STEDESCHOON De oude stadskern is rijk aan stedeschoon met haar middel- eeuwse grachten, hoekjes en doorkijkjes. Het stadsbestuur (en ook de burgerij!) doet wat mogelijk is om de historische schoonheid de oude luister te hergeven. Na 1945 zijn een paar miljoen gulden uitgegeven voor dit restauratie- werk. Bijna honderd objecten waaronder de monumentale bouwwerken der stad, zoals de Onze Lieve Vrouwetoren, de St. Joriskerk, de twee waterpoorten. doch ook vele kleinere en grotere behuizingen hebben daarbij een grote beurt gehad, zodat werkelijk van stadsherstel gesproken kan worden. De sfeer van verwaarlozing wordt geleidelijk uit- gedreven en het is prettig in de oude binnenstad te toeven. In de zomer trekken vele vreemdelingen door de nauwe, gezellige, intieme straatjes. Een kostelijk bezit, zo'n oude binnenstad. Vooral de muurhuizen rnogen zich in veler belangstelling verheugen. Het zijn huizen, die in de 15e eeuw tegen de overbodige eerste stadsmuur werden gebouwd, na de vol- tooiing dus van de tweede vestinggordel. Wie 's avonds in het schemeruur in de smalle, altijd-krom- mende straat tussen de muurhuizen en de onaanzienlijke huisjes van de oude stad wandelt, voelt de middeleeuwen om zich heen NIEUWE STAD Omstreeks 1900 ging men buiten de stadswallen bou- wen; na 1946 kwamen er duizenden nieuwe woningen bij, die zich in een krans van wijken om het oude centrum scharen. Geen gesloten ringvormige uitbreiding, maar een kring van door groenstroken van elkaar gescheiden stads- delen. De oude stad in het midden herkrijgt vanzelf haar city-functie. Men heeft de huizenzee willen vermijden, gedachtig aan de waarheid, dat de mens zich eenzamer voelt naarmate de huizenmassa groter is. Nu zijn en worden er stadswijken gebouwd, die ieder voor zich verscheidene duizenden inwoners tellen en waar, in zo'n overzichtelijke geografische eenheid, het verenigings- leven zich snel ontwikkelen kan. Als de sociale culturele „aankleding" van de wijk vordert, neemt het aantal bindingen tussen de mensen toe. De in de scheidende groenstroken gelegen sportvelden brengen de mensen, die ter weerszijden in de nieuwe stadsdelen wonen, met elkaar in contact. A1 stimuleert het gemeentebestuur in de wijken een eigen leven, de inwoners moeten zich ook inwoners voelen van een stad. Trekt de stedebouwkundige situatie reeds de aandacht er is ook veel belangstelling voor de woningen zelf. Er is n.l. geen sprake van een monotone bebouwing; hoogbouw, eens- gezinshuizen, huizen voor bejaarden, winkelcentra en prefab- bouw wisselen elkaar in grote verscheidenheid af en de huizen zijn overal gezellig gegroepeerd. Die situering is zo belangrijk! Toen de grotere woongebouwen werden ge- introduceerd zijn daar logische consequenties uit getrokken. De flats hebben zodanige voorzieningen, dat ze blijvend aantrekkelijk zullen zijn; centrale verwarming, boodschappen- lift, huistelefoon en centrale vuilstorting. Grotere flatgebou- wen van de laatste tijd hebben een personenlift. De wo ningen zijn ruim gesitueerd en de omgeving is in ruime mate van bloemen en groen voorzien. Daardoor ontstaat een gunstig woonklimaat. De huizen in het machine-tijdvak neigen naar het monotone; een rijke voorziening met bomen, heesters en bloemen en hier en daar een beeld, schenkt de nieuwe woonbuurten een echt warm-menselijk karakter. Het is de bedoeling, dat de mensen een behoorlijk levensmilieu 111/5 krijgen om er tot levensontplooiing te kunnen komen. Zij vertoeven er niet alleen om te slapen. Ook vele grotere gebouwen van zeer goede architectuur kwamen tot stand. Bij de Daam Fockemalaan verrees het gebouwencomplex van het Constantijncollege (gymnasium en H.B.S. voor jongens). De stichting „De Lichtenberg" bouwde met gemeentelijke garantie een machtig ziekenhuis tegen de zuidhelling van de Berg, terwijl aan de voet de nieuwe Amersfoortse industrie- en huishoudschool „Prinses Irene" en het Amersfoortse Lyceum zijn verrezen. Een nieuw r.k. ziekenhuis aan de Heiligenbergerweg is in aanbouw. De hervormde Bergkerk en de r.k. Heilige Kruiskerk zijn voorbeelden van moderne kerkbouw. Naast de oude, uit de middeleeuwen stammende stichtingen voor bejaarden werden reeds vier moderne bejaardenflats „De Terp", „Nijenstede", „Puntenburg" en „De Amershof" gebouwd. Aan de Laan 1914 bouwde men het modern ingerichte conferentie- en vakantiecentrum „Evert Kuper:oord" en de Sinaikliniek, een israelitische psychiatrische inrichting. Er kwamen een nieuw postkantoor en een nieuw gebouw voor de Nutsspaarbank, beide aan de Rondweg; de Westsingel werd verfraaid door de bouw van een kerk van de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden; daarnaast staat inmiddels ook het nieuwe gebouw van de gemeentelijke sociale dienst. In die omgeving verrijst thans een nieuwe polikliniek. Vele oude dienstge- bouwen van de gemeente daar tenslotte zijn gedoemd om binnen niet al te lange tijd hartewens van het gemeente bestuur te verdwijnen en plaats te maken voor een nieuw stadhuis naar het ontwerp van prof. ir. A. van Kra- nendonk. Architect G. Rietveld ontwierp het moderne ten- toonstellingspaviljoen voor beeldende kunst „Zonnehof", misschien wel het mooiste van het hele land. Bij al die tot uitvoering gebrachte objecten mag niet onge- noemd blijven de sporthal nabij de Hooglandseweg; daar vinden de beoefenaren van de binnensport, die zich zo lang met de gebrekkig geoutilleerde markthal hebben moe ten behelpen, een moderne „speelplaats". Wie deze lijst van kapitale gebouwen beziet en weet dat er na 1946 ongeveer 7600 nieuwe woningen zijn ge bouwd en 40 nieuwe scholen, zal begrijpen dat Amersfoort een andere stad geworden is. AMERSFOORT IN GROTER VERBAND De bevolkingsgroei heeft de afstanden tussen de steden en de dorpen onderling, en tussen stad en dorp, kleiner ge- maakt. Dat proces gaat door. De woonkernen groeien naar elkaar toe en lopen in elkaar over. Door de vergrote mobiliteit van de mens hebben de afstanden een andere waarde gekregen. De moderne verkeersmiddelen, in toene- mende mate gebruikt, maken dichtbij en veraf gelegen plaatsen praktisch voor iedereen comfortabel en in betrek- kelijk korte tijd bereikbaar. Het begrip „agglomeratie" de „uitwendige aanzetting, samenklontering, opeenhoping zonder innerlijke samenhang" zegt Van Dale gaat ook voor Amersfoort en zijn omgeving betekenis krijgen. Het wordt een object van bestuurszorg. Amersfoort krijgt te maken met sociaal-economisch streek- onderzoek, de noodzaak van een regionaal structuurplan dient zich aan. Ds ruimtelijke ordening, het onderwijs, het culturele leven, de recreatie, de gezondheidszorg en andere onderdelen van de totale bestuurstaak zijn vraagstukken van meer dan lokaal belang geworden. Amersfoort moet werken aan zijn eigen ontwikkeling. Vanzelf, want dat is zijn natuurlijke plicht. Maar het heeft ook een taak voor de ontwikkeling van het gebied waarin het ligt. De volgroeii'ng van dat gebied is mede van zijn zorg afhankelijk! Foto's: Archifoto-Amersfoort

Historische kranten - Archief Eemland

Adresboeken Amersfoort | 1965 | | pagina 25