HEF^LEIDING VAN /VIUNTEN groschen of 1 mark 70 pfennige markstelsel in Duitschland, en aan 1 shilling 8 pence in Engeland. Een franc, Fransche munt, ter waarde van .471,.1 cents Neder landsch, heeft 100 centimes. Men heeft in kopergeld ook muntslukken van 2, 5 en 10 centi mes, in zilver van 20 en 50 centimes en van 1, 2 en 5 francs; in goud van 5, 10, 20, 40 en 100 francs. De goudstukken zijn in Belgie iets lager in koers. Een shilling, Engelsche munt, ter waarde van 60 cents Neder- landsch, heeft 12 pence. In koper heeft men muntstukken van J/a penny (farthing ge- naamd) van '/s en van 1 penny; in zilver van 1/5, i/s, i/2, 1, 2'/2 en 5 shillings; het muntstuk van 5 shillings heet een crown en dat van 2'/2 shilling heet een halve crown. In goud heeft men de halve sovereign van 10 shillings, de sovereign van 20 shillings, de dubbele sovereign van 40 shillings en stukken van 5 sovereign of honderd shillings. Een pond-sterling heeft 20 shillings. In Duitschland zijn nog enkele thalers in omloop, ter waarde van f 1.75 Nederlandsch. Een thaler had 30 silbergr. In 1875 werd in geheel Duitschland het markstelsel ingevoerd. Een mark is gelijk aan 10 silbergrosehen of 58'/4 cents Neder landsch. De mark wordt in 100 pfenninge verdeeld. In Oostenrijk heeft men den gulden, ter waarde van 20 silber grosehen of circa 1.17 Nederlandsch. De Oostenrijksche gulden heeft 100 kreuzer. In koper worden stukken geslagen van 1 en 2 pfennige; in nickel van 5 en 10 pfennige; in zilver van 20 en 50 pfennige, 1, 2. en 5 mark; in goud van 5, 10 en 20 mark. -

Historische kranten - Archief Eemland

Adresboeken Amersfoort | 1893 | | pagina 113