30
voor vier 42, voor vijf 60, voor zes 81, voor zeven
f 105, voor acht /132, voor negen /162, voor tien195,
voor elf f 232, voor twaalf f 270, voor iederen dienstbode
daarboven 40 meer en dienonverrninderd nog 10 voor
elken mannelijken dienstbode. Yoor een jager 15.
2e Masse: voor elken tuinman/15; voor elken tuinknecht/5.
3e Masse: voor elken werkbode 2.
4e Masse: voor elk dienstmeisje van 15 lot 18 jaar /3.
5e Masse.- voor elken huisbewaarder of buisbewaarster f 6.
YIe Grondslag: PAARDEN.
le M.: 1 pd. f 25, 2 p. f 55, 3 p./80, elk p. meer/40
2e M.: voor elk paard 15.
3e Id.le soort, voor een paard f 10, voor twee 25.
2e soort, voor een paard 5, voor twee f 16.
4e M.voor elk paard f 8.
5e M.: elk p. f 3, jaagp. voor schepen of schuiten f 1.50.
6e M.: voor elk, zelfs onvolledig, tiental 25.
Die na den 1 Mei een perceel in gebruik neemt, is
daarvoor de personeele belasting voor den nog overigen
tijd van het dienstjaar verschuldigd.
Aan den belastingschuldige, die in den loop des dienst-
jaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende goe-
deren of iemand in zijnen dienst achtertelaten, wordt onthef-
fing verleend van zijn aanslag, naar de vier eerste grond-
slagen, voor den tijd des dienstjaars die nog over is, indien
daarvan door hem binnen den tijd van eene maand volgende
op die, waarin hij het perceel verliet, tegen bewijs schrif-
telijk aangifte is gedaan ten kantore van den ontvanger,
op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet.
De onthefling wordt ook verleend over het driemaande-
lijksch tijdvak, waarin het perceel werd verlaten, indien
de belastingschuldige daarna, doch in den loop van dat-
zelfde tijdvak, een ander perceel, waarvoor hij belasting-
plichtig is, in gebruik neemt.
Bij overlijden van den belastingschuldige treden zijne
erfgenamen in dezelfde rechten en verplichtingen.
Vunr-, haven- en tongeld-
Voor de schepen, geladen of ongeladen, welke uit zee de