Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. derheid in de laaggelegen landen, de aardappelziekte. Loof en knol zijn beide aangetast. Men schrijft die ziekte toe aan het groote verschil van weersgesteldheid en aan den snellen overgang van zware regens en felle hitte. Op enkele plaatsen wordt, naar men ons mededeelt, de besproeiing met «boui fli bordelaise," met goeden uitslag toe gepast. De nieuwe eigenaar van Schier monnikoog, Graaf van Bernstoff, is met zijne familie op dal eiland aangekomen en door de inwoners feestelijk ontvan gen, waartoe het fanfarecorps, het da- meskoor en de schooljeugd medewerkten Het feest werd met vuurwerk en bal besloten. De familie Bernstof blijft den geheelen zomer op Schiermonnikoog. Naar men zegt is het Ministerie 't niet eens over het invoeren van een nieuw systeem geweer bij het leger, 't Heet dat de Minister van oorlog er eene portefeuille-quaestie van maakt. Eischen voor den Indischeii militairen dienst. Bij Kon. besluit van 29 Juni jl. is met ingang van de dagteekening van dat besluit eene niet onbelangrijke wijziging gebracht in de physieke eischen voor den Iodischen militairen dienst' Mochten nl. sinds189l alleen personen behebt met „zoogenaamde huidadernetten of aderspatten, en met lichte graden van aderbreuk van de zaadstreng," voor dien dienst worden aangenomen mits zij in O.-Indië geboren waren of aldaar 2 jaar hadden vertoefd, of wel zich ter dienst neming bij de Koloniale Reserve aan meldden, thans zijn deze laatste voor waarden opgeheven en kunnen voortaan alle personen met bovengenoemde ge breken behebt, geschikt worden geacht voor den Kolonialen militairen dienst. Doir bovengenoemd Kon. besluit zijn dus de voorwaarden van physieke geschiktheid tot dienstneming bij het Koloniaal Werfdepót en l ij de Koloniale Reserve gelijkgesteld. Heden vertrekken naar Soestdijk, ten einde aldaar den dienst bij H.H. M.M. te verrichten, adjudant-majoor Baron Sirtema Van Grovestins, ordonnance officier; luitenant Loudon, kamerheer; jhr. Van Pabst van Bingerden, de hoofd commies bij het kabinet der Koningin baron Van Zuylen van Nyevelt en de particuliere secretaris van H.M. de Ko ningin-Regentes jhr. De Ranitz. De hof maarschalk en de eerste stalmeester van de Koningin zullen zich mede voor eenigen tijd naar Soestdijk begeven. Sfeerboscü. Naar De Zeeuw verneemt, zal binnen enkele dagen door de commissie van toezicht op Neerbosch een vergadering worden gehouden, waarin, naar aanlei ding van het rapport der commissie van onderzoek, vele verbeteringen in de weesinrichting zullen voorgesteld worden. Men schrijft van de Veluwe, dat de bijen vooral in de laatste dagen veel honig halen en de boekweit daarvoor bij zonder gunstig staat, 't Is dan ook te verwachten, dat dit jaar eindelijk eens een goed honingjaar zal zijn. Ware dit het ook dit jaar niet, dan zouden de bijenhouders, wegens de vorige zeer on gunstige jaren, het zeker niet langer kunnen volhouden. De leden van het algemeen bestuur der Zuiderzee-Vereeniging zijn thans op geroepen tegen Donderdag 19 dezer, des namiddags ten 2 ure, in het hotel «Kras- napolsky" te Amsterdam. Alsdan zal de toestand der Vereeniging worden bespro ken, en overwogen, wat in den tegen woordigen stand der zaak zal behooren te geschieden. De instructie tegen Santo Caserio, den moordenaar van piesident Carnot, is de vorige week gesloten. De rechter, die met het onderzoek belast is, moet van meening zijn, dat geen complot heeft bestaan, en dat Caserio op eigen gezag gehandeld heeft. Bij zijn laatste verhoor verklaarde de moordenaar van den president der Fran- sche republiek, dat hij de maatschappij wilde hervormen. Toen men opmerkte dat hij dit doel niet kon bereiken door den president te vermoorden, antwoordde hij, slechts een voorbeeld te hebben wil len geven. «Als de twee millioen pro letariërs, die over de maatschappelijke onrechtvaardigheid klagen, twee millioen kapitalisten doodden, zou de sociale quaes- tie spoedig opgelost zijn," zeide hij. Caserio had zich alvorens den moord te plegen, op een pop geoefend. Hij schijnt niet te begrijpen dat hij ter dood ver oordeeld zal wordentoen men hem nieuwe kleederen liet aantrekken, uit een koffer die uit Cette was opgezonden, zeide hij: «Waarom moet ik nu reeds mijn nieuwe kleederen aantrekken? Ik had ze willen bewaren tot ik uit de ge vangenis kom." Een der redacteuren van den Figaro heeft een onderhoud gehad met een anarchist, die op weg was naar Enge land; het gespiek liep hoofdzakelijk over anarchisten-vergaderingen in Zwitserland, die door Caserio waren bijgewoond. Daar verdedigde Caserio het gebruik van dy namiet, tegenover de compagnons die de propaganda door moord afkeurden. Hij had zich Ravachol tot voorbeeld gesteld en herhaalde telkens, «dat Ravachol te verstandig was en te goed was geslaagd om een medeplichtige te hebben." Toen bij dezelfde gelegenheid een der compagnons opmerkte, dat het een uit stekende propaganda zou zijn om den Beul Deibier een kogel door het hoofd te schieten bij de terechtstelling van Ravachol, had Caserio uitgeroepen»Dat zou even nutteloos zijn als het verbran den der guillotine. Zij zijn machines en gehoorzamen slechts aar. hem, die hen leidt. Dat is de man die getroffen moet worden I" Prins Bismarck is van Schönhau- sen, waar hij eenige dagen heeft ver toefd, naar Varzin vei trokken. Op deze reis moest de Oud-kanselier over Berlijn reizen. Bij zijne aankomst aan het station var, Stettin werd Bismarck door een talrijke menigte met geestdrift begroet. Eenige studenten traden daarbij bijzonder op den voorgrond, hetgeen Bismarck noopte een korte toespraak te houden, waarin hij zijn dank betuigde voor de ontvangst. De oud-kanselier bracht in herinnering dat hij reeds als jongen van 7 jaar naar Berlijn was gekomen, zoodat hij eigenlijk wel tot de Berlijners ge rekend kon worden. Met den wensch, dat het Berlijn steeds goed zal gaan, be sloot Bismarck zijne rede. Na een kort oponthoud zette Bismarck de reis naar Varzin voort. Aanstaande Zondag 22 Juli zal de godsdienstoefening in de Remonstrant- sche kerk alhier geleid worden door Ds. H. W. Kalff, predikant bij de Rem. gemeente te Alkmaar. De vereeniging «de Locomotief" gaf Zaterdagavond jl. haar derr'e uitvoering. Dat zij slaagde behoeft wel geen betoog De verschillende komische voordrachten lokten een storm van toejuichingen even als de soli der heeren Jochems, van Eys- den en Fischer van onze stafmuziek. Jammer dat de opkomst der leden dit maal zoo luttel was. Afgeschrikt door het regenachtige weer hebben zij zich een genotvollen avond moeten ontzeggen. Op verzoek van Goneraal-Majoor A. LBnzing, Beschermheer der Vereeniging van «Oud-strijders dei zee-en landmacht uit Ned.-Iodië" hebben B en W. ver gunning verleend tot het houden op a.s. Maandag eener collecte in deze gemeente met gesloten bussen. De collecte zal gehouden worden onder leiding van hel lid, gevolmachtigde der vereeniging, N. Logcher, en onder con trole van het dagelijksch bestuur der vereeniging. Wij vestigen gaarne de welwillende aandacht onzer stadgenooten op deze collecte. De Gemeenteraad benoemde in zijne vergadering van gisteren tot wethouder den heer dr. P. Groeneboom. Tot lid van de openbare gezondheidscommissie werd benoemd de heer dr. A. J. Prange. Aan den heer dr. H. W. Heinsius is op zijn verzoek eervol ontslag verleend uit de betrekking van leeraar aan het gymna sium en de hoogere burgerschool, terwijl de heer mr. J. Heyligers, op zijne aan vrage, eervol ontslag bekwam als lid der commissie van toezicht op het middel baar onderwijs. Den heer J. Blomdie daartoe aanzoek deed, werd vergunning verleend tot het leggen van een brugje over de Zuidsingelgracht achter het aan de Muurhuizen staande perceel, wijk B. no. 197, tegen betaling van f 2.50 's jaars. De gemeente rekening over 1893 in ont vangst f23.6532.09, in uitgaaf f 225.949.85 bedragende, er. alzoo sluitende met een voordeelig saldo van f 1.0582.24 werd evenals de rekening van het burgerwees huis over dat jaar in handen gesteld van de commissie van onderzoek. Binnen weinige dagen zal bij de uitgevers Van Holkema en Warendorf te Amsterdam een nagelaten werk van Ds. van Koetsveld - verschijnen, getiteld «Losse bladen uit mijn pastoraalboek." Dit werk dat beschouwd kan worden als een vervolg op de beroemde «Pa storie van Mastland" werd door den zoon van den gevierden schrijver voor de pers gereed gemaakt, 's Schrijvers wenscb, in de inleiding uitgedrukt; dat ook dit werk zijnen weg moge vinden tot hoofd en hart," zal gewis worden vervuld, want ofschoon oud van jaren toen hij het nederschreef, zijn geest was jong en frisch gebleven en menigeen zal al lezende uit deze «losse bladen" nut eri leering trekken voor verstand en hart. De wijnen van «Aui Caves de France", welke maatschappij voor Amers foort door den heer Ant. J. Janssen wordt vertegenwoordigd, zjjn te goed bekend dan dat zij nog onze aanbeveling behoeven. Worden deze echter meest door kerngezonde luidjes gebruikt, ook voor zieken en herstellenden heeft de heer Janssen thans een wijnsoort voor handen, waarvan het gebruik hen de verloren krachten hergeeft en opricht tot nieuw leven. De Medicinale Tokayer van de Compagnie Hongioise te Wee- nen, staat bovendien onder voortdurende controle van het Chemisch Laboratorium te Utrecht, zoodat men voor knoeiery als maar al te veel met het druivennat plaats heeft voldoende gewaarborgd is. Voor prijzen enz. zie men achteist. advertentie. Op den straatweg Amersfoort Ede bad gistermiddag onder begunstiging van vrij goed weder een go as you please •race over 10 Kilometer plaats. Er waren 5 deelnemers. Als eeiste kwam aan R. Rolandus Hagedoom, in 58 minuten 20 secondentweede was H. Moll, in 60 m. 35 s; derde H. Ger ritsen, in 62 m. 55 s; vierde S. Pi-ter in 65 m. 55 s. vijfde M. Pos in 75 m. 4 s. Deze wandel wedstrijd zal spoedig her haald worden. Onze stadgenoot de heer H. J. Cruyff is geslaagd hij het admissie-exa- men voor de Rijksveeartsenijschool te Utrecht. Lijst van I rieven geadresseerd aan onbekenden verzonden van het postkan toor te Amersfoort over de 2e helft der maand Juni '94. A. v. Doeverde Amsterdam. Riese W. v. Zalm Heemstede. J. v. Leeuwen Osch. J. Kapteyn Van Bunschoten. Van de Roeden Nijkerk. Van Leusden. L. v. Zanten Den Haag. Briefkaart. A. Culingh Haarlem. 346ste S'ÏAATS-EOTEKIJ. Eerste klasse. Trekking van .6 en 17 Juli. (500 LOTEN.) Ten kantore van den Collecteur te Amersfoort zijn aan de navolgende num mers te beurt gevallen: Prijzen van f20, 37.0 3714 0643 6658 6668 8386 8769 8772 8779 8787 8790 11775 11776 19495 19504 19510 19524 19532 19534 19538 19567 19570 19676 19686 19689 19810 19812 19823 en 19867. Te zaïnen 29 prijzen. Tier geslachten. De jonge Engelsche prins is gisteren door den aartsbisschop van Canterbury gedoopt en ontving de namen Edward Albert Christian George Andrew Patriek David. O.a. waren tegenwoordig de overgroot moeder koningin Victoria, de grootouders, de prins en prinses van Wales en de Hertog en Hertogin van Teek, en vele andere vorstelijke personen. Nabij Odessa heeft een aanvaring plaats gehad tusschen het Italiaansche stoomschip «Columbia" en het Russische stoomschip «Wladimir." Het Italiaansche stoomschip voer zonder de bij nacht voorgeschreven regels in acht te nemen. Plotseling liep het de «Wladimir" in de flank en boorde haar letterlijk in den grond. De passagiers der Russische stoomboot beweren dat de Italiaan on middellijk na de aanvaring op de vlucht wilde gaan, zonder hulp te verleenen, maar door de lichten van het naburige stoomschip «Sineöes" in zijn vlucht werd verhinderd. Daarop werd de «Columbia" door de «Cineöes" gedwongen de ver ongelukten te helpen en een deel hunner naar Odessa te vervoeren. Zonder de misdadige lafheid en halsstarrigheid der Italianen zouden wellicht alle passagiers zijn gered. Het ontredderde wiak der «Wladimii' bleef nog een uur boven water. Vreese- lijk was het gekerm der ongelukkigen, die vergeefs om hulp riepen. Op de «Columbia" zijn 53 geredden en 6 lijken te Odessa binnengebracht, op de «Sineöes" 56 geredden en 3 lijken. De «Wladimir" had ongeveer 200 men- schen aan boord, grootendeels passagiers. De «Columbia" is aan den voorsteven een weinig beschadigd en blijft te Odessa. De kapitein is in hechtenis genomen en zal vervolgd worden. Dezer dagen ontving de ruim 92 jarige wed. Maas, geb. Baertman, ten huize van haar oudsten kleinzoon, J. P. Van Keulen, te Leiden, de lijding, dat haar oudste achterkleindochter, mej. Op perman, geb. Barriël, alhier bevallen was van een zoon, zoodat zij dus over-over- grootmoeder was geworden. De oude vrouw, die 3 kinderen, 16 kleinkinderen, 32 achterkleinkinderen en nu dezen achterachter-kleinzoon heeft, verheugt zich nog steeds in een goede gezondheid. doel, kon men werkelijk genieten van ziin leven, begint Paul in vollen ernst, maar tegenwoordig is het voor het eene examen na het andere werken. Van den vroegen morgen tot den laten avond moet je zitten blokken, en dan is het bij slot van rekening nog afhankelijk van het toeval of je slaagt niet Tut, tut, tutl valt Bertha hem in de rede, men moet 't kaf toch van het koren kunnen scheiden en als nu eens een dokter niet al die examens had moe ten doen, zou u dan veel vertrouwen in zijn kennis hebben? En er komt toch gauw genoeg een einde aan, vervolgt juffrouw van Sluit. Ja, beste juffrouw voor u dames, maar Voor de heeren even goed, ieder een die een betrekking heeft, heeft er immers niet meer mee te maken, en dat hebben toch de meeste of liever alle mannen, al duurt het bij den eeneu een beetje langer als bij den ander. Als men 30 jsar is, heeft eenieder toch voor goed afscheid genomen van examens, verde digt Bertha. Nu, dat wil ik dan toegeven, zegt Paul. Maar dat is toch ook geen reden om de heele wereld kwaad te noemen; als het anders niet is, zegt Bertha. Dan weet ik nog wel eer. heeleboel meer goede toestanden en tegen te stellen. De ontrouw en bedrog en valsch- heid, die overal onder de menschen heerscht, oppert Paul. Zou dat zoo erg wezen, begon Bertha nu weer. Dat kunnen wij bij de meeste schrij vers wel merken. Hebt u wel eens één van die boekjes van de «Geïllustreerde novellen bibliotheek" gelezen? vraagt Paul. Mijn broer is er op geabonneerd en daardoor lees ik er ook wel eens in, antwoordt Bertha. Maar u laat u toch door zulke verhalen niet medesleepen. Ge looft u werkelijk, dat die dikwijls boeiende fantasiën van die schrijvers, schetsen uit het leven zouden zijn? Ik voor mij, ben er zeker van, dat ze meer schrijven met het doel om te trekken, dan om het leven weer te geven. Het boeit veel meer, als de een of andere hertog een goed buigermeisje het hoofd op hol heeft gebracht en haar per slot van rekening laat zitten, dan het beschrijven van het ware heerlijke leven. Hier tusschen al die weilanden, de stad daar in de verte, die voortdrijvende wolkjes, waar het zon netje achter verdwijnt en dan weer voor den dag komt om de bloemetjes te koeste ren, hier zou men eens heerlijk hunnen philosopheeren over «wat leven is." O het leven kan men zich zoo goddelijk maken. Soms heb ik ook van die oogenblikken van zwaarmoedigheid, dan is het me of ik vleugels had, en dat die op eens lam geslagen zijn maar het volgende oogen- blik brengt mij de post een brief van vanu zal toch wel aan niemand vertellen, en ik moet wel eindigen, wat ik begonnen ben, niet waar?.... van een vriend van mijn broeder, en dan komt een zoele, heerlijke stroom als de geur van een perk met rozen, en kwik me op en giet weer leven in me; en dan ben ik weer groot en lach ik weer blijde over alles wat leeft en ademt. Och, het heeft zoo innig, innig veel zaligs het leven. Fie, u moest ook die nare ideën vaarwel zeggen en niet alleen hel kwade, maar ook het goede in alles zoeken te vinden. Hé daar komt onze gastheer aan. Dag oompje 1 Dag meisjes, zoo aan den wandel, en dat met een jongmensch! Bonjour Paul. Hoe gaat 't je, sinds gisterenavond? Vrij van middag? Wij hebben Vrijdags middags altijd om 3 uur vrij, Mijnheer en door hel mooie weer verleid, ben ik maar eens gaan wandelen en bracht mijn goede gesternte my hier^in gezelschap van de dames. Ja oom, wij hebben mijnheer de pessimist eens aangevallen, gaat u ver der eens met ons mee; dan mag u ons een beetje helpen; Wij wezentjes van het zwakke geslacht mogen wel een klein steuntje hebben, scheitst Bertha. Hoor eens kinderen, antwooidt mijn heer V. meegaan met jullie wil ik heel graag, maar onder een conditie, dat je niet van mij vergt, dat ik me met die, zonder twijfel hoogst diepzinnige gesprek- ten inlaat; ik heb het van daag erg druk gehad en ben hier gekomen om eens wat frissche lucht te happen; niet om te philosopheeren. Maar kom, laten wij ver der gaan. Hé oom, zegt Bertha met een ge zichtje, waarop stond te lezen dat het haar tegen viel, wij philosopheeren in het geheel niet, Fie en ik natuurlijk, neb ben alleen gezegd, dal mijnheer een pessimist is. Ja verbeeld U eens, dat wil mijnheer, niet eens toegeven. Ja kind dat gebeurd wel meer, dat de menschen zoo redeneeren, maar komt en avant, zegt de oude heer, terwijl hij zelf het voorbeeld geeft. Een kwartiertje later stonden ze voor het huis met den hoogen stoep en werd er afscheid genomen. Het spijt mij mijnheer, maar ik kan onmogelijk, ik moet om halfzes aan tafel, Een modern reiziger. Vi ijdag-morgen vertrok van Verrlo een waggonlading zemelen met bestemming voor Neuss. De zemelen waren in zakken verpakt. Toen men te Neuss tol het los sen wilde overgaan, kwam uit een der zakken een jeugdig persoon te voorschijn, die daarin gekropen was om den nacht door te brengen. De jongen was eerst aan de plaats van bestemming wakker geworden. Hij is door de politie naar Venlo teruggebracht. De zwarte Dood. Onder de verschrikkelijke en meest te vreezen kwalen waardoor het meDSch- dom kan bezocht worden, behooren zon der twijfel de pest en de cholera. Terwijl de cholera dooi haar veelvuldiger optreden ons beter bekend is, kennen wij de Oos- tersche pest slechts uit hetgeen in de geschiedboeken der 14e eeuw staat op- geteekend en wij huiveren van den na- meloozen jammer en de onbeschrijfelijke ellende, welke deze afschuwelijke ziekte in die dagen over Azië, Afrika en Eu ropa gebracht heeft en die wegens de brandbuilen en zwarte plekken, waar mede zij hare slachtoffers bedekte, «De zwarte Dood" genoemd werd. Gewoonlijk werden hij deze ziekte de ademhalingswerktuigen door een bran derige ontsteking aangetast, gepaard met bloedopgeven, terwijl de adem een ver pestenden reuk verspreidde. Zij, die pestzieken verpleegden, wer den meest allen het slachtoffer hunner menschlievendheid, zoodat vele huisgezin nen geheel uitstierven. De adem der zie ken was het meest besmettelijk. Geen enkel geneesmiddel baatte, daar bijna alle zieken in de eerste drie dagen nadat ze door de kwaal bezocht waren, stier ven. Ook dieren stierven er aan en zeer snel, zoodra ze met voorwerpen van zie ken, of met gestorvenen in aanraking waren geweest. Van China tot aan de kusten van den AtlOceaan, kwamen in 1333 vijftien jaren voor het ver schijnen van «Den zwarten Dood" menigvuldige aardbevingen voor; in geheel Azië en Europa vertoonden zich veranderingen in den damkring, namelijk opvallend kwalijk riekende nevels, enz. Men vermoedde, dat die ziekte daarmede in verband stond. Uit China werd «De zwarte Dood" door karavanen naar Midden-Azië en Klein-Azië en van daar doorschepen naar de havens en eilanden van West-Europa overge bracht. In 1347 verscheen de ziekte het eerst in Sicilië, Marseille en eenige Ita liaansche havenplaatsen: daarna aan de geheee Zuidkust van Europain 1348 woedde zij het hevigstin Spanje, Frankrijk, Duitschland, Nederland, Engeland; in 1349 in Zweden, Noorwegen, Polen en 1351 in Rusland. Men zegt, dat in Kairo een tijd lang dagelijks 1000 tot 1500, in China in het geheel 13 millioen menschen gestorven zijn, in Alleppo stierven dagelijks 500, in Gaza binnen zes weken 22.000 men schen en de meeste dierenCyprus ver loor bijna al zijne inwoners en vaak zag men op de Middell. Zee schepen zonder manschappen ronddrijven, welke de pest aanbrachten, waar ze aan het strand liepen. In Florence stierven 6U.000, in Venetie 100.000 in Marseille in eene maand 16.U00, in Parijs 50 000, in Avignon 60.000, in Straatsburg 16.000 in Lubeck 9000, in Bazel 14.000, in Erfurt len minste 16.Out), in Weimar 5000, in Londen ongeveer 100.000 en in geheel Europa 25 millioen menschen. Ook Nederland werd ontzettend door die vreeselijke pest geteisterd. In i351 eindigde «De zwarte Dood"; latere ziekten kunnen daaronder niet ge rekend worden en waren gewoonlijk pestziekten. Blijkens een telegram uit Pretoria, vandaar den 14den Juli verzonden, blijft Malapoch, het opperhoofd der weerspan nige Kaffers in het district Zoutpansberg, antwoordt Paul, op de vraag van mijn heer V. om nog even binnen te komen, terwijl hij de hartelyk toegestoken hand drukt. Dames, vervolgt hij zijn hoed af nemend, hoogst gevoelig voor het aan gename van uw gezelschap. Er, voor het lesje? voegt Bertha er bij, terwijl zij lachend haar handje toe steekt, of heeft mijn pleiten mij nog niets geholpen? Dal is waar ook, wij zouden u nog een straf opleggen; zeg Fie, kom eens hierl En hoogst gevoelig voor het lesje, hervat Paul, ik zal uw raad, om alles van den goeden kant te bezien, eens pro- beeren op te volgen. Maar het zal wel niet veel helpen, juffrouw. Bertha, alsjeblieft, dat stijve juffrouw kunnen wij nu wel laten varen maar wat dat «niet helpen" betreftFie hoor je dat, begint u nu alweer. Weet u wat, ik weet een goede straf voor u, u moet van al die dingen de goede zijde gaan opsporen en dat niet met het idéé, dat het toch niets geeft, want dan kan u het even goed laten. Maar werkelijk in vollen ernst, met hart en ziel. Belooft u ine dat? (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1894 | | pagina 2