36
TV Grondslag: [Dienstboden],
Voor vrouwelijke dienstboden, op 1 Jan. beneden 18 jaar oud,
en voor dienstboden op dat tijdstip den ouderdom van 65 jaar
bereikt hebbende, wordt geene belasting geheven, evenmin voor
de eenige vrouwelijke dienstbode gehouden door iemand die drie
of meer eigen of aangehuwde kinderen, kleinkinderen of pupillen
bij zieb heeft inwonen, die op 1 Jan. den leeftijd van 20 jaar
nog niet hebben bereikt
Be belasting bedraagt voor elke vrouwelijke dienstbode, die
op 1 Jan. den leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt f en
wegens alle overige dienstboden: voor een f 6, voor twee f 17,
voor drie f 33, voor vier f 54, voor vijf /"80, voor zes f 111, voor
zeven f 147, voor acht /188, voor negen y234, voor tien /285,
benevens 50 voor iedere dienstbode boven 10, en voor elken
mannelijken dienstbode f 12 boven de voormelde bedragen.
Voor een jager ,/18.
Voor een koetsier /IS.
Voor een huisbewaarder [met of zonder echtgenoote] f 10.
Voor iederen dienstbode, doorgaans en hoofdzakelijk werkzaam
in het beroep, bedrijf, of in eene inrichting van onderwijs of
weldadigheid f 3.
Ve Grondslag[Paarden],
De belasting bedraagt voor een paard y25, voor twee /60,
voor drie /105 en voor ieder paard daarboven /50.
Voor elk paard van een verhuurder /10.
Voor elk paard in gemengd gebruik /6. Daaronder worden
verstaan paarden doorgaans en hoofdzakelijk gebezigd voor de
uitoefening van een beroep of bedrijf.
Aan den gebruiker van een perceel, die het verlaat, zonder
eenige roerende goederen daarin achtertelaten en niet een ander
of hetzelfde perceel in gebruik neemt, wordt op zijne binnen zes
weken te doene aangifte ontheffing verleend van zijnen aanslag
naar de eerste drie grondslagen, over de maanden tijdens het
verlaien van het perceel nog niet ingetreden.
Indien eene woning, al is zij gedurende het geheele jaar ge-
meubeld geweest, niet meer dan 10 dagen is bewoond, wordt
aan den belastingschuldige op zijne binnen zes weken te doene
aangifte teruggave verleend van de belasting naar de eerste drie
grondslagen.
Aan den belastingpliehtige die een of meer dienstboden of
paarden afsehaft of niet langer tot belastbare doeleinden bezigt,
wordt ontheffing verleend over de maanden tijdens het indienen
van de aangifte nog niet ingetreden.