Amersfoort veranderde veranderende Stad Vele Nederlanders hebben lang een verouderd beeld van Amers foort met zich gedragen. Zij of hun vaders hadden dan vaak een stuk van hun leven doorgebrachf in een der vele kazernementen en in de avonduren doelloos rondgehangen in de slecht verlichte binnenstad Gedachtenassociaties in die jaren gevormd be- paalden voor velen nog bet begrip Amersfoort. Spottend ge- waagde men nog van „De Kei", de bezienswaardigheid in die dagen, tevens het symbool van oubolligheid en verveling. Dat Amersfoort is de geschiedenis ingegaan. De stad rnaakt sinds enkele decennia een vernieuwingsproces door, dat een volkomen ander levensbeeld geeft op velerlei gebied. Dat is te zien aan de uitleg van de stad in de aard van de nieuwe bebouwing. Het veranderde leven van de twintigste- eeuwse mens, in een gewijzigde maatschappelijke sifuatie, zoekt en verkrijgt er zijn nieuwe levensvorm. Het spreekt de bezopker zo sterk aan, omdat het nieuwe en het oude er zo vlak naast elkaar staan. LIGGING Waterscheiding en wegenbeloop zijn vaak bepalend geweest bij de keuze van de plaats der oudste Nederfandse nederzettingen. Zo ligt de voorde in de Eem of Amer, daar waar de handels- /vegen van Deventer en Kampen naar Utrecht en Dorestad het bekengebied in de Gelderse Vallei kruisten. Op de plaats, waar het zeewater bij gewone vloed niet doordrong en waar de beken van de West-Veluwe zich verenigd hadden tot een stroompje. Daar kon men volstaan met een rivierovergang. Die waterstaatkundige toestand bepaalde de plaats van het oorsprong-stadje en liet uitbreiding alleen maar naar het hogere zuiden en zuid-westen toe. Het noorden en het oosten der ge meente kregen daardoor hun aandeel niet in de stadsuitleg bui- ten de oude vesting. Dat had weer tot gevolg, dat het oostelijk deel van de oude binnenstad - bij gebrek aan doorstroming - dreigde te verpau- peren en af te sterven. Als woonhuizen hun functie verliezen en in gebruik komen als werkplaatsen en pakhuizen en het plaveisel wordt verwaarloosd, treedt in een stadskern ernstig verval in. Na de afsluiting van het IJsselmeer is de situatie volkomen ge- wijzigd; doordat het zeewater is bedwongen konden ook ten noorden en ten oosten van de oude vesting nieuwe stadskwar- tieren worden gebouwd. Wie de oudste plattegrond van Amersfoort beziet (Jacob van Deventer 1560) met de eerste bewailing, die van 1228-1259 tot stand kwam, en de tweede, aangelegd tussen 1381 en 1450, en daarnaast het plan van de grote uitbreiding na 1946, zal zien, dat de concentrische ontwikkeling zich voortzet. Het noordelijk en oostelijk deel der oude stad krijgt nu ook zijn achterland, zijn doorstroom. Dit heeft weer tot gevolg, dat de bewoners hun pan- den een grote beurt gaan geven. Het restauratiewerk door de gemeente en het natuurlijk stadsherstel werken hier samen tot rehabilitatie van bepaalde stadsdelen. INDUSTRIE De industriele ontwikkeling van Amersfoort is vrijwel onmerkbaar ingezet, na de komst van de spoorwegen, zo omstreeks 1880. Voor die tijd, in de 17e eeuw, had Amersfoort al een beduidende textielindustrie gehad, lakenweverijen en bombazijnweverijen. In 1660 verkregen 44.512 lappen stof de stedelijke keur; de meeste stoffen gingen naar de Oostzeelanden. Deze industrie verhuisde geleidelijk aan naar Twente. Na 1880 vestigden zich nieuwe industrieen: een brouwerijbedrijf, een weverij, een sigarenfabriek, een rijwielfabriek, een fabriek van koek en biscuit. Later volgden fabrieken voor kleurstoffen, npparaten, werktuigen, verwarmingsinstallaties, enz. Ook heeft O.L. Vrouwetoren, Krankeledenstraat 30 Amersfoort enkele grote >importbedrijven van bekende buiten- landse automerken en een assemblagebedrijf. Bij de beroepstel- ling van 1899 was van de bevolking van 19.000 personen 13,75 werkzaam in de industrie. In 1930 was de bevolking verdubbeld (38.500) en behoorde 14,78 tot de industriebevolking, in 1947 was het zielental 55.500 en bedroeg het percentage 15,05 Dat het percentage naar de gegevens van de volkstelling van 31 mei 1960 bij een inwonertal van 70.400 tot 13,33 was gedaald - altijd nog een absolute stijging van 1100 kan niet afdoen aan het feit, dat de industrie met de stad, die nu ruim 76.000 in- woners telt, is meegegroeid. Deze bestaansbron blijft een be- langrijke plaats in het economisch leven van Amersfoort innemen. Dat is in het zich vernieuwende Amersfoort duidelijk te bespeu- ren; er zijn vele nieuwe fabrieken verrezen, terwijl verschillende gevestigde industrieen beduidende uitbreidingen ondergingen. Na de oorlog zijn enkele tientallen hectaren industriegebied in gebruik genomen. Men behoeft niet perse in de industriewijk te verkeren om te ervaren, dat Amersfoort een bedrijvige plaats is met een ener- gieke bevolking. In zijn uiterlijke verschijningsvorm heeft de stad eveneens een metamorfose ondergaan. De oude vesting is er nog met haar laat-middeleeuwse stratenpatroon, die met veel zorgen wordt omringd, doch er om heen is een twintigste-eeuwse stad in wor ding; ook in de zich steeds uitbreidende industriewijk langs de Eem! De opstallen zien er modern en fris uit; heel anders dan een fabriekswijk van 60 jaar geleden. Het is een belangrijke bij- drage tot wat wij tegenwoordig met een weinig fraai woord noemen de Jeefbaarheid" van een gemeente. STEDESCHOON De oude stadskern is rijk aan stedeschoon met haar middel- eeuwse grachten, hoekjes en doorkijkjes. Het stadsbestuur (en ook de burgerij!) doet wat mogelijk is om de historische schoon- heid de oude luister te hergeven. Na 1945 zijn een paar miljoen gulden uitgegeven voor dit restauratiewerk. Bijna honderd ob- jecten - waaronder de monumentale bouwwerken der stad, Zoals de Onze Lieve Vrouwetoren, de St. Joriskerk, de twee water- poorten, doch ook vele kleinere en grotere behuizingen r hebben daarbij een grote beurt gehad of worden opnieuw onder handen genomen, zodat werkelijk van stadsherstel gesproken kan wor den. De sfeer van verwaarlozing wordt geleidelijk uitgedreven

Historische kranten - Archief Eemland

Adresboeken Amersfoort | 1970 | | pagina 19