BESCHRIJVING VAN AMERSFOORT.
(J. Fz. VAN CORTGEEN VAN DER GOUDE en Dr. C. BOOTH).
94
Volgens het Stichtsche cleyne chronicke.
Dese stadt schynt zijn naem van de Eemsals een sterckte
op dese rivier, vercreghen te hebben, is in een valeye ghe-
leghenrijck van waterendie uyt die Veenen ende Veluve
afstroomendedoor d' Eems die schepen tot in de zee een
open padt maecktIn die cunste van biere te brouwen voor-
tijts seer was vermaertdie over die zee varendeBrabant en
Vlaenderen vervulden, badt vierdehalf bondert brouwerien, als
eensdeels aen de Muerhuysen te besporen is. Die stadt metter
tijt is seer vergrootende buyten het Cinghel met nieuwe
poortenboogbe mueren en toornen omringtheeft oock
schoone neeringbe van draperie gebadtnu meestso neering
geen erf en is, verlopen, daer is goede lijfneeringhe om rede-
lijck prys te becomen.
De ingesetenen zyn groote voorstanders van haer vaderlicke
previlegiendaer zyn veele oude stilswijgende cluyten en geld
rijcke geslachten, hen kinderen tot die lettercunsten seer oef-
fenen, waerdoor compt dat se out gheworden zynde, by key-
sers en coninghen, landen en steden tot die rcgeringhe werden
beroepen, tot welsprekentheyt als uyt der natuere zyn ghe-
boren.
Op den armen is daer scharpe opsicht, men siet er niemant
bedelenschamele knechtkens ende maechdekens werden in
huysen daartoe gedestineertop een hantwerck ghestelt.
In den jare 1595, door overloop des Rijns, heeft als door
een diluvie dese stadt groote schade geleden.