•56. twmie jbwhi. JMrpaaf. Zaterdag 29 Juni 1912. BINNENLAND. FEUILLETON. Avonturen van Lady Molly van Scotland-Yard. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS: F»r 2 mnzviden voor Amersfoortf l.OO. I Idem franco per post1.5». Afaondorigke nummers0.05. I Peïe Courant vurschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feest- f-jcn. I Advertentienmededeelingen ©nz.gelieve men vdór 11 uur 's morgens bij de Uitgevers in le zenden. U i tgevt rVALKHOFF C<>. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRUS DER ADVERTBNTIËN: Van 1regels f O.OO. Elke regel meer - O.IO. Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaataruimto. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen iot het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement, lsos circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Vrouwenkiesrecht. Aan II. M. de Koningin is het volgende adres gezonden: Mevrouw I Vernomen hebbende, dat bij, Uwe Majesteit Jliet voornemen bestaat voorstellen lot herzie ning der Grondwet des Rijks aan de Volks vertegenwoordiging v-oor te leggen, en ken- Inis genomen hebbende van het onvoldoende I advies dienaangaande .uitgebracht door de Staatscommissie ingesteld op 24 Maart 1910, I neemt de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht I goedgekeurd bij Kon. Besluit van 1 Aug. 1894, I en gewijzigd 19 Maart 1896, 15 Maart 1904 en I >l<7 Juni 1909, de vrijheid zich tot Uwe Ma- [jesteit te wenden met het eerbiedig verzoek, dat het Haar moge behagen aan de Slaten- Generaal het voorstel te doen, dat ook vrou- I wen voortaan door de Grondwet kiesgerech- I lig zullen verklaard worden. Immers als de I moeders van het komende geslacht, ais me dewerksters bij alle daden van het tegenwoor dige geslacht en als mede-erfgenamen van de kennis en kunst van vroegere geslachten, hebben de vrouwen hetzelfde recht als de mannen op medezeggenschap in bestuur, re- I geering, en samenstelling der wetgevende li- f chamen. Althans spreekt onze Vereeniging het-ver- trouwen uit, dat Uwe Majesteit niet weder om in een nieuw te maken Grondwet, welke toch waarschijnlijk wel een menschenleeftijd I lang van kracht zal blijven, een bepaling zal I dulden, die alle vrouwen in Nederland uit hoofde van hare sekse van de uitoefening van I het kiesrecht uitsluit. Een dergelijke uitsluiting voor nog zoo ge- I ruimen tijd te handhaven, zou met het oog op de voortdurende toeneming van den ar- beid der vrouw in den dienst der samenle ving en in allerlei beroepen onverantwoorde lijk zijn. Onze vereeniging dringt er mitsdien hij Uwe Majesteit eerbiedig maar krachtig op aan, dat Zij rekening boude met de veran derde tijdsomstandigheden, bij het indienen van het in uitzicht gestelde voorstel tot her ziening van de Grondwet des Rijks. 't Welk doende Het Hoofdbestuur van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, F. C. van Balen—Klaar, vice- presidente. Jo van Buuren—Huijs, le secre taris. J. C. van Lanschot Hubrecht, 2e secretaris. S. W. A. Wichers, penningmees teres. Martina G. Kramers. C. Kehrer—Sluart. W. Clifford Kocq van Breugel- Roelofs. G. Mulder van de Graaf—de Bruijn. Kermiskwcstie te Leiden. Men schrijft uit Leiden: Door het gemeentebestiHir onzer gemeente werd voor twee jaar het besluit genomen tot afschaffing der kermis, wat in verschillende kringen, vooral van neringdoenden, kwaad blood zette. Men begin zich echter weer ecnigszins in het geval te schikken, toen door het houden van een kermis op particulier terrein de zaak weder plotseling aan de orde is gekomen. B. en W. gaven tot deze particuliere kennis op een terrein bij het Posthof niet alleen vergunning, ze etonden zelfs toe, dat deze kenmis twee Zondagen open bleef, wal in 'dc laatste jaren met de stadskermis niet eens het geval wae. Wat vooral kwaad blood zette, was het feil, dat de regeling dezer kermis voornamelijk in hamlen was van den algemeencn markt- en havenmeester, bijgestaan door diens adjunct; twee gemeente-ambtenaren dus. De plaatse lijk.- organen schrijven er over en in inge zonden stukken wordt er over geklaagd. Ook in den gemeenteraad kwam de zaak giétcren aan de orde. Prof. Hceres achtte zich geroepen er B. en W. een paar scherp- bclijiule vrager over te doen en anedren klaagden er .over, dat <k- kennis Zondags avonds was geopend geweest. B. en W. wilden op deze interpellatie lie ver nu niet antwoorden tcngevolige van urit- st-edigheiid van den burgemeester, doch zou den in een volgende vergadering, als de bur gemeester van zijn verlof was herwaarts ge keerd, zidli verantwoorden Een en ander verhiiKlerde niet, dat er menig hartig woord je werd gesproken, wat doet vermoeden, dat het er in de volgende zitting nog wel eens zal spa-nnen. Hoe B. en W. zich over een en nder zullen rechtvaardigen, -wordt niet ibekingstcillin'g tegemoet gezien. Radio telegrafisch station. De directeur-generaal der posterijen en tele grafie maakt bekend, da' op het lichtschip Noord-Hinder een radiote*grafisch station is gevestigd. Dit station is o.m. bestemd om telegrammen, welke i»; vlaggeseinen van voorbijgaande schepen zijn opgenomen, langs radiotelegra- fischen weg door te zenden naar Sclievemn- gen—Haven of van laatstgenoemd station op gelijke wijze te ontvangen de berichten, wel ke door middel van vlaggeseinen naar voor bijgaande schepen zijn ou-r te brengen. De kosten van deze berichten, berekend naar het in art. 15, 5de lid, van hel Rijks- telegraafreglement neergelegd tarief voor het verkeer tusschcn rijksradictelegraaf (10 cent per woord met een minimum van /"I per te legram, vermeerderd mei het verschuldigde voor deu afstand langs He. lijnen van het le- telegraafnet te doorloopen), zullen, voor zoo ver heffing niet op andere wijze geschiedt, van den geadresseerde worden ingevorderd. Postverbinding' Parij s-A m- sterdam. Naar aanleiding van een schrij ven van de Nederlandsche Kamer van Koop handel te Parijs waarin aangedrongen werd op vervroegde aankomst en bezorging van de Fransche post te Amsterdam, had de Kamer van Koophandel te Amsterdam zich gewend tot de Maatschappij tot Exploitatie van Staats spoorwegen. Uit een schrijven dier Maat schappij bleek, dat het niet mogelijk was de gewenschte verbetering tot stand te brengen. Besloten werd aan de Kamer van Koophan del te Parijs mede te deelen dat er voor de Amsterdamsche Kamer voorloopig geen aan leiding bestaat verdere stappen in deze te doen. Mijnvelden langs de Maas. De Kamer van Koophandel l Maastricht heeft besloten een adres te zenden aan de Tweede Kamer, met het verzoek een gedeelte van de langs de Maas gelegen mijnvelden over te laten aan particuliere exploitatie. V i e r d a a g s c h e Afstand s- marschen Ned. B. v. L O. De 4-daagsche afstandsmarschen van den Nederlandsehen Bond voor Lichamelijke Op voeding zullen dit jaar als volgt plaats heb ben: 27 Augustus Utrecht—Amerongen, 28 Augustus Amerongen—Ede; 29 Augustus Ede—Nijmegen; .10 Augustus Nijmegen—rondreis Nijmegen (sporttentoonstelling). Gekoeld en bevroren vlcesch. Van Z Exc. den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel te 's Gra- venhage heeft de Nederlandsche Vereeniging voor Koeltechniek in antwoord op haar adres d.d. 15 Maart j.l. in zake den invoer van ge koeld en bevroren vleesch in Nederland, de mcdedeeling ontvangen: dat de invoer van bevroren en gekoeld vleesch van herkauwen de dieren en varkens niet verboden is. Ver der schrijft Z.Ex mocht eventueel op grond van veterinaire overwegingen de toelating van dit artikel aan voorwaarden worden ge bonden, dan zullen deze zeer waarschijnlijk niet van dien aard zijn dat zij den invoer noemenswaard zullen belemmeren. Van den Hak op den Tak. (Weckpraat-je). „Een dominé en een pastoor, gaan het leven mak'lyk door'', hoorde ik laatst iemand rymen. Die man meende, als zoovele anderen, dat er geen men- schen in de wereld zijn, die het gemakkelijker en prettiger hebben dan heeren geestelijken. „Wat heeft zoo'n dominé b.v. te doen een preek maken en een preek houden cn een paar uur catechiseeren ui de week, dat is Hl 1" .Vljj dunkt dat is de zaak al heel oppcrvlakking bekeken, zooals iemand doet, die van het ambt niets verstaat. Ds. Boekenoogen te St. Anna-Parochie denkt er anders over; hij tee kent in het ,,Fr. Dagbl." het „ideaal" van den pre dikant aldus Hoe een predikant moet zyn. De Dominee zoo de Duitscher zegt Dient rond te wezenrecht en slecht bij grooten groot bij kleinen klein Voor ieder edel altoos rein, Voornaam als uit een Vorstenhuis, Eenvoudig al» bij boeren thuis. Een held beslist hoe ook bekneld, Een worst'laar Gods in 't open veld. Een bron die and'rer leven schoont; Een zondaar zelf door God gekroond. Een knecht die 't eigen hart regeert, Een knecht die dient, wien ietwat deert. Een die zich d'armsten gaar» verplicht. Een leerling, die zijn meester eert. Een leidsman, die kwögeesten keert. Een bedelaar met smcckgeschrift. Ken koningsbod met gonidcn gift. Een stoere man by 't brandpiket. Een zachte vrouw aan 't krankeubed. Een grysaurd in 't beschouwen. Een kind in 't vast betrouwen Naar 't hoogste in 't leven strevend. Op 't laagste ook acht nog gevend. Echt blyde met ck blyden. Stil weenend met die Lijden. Geen sterveling benijdend. Zich hart'lijk Gode wydend. In 't denken zonneklaar. In 't spreken hemelswaar. Van vruchtbaar werk een vriend. Van lui'aen noot gediend. Met Christus tot zijn Kruisdevies. Met Kroniiigswiust uit elk Verlies. 't Hangt natuurlijk alles af, zooaLs in alle ambten en betrekkingen, van de opvatting, welke men heeft van zijn taak of liefde eu toewijding voorzitten, of plichtsbesef aanwezig is, «f niet. De een geeft zicb met liart en ziel aan zyn werk, aan zijn taak, de ander doet niet meer dan strikt noodig is eu hunkert naar de vacantie, ook al behoort hij niet tot de mi&deelden. Men meent wel eens, dat alleen door den minderen man en de lagere ambtenaren „gewerkt" wordt cn dat de huoggcpGaatsten allen een lui en onbezorgd leventje leiden. Maar zoo is het waarlyk niet. De volgende curieuze herinnering, welke een Franach blad mededeelt omtrent deu grooten krijgskundige Moltke, doet ons zien, hoe deze zyn taak opvatte en zjjn vacantia besteedde. Het blad schrijft „Nu men zooveel spreekt van 4t' zonderlingheid der DuiUchers, zal het misschien niet onaardig zijn, een feit te vertehen, dat te Berlijn weinig bekend is en dat m de maand Mei van 1870 beeft plaats gehad. In genoemde maand vroeg Moltke keizer Wil- neün, toen nog siechts koning van Pruisen, verlof, in zich veertien dagen uit Berlijn te verwijderen. „Zyt ge vermoeid, generaal?" vroeg de vorst. „Dan doet ge wel, eens flink uit te rusten. Ga cn kom frisch eu gezond terug. Moltke salueerde en vertrok. Kenige dagen jater bood de minister van oorlog, Von Hoon, een inpport aan Kmung Wilhelm aan. „Ik zou het advies van Moltke wol willen ken nen, zeide de koning, maar hy heeft verlof en ik weet niet waar hy is." „Wy zullen hem weten te vinden, sire", hernam dc minister. Maar alle nasporingen waren vruchteloos. Moltke was spoorloos verdwenen. Na afloop van veertien dagen, komt de generaal zicb den koning presen- teereu. „Wat drommel, mijn vriend, waar zyt gy toch geweest? Koon zoekt u sedert zes dagen tevergeefs te Berlijn, op uw landgoed iu Sileziê, bij uw vrien den iu Pruisen en in gansch Duitschland." „Sire, ik ben e enigen d^uen naar Frankrijk ge weest," antwoordde Moltke* „Zijt gij u wezen amuseeren te Parys?" „Neen sire, ik heb Metz en Belfort bezocht." „Drommels!" riep de koning. Ik had ezer nauwkeurige plannen van die twee vestigen," ging Moltke voort, „maar ik wHde graag met eigen oogea de sterke en dc zwakke zyden van de verdediging dier plaatsen zien." Men weet, wat er twee maanden later gebeurde. Zoo'n voorbeeld van hoog plichtsbesef doet goed. Gelukkig zyn er voorbeelden te over van menschen, die „staan voor hun werk", zich met liefde er aan geven, 't Spreekt van zelf, dat behoorlyke arbeid ook met «en behoorlyk loou betaald dient te worden de arbeide ris zijn loon waard. Zoo dacht er ook een typograaf over, die onlangs schreef op een adver tentie ecuer drukkersfirma in een provinciestadje, welke firma noodhuVpzetters vroeg tegen hoog loon. De typograaf ontving ten antwoord, dat hij in dienst kon treden tegen een aanvangsloon van f 9.50 en als noodhulp-zetter voor f 11 per week, met de hijvoeging, dat er op den winkel geregeld en met ernst moest worden doorgewerkt. De sollicitant, die wist dat het landelijk loonta- rief als uiterst minimum f 10 bedraagt, schreef aan de firma: Het spijt my zeer, Geachte heer. Van u te moeten hooren, Dat 'k net en braaf Als typograaf Geen loon krijg naar behooren. Tien gulden zou Men toch al gauw Een letterzetter geven Daaronder toch, Hoe klein ook nog, Is te min om van te leven. Is dat, wat blief? Nu het „Tarief" Van den Bond der Drukkerijen? üf neemt gy met, (Wat plicht gebied) Ook plaats in deze rijen? Dan, luister goed. Maak daarom spoed U daarbij in te lyven Dan zult ge mei, Wat thans geschiedt, Van volk verstoken blyven. Want iedere graaf, Hoe net en braaf En bovendien nog vlijtig, Bedankt u zeer Geachte heer Voor 'n loon van Negen-vijftig. Kom weest toch wijs En stelt 't op prys, Naar booger doel te streven Eisch wat ge kunt 't Zij u gegund Maar gun ons ook het leven. Mij dunkthet schrijven van den dichterlijken iet- ter was niet oubillyk. 't Is evenwel niet altoos een bewys, dat werkgevers „erg op deu duit" zyu, ais zy geen hink ioou gevende strijd om het be staan is dikwijls ook voor hen zwaar. Maar dat „erg op deu diuit" is wel \uu toepassing op hen, die in hel volgende geval een rol «peelden. De „Geld." meldt Iemand, die Jid was van een groote sociëteit, had zijn vinger bezeerd. Dc zaak was niet ernstig en daarom vond by het niet de moeite waard zijn gewonen dokter te raad plegen, maar vroeg by op ecu middag aan een me delid, die ook geneesheer was, of die eens even wou kijken. Dc medicus deed dat ook en tot verbazing van deu patiënt kreeg deze een rekening thuis van vijf gulden. liet slaclrtoflcr liet die rekening zien aan een medelid, die udvoeaat was en vroeg wat hy er mi'e zou doen. De advocaat antwoordde zeer beslist„be ulen!" en zond deu vrager toen ook een rekening van vyf gulden thuis wegens gegeven advies. De man beklaagde zich over deze handelwijze hij een ander lid, die deu klager aanga! by het bestuur als eeu lid, dat niet aan zijn verplichtingen voldeed. Het bestuur overwoog de zaak eu liet den beschul digde voor zich komen. ,,llet is eeu zeer ernstige zaak", zei de voorzit ter, „maar er zal niet verder op ingegaan worden, indien u een boete betaalt van vijf gulden." Dat werd een dure viuger voor den patiënt. Men moet maar het ongeluk hebben in banden te vallen van meuschen, die graag een ander willen „stiyden." 't ls verbazend, zoo gierig cn inhalig sommige men- sciicn kunnen zijn. Daar had je de oude Suoepnig. Iemand had hem ecus verteld, dat je by het ademen zuurstof inadem de en koolzuur uitademde. Toen heelt hij er een heden dag aan besteed om Uit te vinden, welk gas van die twee het duurste was als je het moest knopen, llij wilde namelyk weten of hy met het ademhalen geld verdiende of dat hij er armer door werd. Maar krasser nog was dc manier waarop myn heer Grypvugcl omsprong met de menseheu, die in zijn bouwvallige huizen woonden. Die huizen wa ren zoo slecht, dat ze volgens het zeggen, door het behangselpapier bijeen gehouden werden. Althans >n een van die krotten viel het papier van deu muur en deze begon hedenkelyk naar buiten uit te wijkeu. Dadelijk sloeg mijnheer Grypvugel dc huur een dub beltje in de week op. „Een dubbeltje in de week meer?" riep de wan hopige huurder „cn dat met die uitpuilende muren]" „Wel natuurlyk" antwoordde de eigenaar. „U krijgt uu veel meer ruimte en daarvoor moet na tuurlyk betaald worden." Ook van een zekeren heer ilauliu werd verteld dat hij nooit iets voor niet deed; hy had nog nooit van zijn leven iets weggegeven. Of hij verkocht het of hij vroeg er iets anders voor iu de plaats. üy een zekere gelegenheid u»»est hy een lunge reis met den trein maken en hij kwam te zitten tegenover iemand, die den healcn dag mets audei't deed dun snuiten en niesen. Eiudelyk «prak myuhecr llaaliu hem aan en zei: „U schijnt het leelijk te pakken te hebben." „Ik ben nog nooit zoo verkouden geweest" niesde de ander. „Nu, ik weet een heel onschuldig, zeker middel om er in een paar dagen af tc komen." „Zeker, zoo'n kwakzalvcrsmiddeltje, dat u ver koopt?" „Neen, u kunt het thuis zelf maken." ,,'Dau zal ik u zeer dankbaar zyn als u het my wilt inecdeelen." „Dat zal ik doen, mijnheer" zei mijnheer llaalia en kneep zijn oogeu half dicht, „als u my het mid del aau de hand doet oiu die wrotten van niyn lin kerhand kwijt te rakeu." KEU VELAAR. 70 DOOR BAKOYKS8E ORCZY. De zon was inmiddels achter de heuvels ondergegaan en het bosch was donlker en stil. Wij wandelden tot aan de eerste lichte plek, waar een eenvoudige granieten steen, dien Philip Baddoek daar had laten plaat sen, de plek aanwees waair de heer Steadman verinoord was. Wij zetten er ons een oogenblik neder. Mylady was stil en afgetrokken, en ik durfde haar gemoedstoestand niet verstoren, zoodat alleen het zachte gelispel der bladeren in den avondwind de vredige stilte verbrak. Toen hoorden wij plotseling zacht gemom pel als van verschillende stemmen. Wij kon den de woorden niet onderscheiden, niette genstaande wij beiden onze ooren spitsten, en Lady Molly vervolgens opstond en in 4e richting ging van waar de stemmen kwamen, terwijl ik haar op den voet volgde. Wij behoefden niet ver te gaan om de stemmen te herkennen en de woorden, die gezegd werden, duidelijk te verstaan. ilk bleef hevig verschrikt staan, terwijl mylady een waarschuwend ,,st!" fluisterde. Nooit in mijn leven had ik zooveel haat zooveel boosaardigheid in een menschelijkc stem gehoord als ik nu uit die enkele woor den vernam. ,,Jc ziilt haar opgeven, of Het was de heer Felkin die deze woorden gesproken had. Ik herkende den wraakzuch- ligen toon van zijn stem, maar ik kon geen van de beide mannen in de duisternis onder scheiden. ,,Of wèt?" vroeg de ander met een stem die beefde van woede of van vrees mis schien van beide. ,,Je zuil haar opgeven," herhaalde Felkin koppig. ,,Ik zeg je dat het een onmogelijk heid is versta je? een onmogelijkheid oni toe te zien dat zij met jou trouwt of mei wien ook, dat doet er niet toe," liet hij na een kort stilzwijgen volgen. „Maar daar is nu geen sprake van. Ik heb voor het oogen blik alleen met jou te doen. En jij zal haar niet hebben, neen, dat zal niet gebeuren zeker niet lk zal dat nooit toestaan, ai zou ik ook Weer hield hij op. Ik zou niet kunnen be schrijven welk een vreeselijken indruk die ruwe stem van uit de duisternis op mij maak te. Ik was intusschen naar Ladv Molly toe- geslopen en had haar hand gevat. Deze was ijskoud en onbeweeglijk bleef zij op dezelfde plaats staan. „Ik geloof dat je begint te dreigen," viel Philip Baddoek hein eenigszins spottend iu de rede; „tot welke uiterste middelen zul je je toevlucht nemen, als ik dc vrouw niet op geef, die ik met heel mijn hart liefheb en die mij vandaag de eer heeft aangedaan mijn hu welijksaanzoek aan te nemen?" „Dat is een leugen?" riep Felkin driftig uit. „Wal is een leugen?" vroeg de ander uiterst kalm. „Zij heeft je aanzoek niet aangenomen cn dal weet je heel goed. Je tracht me van haar te verwijderen door je rechten aau le matigen die je niet bezit. Doe afstand van haar, Baddoek, doè 't! 't Zal het beste voor je zijn, geloof me! Naar mij zal zij luis teren, ik zal haar voor mij weten te winnen, maar dan moet jij je dien tijd op den ach tergrond houden. Luister naar dc woorden van een wanhopig man, Baddoek; geloof me, 'l zul het beste voor je zijn om voor goed af stand van haar tc doen. Eenige oogenblikken heerschte er diepe stilte in het bosch en daarop hoorden wij weer de stem van Philip Baddoek, die nu uiterst kalm, bijna onverschillig 'klonk. „Ga je nu weg?" vroeg hij. „Kom je niet eten?" „Neen," antwoordde Felkin, ,,ik heb geen behoefte aan eten en ik heb bovendien een afspraak voor Later." „Laten wij niet als kwade vrienden van elkaar gaan, Felkin, ging Philip Baddoek op verzoenenden toon voort, „weet je wel, dal ik in mijn hart vind, dat geen enkele vrouw een ernstigen twist tusschen twee oude vrienden zooals wij, waard is." ,,'t Doet me genoegen, dat je er zoo over denkt," antwoordde de ander droog. „Tot ziens." Het kraken van de dunne lakken op den met mos begroeiden grond zeide ons dat de beide mannen van elkaar waren gegaan cn nu ieder hun weg volgden. Uiterst behoedzaam, mijn hand vast in d>>- hare, volgde mylady het smalle pad, dat ons uit het bosch naar den straatweg bracht. Toen wij daar eenmaal waren gekomen spoedden wij ons haastig voort en bereikten wij weldra onze woning. Lady Molly had al dien tijd geen enkel woord gesproken en nie mand dan ik wist 'beter dat stilzwijgen »c eerbiedigen. Gedurende het diner deed zij haar best om ever onverschillige onderwerpen te spreken en zinspeelde zij zelfs met geen enkel woord op de beide mannen, die zij aldus opzettelijk tegen elkaar in het harnas had gejaagd. Dat haar kalmte alleen uiterlijk was, blce* mij uit het feit dat elk geluid op het kiezel pad in den tuin haar deed opschrikken. Zij verwachtte natuurlijk het bezoek van dm heer Felkin. Om acht uur kwam hij dan ook. Blijkbat.' had hij die twee uren in het bosch rondge zworven. llij zag er niet zoo verzorgd uit a's gewoonlijk. Mylady begroette hem zeer kpoi en toen hij haar hand wiide kussen, trok zij die plotseling terug. Onze zitkamer was een suite van twee ver trekken, door een portière van elkaar ge seheiden. Lady Molly begaf zich, gevolgd door den heer Felkin, naar de voorkamer waar zij de zware gordijnen liet vallen, zoo dat ik alleen achterbleef. Ik maakte hieruit op dat zij bepaald wilde d«at ik daar zou blijven om te luisteren, ter wijl Felkin in een veel te zenuwachtigen toestand was om verder aan mijn tegen woordigheid te denken. Ik had eigenlijk medelijden met den armen man, want ik geloofde werkelijk dat mijn meesteres hem alleen had laten komen otu hem te martelen. Nu al bijna een jaar had zij met hem gespeeld zooals de kat met de muis, hem van li:d tot tijd met lieve woord jes cn een Lachje aanmoedigende om hen» daarna weer koel en ontoegankelijk af to stootcn. Doel» dien avond was haar koelheid bui tengewoon; haar stem was bovendien snij dend scherp cn haar houding vol verach- ting. Ik kon het begin van het gesprek niet hoo ren, want de gordijnen waren zwaar en ik wilde ze niet tc dicht naderen, maar spoe dig verhief de heer Felkin zijn stem al meer cn meer en klonk deze hartstochtelijk en scherp: „Ik geloof, dat ik alleen goed ge noeg 'ben voor een kort tijdverdrijf," zeide liij, „maar niet om te trouwen, is 't wcl? De heer van Applcdore Castle, de millionnair, meneer Baddoek, die valt nu zeker meer in je smaak. „Hij zou zeker een betere partij voor mij zijn,-' antwoordde Lady Molly koel. „Hij heeft mij gezegd, dat je zijn aanzoek hebt aangenomen," hernam Felkin met ge dwongen kalmte, „is dat waar?'' „Gedeeltelijk," zeide zij. „Maar je zult niet met hem trouwcnl" Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1912 | | pagina 1