BIJVOEGSEL Nieuve Amersfourtscbe Couraot LIBUSSA. - - Gemengd Nieuws. ZATERDAG 22 JUNI 1895. F euilleton. BUITENLAND. MARKTBERICHT 1 SCBAMAFDEELMG. Probleem No. 32. behoorende bij de Tan Was het alt liefde? In de eerste dagen van Mei was een jonge Pool, Leon Giegsztor genaamd, naar Milaan gekomen, waar hij in het hotel Het Lam zjjn intrek nam. Giegsztor was de 19 jarige zoon van een miljonnair te Warschau, klein van gestalte, maar wat hem in lengte ontbrak, had hij in dikte, wat hem, daar hjj er bovendien zeer jong uitzag, een komisch aanzien gaf. De jonge Pool leidde een weelderig leven en men zag hem dikwijls met zijn tweespan, vergezeld van zijn hofmeester en zijn landsman Zyrowinski, door Mi- laan's straten rijden. Voor eenige dagen betrok Giegsztor een elegante woning indePassarella-straat en begon zangles te nemen bjj een be kenden muziekonderwijzer. In het huis van dien onderwijzer leerde hij juffrouw Lili Lejo kennen. Juffrouw Lili Lejo is een mooie dame en haar vrienden zeggen, dat zjj ook veel geest bezit; in den vorigen herfst vond zij als Nedda in de Pagliacci (Paljas) in 't Teatro Lirico in Miliaan groolen bijval, daarna ging ze naar Bar celona en keerde vervolgens naai Miliaan terug om zich verder te ontwikkelen. Zjj woont eveneens in de Passarella- straat. Giegsztor verliefde op de zan geres, doch waagde niet haar zijn liefde te bekennen. Echter verwierf hij wel de vergunning haar te bezoeken en werd in haar woning verschillende malen vrien- delijk ontvangen. Dinsdagmiddag der vorige week bracht hjj weer aan juffrouw Lili Lejo een be zoek. Hij was zeer opgewonden; het leek zelfs, alsof hjj een roes in had. Juffrouw Lejo was alleen tehuis en van deze gelegenheid schijnt Giegsztor gebruik te hebben gemaakt om haar zijn liefde te verklaren op een wat storm achtige manier. Tenminste Lili Lejo liep beangst de kamer uit en vluchtte in de loge van den portier. Was het uit gekwelde liefde, of omdat hij ir. halven dronkemanswaanzin han delde? Dat raadsel zal wel onopgelost bljj- ven. Een leeuw als wachthond. Een inwoner van Bridgeport is in het bezit van een tammen jongen leeuw, die eenige dagen geleden de snoode planuen van een inbreker heeft weten te verjjde- len. In het holst van den nacht werd het gezin gewekt door aanhoudende jammer kreten. Men ging naar beneden on zag een man, die poogde uit een der vensters van de benedenverdieping te ontsnappen, doch werd daarin verhinderd door den leeuw. Het dier had hem de khuwen in het lichaam geslagen en brullende van pjjn verried de man zichzelf. Hij werd weldra uit zijn positie verlost, doch het kostte heel wat moeite den leeuw te beletten den man opnieuw aan te vallen. Een rechterf die zfjn vak goed verstaat. Op zekeren dag brengt men voor den majoor Foley van Covington, in Kentucky, een boosaardigen echtgenoot, die de af schuwelijke gewoonte had zjjn vrouw dageljjks te slaan. Inplaats van den schul dige voor korten of langen tijd naar de gevangenis te zenden en de arme vrouw daardoor later wellicht aan nog hardere mishandelingen bloot te stellen, verge noegt onze majoor zich hem te zeggen -. 9) «Welaan, het lot is geworpen, op uwe verantwoording. De goden heb ben voor het rijk Boheme een vorst be stemd, die den scepter met wijsheid en rechtvaardigheid zal voeren. De jonge cederboom verheft zich nog niet boven de stevige eiken hij groeit nog verborgen onder de boomen des wouds, te midden van gewone struiken. Maar weldra zal hij zijn takken uitbreiden, zoodat ze zijn wortels beschaduwen en zjjn top zal de wolken raken. Vorm een gezantschap, gij edeleD, van twaalf wjjze mannen uit uw midden, opdat zij spoedig den vorst opzoeken en troonwaarts geleiden. Mjjn rjjpaard zal vrjj en frank voor hen heen- draven en als teeken, dat zjj gevonden hebben, wat zij moeten zoeken, kan dienen, dat de man dien de goden tot uw vorst bestemd bebben, terwijl gij hem nadert, zyn tuaal zal nemen op een jjzeren tafel onder den vrijen hemel in de schaduw van een eikeboom. Dien man moet gij huldigen en bekleeden met de teekens der vorstelijke waardigheid. Mjjn wit «Ga heen en maak u nooit meer aan iets deigelijks schuldig, want voor eiken slag, dien gij uw vrouw geeft, krjjgt gij er twee van mij terug." De majoor Foley heeft een herculische gestalte, zijn lichaamskracht wordt in de geheele stad gevleesd en de slechte echtgenoot is ra- dikaal genezen. Een andermaal verschjjnt een berucht vagebond, de schrik der steden van den ganschen omtrek, voor den eersten ma gistraatspersoon van Covington. Met be wonderenswaardige kalmte bekent de aangeklaagde zjjn schuld aan alle hem ten laste gelegde feiten en schijnt niets minder dan voor de vernieuwing zijner bekendheid met de gevangenis terug te beven. Voor sommige lieden heeft het gevangenisleven iets aantrekkelijks. De majoor evenwel toont geen den minsten lust een onverbeterljjken spitsboef op kosten der gemeente maanden lang te voeden, maar besluit zich eens voor al van hem te ontdoen. «Gevangenbewaar der," zegt hij, «breng den schuldige in de gevangenis, bewaar hem goed tot vier uur en maak er dan een eind aan met hem. Ik weet dat uw dubbele loop nooit mist." Na deze woorden op plechtigen toon te hebben uitgesproken, plaatst de mo derne Salomo zich weder op zjjn zetel en de gevangene gaat heen. Men kan zich voorstellen in welk een jammerlijken toestand de arme duivel zich bevond; hjj bracht vjjf uren door in den vreese- Ijjksten doodsangst. Iedere slag der ge- vangenisklok is voor hem een teeken. Ten vier uur verschijnt de gevangenbe waarder met een oud jachtgeweer ge wapend, waarvan de aanblik den gevan gene reeds bij voorbaat den dood op het lijf jaagt. «Uw laatste uur heeft gesla gen," zeide hjj, «gij hebt nog tijd om uw gebed te doen," en hjj verwijderde zich, terwijl hij de deur der cel openliet. De eerste beweging van den gevangene was geweest om te bidden. Doch bij het zien der geopende deur doet de zucht om het leven te behouden zich in al haar macht gelden, hij stuift de cel uit en bereikt den tuin, waar hjj door niemand wordt tegengehouden. Tot zjjn niet ge ringe vreugde vindt hjj ook nog de deur open met een paar sprongen is hij buiten den omtrek van het gebouw en rent zonder om te zien pjjlsnel voort, terwijl hij zich heilig voorneemt in zijn gar.sche leven niet meer naar Covington terug te keeren. De majoor Foley dit is niet te ontkennen gaat te werk tegen de letter van het strafwetboek, maar hij verstaat meesterlijk de kunst, om de misdadigers in toom te houden en de kosten der gevangenis te verminderen. Toorwereldlyke diereu te Druteu. Dezer dagen werd uit de Waal te Druten opgebaggerd een been en een kies van buitengewone afmetingen. Bljjk- baar schrijft men ons zijn beide afkomstig van zoogenaamde voorwereld lijke dieren. Niet onwaarschijnljjk is het, dat wij hier te doen hebben met overblijfselen van den Elephas primigenius, die in het diluviale tijdperk in geheel Europa en in een groot deel van Azië leefde. Kie zen en slagtanden, reusachtige schedels en andere beenderen van deze dieren liggen menigvuldig in de klei en het zand onzer rivieren bedolven. Gisteren werd het Noord-Oostzee kanaal door keizer Wilhelm voor geopend verklaard en, ter gedachtenis aan keizer Wilhelm I, iKaiser WilhelmKanal" ge doopt. Deze plechtigheid werd besloten met het voorlezen der oorkonde door prins Hohenlohe, den Rijkskanselier. In d-ze oorkonde wordt hulde gebracht aan de energie van het Duitsche volk, waar door dit grootsche werk des vredes vol tooid kon worden. ros zal hem laten opzitten en hem her waarts brengen, opdat hjj mjjn echtgenoot en uw heer worde." Hierop sloot zij de vergadering. Menigeen verwonderde zich over haar woorden, waarvan «le voor zeggende kracht op de gemoederen als een orakel werkte, waaraan het volk blindelings geloofde en waarover de wij- zeren nadachten. Men koos de gezanten, het ros stond gereed en was prachtig getuigd en versierd. De stoet zette zich in beweging onder een grooten toeloop van jubelend volk en het trotsche ros draafde vooruit. Maar weldra verdwenen allen uit der toeschouwers oogen en men zag nog maar een stofwolk in de verte zwevenwant het moedige paard begon, zoodra het buiten was, voor goed te ren nen, zoodat hem de gezanten slechts met moeite konden volgen. Hoewel de snelle draver aan zichzelf overgelaten scheen, toch regeerde eene onzichtbare macht zijn schreden. Libussa had door hare tooverkracht, die zij van hare moeder had geërfd het paard zoodanig welen af te richten, dat het geen duimbreed van zijn weg afweek en met snellen gang naar zijne bestemming ijlde en zjj wachtte, nu haar wenschen eindelijk vervuld zouden worden, met teeder verlangen op dat, wat zou volgen. De gezanten moesten intusschen snel Bij het feestmaal, dat volgde, voerde keizer Wilhelm het woord. De keizer begon met te herinneren aan den wer.sch, reeds voor eeuwen geuit, om de Noordzee met de Oostzee in ver binding te stellen. De tenuitvoerbrenging van dit verlangen was de taak van het, op nieuwen grondslag gevestigde, Duit sche Rijk. Keizer Wilhelm I zag reeds de groote beteekenis in van dit kanaal, zoowel tot bevordering van Duitschland's welvaart, als tot versterking der weer kracht van het Duitsche volk. «De vele bezwaren, welke de uitvoe ring dreigden te beletten, werden uit den weg geruimd, dank zij het initiatief van den keizer, dien de Bondsregeeringen en de Rijksdag volgden. Alles, wat de bouwkunst vermocht, is bij dit werk in toepassing gebracht, terwijl toch levens op humane wijze gezorgd werd voor de werklieden, die den arbeid met lust ver richtten. Alzoo kan nu het kanaal wor den opengesteld ten behoeve van het internationale handelsverkeer, overeen komstig het beschavingswerk, dat het Duitsche volk te verrichten heeft." «De deelneming der andere mogend heden aldus ging de keizer voort «bjj de feestelijke opening van het kanaal, is een bewijs, dat Duilschlands streven tot handhaving van den vrede ook elders volkomen wordt gewaardeerd Duitschland stelt het voltooide kanaal ten dienste van den vrede. Mogen daaidoor de vriend schappelijke betrekkingen tusschen hel Duitsche Rjjk en de andere Staten be vorderd en bevestigd worden. Ik ledig mijn glas op het welzijn van alle bevrien de Souvereinen en Staten. Hurrah I v Naar aanleiding van het verzoek om ontslag door den hertog van Cambridge als opperbevelhebber van het Engelsche leger ingediend, verklaarde de minister Campbell-Bannermann, in de gisteren gehouden zitting van het Parlement dat het volstrekt niet de bedoeling der regeering is den post van opperbevelheb ber van Engelaods slrijdki achten te land af te schaffen. Alleen wenscht de regee ring de wei kzaamlieden, aan dit ambt verbonden, aanmerkelijk te wijzigen. Voortaan zal ook de opperbevelhebber onderworpen worden aan de gewone reglementen. Verder zullen ook de an dere officieren van den generalen staf, benevens de adjudant-generaal en de kwartiermeester-generaal, de directeur der artillerie en de inspecteur voor de vestingen allen persoonljjk verantwoor ding schuldig zijn aan den minister van oorlog. Voorts zal een militaire raad worden gerormd, welks leden benoemd zullen worden door den minister van oor log en die de regeering in krijgszaken van advies zal dienen. De bovengenoemde militaire autoriteiten zullen deel uitmaken van dezen raad. De heer Brodrick stelde voor, de be zoldiging van den minister van oorlog met 100 pd. st. per jaar te vei minderen, bij wijze van protest legen de onvoldoende wijze, waarop de minister van oorlog zorgt voor de ammunitie ten behoeve van de reserve. De minister Campbell-Bannermann ver klaarde dat de militaire raadslieden der regeering den ammunitie-voorraad vol doende achtten. Ondanks deze verklaring van den mi nister werd het voorstel van den heer Brodrick aangenomen met 132 tegen 125 steramen. Tengevolge van deze nederlaag van het kabinet verzocht de heer Campbell Bannermann, dat de beraadslagingen zouden worden geschorst. Dit voorstel werd aangenomen. Sir William Harcourt deelde mede, dat de zitting zou worden voortgezet. Dan zullen alleen die wetsont-werpen behan deld worden, waarlegen geen verzet is te verwachten. Onmiddelijk na deze stemming werd een ministerraad gehouden. vooruit; zij hadden reeds veel mijlen afgelegdzij waren bergop en bergaf gesneld en door rivieren gezwommen. Omdat hun maag ze aan hun middag maal deed denken, herinnerden zij zich ook de zonderlinge tafel, waaraan hun nieuwe vorst volgens Libussa's uitspraak, moest eten. Daarover maakten zij veel aanmerkingen en opmerkingen en eene voorbarige ridder sprak «Mij dunkt, dat onze hertogin ons wil foppen, want wie heeft ooit gehoord, dat er iemand in Boheme was, die aan een ijzeren tafel ging zitten eten? Geloof mij, onze hard draverij zal ons slechts schimp en hoon opleveren." Maar een andere, die ver standiger was, meende, dat de ijzeren tafel een zinnebeeldige beteekenis kon hebben. Misschien zouden zij een dolen den ridder ontmoeten, die, zooals zulke mannen pleegden, onder een boom russtte en zijn sober middagmaal op zijn jjzeren schild had getafeld. Een derde zeide schertsend «Ik vrees, dat wij rechttoe, rechtaan naar een onderaardsche smederij rijden." Zoo sprekend zagen zij hun gids, den schimmel, die steeds een beel eind voor bleef, dwars over een versch geploegd veld draven, WHar hij tot aller verbazing voor een boerenknecht bleef stilstaan. Zij naderden rasch en zagen, dat de man op een omgestulpten ploeg Ofschoon het besluit van het Lager huis slechts een sub-amendement betrof op zich zelf, dat de oppositie de verwer ping van het voorstel-Brodrick had ver wacht, gelooft men toch algemeen, dat het ministerie er toe zal overgaan, de tegenwoordige zitting zoo spoedig moge lijk te sluiten en dan hel Parlement te ontbinden. AMERSFOORT, 21 Juni 1895. Tarwe f if Rogge - >1 Boekweit - per Appelen - hecto Peren - '7 liter. Kleiaardapp. - Zand - 2,— 1» 2,50 Hoendereiereu - 3,20 7» 3,60 per 100 st. Eenden - 77 n Boter - 0,85 1,- kilo. Margarine - 7? Zoetem. kaas - 71 60 Kippen - 0,80 17 1 KuikeDB - 0.76 1» Piepkuikens - 0,30 1» 0,70 Ganzen - - per stuk. Eenden - 0,60 0,90 Jonge - 11 Hazen - Wilde konijnen 1» Tamme - 0,20 71 V- Duiven - 0,40 7» 0,70 per paar Vette varkens - Zeugen - 20,- 40,- Biggen - 3,— 7,~ Schrammen 8 14,— Vette koeien r> Guste i per Kalf 77 »i stuk Kalfvaarzen - Pinken 77 U Pinkstieren - Vette kalveren - 1» Aangevoerd wareu ongeveer heet. Tarwe; heet. Rogge; heet. Boek weit heet. Appelenheet. Peren; heet. Kleiaardappelen30 heet. Zand- aardappelen 14000 stuks Hoendereiereu; stuks Eendeneieren; 1600 kilo Boter; kilo Margarinekilo Kaas stuks Vee; 30 Zeugen; 180 Biggen en 8 Schrammen. RURGEI.IJKE STANDEN Amersfoort. GEBOREN; 11 Juni. Johanna, d. van Wilhelmus van den Bedem en Gijsberta Staal. 13 Juni. Gerarda Vrancisca Elisabeth, d. van Hendrikus Lambertus van Kesse! en Maria Anna Hermans. Alida Maria, d. van Brand Jan Bloemendal en Cornelia Hen- drika Schimmel. 14 Juni. Hendrika, d van Johannes Jan Jansen en Marietje Meer dink. Jacoba, d. van Steven Hartogsveld en Alijda de Wijs. 16 Juni. Hillegonda, d. van Franciscus de Bree en Geertruida Catrina Kraaikamp. 17 Juni. Petronella, Geertruida, d. vau Evert Johannes Mulder en Gerritje Overeem. Catharina Theodora, d. van Johan Theodorus Mariuus Warnsinck en Hesther Marie Carrier van Dissel. ONDERTROUWD: 13 Juni. Johannes Jo- sephus Hamers en Catharina Heinz. Jan Hulst en GijsiDa Prins. GETROUWD: 19 Juüi Gerrit van Eeden en Gerritje Kamperman. OVERLEDEN: 12 Judi. Dirk Theodorus Gijsbertus Kraandijk 7 j. Joost Veskes 44 j. echtg. van Alijda van Bennekom. 13 Juni. Johannes van Brakel 24 d. Een levenl. aang. kd. in. g. van Joseph de Vries en Tjipken Mulder. 14 Juni. Louis Con- staatijn Stolwerk 4 m. 16 Juni Johannes Fonteijn 7 m. Hendrikje van Dijkhuizen 83 j. wed. van Harmen Visser. 17 Juni. Johannes Albertus Huurdeman 6 m. 18 Juni. Johanna Kune 83 j. wed. van Wilhel mus Damman. 19 Juni. Maria van Dummelen 67 j. ongeh. zat en zijn middagmaal, een stuk brood, zat te eten in de schadaw van een wilden pereboom, waarbij hij de ijzeren ploeg- schuur als tafel gebruikte. Het schoone paard scheen hem te bevallen; hij was er vriendelijk tegen en gaf het uit zijne hand een stuk brood te eten. Het ge zantschap was zeer verrast, maar toch dachten allen dat zij hun man gevonden hadden. Zij naderden hem eerbiedig en de oudste hunner sprak: «De hertogin van Boheme heeft ons naar u gezonden en laat u ontbieden. De wil en het raadsbesluit der Goden is, dat gjj uw ploeg zult ruilen met den rijkszetel en uw zweep met den scepter. De hertogin kiest u tot echtgenoot; met haar zult gjj over Boheme heerachen." De jonge boer geloofde dat men met hem wilde schertsen, wat hem vooral niet beviel, omdat hjj waande, dat men zijne geheine liefde kende en nu geko men was om hem te bespotten. Daarom antwoordde hjj hoogmoedig en honend: «Laat eens zien, of uw hertogdom dezen ploeg waard zou wezen. Indien de vorst niet beter eten, vrooljjker drinken en rustiger slapen kan dan de boer, dan is het waarlijk de moeite niet waard, dal hij zjjn voedzamen akker ruilt met het Boheemsche rijk, of zjjn gladde zweep met den scepter, want zeg mjj, of een Rnnackoten. GEBOREN14 Juni Jannetje, d. van Rutger ter Beek en Jnnnetje Varenkamp. 16 Juni. Evertje, d. van Wouter HeiDen en Heiltje Klok. Lensden. GEBOREN1 6 Juni. Margaretha, d. van Cornelis Boersen en Gerritje Boersen. ONDERTROUWD: 20 Juni. Reindert van Remmerden met Wilhelmina Schuurman. OVERLEDEN: 16 Juni. Arie Kraak 3 m. Een levenl. aangeg. kd. van Cornelis Boersen en Gerritje Boersen. Woudenberg. GEBOREN: 17 Juni. Neeltje, d. van Gijsbertus Jetten en Cornelia van Dijk. OVERLEDEN: 17 Juni. Teunis Boersen wed. van Alida Roller 73j. Onder redactie van J. W. TE KOLSTÉ. Van J. W. TE KOLSTÉ. Zwart. abcdefgh Wit. Wit: K. gl, D. d2, T. Ai, ei. ZwartK. 6 3, 6 5, c 5, c 6. Wit geeft in 3 zetter, mat. Oplossingen, inzendingen enz. worden telkens uiterlijk tot Donderdag ingewacht onder motto: «Schaak", aan het bureau van dit blad. Oplossing van Probleem No. 31. B—a 2 enz. Men schrikt onwillekeurig op bij 't zien van deze eerste zet. 't Is een bliksemschicht door 't geheele luchtruim gevolgd door een donder slag vanuit a 8, die 't gansche schaakbord dreu nen doet. 't Is onloochenbaar een probleem dat effect maakt. Jammer dat in verschillende hoeken pionnen, paarden enz. staan die hoegenaamd niets met 't idéé hebben te maken, tenzij men ze wilde beschouwen als wezens die in dolce far niente de kolossale sprongen der koningin bewonderen. Goede oplossingen ontvangen van: v. E. Amersfoortsche Schaakvereenlging. De uitslag der huishoudelijke wedstrijd was in de 2e klasse als volgt: 1 Boersema, 11 partijen gewonnen. 2 de Flines, 10'/, 3 Schrjjver, 9 4 Struwe, 8 5 v. Eek, ë'/j 6 Zwaga, 5 7 Slothouwer en Jonker elk 3 Wedstrijd. Morgenochtend ten 11 uur in «de Vergulde Zwaan," loten voor de wedstrijd met af- en aanspel. Correspondentiepartijen. Een der partijen met Leiden is als volgt verloopen I ei, e 5. 2 P. f 3, P. c6. 3 L. 65, 06. 4 L. ai, f5. 5 LXcé, dc. 6 PXe5, P. f6. 7 L. O 5, L. f5. 8 gi% L.e6. 9 L.<?3, L. d 6. 10 A3, P. d 5. II D. e 2, o—o. 12 P. d2, c5' 13 PXeL Het zou ons ten zeerste verwonderen indien wit (Leiden) deze partij won. weinig zout mijn maal niet even goed kruidt als een geheel schepel vol den uwe." Toen antwoordde een afgezant «De lichtschuwe mol moet onder den grond wonen om zich te voeden, wam zijn oogen kunnen geen daglicht ver dragen en zijn poolen deugen niet voor een snellen loop, zooals die van het hert; de kreeft kruipt in den modder van meren en moerassen en woont het liefst onder de wortels van boomen en struiken aan den oever, omdat hij geen vinnen heeft om te zwemmende haan wordt in een hok gesloten en durft niet over zjjne lage gevaogenis vliegen, omdat bij te bevreesd is om op zjjn vleugels te ver trouwen, zooals de hoog stjjgende ade laar. Als u oogen gegeven zijn om le zien, voeten om te gaan, vinnen om te zwemmen en vleugels om te vliegen, dan moet gjj niet als een mol de aarde om woelen, als een onbeholpen schelpdier in een moeras kruipen, of als de prins der huisvogels op een mesthoop kraaien; maar dan moet gij het daglicht zoeken, loopen, zwemmen of in de onmeteljjke ruimte vliegen, naargelang de natuur u haar gaven heeft verleend, want een goed man stelt zich niet tevreden met dat, wat hjj is, doch streeft om te worden wat hij kan wezen. Tracht daarom dat te zjjn, waartoe de Goden u opeischen en dan zult gjj kunnen beoordeelen, of het Boheemsche rjjk waard is geruild te worden tegen eeD morgen lands." Deze ernstige toespraak van den gezant, die geen spot deed bljjken, en de Wen- teekens der vorstelijke waardigheid: het purperen gewaad, den staf en hel gouden zwaard, die de gezanten nu toonden als bewijs voor hunne zending en als ge loofsbrief, deden eindeljjk het waDtrouwen verdwjjnen van den twjjfelenden ploeger. Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1895 | | pagina 5