159
alsmede het etmaal bestemd tot wekelijkschen rustdag.
40. van elk aan een persoon terzake van den in het bedrijf of
onderneming verrichten arbeid overkomen ongeluk binnen
tweemaal 24 uren in den voorgeschreven vorm sehriftelijk
kennis te gcven aan den Burgemeester der gemeente waar
het ongeluk plaats had, tenzij hij, wien het is overkomen,
binnen genoemden termijn den arbeid heeft hervat.
c). het hoofd of de bestuurder van een bedrijf of eeDe onderneming
en ieder daarin werkzaam persoon, oin aan den bevoegden
Inspecteur, die toegang heeit tot alle plaatsen waar aibcid
verncht wordt of pleegt verricht te worden, de verlangde
inliohtingen te geven omtrent zaken en feiten, de naleving van
de wet betreffende.
N.B. Eene afzonderlijke straf wordt opgelegd (en opzichte van
elken persoon met wien of ten opzichte van wien overtreding
is gepleegd en voor ieder etmaal in den loop waarvan de
overtreding is gepleegd.
J. J. Klompe, Adjund-inspedeur.
VEILIGHEIDSWET.
Uitlreksel nit de wet van 20 Juli 1895 (Staatsblad no. 137).
Het hoofd of de bestuurder van eene inrichting, waarin eenige
tak van fabrieks- of handwerksnijverheid wordt uitgeoefend, is
verplicht van elk in zijn bedrijf aan een persoon overkomen
ongeval binnen driemaal 24 uren nadat het ongeval heeft plaats
gehad of de gevolgen van dat ongeval zieh hebben geopenbaard,
sehriftelijk kennis te geven aan den Burgemeester. Heeft de persoon
wien het ongeval is overkomen, binnen tweemaal 24 uren zijnen
gewonen arbeid hervat, dan vervalt do verpliohting tot kennis-
geving, tenzij de gevolgen van het ongeval eerst later blijken.
B Het hoofd of de bestuurder van eene fabriek of werkplaats
zendt binnen eene maand na het inwerkingbrengen ervan, aan
den Burgemeester eene opgave van: - a. het bedrijf dat wordt uit-
o-eoefend; b. de soort van drijfkracht en het aantal krachtwerk-
tuigen die gebezigd wordenc. van het aantal personen, die aldaar
in °den regel zullen verblijven en d. voor het geval de fabriek of
werkplaats behoort tot de inrichtingen die gevaar, schade of hinder
kunnen veroorzaken van het gezag dat de vergunning tot het
oprichten gaf en van de dagteekening dier vergunning.
Overtreding wordt gestraft met hechtenis van hoogstens eene
maand of geldboete van teh hoogste 100.