Plaatselijke directe belasting Daar het jaarlijksch
inkomen.
oor deze belasting wordt een maximum van drie ten
nonderd geheven.
Belastingplichtig is eenieder die in de gemeente hoofdverblijf
Over een tijdvak van vier maanden wordt aangeslagen hij
die in de gemeente gedurende meer dan 90 dagen van het
belastingjaar a. verbliji houdt, b. voor zich of zijn gezin eene
gemeubelde woning of een kantoor of andere inrichting tot
persoonhjke uitoel'ening van een betrekking, beroep of bedrijf
beschikbaar houdt, c. aanwezig is tot uitoefening van een
beroep of bedrijf in een kantoor, winkel, werkplaats of andere
vaste inrichting, of tot vervulling van eene dienstbetrekking.
Onbelastbaar is: voor ongehuwden en kinderlooze gehuwden,
weduwnaars ol weduwen f 400, en voor gehuwden, weduwnaars
of weduwen met hoogstens drie kinderen f500 en met meer
dan drie kinderen 1 BOO van het inkomen, welk bedrag de
aangever zelf van zijn inkomen behoort aftetrekken. Onder
jjkinderen wordt uitsluitend verstaan: minderjarige kinderen
en inwonende kleinkinderen, alien voorzoover zij ten laste van
den belastingschuldige komen en geboren zijn voor den 1
Januari van het belastingjaar.
Bij aanslag volgens eigen aangifte, gesplitst naar de onder-
scheidene bronnen van het inkomen, wordt het totaal-bedrag
atgerond tot een veelvoud van flOO (gedeelten voor flOO
berekend).
Bij aanslag naar klasse wordt de belasting geheven over het
belastbaar maximum der klasse, vastgesteld als volgt:
le
klasse van hoogstens 100.
2e
boven f 400 tot en
met f 200
3e
- 200
- 300
4e
y> - 300 d
- 400
5e
- 400
- 500
6e
- 500
- 600
7e
- 600
- 700
8e
y> 700
- 800
9e
- 800
- 4000
lOe
- 1000
-1200
die
- 4200
-1400
12e
- 1400
-1600