152
doet verrichten in fabrieken en werkplaatsen is verplicht te
zorgen dat tusschen 11 uur 's morgens en 3 uur 's namiddags
ten minste een uur rust worde gegeven, behoudens bijzondere
vergunning en dat die personen in dat uur niet verblijven op
eene plaats waar alsdan arbeid wordt verricht.
b). het boofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onderneming:
I", de bctrekkelijke kaart op aanvrage van de bevoegde ambte-
naren te vertoonen.
2°. deze kaart binnen tweemaal 24 uren na het eindigen van
de arbeidsbetrekking met den daarop vermelden jengdigen
persoon, behoorlijk ingevuld terug te bezorgen bij den
Burgemeester.
3°. te zorgen, dat in de fabriek of werkplaats, op eene plaats
waar arbeid wordt verricht, steeds zichtbaar opgehangen
zij eene door hem onderteekende en door of vanwege den
Burgemeester gewaarmerkte lijst, vermeldende de namen en
de voornamen van de in die fabriek of werkplaats arbeid
verrichtende personen beneden 16 jaren en vrouwen, en voor
ieder hunner in het bijzonder den aanvang en het einde van
den werktijd (de werkuren behoudens bijzondere vrijstelling),
alsmede het etmaal bestemd tot wekelijksehen rustdag.
4°. van elk aan een persoon terzake van den in het bedrijf of
onderneming verrichten arbeid overkomen ongeluk binnen
tweemaal 24 uren in den voorgeschreven vorm schriftelijk
kennis te geven aan den Burgemeester der gemeente waar
het ongeluk plaats had, tenzij hij, wien het is overkomen,
binnen genoemden termijn den arbeid heeft hervat.
c). het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of eene onderneming
en ieder daarin werkzaam persoon, om aan den bevoegden
Inspecteur, die toegang heeft tot alio plaatsen waar arbeid
verricht wordt of pleegt verricht te worden, de verlangde
inlichtingen te geven omtrent zaken en feiten, de naleving van
de wet betreffende.
N.B. Eene afzonderlijke straf wordt opgelegd ten opzichte van
elken persoon met wien of ten opzichte van wien overtreding
is gepleegd en voor ieder etmaal in den loop waarvan de
overtreding is gepleegd
M. Haven, Inspecteur, wonende te Utrecht.
VEILIGHEIDSWET.
Uittreksel uit de wet van 20 Juli 1895 (Staatsblad N®. 137).
Het hoofd of de bestuurder van eene inriehting, waarin eenige
tak van fabrieks- of handwerksnijverheid wordt uitgeoefend, is