30
IVe Grondslag(Dienstboden).
Voor vrouwelijke dienstboden, op 1 Jan. beneden 18 jaar oud,
■en voor dienstboden op dat tijdstip den ouderdom van 65 jaar
bereikt hebbende, wordt geene belasting geheven, evenmin voor
de eenige vrouwelijke dienstbode gehouden door iemand die drie
of meer eigen of aangehuwde kinderen, kleinkinderen of pupillen
bij zich heeft inwonen, die op 1 Jan. den leeftijd van 20 jaar
nogniet hebben bereikt.
De belasting bedraagt voor elke vrouwelijke dienstbode die
op i Jan. den leeftijd van 21 jaar nogniet heeft bereikt f 4, en
wegens alle overige dienstboden: voor een f6, voor twee f 17,
voor drie /'33, voor vier f 54, voor vijf f 80, voor zes f 111voor
zeven f 147, voor acht 188voor negen ^234, voor tien 285,
benevens f 50 voor iedere dienstbode boven 10, en voor elken
mannelijken dienstbode ^12 boven de voormelde bedragen.
Voor een jager f 18.
Voor een koetsier f 15.
Voor een huisbewaarder (met of zonder eehtgenoote) f 10.
Voor iederen dienstbode, doorgaans en hoofdzakelijk werkzaam
in het beroep, bedrijf, of in eene inrichting van onderwijs of
weldadigheid f 'A.
Ve Grondslag: (Paarden).
De belasting bedraagt voor een paard f25, voor twee ^60,
voor drie f 105 en voor ieder paard daarboven f 50.
Voor elk paard van een verhuurder f 10.
Voor elk paard in gemengd gebruik f 6. Daaronder worden
verstaan paarden doorgaans en hoofdzakelijk gebezigd voor de
uitoefening van een beroep of bedrijf.
Aan den gebruiker van een perceel die het verlaat, zonder
eenige roerende goederen daarin aehtertelaten en niet een ander
of hetzelfde perceel in gebruik neemt, wordt op zijne binnen
zes weken te doene aangifte oniheffing verleend van zijnen
aanslag naar de eerste drie grondslagen, over de maanden tijdens
het verlaten van het perceel nogniet ingetreden.
Indien eene woning, al is zij gedurende het geheele jaar ge-
meubeld geweest, niet meer dan 10 dagen is bewoond, wordt
aan den belastingschulaige op zijne binnen zes weken te doene
aangifte teruggave verleend van de belasting naar de eerste drie
grondslagen.
Aan den belastingplichtige die een of meer dienstboden of
paarden afschaft of niet langer tot belastbare doeleinden bezigt,
wordt ontheffing verleend over de maanden tijdens het indienen
van de aangifte nogniet ingetreden.