AMERSFOORTS OMSTREKEN,
m m si s i an if s
EEiVE WANDELING
DOOR
Stadgenoot of Vreemdeling, wie gij ook moogt zijti, zijt gij nog
jeugdig en krachtvol, zoo maak U op en kruis met mij rond in
de omstreken onzer stad, en wanneer gij nict voldaan en tevreden
terugkeert, zal de Sclirijver zijne aanprijzing voor grootspraak liouden.
Doch wat zcg ik daar, Stadgenoot? Van dezen tocli kan en mag
ik niet ondcrstellendat hij nog een gids zoude noodig hebben
in onze zoo heerlijke omstrekenik wil echter elk een tot leids-
inan verstrekken die zich een vreemdeling gevoelt te midden dezer
verbevene nalunrtafereelenindien zijn bart maar niet vervreemd
is van en onvalbaar voor bet ware schoon der natuur; doch waar-
mede te beginnen? het zij wij de trotsche plantsoenendie door de
zorg van bijzondere pcrsonen en van regeringswege onze sombre wallen
en muren vervangen, of de omstreken bezoekenaltijd geniel men
gevoelt men zich reeds geheel bnilen en is verrukt over de fraaije
vergezigtendie men van daar op de stad en den haar omringenden
lusthof genietdoch wij Snellen de barriere nit: een frissche
luchtstroom verkwikt onze longen. AVij zijn buiten de Kamppoort
wij wandelcn den straatwcg op en ofschoon wij den vroegeren