35
Plaatselijke directe belasting naar het jaarlijksch.
inkomen.
Yoor deze belasting wordt een maximum van drie ten
honderd geheven.
Belastingplichtig is eenieder die in de gemeente hoofdverblijf
houdt.
Over een tijdvak van vier maanden wordt aangeslagen hij
die in de gemeente gedurende meer dan 90 da gen van het
belastingjaar a. verblijf houdt, b. voor zich of zijn gezin eene
gemeubelde woning of een kantoor of andere inrichting tot
persoonlijke uitoefening van een betrekking, beroep of bedrijf
beschikbaar houdt, c. aanwezig is tot uitoefening van een
beroep of bedrijf in een kantoor, winkel, werkplaats of andere
vaste inrichting, of tot vervulling van eene dienstbetrekking.
Onbelastbaar is: voor ongehuwden en kinderlooze gehuwden,
weduwnaars of weduwen 400, en voor gehuwden, weduwnaars
of weduwen: met hoogstens drie kinderen f5O0 en met meer
dan drie kinderen /'600 van het inkomen, Welk bedrag de
aangever zelf van zijn inkomen behoort aftetrekken. Onder
„kinderen" wordt uitsluitend verstaanminderjarige kinderen
en inwonende kleinkinderen, alien voorzoover zij ten laste van
den belastingschuldige komen en geboren zijn voor den 1
Januari van het belastingjaar.
Bij aanslag volgens eigen aangifte, gesplitst naar de onder-
scheidene bronnen van het inkomen, wordt het totaal-bedrag
afgerond tot een veelvoud van flOO [gedeelten voor f 100
berekend].
Bij aanslag naar klasse wordt de belasting geheven over het
belastbaar maximum der klasse, vastgesteld als volgt:
le klasse van hoogstens /'lOO.
2e
boven f
100 tot
en met f
200
3e
200
99-
300
4e
300
-
400
5e
9
400
9 -
500
6e
500
-
600
7e
6u0
9 -
700
8e
9
700
9 9 -
800
9e
800
9 9 -
1000
lOe
9
1000
9 9
1200
lie
1200
9 9 -
1400
12e
1400
9 9 -
1600