VEILIGIIEIDSWET.
131
waar arbeid wordt verricht, steeds zichtlaar opgehangeir
zi.j eene door hem onderteekende en door of vanwege den
Burgemeester gewaarmerkte lijst, vermeldende de namen
en de voornamen van de in die fabriek of werkplaats
arbeid verriehtende personen beneden 16 jaren en vrouwen,
en voor ieder hunner in bet bijzonder den aanvang en
bet einde van den vverktijd (de werkuren behoudens
bijzondere vrijstelling), alsmede het etmaal bestemd tot
vvekelijkschen rustdag.
4-". van elk aan een persoon terzake van den in het bedrijf
of onderneming verrichten arbeid overkomen ongeluk
binnen tweemaal 24 uren in den voorgesehreven vorm
sehriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester der
gemeente waar het ongeluk plaats bad, tenzij hij, wien
bet is overkomen, binnen genoemden termijn den arbeid
heeft hervat.
c). het boofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onder
neming en ieder daarin vverkzaam persoon, om aan den be-
voegden Inspecteur, die toegang beeft tot alle plaatsen waar
arbeid verricht wordt of pleegt verricht te vvorden, de ver-
langde inlichtingen te geven omtrent zaken en feiten, de
naleving van de wet betreffende.
N.B. Eene afzonderlijke straf wordt opgelegd ten opzichte van
elken persoon met wien of ten opzichte van wien overtre-
ding is gepleegd en voor ieder etmaal in den loop waarvan
de overtreding is gepleegd.
M. Raven, Inspecteur, wonende te Utrecht.
Uittreksel uit de ivet van 20 Juli 1895 (Staatsblad No. 137).
Het hoofd of de bestuurder van eene inrichting, waarin eenige
tak van fabrieks- of handwerksnijverheid wordt uitgeoefend, is
verplicht van elk in zijn bedrijf aan een persoon overkomen
ongeval binnen driemaal 24 uren nadat het ongeval heeft plaats
gebad of de gevolgen van dat ongeval zich hebben geopenbaard,
sehriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester. Heeft de per
soon wien het ongeval is overkomen, binnen tweemaal 24 uren
zijnen gewonen arbeid hervat, dan vervalt de verplichting tot
kennisgeving, tenzij de gevolgen van het ongeval eerst la ter blijken.
Het hoofd of de bestuurder van eene fabriek of werkplaats
zendt binnen eene maand na het inwerking brengen ervan, aan
den Burgemeester eene opgave van: a het bedrijf dat wordt uit
geoefend; b de soort van drijfkraeht en het aantal krachtwcrk-