32
Begrafenisrechten voor de algem. begraafplaats.
Voor het lijk van een volwassenef 6.50
b b kind van 112 jaar - 3.25
b beneden 1 - 1.50
Recht van overboeking, bij overgang door versterf
of op andere wijze- 2.
Recht van begraven in een bepaald graf
Voor onbepaalden t'yd- 25.
10 iaren- 15.
raeer dan 10, doch hoogstens 25 jaren - 20.
Recht tot het stichten van een enkelen grafkelder - 30.
dubbelen - 50.
Voor het begraven der lijken van onvermogenden is
geenerlei recht verschuldigd.
Plaatselijke directe belasting.
In deze belasting wordt het hoofd des gezins aangeslagen,
naar de huurwaarde van het door hem bewoonde perceel, of
gedeelte daarvan zooals deze van rijkswege is geregeld voor
de grondbelasting, en voor zooveel die regeling in bijzondere
gevallen niet is gedaan, of in eenig perceel (boven 200
huurw.) eene fabriek of trafiek wordt uitgeoefendalsdan naar
de huurwaarde van gemeentewege door beeedigde personen
geschat. Voor het jaar 1880 wordt op de huurwaarde geheven
14 pCt.
van
40 tot
60
28 pCt.
van f 300 tot 400
16
- 60 B -
80
30 b
b - 400 b - 500
18
- 80 b -
100
32 b
b - 500 b - 600
20
- 100 B -
150
34 b
b - 600 b - 700
22 b
- 150 b -
200
36 b
b - 700 b - 800
24 b
- 200 b -
250
38 b
b - 800 b -1000
26 b
- 250 b -
300
40 b
b - 1000 en hooger.
Van den aanslag wordt afgetrokken: 5 pCt. voor een in-
of uitwonend eigen of behuwdkind, en iriwonend kleinkind,
broeder, zuster of pupil, voor zoover zij minderjarig zijn en
ten laste van het hoofd des gezins komendaarenboven 3 pCt.
voor elken volgenden minderjarigehiervoren bedoeld.
Door de kamerbewoners wordt naar een gedeelte der huur
waarde van het geheele huis betaald als volgt
B
B
B
B
B
B
