r- li'- 196 lld* Jaargang^ Dinsdag 14 Januari 1913. DE EEMLAN DER". BUITENLAND^ FEUJLLETON. Jonge Liefde. ABONNEMENTSPRIJS; Per 8 maanden voor Amersfoort f 1-60. Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - V.H»- Afzonderlijke nummers 6.05. Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertontiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advevtenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG. yy Uitgevers: VALKHOFF C<* PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 15 regels.. f 6.50- Elke rogol meerO.IO. Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Groote lotlora naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bostaan zoor voordoelige bepalingen tot het herhaald advortoeren in dit Blad, bij abonnomont. Eene circulaire, bevattendo do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester ea Weihouders van Amersfoort, Gelei op arl. 37 <ler Drankwei Brengen .ter openbare kennis lo. dal bij hen is ingediend een verzoekschrift om verlof tol verkoop yan alcoholhouderiden, ande ren dan slerken drank, voor gebruik Ier plaatse van verkoop, door Jan Snul, van beroep ko i.ehu.shou- der, wonende te Amersfoort, in de bencden-voor- localiteit van hel perceel, staande aan den Ulrechl- schenweg no. 46, le Amersfoort 2o. dat binnen twee weken na deze bekendmaking ieder legen het verleenen van het verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan in brengen. Amersfoort, 13 Januari 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, J. D. WERKMAN. VAN RAND WIJ CK. tot het verdeelen der zetels; maar 'n accoord, dat tegelijkertijd als programma kau dienen alweer niet 'n (programma als van de socia listen, vol schoone beloften, waarmee men de kiezers paait, doch welke men niet in staat zal zijn ooit te verwezenlijken, ol 'n program met voorspiegelingen, welke, ook al had men de macht, in onze huidige samenleving onuit voerbaar zouden zijn; maar 'n accoord, dat zonder eenig materieel voordeel voor de on derteekenaars, de voortzetting beoogt van de historische lijn in onze sociale en economi sche politiek, Maar ook dankbaar noemden wij die taak, onze tweede plicht. Zij, die bekend zijn met %den toestand in het vrijzinnig kamp van Amersfoort, zulien misschien de schouders ophalen en die taak eerder o n dankbaar noe men. 0 ja, wij weten wel, dat het nog geen rozen geur en maneschijn is in vrijzinnig Amers foort, maar wij weten ook, dat die plaatse lijke oneenigheden van weinig diep gaan-den aard zijn; en als men zich eens op wat hoo- ger standpunt wilde stellen, als men zich naar boven op den berg begaf of onzen toren beklom en vandaar neerzag o-p Amersfoort, men zou zien 'hoe klein Amersfoort eigenlijk is en men zou begrijpen, dat nog kleiner zijn onze politieke kibbelarij Ij es. Maar ditmaal behoeft men niet eens den berg of den toren te beklimmen. "Want wan neer het geldt 'n Kamerverkiezing, dan zwij gen persoonlijke eer- en heerschzueht, ge kwetste ijdelheidjes, oude burger vee ten en al die andere kleinsteedsche akeligheden, die bij Raadsverkiezingen vaak zoo noodloltig wer ken. Waar ten slotte in het verleden en in het heden het 'beginsel van het recht van den sterkste steeds zegevierde, hebben wij goeden moed, dat ook thans het kleine zal moeten wijken voor het groote, dat bij de a.s. Kamer verkiezing de Vrijzinnige Concentratie alle kleine kribbe bij terijen zal smoren. Wij zijn er. van overtuigd, dat alle vrijzinnigen in stad en district in de grootste eensgezindheid niet alleen stemmen maar ook werken zul len voor den vrijzinnigen candidaat, die te genover den coalitie-man gesteld zal worden. En wij zien gebeuren, dat de onderlinge waardeering, uit die samenwerking geboren, onzen verhoudingen in de gemeentelijke po litiek ten goede zal komen. Politiek Overzicht. De Dreyfuszaak een oogenblik herleefd. De nu bijna vergeten Dreyfus-zaa-k, die in de laatste jaren van de 19e eeuw de gansche beschaafde wereld met diepe ontroering ver vulde en Frankrijk aan den rand van een burgeroorlog bracht, is onverwachts weer uit hare vergetelheid te voorschijn gekomen. Ge lukkig sledlils voor korte oogcniblikkcn; het incident is even spoedig als het ontstaan was, weer gesloten. De minister van oorlog Millerand heeft een beschikking genomen, waardoor de luitenant- kolonel du Paly de Clara, die in het jaar 1900 uit den actieven dienst bij het leger ontslagen was, weder in zijn rang werd aan gesteld bij de landweer. Alen zou de geheele Dreyfuszaak in al hare sluitende bijzonder heden moeten herhalen, om de rol te ken schetsen, die du Paly de Clam daarin heeft gespeeld. Hij was door den krijgsraad belast met de eerste instructie tegen kapitein Drey fus; hij stelde met romantische verbeeldings kracht de schuldaanwijzingen tegen hem op; hij leverde later aan majoor Walsin-Eslerhazy toen diens schuld werd ontdekt, de midde len om zich aan de gerechtigheid te onttrek ken. Zijn ontslag uit bel leger was de vol doening, die aan hel openbare geweten werd gegeven, toen de -door het kabinet Waldeck- Rousseau uitgelokte amnestie de mogelijk heid had afgesneden, de schuldigen van den grooten generalen sLaf zelf tol verantwoor ding te roepen. Du Paty de Clam heeft, sedert hij uit het leger werd verwijderd, niet stilgezeten om te trachten deze straf weder ongedaan te maken. Hij verwierf met zijne pogingen een gedeeltelijk sucoes bij den minister Alessimy, den voorganger van Millerand. Deze deed hem in 1911, in den lijd van de spanning, die ontstond door iheL zenden van een Duilsch oorlogsschip naar Agadir aan de kust van Marokko, de toezegging, dat hij weer zou worden aangesteld, wel niet bij het actieve leger, maar toch bij de landweer, als het lol een oorlog kwam, mits hij de klacht introk, die hij bij den raad van state had ingediend tegen den maatregel, waardoor hij was ge troffen. Du Paly trok zijne klacht in; maar het oorlogsgevaar verwezenlijkte zich niet en minister Messimy achtte zich niet gebon den door de voorwaardelijke toezegging, die hij had gedaan. Nu heeft zijn amblsopvolgcr Aliilerand -deze toezegging vervuld. De zaak heeft eene groote verrassing en niet geringe verontwaardiging verwekt. Men was er inzonderheid over geërgerd, dat het besluit tot wederaanstelling van du Paly werd genomen aan den vooravond der ver kiezing van den nieuwen president der repu bliek. Alen zag daarin eene poging van Aliile rand om afbreuk le doen aan de candidaluur van den minister-president voor de hoogste waardigheid in de Fransche republiek, met de bedoeling aan Poincaré bij de verkiezing de stemmen van de radicalen le ontnemen. De storm legen Millerand werd nog hevi ger, toen bekend werd, dat hel besluit van den minister van oorlog niet bij den minis terraad aanhangig was gemaakt en dat de andere ministers van het besluit eerst ken nis hadden gekregen toen het een voldon gen feit was. Minister Millerand verant woordde zich er mee, dat dit besluit moest worden beschouwd als een inwendige be stuursmaatregel, waarvoor hij alleen de ver antwoordelijkheid droeg. De ministerraad heeft over deze zaak lang en breed verga derd. De amblgenoofen van Millerand kon den zich bij zijne verantwoording niet neer leggen met het oog op de politieke gevolgen, Oiiüe tweede Plieht. Wij maken ons sterk, dat alle vrijzinnigen, (lie niet alleen anderen criliseeren, maar ook /elf de handen uit de mouw steken willen, ieder in eigen kring naastig aan het werk getogen zijn om zich toe te leggen op dat gene, dat wij in 'n vorig artikel onze eerste plicht noemde, dc kiczerskweek. De lijd is kort en de dagen gaan snel. Ons scheiden nog slechts enkele weken van den fatalen datum, den 14en Februaride kie/.erskweek blijft dus voorloopig nog onze eerste plicht. Maar kiezerskweek is niet onze eenige plicht. Een dankbaarder, een meer verheffen de laak rust ook op ons. En die taak is: de vrijzinnige concenLratie ook in Amersfoort ingang te doen vinden. Verheffend noemden wij die taak en wij gclooven niet, dat een onzer zulks zal willen tegenspreken. Want moet het niet verheffend werken om ons verdeeld en steeds verder verknipt wordend volk eindelijk eens op 'n hoogere eenheid te wijzen en 'n „vereenigt ii. gelijkgezinden" toe te roepen. De Vrijzinnige Concentratie wil samenbin dend werken, maar niet in den trant van de Coalitie. Want deze bindt samen wal niet bijioenhoort, wat niet bije n past en wat, on danks de ijverige pogingen van de verschil lende hoofdbesturen, niet bijeen wil. De coa- 1 iet zou men kunnen vergelijken bij 'n slecht gebonden takkenbos; wel worden de twijgen door een band bijeengehouden, maar ze zijn niet recht op elkaar gestapeld en niet stevig in het juiste midden saamgebondende eene twijg steekt voor drie kwart naar links uit en de andere hangt bijna geheel naar rechts over, terwijl 'n derde slechts het uiterste puntje door het bindsel st.ekl en 'n vierde dwars over de andere ligk Schijnt Jie* geheel dier twijgen, op den grond liggend, 'n tak- kenbosch te zijn, men probeere met dien tak kenbos op te beuren! Zie daarentegen de Vrijzinnige Concentra tie, gebaseerd op 'n stevig accoord; geen ac- coord, zooals de coalitie nog tevergeefs zoekt, 1 'n accoord, dat zich niet verder ui'.strekt dan De -begeerte om .groot te sohijiiien heeft 1 reeds menigeen klein gemaakt. ROMAN VAN RUDOLF HERZOG 15 naar het Hoogduitseh door J. L. VAN DER MOER. „We zoahten 'n café op, en dien zelfden avond sloten we vriendschap. Schoner was vroeger officier van- .de huzaren; maar op den duur kwam ie met zijn geld niet rond IZonder zich om zijn toekomst bezogd te ma ken, trok de de uniform uit en toen 'rv uitge- fi'er hem aanzocht om als correspondent voor 'n tijdschrift 'n reis door China en Japan te doen, slemde hij zonder veel bedenken toe. I Hij vertelde me, die Chinoesche reis geluk kig achter den rug te hebben; maar in 't Rijk 'van den Mikado was 'ie nog niet al te goed ingeburgerd. Anders zou hem die geschiede nis hij de badinrichting ook niet overkomen z-ijn. „In die avontuurtjes met vrouwen heb ik meestal nog al succes," merkte hij tevreden op. „Ik ben wel geen diichler, maar dk foto grafeer. En dit heeft bij 't zwakke, of-le-wel ijdele geslacht, minstens evenveel uitwerking als 'n gedicht. De schilders hebben óók wel [eens 'n fortuintje, maar folografeeren gaat veel vlugger. Zes verschillende houdingen per minuut. Dat is maar alles in de vrouwen- fcvereld." I „Uit die enkele woorden kon ik vrij wei de jgeloof-slbelijdenis van den man opmaken, en pk moest wel lachen, of ik wilde of niet over de elegante luchthartigheid waarmee ie de zaken wist op te nemen. Maar veelal was 't hem ernst, zolfs met dingen, dlie nog in 'n verre toekomst lagen. HelaasI Wamt hierdoor zag de soms de naaste toekomst over 't hoofd. „Naderhand wilde 't toeval, dat ik te Bom bay op dezelfde boot passage nam als hij, en zoo konden we samen de terugreis doem. Hij was dol-b'lij toen ie me zag. De lange zee.- reis, die vam zelf al 'n meer intiem-en omgaing meebrengt, bracht ons nader tot elkaar. On danks sommige .gebreken, loerde ik hem ken nen als n oprecht, eerlijk mensch. En nu vink ik ihem hier weer terug. Zoo gaat 't in de wereld.' Barenfeld stond op en smeet zijn eindje si garet dn de kachel. „Bij atl dat gepraat gaat *t vuurtje uit. U zult zeker ook w-öl moe zijn?" Heinrich verzekerde levendig het tegen deel. Hoe zou hij aan vermoeidheid kunnen denken, terwijl het gesprokene hem zoo bui tengewoon interesseerde 1 Toch s>Lomd hij nu ook haastig op en bedankte zijn .gastheer recht hartelijk. Maar Barenfeld wilde van geen -bedankjes hooren. „Slaap wel, meneer Pfaizdorf." „Ik wansch u ook 'n aangename nachtrust, meneer Barenfeld." In zijn kamer wierp hij zich gekleed op zijn bed. Aangezien hij z-ijn eind-diploma bezat, had man zijn 'leertijd op twee jaren bepaald. En ofschoon hij nog slechts één d-a.g iin de zaalc werkzaam was geweest, rekende hij thans reeds met koortsachtige geestdrift uit, wan neer het oogenblik voo-r hem zo-u aanbreken om de wijde wereld dn te gaan, om le trach ten een mam te wo-rdaa ah Barenfeld. Het I verleden lag thans achter hem, en hij be schouwde dit als -een lijd waarin hij de kin derschoenen gedragen had, die nu voor goed waren uitgetrokken. Hel tegenwoordige moest hij niee-levcn, om zich voor te berei den op de toekomst, de toekomst die hem reeds wenkte. Hij rees eensklaps op. Zijn lamp was uitge brand, de pit alleen gloeide nog. Rondom hem was alles rust en vrede. Jurist sloeg de Domklok het uur van middernacht. Vlug ontkleedde hij zich, en thans -zich weer helder bewust van de plichten, die hem den volgenden dag wachtten, ilegde hij zich ter ruste. In de nevenkamer lag -de -provisor reeds te snorken, een vol oktaaf op en neer. „Menschen, die altijd hokvast blijven, heb ben nu een-maal geen manieren," -dacht Hein rich, on hij trok het dek -over zijn ooren. HOOFDSTUK VL Toen Heinrich op een der volgende dagim, na afloop van zijn werkzaamheden in de handelszaak, de apotheek binnen trad, om den heer Rose behulpzaam le zijm bij 't klaar- raken van staalpillen, merkte hij daar een wel ge dan en man op met een gladgeschoren gezicht, die mot beide ellebogen op de toon bank leunde en mol zalvende stem grapjes scheen te vertellen, welke den mageren pro visor -telkens bijna een laclikra-m-p bezorgden. Plotseling evenwel gaf de heer Rose den be zoeker een veelbeteehanend knip-oogje, trok een ernstig zaken-gezicht en begon vol ijver met den stamper in den porseleinen mortier rond te roeren. Er had namelijk engens een deur gekraakt en -kort daarop trad de heer die waren te verwachten wanneer de zaak in het parlement ter sprake kwam. Het einde van het gevoelde overleg was, dat Millerand een brief schreef, waarin hij om zijn ontslag verzocht. Hij verklaart daarin, dat de benoeming van du Paty de Clam naar zijne mcening geene politieke beleeke- nis had. Nu deze maatregel echter als eene politieke handeling beschouwd en beoor deeld was, achtte hij zich verplicht als mi nister af te tredch. Uit de verklaringen, die minister-president Poincaré na afloop van den ministerraad aan d-e vertegenwoordigers van dc pers gaf, blijkt, dat aan de oplossing van de krisis, die door de daad van Millerand was ont slaan, eene levendige gedachten wisseling is voorafgegaan, waaraan ook president Fal- lières deelnam. liet bleek, dat de weder-aan- stelling van overste du Paty de Clam door geen enkel .lid van het kabinet werd goed gekeurd en dat het ministerie dus niet in staat zou zijn geweest op eène interpellatie in de Kamer le antwoorden. De heer Poin caré* was daarom aanvankelijk van meening, dat het geheele kabinet met Millerand ont slag moest nemen. De president der repu bliek wees er echter op, dat de oplossing van eene algemecne minisLcrkrisis op dit oogen blik zeer bezwaarlijk zou zijn, omdat een nieuw ministerie voor slechts ééne maand in 't leven zou kunnen treden; hel was -daarom wenschelijk, dat het tegenwoordige kabinet zich zeil' aanvulde om eene algemecne mi nisLcrkrisis le vermijden. Daartoe is dan ook besioten Ter vervanging van Millerand is als minister van oorlog opgetreden de minister van koloniën Lebrun, die een belangrijk aan deel heeft gehad in de Duilsch-Fransche Congo-onderhandelingen van hel jaar 1911. llij is afgevaardigde van liet departement Meurthe et Moselle en met den minister-presi dent Poincaré intiem bevriend. In zijne plaats heef de onderstaatssecretaris van financiën Besnard de portefeuille van koloniën op zich genomen. Het aan het departement van fi nanciën opengevallen ambt zal voorshands niet worden vervuld. Het kabinet-Poincaré zal dus aanblijven tol aan het einde van den ambtstijd van presi dent Fallières. De nieuwe presideni der re publiek zal moeten beginnen met nieuwe mi nisters te benoemen. Tegen de gedachte, dat er verband zou zijn te zoeken tusschen deze zaak en de aan slaande presidentsverkiezing, wordt door Millerand's vrienden opgekomen, die zeggen, dat Aliilerand van zijne jeugd af intiem be vriend is geweest met Poincaré en dat voor de verdenking, dat hij tegen dezen opzettelijk een leelijken streek heeft willen uilhalen, vol strekt ,geen grond beslaat. Millerand heeft eenvoudig een misslag begaan, waarvan zijne tegenstanders partij hebben getrokken. Of dit incident afbreuk zal doen aan dc candida luur van Poincaré voor het presidentschap, is thans nog niet te zeggen. Hij heeft voor de candidaluur willen bedanken; maar zijne vrienden 'hebben hem daarvan teruggehou den. Voor het oogenblik kan men alleen zeg gen, dat het incident den minister van land bouw Pams, die onder de tweederangscandi- daten voor het presidentschap wordt ge noemd en in den ministerraad de eerste is geweest om alarm te blazen tegen dc daad van Millerand, althans niet heeft geschaad. Friedrich. binnen, zenuwachtig mei de oogen knippend. „Goeien avond, meneer FriedrichF, sprak de man met het kaalgeschoren galaat. „Wed, wel, meneer de koster Slramm! u daar? En u komt me zeker afhalen voo-r 'n wandelingetje?" Ze drukten elkaar de hand. „Als 't u schikt," sprak de lieer Slramm, „dan kumit u vanavond 't orgel dn de nieuwe kerk eens nrobeeren. Dit is immens -ad lang uw wensch?" „Prachtig prachtig! Kan dat vandaag?" ,,'t Is straks avondkerk. Dan kunt u nablij ven." „Goed, meneer Slramm, dat vind ik aange naam. heel aangenaam. Ik zal even mijn hoed maar, meneer Rose, u heeft meneer Slramm nog niet eens 'n maagwarmorlje gegeven.... Natuurlijk! Uit de kleine flesch, niet uit d.ie voor de handelsvrienden, u wdlit meneer Schramm tocli niet vergiftigen?" Terwijl de apotheker zijn hoed ging halen voor zijn uil,gangetje, de heer Stramm smak kend van zijn (bittertje genoot, en Heinrich tijdens zijn bezigheden nadacht over de zon derlinge vriendschap tusschen den koster en zijn patroon, kwam de Loopjongen haastig binnen, om den provisor een geheimzinnige mededeelimg -te doen. „Wat?" vroeg de heer Slramm nieuwsgie rig. zich over de toonbank buigend. „Ik heb er een", fluisterde ILannus, stra lend van pleizicr. „Wat dan toch?" „in Kat. Ze zat in de vaileriaan. Ik smeet er gauw 'n zak over en nu heb ik 't beest er in." „Ja.... maar wat moet dal dan? iWait wil l>c KalItuu-oorlog;. Uit Konslantinopcl wordt aan de Tempi bericht, dat de algemecne mcening daar is, dat de oorlog over eenige dagen weer zal beginnen. In dc bevoegde en welingelichte kringen gelooft men, -dal de slagboom van Tsjaialdja, -die -den eersten aanval heeft weerstaan, omdat de Bulgaren geen belege ringsgeschut hadden, ditmaal zal worden ge nomen. Het leger van generaal Savow hcoft thans eene zeer talrijke bclcgerings-artille- rie en zelfs -twee -batterijen van 21 cM. tot zijne beschikking. Dc Turksche forten zul len op 'het punt, waarop het aankomt, in drie i vier* dagen tot zwijgen worden ge bracht liet Turksche lcgor -telt 110.000 man, waar onder 90,000 man krachtige en geoefende troepen, maar het daartegenover staande le ger van de bondgenooten is 300,000 groot. De zegsman, die dc correspondent van de Vossischc Zlg. heeft onder dc Balkan-gede legeerden, houdt het dreigement van de te rugroeping der Turksche gedelegeerden voor eene poging om bluf te slaan; hij laat daarop volgen: Is het ernstig gemeend, dan kan do hoorte Porie den oorlog krijgen. Zouden do Turken werkcliik zoo roekeloos zijn? 250,000 Bulgaren liggen voor Tsja-laldja, 200,000 Ser- ven, die in Macc-donië niets te doen hebben en goed uitgerust zijn, branden van vcrlan- i* om van leer le -trekken. De "hervatting van den oorlog zou voor ons het ergste niet zijn, want dc Oostcrschc kwestie zou daar door voor goed opgelost worden. Maar ill geloof er niet aan. A th e n e 1 3 J a n. Uit Philipiades wordt bericht, dat de Turken den llen om 10 uur des avonds trachtten stellingen, voor Gizanl gelegen, te bezeilen. Zij werden met zware verliezen teruggedreven. Uit Saloniki wordt aan de Köln. Zlg. be richt, dat daar in toongevende Grieksöhe mi litaire kringen wordt beweerd, dat eerst de aankomst van de van daar vertrokken zesde divisie in Epirus de volledige insluiting van Janina en dc verhindering van den toevoer van levensmiddelen mogelijk z-al maken. De tot dusver geleverde gevechten zijn voor de Grieken rijk aan verliezen geweest. Men spreekt van G A 7000 dooden, daargelaten nog een groot aantal zieken. Daar vele of ficieren gevallen zijn, moeten de in Macedo nië verblijf houdende divisiën de leemte* aanvullen. K o n s t a n t i n o p c 1, 1 3 J a 11. Schout bij-nacht Abil, oud-minister van marine, il benoemd tot commandant van de vloot. Hij is vertrokken, om op een gegeven tijdstip een beslissend gevecht te leveren tegen de Grickschc vloot. Aan de Pctcrsburgsche Russkaja Molw* wordt uit Sofia bericht, dat de Bulgaarscbf bevolking van Macedonië zidlh bitter be klaagt over de Servische en Grieksche -heer schappij. Het is nog erger geworden, da* toen de Turken de macht in handen hadden» De Serven wreken zich op de Bulgaren voor de in den loop van de jaren vermoo-rde Ser^ visohe bendehoofden en door de Bulgaren- processen. je er moe doen", vroeg -de heer Schramm verwonderd. „O, meneer Friedrich gebruikt drie -beestjes» die in 't magazijn veel bederven, om weten schappelijke proeven imee 'Le -doen", ver klaarde de provisor. „Hoe zoo?" Hij stopt ze in 'n grooten glazen cylinder en gaat dan de uitwerking van chloroform, ether en dergelijke op de diertjes na. De meesten kunnen er niet goed tegen." „Dat kan ik gelooven," merkte de neer Stramm zeer scherpzinnig op. Op dit oogenblik trad de hoor Friedirióh juist binnen. In aillerhaast had hij zijn beste gekleed© jas aangetrokken, ten oind-e in de kerk een waardig figuur te maken. Reeds lang had hij een vurig verlangen gekoesterd om eens tot het orgel te worden toegelaten. Ni-ot zoo zeer om het te bespelen, want de apo theker was erg onmuzikaal en kon slechts op de -piano van zijne dochter met één vinger de melodie -trommelen: „Wo findet drie Seedc di* Heimat, die Ruh?" Maar hij vond het orgeè vooral merkwaardig, omdat hij nog nooit ia de gelegenheid was geweest, zulk een groot instrument van nabij te aanschouwen, en om dat h-ij, als een zeker soort menschen, altijd neiging had alle onbeknede -dingen met ck neiging had alle ombekende dingen met de kunnen voordoen a/ls iemand die er volko men van op dc hoogte is* Netjes aangedaan en met ©en uritdru'kkDTig van tevredenheid in <Le oogen, trad dus do heer Friedrich bi-nnen, om cvenweü dadelijk boosaardig de wenkbrauwen op te trekken, toen hij den provisor en den loopjongen io druk gesprek aantrof. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1