158
op straffe van hechtenis van ten hoogste 4 weken of geldboete
van ten hoogste f 150
1°. een kind beneden 12 jaar arbeid te doen verrichten.
2°. den arbeid van een persoon beneden 16 jaren of van eene
vrouw in fabrieken en werkplaatsen te doen aanvangen voor
5 uur des morgens of te doen eindigen na 7 uur des avonds,
behoudens bijzondere vergunning.
3U. een persoon beneden 16 jaren of eene vrouw gedurende meer
dan elf uren per etmaal arbeid te doen verrichten in fabrieken
en werkplaatsen, behoudens bijzondere vergunning.
4". een persoon beneden 16 jaren of eene vrouw op Zondag arbeid
te doen verrichten in fabrieken en werkplaatsen, behoudens
bijzondere vergunning, hetzij om dien arbeid des Zaterdags-
avonds te doen voortduren tot Zondagmorgen 6 uur, hetzij
tot herstel of reiniging van den stoomketel. (Voor personen
behoorende tot een kerkgenootschap dat den wekelijkschen
rustdag niet op Zondag viert, treedt in de plaats van dit
verbod dat om hen arbeid te doen verrichten in fabrieken en
werkplaatsen in het etmaasl door hun kerkgenootschap als
wekelijksche rustdag aangenomen, indien zij alsdan verlangen
te rusten).
5°. eene vrouw arbeid te doen verrichten in fabrieken en werk
plaatsen binnen 4 weken na hare bevalling.
a), hij die een persoon beneden 16 jaren of eene vrouw arbeid
doet verrichten in fabrieken en werkplaatsen is verplicht te
zorgen dat tusschen 11 uur 's morgens en 3 uur 's namiddags
ten minste een uur rust worde gegeven, behoudens bijzondere
vergunning en dat die personen in dat uur niet verblijven op
eene plaats waar alsdan arbeid wordt verricht.
b.) het hoofd of de bestuuraer van een bedrijf of eene onderneming:
10. de betrekkelijke kaart op aanvrage van de bevoegde ambte-
naren te vertoonen.
2". deze kaart binnen tweemaal 24 uren na het eindigen van
de arbeidsbetrekking met den daarop vermelden jeugdigen
persoon, behoorlijk ingevuld terug te bezorgen bij den
Burgemeester.
3°. te zorgen, dat in de fabriek of werkplaats, op eene plaats,
waar arbeid wordt verricht, steeds zichtbaar opgehangen
zij eene door hem onderteekende en door of vanwege den
Burgemeester gewaarmerkte lijst, vermeldende de namen en
de voornamen van de in die fabriek of werkplaats arbeid
verrichtende personen beneden 16 jaren en vrouwen, en voor
ieder hunner in het bijzonder den aanvang en het einde van
den werktijd (de werkuren behoudens bijzondere vrijstelling),