•56. twmie jbwhi.
JMrpaaf.
Zaterdag 29 Juni 1912.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Avonturen van
Lady Molly van Scotland-Yard.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS:
F»r 2 mnzviden voor Amersfoortf l.OO.
I Idem franco per post1.5».
Afaondorigke nummers0.05.
I Peïe Courant vurschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feest-
f-jcn.
I Advertentienmededeelingen ©nz.gelieve men vdór 11 uur
's morgens bij de Uitgevers in le zenden.
U i tgevt rVALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRUS DER ADVERTBNTIËN:
Van 1regels f O.OO.
Elke regel meer - O.IO.
Dienstaanbiedingen en aanvragen 95 cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaataruimto.
Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen iot
het herhaald advorteeren in dit Blad, by abonnement, lsos
circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Vrouwenkiesrecht. Aan II. M.
de Koningin is het volgende adres gezonden:
Mevrouw I
Vernomen hebbende, dat bij, Uwe Majesteit
Jliet voornemen bestaat voorstellen lot herzie
ning der Grondwet des Rijks aan de Volks
vertegenwoordiging v-oor te leggen, en ken-
Inis genomen hebbende van het onvoldoende
I advies dienaangaande .uitgebracht door de
Staatscommissie ingesteld op 24 Maart 1910,
I neemt de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
I goedgekeurd bij Kon. Besluit van 1 Aug. 1894,
I en gewijzigd 19 Maart 1896, 15 Maart 1904 en
I >l<7 Juni 1909, de vrijheid zich tot Uwe Ma-
[jesteit te wenden met het eerbiedig verzoek,
dat het Haar moge behagen aan de Slaten-
Generaal het voorstel te doen, dat ook vrou-
I wen voortaan door de Grondwet kiesgerech-
I lig zullen verklaard worden. Immers als de
I moeders van het komende geslacht, ais me
dewerksters bij alle daden van het tegenwoor
dige geslacht en als mede-erfgenamen van
de kennis en kunst van vroegere geslachten,
hebben de vrouwen hetzelfde recht als de
mannen op medezeggenschap in bestuur, re-
I geering, en samenstelling der wetgevende li-
f chamen.
Althans spreekt onze Vereeniging het-ver-
trouwen uit, dat Uwe Majesteit niet weder
om in een nieuw te maken Grondwet, welke
toch waarschijnlijk wel een menschenleeftijd
I lang van kracht zal blijven, een bepaling zal
I dulden, die alle vrouwen in Nederland uit
hoofde van hare sekse van de uitoefening van
I het kiesrecht uitsluit.
Een dergelijke uitsluiting voor nog zoo ge-
I ruimen tijd te handhaven, zou met het oog
op de voortdurende toeneming van den ar-
beid der vrouw in den dienst der samenle
ving en in allerlei beroepen onverantwoorde
lijk zijn.
Onze vereeniging dringt er mitsdien hij
Uwe Majesteit eerbiedig maar krachtig op
aan, dat Zij rekening boude met de veran
derde tijdsomstandigheden, bij het indienen
van het in uitzicht gestelde voorstel tot her
ziening van de Grondwet des Rijks.
't Welk doende
Het Hoofdbestuur van de Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht,
F. C. van Balen—Klaar, vice-
presidente.
Jo van Buuren—Huijs, le secre
taris.
J. C. van Lanschot Hubrecht, 2e
secretaris.
S. W. A. Wichers, penningmees
teres.
Martina G. Kramers.
C. Kehrer—Sluart.
W. Clifford Kocq van Breugel-
Roelofs.
G. Mulder van de Graaf—de Bruijn.
Kermiskwcstie te Leiden.
Men schrijft uit Leiden:
Door het gemeentebestiHir onzer gemeente
werd voor twee jaar het besluit genomen tot
afschaffing der kermis, wat in verschillende
kringen, vooral van neringdoenden, kwaad
blood zette. Men begin zich echter weer
ecnigszins in het geval te schikken, toen door
het houden van een kermis op particulier
terrein de zaak weder plotseling aan de
orde is gekomen. B. en W. gaven tot deze
particuliere kennis op een terrein bij het
Posthof niet alleen vergunning, ze etonden
zelfs toe, dat deze kenmis twee Zondagen
open bleef, wal in 'dc laatste jaren met de
stadskermis niet eens het geval wae. Wat
vooral kwaad blood zette, was het feil, dat
de regeling dezer kermis voornamelijk in
hamlen was van den algemeencn markt- en
havenmeester, bijgestaan door diens adjunct;
twee gemeente-ambtenaren dus. De plaatse
lijk.- organen schrijven er over en in inge
zonden stukken wordt er over geklaagd.
Ook in den gemeenteraad kwam de zaak
giétcren aan de orde. Prof. Hceres achtte
zich geroepen er B. en W. een paar scherp-
bclijiule vrager over te doen en anedren
klaagden er .over, dat <k- kennis Zondags
avonds was geopend geweest.
B. en W. wilden op deze interpellatie lie
ver nu niet antwoorden tcngevolige van urit-
st-edigheiid van den burgemeester, doch zou
den in een volgende vergadering, als de bur
gemeester van zijn verlof was herwaarts ge
keerd, zidli verantwoorden Een en ander
verhiiKlerde niet, dat er menig hartig woord
je werd gesproken, wat doet vermoeden, dat
het er in de volgende zitting nog wel eens
zal spa-nnen. Hoe B. en W. zich over een
en nder zullen rechtvaardigen, -wordt niet
ibekingstcillin'g tegemoet gezien.
Radio telegrafisch station.
De directeur-generaal der posterijen en tele
grafie maakt bekend, da' op het lichtschip
Noord-Hinder een radiote*grafisch station is
gevestigd.
Dit station is o.m. bestemd om telegrammen,
welke i»; vlaggeseinen van voorbijgaande
schepen zijn opgenomen, langs radiotelegra-
fischen weg door te zenden naar Sclievemn-
gen—Haven of van laatstgenoemd station op
gelijke wijze te ontvangen de berichten, wel
ke door middel van vlaggeseinen naar voor
bijgaande schepen zijn ou-r te brengen.
De kosten van deze berichten, berekend
naar het in art. 15, 5de lid, van hel Rijks-
telegraafreglement neergelegd tarief voor het
verkeer tusschcn rijksradictelegraaf (10 cent
per woord met een minimum van /"I per te
legram, vermeerderd mei het verschuldigde
voor deu afstand langs He. lijnen van het le-
telegraafnet te doorloopen), zullen, voor zoo
ver heffing niet op andere wijze geschiedt,
van den geadresseerde worden ingevorderd.
Postverbinding' Parij s-A m-
sterdam. Naar aanleiding van een schrij
ven van de Nederlandsche Kamer van Koop
handel te Parijs waarin aangedrongen werd
op vervroegde aankomst en bezorging van de
Fransche post te Amsterdam, had de Kamer
van Koophandel te Amsterdam zich gewend
tot de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen. Uit een schrijven dier Maat
schappij bleek, dat het niet mogelijk was de
gewenschte verbetering tot stand te brengen.
Besloten werd aan de Kamer van Koophan
del te Parijs mede te deelen dat er voor de
Amsterdamsche Kamer voorloopig geen aan
leiding bestaat verdere stappen in deze te
doen.
Mijnvelden langs de Maas. De
Kamer van Koophandel l Maastricht heeft
besloten een adres te zenden aan de Tweede
Kamer, met het verzoek een gedeelte van de
langs de Maas gelegen mijnvelden over te
laten aan particuliere exploitatie.
V i e r d a a g s c h e Afstand s-
marschen Ned. B. v. L O.
De 4-daagsche afstandsmarschen van den
Nederlandsehen Bond voor Lichamelijke Op
voeding zullen dit jaar als volgt plaats heb
ben:
27 Augustus Utrecht—Amerongen,
28 Augustus Amerongen—Ede;
29 Augustus Ede—Nijmegen;
.10 Augustus Nijmegen—rondreis Nijmegen
(sporttentoonstelling).
Gekoeld en bevroren
vlcesch. Van Z Exc. den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel te 's Gra-
venhage heeft de Nederlandsche Vereeniging
voor Koeltechniek in antwoord op haar adres
d.d. 15 Maart j.l. in zake den invoer van ge
koeld en bevroren vleesch in Nederland, de
mcdedeeling ontvangen: dat de invoer van
bevroren en gekoeld vleesch van herkauwen
de dieren en varkens niet verboden is. Ver
der schrijft Z.Ex mocht eventueel op grond
van veterinaire overwegingen de toelating
van dit artikel aan voorwaarden worden ge
bonden, dan zullen deze zeer waarschijnlijk
niet van dien aard zijn dat zij den invoer
noemenswaard zullen belemmeren.
Van den Hak op den Tak.
(Weckpraat-je).
„Een dominé en een pastoor, gaan het leven
mak'lyk door'', hoorde ik laatst iemand rymen. Die
man meende, als zoovele anderen, dat er geen men-
schen in de wereld zijn, die het gemakkelijker en
prettiger hebben dan heeren geestelijken. „Wat
heeft zoo'n dominé b.v. te doen een preek maken
en een preek houden cn een paar uur catechiseeren
ui de week, dat is Hl 1" .Vljj dunkt dat is de zaak
al heel oppcrvlakking bekeken, zooals iemand doet,
die van het ambt niets verstaat. Ds. Boekenoogen
te St. Anna-Parochie denkt er anders over; hij tee
kent in het ,,Fr. Dagbl." het „ideaal" van den pre
dikant aldus
Hoe een predikant moet zyn.
De Dominee zoo de Duitscher zegt
Dient rond te wezenrecht en slecht
bij grooten groot bij kleinen klein
Voor ieder edel altoos rein,
Voornaam als uit een Vorstenhuis,
Eenvoudig al» bij boeren thuis.
Een held beslist hoe ook bekneld,
Een worst'laar Gods in 't open veld.
Een bron die and'rer leven schoont;
Een zondaar zelf door God gekroond.
Een knecht die 't eigen hart regeert,
Een knecht die dient, wien ietwat deert.
Een die zich d'armsten gaar» verplicht.
Een leerling, die zijn meester eert.
Een leidsman, die kwögeesten keert.
Een bedelaar met smcckgeschrift.
Ken koningsbod met gonidcn gift.
Een stoere man by 't brandpiket.
Een zachte vrouw aan 't krankeubed.
Een grysaurd in 't beschouwen.
Een kind in 't vast betrouwen
Naar 't hoogste in 't leven strevend.
Op 't laagste ook acht nog gevend.
Echt blyde met ck blyden.
Stil weenend met die Lijden.
Geen sterveling benijdend.
Zich hart'lijk Gode wydend.
In 't denken zonneklaar.
In 't spreken hemelswaar.
Van vruchtbaar werk een vriend.
Van lui'aen noot gediend.
Met Christus tot zijn Kruisdevies.
Met Kroniiigswiust uit elk Verlies.
't Hangt natuurlijk alles af, zooaLs in alle ambten
en betrekkingen, van de opvatting, welke men heeft
van zijn taak of liefde eu toewijding voorzitten, of
plichtsbesef aanwezig is, «f niet. De een geeft
zicb met liart en ziel aan zyn werk, aan zijn taak,
de ander doet niet meer dan strikt noodig is eu
hunkert naar de vacantie, ook al behoort hij niet
tot de mi&deelden. Men meent wel eens, dat alleen
door den minderen man en de lagere ambtenaren
„gewerkt" wordt cn dat de huoggcpGaatsten allen
een lui en onbezorgd leventje leiden. Maar zoo is
het waarlyk niet. De volgende curieuze herinnering,
welke een Franach blad mededeelt omtrent deu
grooten krijgskundige Moltke, doet ons zien, hoe
deze zyn taak opvatte en zjjn vacantia besteedde.
Het blad schrijft
„Nu men zooveel spreekt van 4t' zonderlingheid
der DuiUchers, zal het misschien niet onaardig zijn,
een feit te vertehen, dat te Berlijn weinig bekend
is en dat m de maand Mei van 1870 beeft plaats
gehad. In genoemde maand vroeg Moltke keizer Wil-
neün, toen nog siechts koning van Pruisen, verlof,
in zich veertien dagen uit Berlijn te verwijderen.
„Zyt ge vermoeid, generaal?" vroeg de vorst. „Dan
doet ge wel, eens flink uit te rusten. Ga cn kom
frisch eu gezond terug.
Moltke salueerde en vertrok.
Kenige dagen jater bood de minister van oorlog,
Von Hoon, een inpport aan Kmung Wilhelm aan.
„Ik zou het advies van Moltke wol willen ken
nen, zeide de koning, maar hy heeft verlof en ik
weet niet waar hy is."
„Wy zullen hem weten te vinden, sire", hernam
dc minister.
Maar alle nasporingen waren vruchteloos. Moltke
was spoorloos verdwenen. Na afloop van veertien
dagen, komt de generaal zicb den koning presen-
teereu.
„Wat drommel, mijn vriend, waar zyt gy toch
geweest? Koon zoekt u sedert zes dagen tevergeefs
te Berlijn, op uw landgoed iu Sileziê, bij uw vrien
den iu Pruisen en in gansch Duitschland."
„Sire, ik ben e enigen d^uen naar Frankrijk ge
weest," antwoordde Moltke*
„Zijt gij u wezen amuseeren te Parys?"
„Neen sire, ik heb Metz en Belfort bezocht."
„Drommels!" riep de koning.
Ik had ezer nauwkeurige plannen van die twee
vestigen," ging Moltke voort, „maar ik wHde graag
met eigen oogea de sterke en dc zwakke zyden van
de verdediging dier plaatsen zien."
Men weet, wat er twee maanden later gebeurde.
Zoo'n voorbeeld van hoog plichtsbesef doet goed.
Gelukkig zyn er voorbeelden te over van menschen,
die „staan voor hun werk", zich met liefde er aan
geven, 't Spreekt van zelf, dat behoorlyke arbeid
ook met «en behoorlyk loou betaald dient te worden
de arbeide ris zijn loon waard. Zoo dacht er ook een
typograaf over, die onlangs schreef op een adver
tentie ecuer drukkersfirma in een provinciestadje,
welke firma noodhuVpzetters vroeg tegen hoog loon.
De typograaf ontving ten antwoord, dat hij in
dienst kon treden tegen een aanvangsloon van
f 9.50 en als noodhulp-zetter voor f 11 per week,
met de hijvoeging, dat er op den winkel geregeld
en met ernst moest worden doorgewerkt.
De sollicitant, die wist dat het landelijk loonta-
rief als uiterst minimum f 10 bedraagt, schreef aan
de firma:
Het spijt my zeer,
Geachte heer.
Van u te moeten hooren,
Dat 'k net en braaf
Als typograaf
Geen loon krijg naar behooren.
Tien gulden zou
Men toch al gauw
Een letterzetter geven
Daaronder toch,
Hoe klein ook nog,
Is te min om van te leven.
Is dat, wat blief?
Nu het „Tarief"
Van den Bond der Drukkerijen?
üf neemt gy met,
(Wat plicht gebied)
Ook plaats in deze rijen?
Dan, luister goed.
Maak daarom spoed
U daarbij in te lyven
Dan zult ge mei,
Wat thans geschiedt,
Van volk verstoken blyven.
Want iedere graaf,
Hoe net en braaf
En bovendien nog vlijtig,
Bedankt u zeer
Geachte heer
Voor 'n loon van Negen-vijftig.
Kom weest toch wijs
En stelt 't op prys,
Naar booger doel te streven
Eisch wat ge kunt
't Zij u gegund
Maar gun ons ook het leven.
Mij dunkthet schrijven van den dichterlijken iet-
ter was niet oubillyk. 't Is evenwel niet altoos
een bewys, dat werkgevers „erg op deu duit" zyu,
ais zy geen hink ioou gevende strijd om het be
staan is dikwijls ook voor hen zwaar. Maar dat „erg
op deu diuit" is wel \uu toepassing op hen, die
in hel volgende geval een rol «peelden. De „Geld."
meldt
Iemand, die Jid was van een groote sociëteit, had
zijn vinger bezeerd.
Dc zaak was niet ernstig en daarom vond by het
niet de moeite waard zijn gewonen dokter te raad
plegen, maar vroeg by op ecu middag aan een me
delid, die ook geneesheer was, of die eens even wou
kijken. Dc medicus deed dat ook en tot verbazing
van deu patiënt kreeg deze een rekening thuis van
vijf gulden.
liet slaclrtoflcr liet die rekening zien aan een
medelid, die udvoeaat was en vroeg wat hy er mi'e
zou doen. De advocaat antwoordde zeer beslist„be
ulen!" en zond deu vrager toen ook een rekening
van vyf gulden thuis wegens gegeven advies.
De man beklaagde zich over deze handelwijze hij
een ander lid, die deu klager aanga! by het bestuur
als eeu lid, dat niet aan zijn verplichtingen voldeed.
Het bestuur overwoog de zaak eu liet den beschul
digde voor zich komen.
,,llet is eeu zeer ernstige zaak", zei de voorzit
ter, „maar er zal niet verder op ingegaan worden,
indien u een boete betaalt van vijf gulden."
Dat werd een dure viuger voor den patiënt. Men
moet maar het ongeluk hebben in banden te vallen
van meuschen, die graag een ander willen „stiyden."
't ls verbazend, zoo gierig cn inhalig sommige men-
sciicn kunnen zijn.
Daar had je de oude Suoepnig. Iemand had hem
ecus verteld, dat je by het ademen zuurstof inadem
de en koolzuur uitademde. Toen heelt hij er een
heden dag aan besteed om Uit te vinden, welk gas
van die twee het duurste was als je het moest
knopen, llij wilde namelyk weten of hy met het
ademhalen geld verdiende of dat hij er armer door
werd.
Maar krasser nog was dc manier waarop myn
heer Grypvugcl omsprong met de menseheu, die in
zijn bouwvallige huizen woonden. Die huizen wa
ren zoo slecht, dat ze volgens het zeggen, door het
behangselpapier bijeen gehouden werden. Althans >n
een van die krotten viel het papier van deu muur
en deze begon hedenkelyk naar buiten uit te wijkeu.
Dadelijk sloeg mijnheer Grypvugel dc huur een dub
beltje in de week op.
„Een dubbeltje in de week meer?" riep de wan
hopige huurder „cn dat met die uitpuilende muren]"
„Wel natuurlyk" antwoordde de eigenaar. „U
krijgt uu veel meer ruimte en daarvoor moet na
tuurlyk betaald worden."
Ook van een zekeren heer ilauliu werd verteld
dat hij nooit iets voor niet deed; hy had nog nooit
van zijn leven iets weggegeven. Of hij verkocht het
of hij vroeg er iets anders voor iu de plaats.
üy een zekere gelegenheid u»»est hy een lunge
reis met den trein maken en hij kwam te zitten
tegenover iemand, die den healcn dag mets audei't
deed dun snuiten en niesen.
Eiudelyk «prak myuhecr llaaliu hem aan en zei:
„U schijnt het leelijk te pakken te hebben."
„Ik ben nog nooit zoo verkouden geweest" niesde
de ander.
„Nu, ik weet een heel onschuldig, zeker middel
om er in een paar dagen af tc komen."
„Zeker, zoo'n kwakzalvcrsmiddeltje, dat u ver
koopt?"
„Neen, u kunt het thuis zelf maken."
,,'Dau zal ik u zeer dankbaar zyn als u het my
wilt inecdeelen."
„Dat zal ik doen, mijnheer" zei mijnheer llaalia
en kneep zijn oogeu half dicht, „als u my het mid
del aau de hand doet oiu die wrotten van niyn lin
kerhand kwijt te rakeu."
KEU VELAAR.
70 DOOR
BAKOYKS8E ORCZY.
De zon was inmiddels achter de heuvels
ondergegaan en het bosch was donlker en
stil. Wij wandelden tot aan de eerste lichte
plek, waar een eenvoudige granieten steen,
dien Philip Baddoek daar had laten plaat
sen, de plek aanwees waair de heer Steadman
verinoord was.
Wij zetten er ons een oogenblik neder.
Mylady was stil en afgetrokken, en ik durfde
haar gemoedstoestand niet verstoren, zoodat
alleen het zachte gelispel der bladeren in den
avondwind de vredige stilte verbrak.
Toen hoorden wij plotseling zacht gemom
pel als van verschillende stemmen. Wij kon
den de woorden niet onderscheiden, niette
genstaande wij beiden onze ooren spitsten,
en Lady Molly vervolgens opstond en in 4e
richting ging van waar de stemmen kwamen,
terwijl ik haar op den voet volgde.
Wij behoefden niet ver te gaan om de
stemmen te herkennen en de woorden, die
gezegd werden, duidelijk te verstaan.
ilk bleef hevig verschrikt staan, terwijl
mylady een waarschuwend ,,st!" fluisterde.
Nooit in mijn leven had ik zooveel haat
zooveel boosaardigheid in een menschelijkc
stem gehoord als ik nu uit die enkele woor
den vernam.
,,Jc ziilt haar opgeven, of
Het was de heer Felkin die deze woorden
gesproken had. Ik herkende den wraakzuch-
ligen toon van zijn stem, maar ik kon geen
van de beide mannen in de duisternis onder
scheiden.
,,Of wèt?" vroeg de ander met een stem
die beefde van woede of van vrees mis
schien van beide.
,,Je zuil haar opgeven," herhaalde Felkin
koppig. ,,Ik zeg je dat het een onmogelijk
heid is versta je? een onmogelijkheid oni
toe te zien dat zij met jou trouwt of mei
wien ook, dat doet er niet toe," liet hij na
een kort stilzwijgen volgen. „Maar daar is
nu geen sprake van. Ik heb voor het oogen
blik alleen met jou te doen. En jij zal haar
niet hebben, neen, dat zal niet gebeuren
zeker niet lk zal dat nooit toestaan, ai
zou ik ook
Weer hield hij op. Ik zou niet kunnen be
schrijven welk een vreeselijken indruk die
ruwe stem van uit de duisternis op mij maak
te. Ik was intusschen naar Ladv Molly toe-
geslopen en had haar hand gevat. Deze was
ijskoud en onbeweeglijk bleef zij op dezelfde
plaats staan.
„Ik geloof dat je begint te dreigen," viel
Philip Baddoek hein eenigszins spottend iu
de rede; „tot welke uiterste middelen zul je
je toevlucht nemen, als ik dc vrouw niet op
geef, die ik met heel mijn hart liefheb en die
mij vandaag de eer heeft aangedaan mijn hu
welijksaanzoek aan te nemen?"
„Dat is een leugen?" riep Felkin driftig
uit.
„Wal is een leugen?" vroeg de ander
uiterst kalm.
„Zij heeft je aanzoek niet aangenomen
cn dal weet je heel goed. Je tracht me van
haar te verwijderen door je rechten aau
le matigen die je niet bezit. Doe afstand
van haar, Baddoek, doè 't! 't Zal het beste
voor je zijn, geloof me! Naar mij zal zij luis
teren, ik zal haar voor mij weten te winnen,
maar dan moet jij je dien tijd op den ach
tergrond houden. Luister naar dc woorden
van een wanhopig man, Baddoek; geloof me,
'l zul het beste voor je zijn om voor goed af
stand van haar tc doen.
Eenige oogenblikken heerschte er diepe
stilte in het bosch en daarop hoorden wij
weer de stem van Philip Baddoek, die nu
uiterst kalm, bijna onverschillig 'klonk.
„Ga je nu weg?" vroeg hij. „Kom je niet
eten?"
„Neen," antwoordde Felkin, ,,ik heb geen
behoefte aan eten en ik heb bovendien een
afspraak voor Later."
„Laten wij niet als kwade vrienden van
elkaar gaan, Felkin, ging Philip Baddoek
op verzoenenden toon voort, „weet je wel,
dal ik in mijn hart vind, dat geen enkele
vrouw een ernstigen twist tusschen twee oude
vrienden zooals wij, waard is."
,,'t Doet me genoegen, dat je er zoo over
denkt," antwoordde de ander droog. „Tot
ziens."
Het kraken van de dunne lakken op den
met mos begroeiden grond zeide ons dat de
beide mannen van elkaar waren gegaan cn
nu ieder hun weg volgden.
Uiterst behoedzaam, mijn hand vast in d>>-
hare, volgde mylady het smalle pad, dat ons
uit het bosch naar den straatweg bracht.
Toen wij daar eenmaal waren gekomen
spoedden wij ons haastig voort en bereikten
wij weldra onze woning. Lady Molly had al
dien tijd geen enkel woord gesproken en nie
mand dan ik wist 'beter dat stilzwijgen »c
eerbiedigen.
Gedurende het diner deed zij haar best om
ever onverschillige onderwerpen te spreken
en zinspeelde zij zelfs met geen enkel woord
op de beide mannen, die zij aldus opzettelijk
tegen elkaar in het harnas had gejaagd.
Dat haar kalmte alleen uiterlijk was, blce*
mij uit het feit dat elk geluid op het kiezel
pad in den tuin haar deed opschrikken. Zij
verwachtte natuurlijk het bezoek van dm
heer Felkin.
Om acht uur kwam hij dan ook. Blijkbat.'
had hij die twee uren in het bosch rondge
zworven. llij zag er niet zoo verzorgd uit a's
gewoonlijk. Mylady begroette hem zeer kpoi
en toen hij haar hand wiide kussen, trok zij
die plotseling terug.
Onze zitkamer was een suite van twee ver
trekken, door een portière van elkaar ge
seheiden. Lady Molly begaf zich, gevolgd
door den heer Felkin, naar de voorkamer
waar zij de zware gordijnen liet vallen, zoo
dat ik alleen achterbleef.
Ik maakte hieruit op dat zij bepaald wilde
d«at ik daar zou blijven om te luisteren, ter
wijl Felkin in een veel te zenuwachtigen
toestand was om verder aan mijn tegen
woordigheid te denken.
Ik had eigenlijk medelijden met den armen
man, want ik geloofde werkelijk dat mijn
meesteres hem alleen had laten komen otu
hem te martelen. Nu al bijna een jaar had
zij met hem gespeeld zooals de kat met de
muis, hem van li:d tot tijd met lieve woord
jes cn een Lachje aanmoedigende om hen»
daarna weer koel en ontoegankelijk af to
stootcn.
Doel» dien avond was haar koelheid bui
tengewoon; haar stem was bovendien snij
dend scherp cn haar houding vol verach-
ting.
Ik kon het begin van het gesprek niet hoo
ren, want de gordijnen waren zwaar en ik
wilde ze niet tc dicht naderen, maar spoe
dig verhief de heer Felkin zijn stem al meer
cn meer en klonk deze hartstochtelijk en
scherp: „Ik geloof, dat ik alleen goed ge
noeg 'ben voor een kort tijdverdrijf," zeide
liij, „maar niet om te trouwen, is 't wcl? De
heer van Applcdore Castle, de millionnair,
meneer Baddoek, die valt nu zeker meer in
je smaak.
„Hij zou zeker een betere partij voor mij
zijn,-' antwoordde Lady Molly koel.
„Hij heeft mij gezegd, dat je zijn aanzoek
hebt aangenomen," hernam Felkin met ge
dwongen kalmte, „is dat waar?''
„Gedeeltelijk," zeide zij.
„Maar je zult niet met hem trouwcnl"
Wordt vervolgd.