109 over de Malen-wetering en andere slooten en sluizen, daaraan depen- deerende en onder het maalschap gelegen. Onder de bisschoppelijke regeering werd van wege den bisschop van Utrecht in het maalschap een schout aange9teld die met de thins- en rentmeesters der Malen het gericht uitmaakte. Dit bleef voortduren tot het jaar 1528, toeu de bisschop Hendrik van Beyeren het wereld- lijk gebied van Utrecht aan keizer Karel V opdroeg, en het gericht te Hoogland werd samengesteld nit den Schout en buurgerechtsluiden en Malen. Na de sluiting der Unie van Utrecht in 1579 en daaropgevolgde afzweriug van de Spaansche regeering onder Philips II ging het gebied van dit gewest over op de Staten 's lands van Utrechtdie op ver- zoek van de geerfden en buurluiden bij octrooi van 27 Febr. 1617 vergund hebben schepen- in plaats van buurrecht te gebruiken. A. van Bemmel deelt in zijne „beschrijving van Amersfoort" mede dat in 1582 de Malen van 't Hoogland op de Ketelaarsbrug binnen Amersfoort in de open lucht hunne bank gespannen en recht gehou- nen hebben. Sedert 1617 schijnen de politieke rechten van het college der Malen te Hoogland geheel te hebben opgehoudennogtans verbleef aan dat college het recht van schouw over de Malenweteringblijkens ordon- nantie goedgekeurd door de Staten 's lands van Utrecht d.d. 5 Maart 1616. Voortdurend outstond er evenwel tusschen het gerecht van Hoogland en het college van de Malen verschil over het voeren van die schouw, de invordering der boeten en het in rekening brengen der daggelden. Een nieuwe schouwbrief voor de geerfden der Malen en het gerecht van Hoogland, goedgetteurd door de Staten den 23 Nov. 1773, was daarvan het gevolg, maar de uitvoering gaf in 1778 alweder tot nieuwe geschillen aanleiding. In 1799 ontwierp het gemeentebestuur van Hoogland, met miskenning der rechten van het college der Malen, een nieuwen schouwbrief en ordonnantiewaaromtrent het college is gehoord door het departementaal bestuur van den llhijn; doch aan dat ontwerp is geen verder gevolg gegeven. In 1809 heeft het college van de Malen de laatste schouw gevoerd, maar of dit oud recht op eene wettige wijs aan de Malen is ontzegd blijkt niet uit het archief. In de vergadering van 13 Juli 1814 werd trouwens besloten zich tot den Gouverneur der proviucie te wenden ter

Historische kranten - Archief Eemland

Adresboeken Amersfoort | 1870 | | pagina 117