zulk een levenskracht van
lichaam on geest te behouden. Pollio antwoordde
„Inwendig door den honig, uitwendig door de o.ie".
Zullen wy oom dus in de olie gaan zetten? „Gek
heid!" hoor ik daar zeggen. „Flinke bewoging in
de frisschc lucht, je goed laten doorwaaien, dót is
liet beste middel om oud te worden en je gezond
heid te onderhouden." Nu, dat laten doorwaaien
is in ons landje niet zoo moeilijkde Hollandsehc
wind k;in er duchtig op los blazen. In Holland
zoo schrift Jerome K. Jerome is er altyd wind.
En dan vertelt hij verder, hoe die elders, op de zee,
ontembare cn heerschende wind door den Hollander
tot zjjn nederigcn, onderworpen dienoar wordt ge-
maait
„De wind komt van over dc ree en er is niets
om hem in zjjn voortgang te stuiten.
Hjj springt over de lage zeeweringen heen cn
zwiept met een gil over de somber Inge duinen en
denkt dat hij hier in het land wel een goed leventje
krijgen zal cn eens naar hartelust in deze laagte
zaj kunnen rondspoken.
Er is geen schuldiger wezen dan de wind, wan
neer hjj Hollattd binnenkomt.
Maar als hij zoo huilend en gierend nadert, dan
lacht de Hollander achter zjjn lange pijp.
Welkom, mjjn hartje, welkom, glundert hjj, kom
jij hier maar razen en tieren, hoe meer drukte je
maakt, hoe liever het mjj is.
En als dc wind eenmaal in het land is, achter
de lange rechte dijken, achter de golvende diunen-
rjjen, dan vangt dc Hollander hem op en laat hem
niet meer los, voordat hy al het werk gedaan heelt
De wind ia de dienaar van den Hollandervoor
dat deze hem weer laat gaan, heeft hij duizenden
molens aan 't draaien gebracht, water gepompt,
hout gezaagd, de stad verlicht, de weverij in be-
weging gezet, het ijzer gesmeed, de groote langzame
zwijgzame booten voortgedreven en met de kinde
ren in den tuin gespeeld.
Het is een ontnuchterde, oude, onderdanige wini
geworden, nis hjj uitgeput en vermoeid weer naar
zee terugkeert, terwijl de Hollander hem fehter
zjjn eenwige pijp zit uit te lachen.
Er zjjn sommige kanalen en vaarten in Hollfand,
van waar u. zoo gjj er door heen vaart, evenalt op
een korenveld, waaar de wind doorspeelt, een zacht
gedempt gcruisch en gemurmel in de ooren klii kt
Het is het onophoudcljjk ronddraaien der groote
molenwieken. Dat doet de wind.
Buiten op zee tiert dc wind als een razende Ro
land, hier in Holland, het land der molens, is het
een beschaafde wind, die zacht kreunt onder het
verken. KEUVELAAR.
8 DOOR
BARONESSE OBCZY.
Zij rekte zioh uit om de groote, lederen1
doos te krijigen, die de kostbare kunstschat
ten bevatte, deed. haar open en zette haar
op het bed naast den zieke. Mijnheer Frewin
was echter klaarblijkelijk den dood te aiaibiji
om iets te gevoelen voor zijrn geliefkoosd
kleinood. Hij bestreek de miniaturen even
met bevende vingers en viel toen uitgeput,
he'd er op zijn kussens.
„Hij is stervende," zeide de dokter bedaard
tegen mevrouw Frewin.
,,Ik heb hem nog iets te zeggen," zeide
deze toen. „Zoudt gij mij eenige minuten met
hem alleen willen laten?"
„Zeker," zeide de dokter, zioh bescheiden
verwijderend, „maar jjk geloof dat het zaak
is, dat een der verpleegsters blijft binnen het
bereik van uw stem."
Zooals -bleek bleef verpleegster Dawson
binnen gehoor afstand, want zij hoorde het
geen mevrouw Frewin zeide tegen haar ster
venden echtgenoot.
„Het is over Lionel uw eenigen zoon,"
zeide zij. „Kunt gij .verstaan wat ük zeg?"
De zieke knikte toestemmend.
„Gij weet dat hij in Brighton is en bij Ali
cia logeert. Ik kan hem gaan halen met de
automobiel als .gij (verlangt hem te zien."
Wederom knikte de stervende man. Ik denk
dal mevrouw Frewin kffit knikken opvatte alls
een toestemming, want dadelijk belde zij den
bottelier John Chipps en gaf hem bevel den
a.uto zoo spoedig mogelijk gereed te doen
maken. Toen kuste zij den zieke op het voor
hoofd en maakte zij zich gereed de kamer
uit te gaan; maar, voor zij zuOks deed, viel
haar oog op de doos met miniaturen en zeide
7ij tegen den kamerdienaar Kernnet:
„Geef de doos aan Chipps en zeg hem dat
hij ze neerzet in de bibliotheek."
Zij' ging haar bont om doen voor dalt zij (het
huis uit ging. Toen zij hiermede klaar was,
kwam zij Chipps tegen o-p het portaal, die
juist kwam zeggen dat de auto klaar stond.
Hij had dc doos met miniaturen, welke Ken-
nét had gegeven, in de handen.
„Zet de doos op de la.fel in de bibliotheek,
als gij beneden komt, Chipps," zeide me
vrouw Frewin.
„Ja, mevrouw," gaf hij ten antwoord.
Hij volgde haar naar beneden, ging in de
bibliotheek, zette, zooals hem bevolen was,
de doos op tafel, was daarna zijn meesteres
behulpzaam bij het instappen in de automo
biel en sloot eindelijk de voordeur.
IJ.
Ongeveer een uur later kwam mevrouw
Frewin terug, maar zonder haar zoon. Het
bleek darter dat de jonge man haatdragender
was dan zijn vader; hij weigerde mede le
gaan naar diens ziekbed, om ,ter elfder ure
verzoend te worden met een man, die nié^-
meer ten volle beschikken kon over zijne
verstandelijke vermogens. Evenwel spaarde
men den stervende dc mededeeling van de
onverzoenlijke handelwijze vain zij.n zoon cn
na een langen, zorgvol Ten, gedeeltelijk be
wusteloos doorgebraobten nacht, bezweek, hij
tegen 6 uur in den morgan.
Het was heel laat in den namiddag toen
mevrouw Frewin ineens dacht aan de doos
met miniaturen, die geborgen moest worden
op hare gewone plaats. Zij ging met lang
zame schreden naar de bibliotheek wamt
het lange waken, het verdriet en de doorge
stane angst hadden haar geheel uitgeput. Een
kwartier later vond John Ghipps haar in de
bibliotheek, versuft, en halif bezwijmd in een
stoel zitten. In antwoord op dc bezorgde
vraag van den ouden bottelier, mompelde
ei):
„De miniaturen waar zijn Idie?"
Ontsteld door dc kortheid der vraag en
den toon, waarop zijine meesteres haar deed,
'keek Ghipps snél om zioh heen.
„U hebt mij gezegd de dons op tafel neer
te zetten en dat heb ik gedaan, mevrouw,"
mompelde .hij. „Ik zie tiaar mu niet meer"
voegde hij er met plotselingen schrik bij.
„Ga gauw naar de verpleegsters en vraag
of mislsehien ook een van haar vannacht de
doos heeft weggenomen om ze in de kamer
van mijnheer te brengen."
Aan Chipps hoefde dit geen tweemaal ge
zegd te worden, Dc angst was hem om het
hart geslagen. Hij sprak Kennet en de beid©
verpleegsters en vroeg of de doos met minia
turen zich soms bevond in de kamer vam zijn
overleden heer. Kennet en de verpleegsters
gaven een ontkennend antwoord. Het laatst
hadden zij de doos gezien, toen Ghipps haar
nannam vam den kamerdienaar en toen hij
haar in de hand had, terwijl hij zijne mees
teres .volgde bij het afgaan der trap.
4>e arme oude bottelier was wanhopig; de
keukenmeid kreeg het op de zenuwen en
door het, geheele huis hcersohtc ontsteltenis.
liet verdwijnen van de doos met miniaturen
veroorzaak te bijna meer ontstelt ends dan de
dood van den heer des huizes, die door zijn
langdurig ziekbed bijna een vreemdeling was
geworden voor de bedienden op BlatjOhJey.
Mevrouw Frewin was de eerste, die tiaar
tegenwoordigheid van geest terug kreeg.
„Stuur dadelijk den auto naar het com
missariaat van politie te Brighton", zeide
zij bedaard, zoodra zij de overtuiging had
gekregen dat, de miniaturen nergens te Min
nen waren. „Het is mijn plicht deze zaak
dadelijk igrondig te doen onderzoeken."
Een ilnaTf uur na het ontdekken van den
diefstal kwamen de inspecteur der recher
che Mankin en de commissaris van politie
Mc. Leod reeds van Brighton aian, daar zij'
gebruik hadden gemaakt van den motorwa
gen van mevrouw Frewin, Beiden zijn
sonrandere mensohen en liet duurde niet
uang of zij 'hadden er zich een voorst elding
win gemaakt hoe de diefstal moest zijn gc-
«cnied. Een geheele andere vraag was echr
ter wie hem gepleegd had en het zou nog
wel eenigen tijd en veel hoofdbrekens vorde
ren voor deze tg beantwoorden waa.
Het resultaat, waartoe de inspecteur van
recherche Hankin kwam, was als volgt: ter-
wijl John Chipps zijn meesteres in den wa
tt n hiel®, was de voordeur natuurlijk wijd
onen blijven staan. De motor reed toen
v.eg, maar stopte weer dadelijk en me
vrouw Frewin slak het hoofd uit het raam
pje om John Chipps iets toe tc roepen om
trent het avondeten der verpleegsters, het
geen zij meende vergeten te hebben door
hare zenuwachtigheid wegens den toestand
van mijnheer Frewin. Chipps, die oud en wat
doof was, kon haar niet goed verstaan en
liep dus naar den motor toe, waar mevrouw
'bar© instructies herhaalde. Inspecteur Han
kin achtte hel nu aan geen twijfel onder
hevig dat de dief, die zich ail eenigen tijd
•had moeten ophouden in het struikgewas,
van deze gelegenheid had gebruik gemaakt
om in huis te sluipen en zich le verbergen
tin em aeschikt hoekje totdat hij den dief
stal, dien hij zich had voorgenomen, kon
•uitvoeren.
De bottelier verklaarde niets bizonders te
hebben opgemerkt, toen hij terugkwam. Hij
■wa6 niet vee] langer dan een minuut buiten
dt- deur geweest; toen had hij de Voordeur
gesloten cn gegrendeld en volg wis zijne ge
woonte aflie luiken dicht gedaan van de ra-
uien der benedenverdieping en daas ook die
van id© lMbliotihe-ek. Hij had geen licht bij
zich toen hij volgens gewoonte deze ronde
nv,'lakte, wamt hij wist natuurlijk zijn weg
•Wel in den donker te vinden en bovendien
gaf dc electrische lamp in de vestibule hein
•al het licht, dat hij noodig had.
Terwijl hij de luiken voordeed, had Chipps
taict bizomler aan de miniaturen gedacht,
maar zonderling genoog waren zij ongeveer
©en uur Inter in zijne gedachten gekomen,
toen de moeste bedienden reeds naar bod
waren gegaan en hij op zijne meesteres za.t
te wachten. Hij had toen instinctmatig bij het
doorgaan der vestibule, den sleutel omge
draaid in het slot van de deur der biblio
theek en deze dus van buiten gesloten.
Wordt vervolgd.