40
Plaatselijke directe belasting naar het jaarlijksch inkomen.
Voor deze belasting wordt een maximum van drie ten honderd
geheven.
Belastingplichtig is eenieder die in de gemeente hoofdverblijf
houdt.
Over een tijdvak van vier maanden wordt aangeslagen hij, die
in de gemeente gedurende meer dan 99 dagen van het belasting-
jaar a. verblijf houdt, b. voor zich of zijn gezin een gemeubelde
woning of een kantoor of andere inriohting tot persoonlijke uit-
oefening van een betrekking, beroep of bedrijf beschikbaar houdt,
c. aanwezig is tot uitoefening van een beroep of bedrijf in een
kantoor, winkel, werkplaats of andere vaste instelling, of tot
vervulling van eene dienstbetrekking.
Onbelastbaar is: voor ongehuwden en kinderlooze gehuwden,
weduwnaars of weduwen f 400, en voor gehuwden, weduwnaars
of weduwen: met boogstens drie kinderen /500 en met meer
dan drie kinderen ^600 van het inkomen, welk bedrag de aan-
gever zelf van zijn inkomen behoort aftetrekken. Onder kin
deren" wordt uitsluitend verstaan: minderjarige kinderen en
inwonende kleinkinderen, alien voorzoover zij ten laste van den
belastingschuldige komen en geboren zijn voor den 1. Januari
van het belastingjaar.
Bij aanslag volgens eigen aangifte, gesplitst naar de onder-
scheidene bronnen van bet inkomen, wordt het totaal-bedrag
afgerond tot een veelvoud van /lOO [gedeelten voor /100
berekend],
Bij aanslag naar klasse wordt de belasting geheven over het
belastbaar maximum der klasse, vastgesteld als volgt:
le klasse van hoogstens /100
2e
boven f 100 tot en met 200
3e
- 200
33
- 300
4e
- 300
33 J)
- 400
5e
- 400
a a
- 500
6e
- 500
a 33
- 600
7e
- 600
33 33
- 700
8e
- 700
33 33
- 800
9e
- 800
33 33
- 1000
lOe
-1000
33 33
- 1200
lie
-1200
33 33
- 1400
12e
-1400
33 33
- 1600
13e
- 1600
33 33
- 2000