120
1°. de betrekkelijke kaart op aanvrage van de bevoegde amb-
tenaren te vertoonen.
2". deze kaart binnen tweemaal 21 uren 11a het eindigen van
de arbeidsbetrekking met den daarop vermelden jeugdigen
persoon, behoorlijk ingevuld teiug te bezorgen bij den
Burgemeester.
3°. te zorgen, dat in de fabriek of werkplaats, op eene plaats
waar arbeid wordt verricht, steeds zichtbaar opgehangen zij
eene door hem onderteekende en door of vanwege den
burgemeester gewaarmerkte lijst, vermeldende de narnen
en de vooi'namen van de in die fabriek of werkplaats
arbeid verrichtonde personen beneden 16 jaren en vrouwen,
en voor ieder hunner in het bijzonder den aanvang en
het eindc van den werktijd (de werkuren behoudens bij-
zondere vrijstelling), alsmede het etmaal bestemd tot
wekelijkschen rustdag.
4°. van elk aan een persoon tei zake van den in het bedrijf
of onderneming verriehten arbeid overkomen ongeluk binnen
tweemaal 24 uren in den voorgeschreven vorm sehriftelijk
kennis te geven aan den burgemeester der gemoente waar
het ongeluk plaats had, tenzij hij, wien het is overkomen,
binnen genoemden termijn den arbeid heeft hervat.
c). het hoofd of de bestuurder van easn bedrijf of eene onder
neming en ieder daarin werkzaam persoon, om aan den be-
voegden inspecteur, die toegang heeft tot alle plaatsen waar
arbeid verricht wordt of pleegt verricht te worden, de ver-
langde inliehtingen to geven omtrent zaken en feiten, de na-
leving van de wet betreffende.
N.B. Eene atzonderlijke strat wordt opgelegd ten opzichte
van elken persoon met wien of ten opzichte van wien
overtrading is gepleegd, en voor ieder etmaal in den
loop waarvan do overt reding is gepleegd.
II. W. E. Struve, Inspecteur, wonende te Haarlem.