vr 2®3
Dinsdag 21 Januari 1913.
BUITENLAND.
_FEUILLETON.
Jonge Liefde.
IB"® J.^areiang.
ABONNEMENTSPRIJS:
k*er 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
y Idem franco per poet 1.50.
Per weok (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO.
lAfzondorlijko nummers 0.05.
ï)eze Courant voracliijnt dagelijks, behalve op Zon- en
V Feestdagen.
'Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 6a.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 rcgols.» f 0.541*
Elko rogol moorO.IO.
Dionstaanbiodingon 25 cents bij vooruitbetaling.
Orooto lettors naar pliuitsruimto.
Voor handol on bodr\jt bestaan zoor voordooligo bopalingo*
tot hot herhaald advortooron in dit Blad, b(j abonnomoufi
Eono circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. „D E EEMLAN D E R".
s
Gemeente contra
Kerkvoogden.
Onder „Raadsstukken" maakten wij Zater
dag reeds melding van een geschil tusscken
burgerlijke gemeente en het college van
kerkvoogden der Ned. Herv. gemeente alhier.
iDe kwestie is niet gewichtig, maar wel
interessant en daarom willen wij hier de
stukken volledig weergeven.
Door de kerkvoogden van de Ned. Herv.
gemeente was, dato 22 October 1912, aan
het .Dagelijksch Bestuiur der gemeente een
adres van den volgenden inhoud aangebo
den:
Geeft met verschuldigd en eerbied te ken
nen het college van kerkvoogden der Ned.
Herv. gemeente alhier,
dat Burgemeester en "Wethouders van
Amersfoort bij schrijven van 17 Maart 1911
hebben te kennen gegeven te overwegen de
brandwaaht op den St. Joristoren af te schaf
fen en gaarne te vernemen of kerkvoogden
tegen eene jaarlijksche vergoeding van f 125
bereid waren te zorgen voor het gangbaar
houden Yan het uurwerk van den SL Joris
toren,
waarop kerkvoogden den 12en April 1911
in een met redenen omkleed schrijven hen-
ben geantwoord, dat zij bezwaar hadden,
in die scnikking te treden;
dat kerkvoogden op de mededecling van
hun. bezwaar niets naders van Burgemees
ters en "Wethouders hebben vernomen tot zij
van derden hoorden, dat op de gemeente-be-
grooling voor 1913 de betreffende post van
■f 250 was weggelaten;
dat hierop kerkvoogden eene commissie
van twee leden uit hun midden hebben af-
gevaardigd om in een mondeling onderhoud
met B. t-n W. te trachten iets naders aan
gaande deze zaak to welen te komen en even
tueel deze aangelegenheid met het dagelijksch
bestuur dei- gemeente nader te bespreken;
dat de bespreking ten stadhulze, gehou
den op 28 October 1912, inderdaad tot uit
komst had de zekerheid, dat gezegde post
van f 250 van de gemeente-begrooting is af
gevoerd;
weshalve kerkvoogden zich thans wenden
tot uwe vergadering met het verzoek om de
jaarlijksche uitkcering van ƒ250 ook voor
den vervolge te bestendigen. Zulks hoofdza
kelijk omdat het hier, aan kerkvoogden se
dert de op 12 October 1.1. gehouden confe
rentie met Burgemeester en Wethouders is
gebleken, dat het in easu geldt eene van ouds
bestaande verplichting van de gemeente aan
de St. Joriskerk, alzoo een voor de Herv. kerk
bestaand recht en wel een defrayement voor
het gemis van de begrafenisrechten in de
St. Joriskerk.
Hetwelk doende, enz.
Door B. cn W. is toen een onderzoek In
gesteld, waarvan de resultaten vervat zijn
Iri het hier volgende rapport vaü den ge
meente-archivaris, dr. H. J. Reynders:
Uit het volgende zal blijken, dat er eenig
verband bestaat tusschen het verlies der
begrafenisrechten der Kerkvoogden der Ned.
Herv. kerk en de som, uitgetrokken voor
den brandwacht op den toren.
Over de kwestie echter of het laatste wer
kelijk een schadeloosstelling voor. het eerste
genoemd mag worden, waag ik een gissing.
Van 1829 tot 1843 werd aan kerkvoogden
door het gemeentebestuur een vaste som uit
betaald als vergoeding van het bovengenoem
de verlies. In 1843, op den 28. Scplenibci,
werd besloten „om in het vervolg het batig
saldo van de begraafplaats, hetwelk jaar
lijks uit de door den Raad gesloten rekenin
gen zal bevonden worden aanwezig te zijn, te
doen strekken tot schadevergoeding voor de
kerken wegens het verlies van begrafenis-
r egt en cn om hetzelve ten dien einde jaar
lijks tusschen de daarop aanspraak hebben-
de gemeenten te verdcelen in verhouding
van de sommen, welke thans aan dezelve
zijn toegekend", enz. Deze schadeloosstelling
komt daarna nog in de rekeningen voor tot
in 1852. In dit jaar echter op den 27. October
(notulen no. 277) wordt besloten in te trek
ken het besluit van 28 September 1813 tot uit-
k-eeiring aan de Hervormde en de Luther-
sche gemeenten. Naar aanleiding hiervan
schrijven kerkvoogden op den 20. Decem
ber 1852 (notulen no. 330, bijl. no. 178), dat
zij zich ten gevolge van dit besluit moeten
bezuinigen en daardoor verplicht zijn hel
uurwerk van den toren le doen stilstaan en
geen kosteloos gebruik van den toren aan de
burgerlijke gemeente af te staan. Zij zijn
echter bereid, den toren en het uurwerk aan
de stad ten gebruike af te staan voor f 30o
per jaar.
In een volgend schrijven, van 13 Januari
1853 (notulen no. 4, bijl. no. 5) schrijven
kerkvoogden, dat „daar het onderhoud der
klokken in den toren aan hen verblijft, zij
het wenscii el ijker hebben geacht, ook hel
opwinden dcrzelve voor liunne rekening te
houden, zelfs niettegenstaande onderhoud en
opwinden van klok en uurwerk jaarlijks be
trekkelijk aanzienlijke kosten veroorzaken,
en stellen zij thans als hun ultimatum voor,
het gebruik van den toren en de brandklok,
zooals heden geschiedt, voor den prijs van
twee honderd vijftig gulden in het jaar aan
de burgerlijke gemeente af te staan."
Op den 15. Februari 1853 (notulen no. 16)
wordt besloten, voor één jaar den toren te
huren en. B. en. W^le machtigen met kerk
voogden verder te onderhandelen over ver
mindering van den huurprijs en indien dit
niet gelukt de brandwacht over le brengen
naar den Lieve Vrouwe-toren, en verder
wordt op den 25. October 1853 bij de be
handeling van de begrooling voor 1854 be
sloten een 'brandwacht op den toren te plaat
sen yoor f 250.
De post, die aldus wordt goedgekeurd,
luidt: „Tegemoetkoming voor hel kerkbestuur
der St. Joriskerk wegens het gebruik van
den toren tot plaatsing der nachtwacht f 250.
Men besluit tevens, dezen post over te
brengen naar het artikel: Kosten van brand
weer.
Tot zoovei* wordt dus de hiervoor uitge
trokken soms steeds genoemd een vergoeding
voor het plaatsen van den brandwacht op
den toren en zoo luidt ook steeds deze post
op de hierna volgende rekeningen der ge
meente.
Al was dus de onttrekking aan kerkvoog
den van de vergoeding voor het verlies van
begrafenisrechten de aanleidende oorzaak
van het creëeren van dezen post, officieel
(en te recht) is zij nooit aldus genoemd.
Slechts eens, en wel in de toelichting der
begrooting voor 1854, staat bij den post „Te
gemoetkoming aan het kerkbestuur van de
St Joriskerk wegens het gebruik van den.
tor-en tot plaatsing dor brandwacht", hel*
volgende:
Die toren werd vroeger tot gezegd einde
aan de stad kosteloos afgestaan, doch het
kerkbestuur had vermeend, voorlaan, we
gens het gemis der begrafenis-rechten, voor
melde tegemoetkoming te moeten vorderen/'
-Het besluit echter om dezen- post van hoofd
stuk IX der uilgaven over 'le brengen naar
hoofdstuk II, afd. 2, art. 5, is, dunkt mij, een
aanwijzing, dat de Gemeenteraad er deze
definitie niet aan geven wilde.
Bij dc behandeling van dit artikel in de
eerste afdeeling had een der leden beden
king tegen dezen post „als zijnde de stad ge-
regligd op dien toren een brandwacht le
hebben, daargelaten dc vraag of de gcheelc
toren niet aan de gemeente behoorde vol
gens art. VI van de Staatsregeling van 1798."
Gelijk wij reeds meiddon, stellen B. cn
W. den gemeenteraad voor, afwijzend te be
schikken op het adres van de kerkvoogden.
Politiek Overzicht.
De nota van de mogendheden.
In Konstantinopcl had men zich voorge
nomen de nota, die de vertegenwoordigers
van de groote mogendheden bij de Porie den
17en dezer collectief bobben aangeboden, te
gelijk met het antwoord, dat de Porie daar
op zal geven, bekend te maken. Maai' de Euro-
peeschc kabinetten hebben gemeend, dat zij
daarop niet behoefden te wachlen, cn heb
ben hunnerzijds dit stuk publiek gemaakt.
Nieuws heeft men daaruit niet vernomen.
Het is juist wat werd gemeld, dat van de
uitoefening van een feitelijkcn dwang in de
nota niet wordt gerept. De Nordd. Allg. Zei-
Lung legt er nog eens den nadruk op, dat
geene maatregelen worden aangekondigd, die
eene inleiding zouden zijn voor het Lredcn
van de_ mogendheden 4iit hunne onzijdigheid,
en dat met name niet gewezen wordt op eene
demonstratie van de mogendheden in de
Turksche wateren.
Maar de moreele druk, die -door geheel
Europa wordt uitgeoefend op het overwon
nen Turkije, is zoo krachtig mogelijk. De
mogendheden treden nu geheel anders op
dan in den tijd, toen zij spraken van
het behoud van den status quo in Tur
kije en aan de Porte hervormingen aan
bevalen, die niet zouden raken aan Tur-
kije's souvereiniteitsrecbben. Thans wor
den alle schroeven aangezet. Er wordt ge
wezen op de gevaren, waaraan Turkije zich
zal blootstellen, als liet zich niet neerlegt bij
het standpunt van de Balkanstalen in de
kwestie van Adrianopel. Tusschen de regels
is duidelijk te lezen, dal de mogendheden er
slechts geringe verwachtingen van hebben,
wanneer Turkije 't weder mocht willen
laten aankomen op eene beslissing door de
wapenen. Men voorziet, dat Konstantinopcl
dan in het gevaar zal geraken le worden ver
overd en dat Aziatisch Turkije niet veilig zal
zijn voor den inmarsch van vijandelijke troe
pen. De nota wijst op de zware verantwoor
delijkheid, die de Turksdie regeering op zich
zal laden, door in haar verzet le volharden.
Met zoovele woorden wordt het lot van Kon
stantinopcl en van de Aziatische gewesten
afhankelijk gesteld van bet toegeven van Tur
kije in dc kwestie van Adrianopel.
liet zijn harde woorden, waarin men hier
aan een slaat, wiens weerstandsvermogen
nog niet geheel gebroken is, de zwaarte van
zijn ongeluk doet voelen. Men verlangt van
Turkije, dat het zich zonder voorbehoud
cverwónnen zal verklaren. Wanneer Turkije
dat doet, wanneer het zijne nederlaag aan
vaardt en den verderen strijd opgeeft, dan
belooft Europa liet zijne ondersteuning bij de
redding van datgene wal het overhoudt. De
voorwaarde van deze hulp is, dal Turkije eene
van zijne gewichtigste militaire en politieke
stellingen prijsgeeft ten gunste van de Bal
kanstalen. Met den afstand van Adrianopel
moet Turkije zich den vrede koopen. Als
pleister op de wonde willen de mogendheden
de bescherming van dc mohammedaansche
belangen op zich nemen en zorgen, dat aan
de moskeeën en de overige voor den rao-
hammedaansohen eère dienst bestemde gebou
wen en gronden de verschuldigde eerbied
wordt bewezen. Ook in de kwestie van de
Egeïscbe eilanden zal worden gezorgd, dal
do regeling, die de mogendheden ter liaud
zullen nemen, zoo geschiedt, dat dc veilig
heid Yan Turkije cr niet onder zal lijden.
Dit alles klinkt heel mooimaar het is
een magere troost tegenover het zware offer,
dat van Turkije wordt gevergd. Adrianopel,
het bolwerk van Kónstantinopel, zal moeten
worden prijs gegeven. Dc 'i urken hebben tol
dusver het standpunt volgehouden, dat
Adrianopel in hun bezit moet blijven. Zij
zouden zich hoogstens bereid willen verkla
ren tot do slooping van de vestingwerken.
Nu zullen zij hebben te verklaren of zij in
hunne weigering om Adrianopel af te staan,
z-ullen volharden. De mogendheden hebben
gesproken; nu is het woord aan de Porie.
De Turksche minister van buitcnlandsehe
zaken heelt, toen hij de nota in ontvangst
nam, toegezegd, dal hij daarop „zoo spoedig
mogelijk" antwoord zou geven. Hij heeft zich
dus niet aan een bepaalden datum gebonden.
Inmiddels heeft het denkbeeld tot bijeenroo»
ping van een groolen raad, om de regeering
hierin advies te geven, vasten vorm aange
nomen. Die vergadering is tegen morgen bij
eengeroepen. Wij hebben reeds bericht, dat
in 1877 zulk een raad vergaderd is geweest.
Nog een precedent uit vröegeren tijd befetaat
daarvoor. In den bevrijdingsoorlog, dien de
Grieken in de twintiger jaren van de vorige
eeuw tegen Turkije hebben gevoerd, heb
ben Rusland, Frankrijk en Engeland de
partij van de Hellenen gekozen. De drie
staten sloten samen een verbond. De
Turksche vloot werd bij Navarino ver
nietigd, en de betrekkingen van de Porte
tot de drie staten werden in verband
niet de weigering van concessiën aan de
Grieken zoo gespannen, dat de gezanten
hunne passen verlangden. Toen riep de sul
tan den 2en December 1827 een grootcn raad
van ambtenaren cn oelema's bijeen. De ver
gadering, die over het verlies van de Turk
schc vloot bij Navarino zeer verbitterd was,
eischic, dat lot verdediging van godsdienst en
vaderland naar de wapenen zou worden ge
grepen. Dat leidde later tot de uitbarsting
van den oorlog met Rusland, en liet einde
was na zwaren strijd de vrede van Adriano
pel, die aan Turkije veel meer heeft gekost
dan oorspronkelijk verlangd was en het be
gin is geweest v.ui tie n> sciicuruig uur
christelijke provinciën van Turkije.
I>e JEalkuu-oorlog.
Athene, 21) Jan. (Van den bijzondere*
correspondent van 1 lavas). Dc bladen zog,gei*
dal generaal Saj oeixljalcis heeft verzocht te
mogen blijven dienen. Dc diadochus hccDl dat
toegestaan, zoodal de generaal in Pkilippiade*
blijft.
S a 1 o n i k i, 2 0 Jan. De Griekschc kroon*
prins is mol zijn slat aan boord van hel jachfc
Amphylrien gegaan, dat hem naar Kpkus zai
brengen, waarheen hij zich begeeft in zijne
kwaliteit van opperbevelhebber.
Athene, 20 Ja n. liet Griekschc leger
begon heden een algcniecneii aanval legen
Bixani, neerkomende op pene omtrekkende be
weging aan den rechterkant De eerste be
richten, die werden ontvangen, zijn goed.
T weede t e 1 c g r a m. Generaal Sa-
poendjakis seint, dal lieden een algcmoene
aanval is uitgevoerd over hel ge heel e front
De artillerie school van 8 uur voormiddag»
lol G uur 's avonds. In den algemeenen aan
val slaagde de rechtervleugel cr in do Turken
te verdrijven van do 'Lcssiani-licuvcls cn be
zette Lorzcssi. Dc Turken gingen terug naar
Bizani. De Griekschc linkervleugel rukte
voorwaarts naar dc Manofissa-hcuwK
C a i ro20 J a n. Hel wordt bevestigd, dat
de llauiidieh heden morgen Port Said heeft
verlaten om zich naar de Roodc zee te be
geven. Dc Griclcsche gezant liecft geprotes
teerd bij de Egyptische regeering. 11 ij zegt,
dal Jict schip zes uren langer in Port Said is
gebleven dan de wettelijke termijn toeliet cn
200 ton kolen meer heeft geladen dan de door
de reglementen voorziene hoeveelheid. Dc ge
zant verzekert, dut dc bemanning in vollen
opstand is en dut de commandant niet uiecw
aan Konslantinopel gehoorzaamt en handelt
als een kaper.
Athene, 20 Jan. Tengevolge van de
overwinning op zee van 18 dezer hebben de
bondgcnoolön eene groole geestdrift aan den
dug gelegd. De Griekschc gezant te Cettirijc
seinde, dat het Montcncgrijnsche volk niet
geestdrift de door Griekenland behaalde over
winning toejuicht.
Men verklaart, dat het verhaal onjuist is va»
den commandant van dc Iiamidieh, dut hij i»
de Dardanellcn verschenen is bij lichte maan
op den 14cn. Niet alleen was dc maan toen
nog te nieuw om licht te geven, maai zij was
sedert verscheidene uren ondergegaan.
Konslantinopel, 20 Jan. Volgcna
den Sabah zijn in liet laatste gevecht drie
Griekschc schepen ernstig beschadigd.
Konstantinopcl, 20 Jan. Het gö-
ruclif loopt, dal volgens oen rapport van de»
minister van marine twee Turksohc pantser-
schepen builen .gevecht zijn gcstekl 'en óm
brug van een derde schip is ingestort.
Bo 1 g r a do, 2 0 Jan. Hot as onjuist, <dat
Servië monopolie-lasten cn rechten op voor*
werpen van verbruik heft in dc Turksche kuwfk
streken, die het heeft bezet.
Uit Konslantinopel wordt aan dc FraiïkC
Zfcg. bericht, dat de Porie in den loop van
weinige 'dagen tweemaal door den Russi
sche» ambassadeur voq Giers de verklaring
heeft ontvangen, dat in hel geval der her»
ROMAN VAN RUDOLF HERZOG
21 naar liet Hoogduitsok
door J. L. VAN DER MOER.
Langzaam volgde 'hij den weg in-aar den
Rijn, Liep langs den oever en verzonk in een
rwaarmoediig gepeins. Maar toen hij er zich
ram bewusL werd, dat zijn stemming hoe
anger hoe somberder begon 'te worden, be-
iloot hij plotseling hieraan niet langer toe
je geven. Mat vasten wil zou hij liet even-
fvicht herstellen.
„Kom, laat ik maar Schoner gaan," sprak
hij dn stilte. „D'ic* zal me met zijn vroolijk-
Iteid wel weer opkikkeren."
En hij siloeg de straat in, welke naar het
"ed'actie-bureau voer.de.
De avond begon .reeds te vallen, toen juist
de dames Fri-eduich on Voai Wald dezelfde
straat passeerden. Lisa had or op gestaan,
haar vriendin een eind weegs te vergezellen.
Het gesprek met dit lieve, zachtzinnige meisje
schonk haar zae»l een woinig rust O.wille
keurig hield Gertrude von Wold even den
pas in, toen ze hot ree machtige gebouw van
liet groote blad naderden, e.n zachtjes maakte
zij haar vriendin er opmerkzaam op. Toen
de meisjes mat nieuwsgierige billeken door de
groole poort keken, waardoor ook Gertru
des roman zijn weg gevonden had, trad een
heer naar buiten, die beleefd zijn hoed af
nam.
„Wie was dat?" vroeg Gertrude 'haastig.
„Ben je hier bekend? Dat zou heerlijk zijn!"
Lisa had zi-ch een o ogenblik bedremmeld
geweld, toon zij plotseling den heer Baren
feld vóór zich zag, en zij had eem kleur ge
kregen, toen zij zijn groet beantwoordde, als
of zij er op betrapt was iets verkeerds te
doen. Inwendig had zij er vroescl/ijk het land
over.
„Nee," antwoordde zij, harder dan noodig
was, ,/d'ie is niet van de courant. Dat was
onze procuratiehouder."
Freule von Watd was zoo vervuild van haar
roman en van alles wat daarmee in betrek-
binkon staan, dat de eigenaardige loon van
haar vriendin niet opviel. Met een egoïsme,
dat in sommige gevallen zich zelfs bij den
besten m-ensch vertoont, klemde zij zich taan
den sünooliaJm van een nieuwe hoop vast.
„Misschien kent die heer wel iemand van
de redactie, Lisa?"
„Voor zoo ver ik weet, ja. Ik zag tenminste
onlangs dat 'n zekere graaf Schoner in de
apotheek op hem zat te wachten. En naar ik
gehoord heb, is die graaf aan de courant ver
bonden."
„Ach, Lisa
„Nu
„Je zou me 'n grootcn vrienden-diiomst
'kunnen bewijzen."
„Als 't me mogelijk is, dan natuurlijk heel
gaarne."
„De procuratiehouder ban mijn roman mis
schien wel eens bij zijn vriend ter sprake
brengen en hem er 'n beetje gunstig voor
stemmen. Je weel niet van hoeveel nut zelfs
de geringste protectie kan zijn."
„En zou-je dan .me-euon, dat ik er de aan
gewezen persoon voor was, om er met onzen
procuratiehouder eens 'n gezellig praatje
over te maken? ITem zoo 'n bootje te bewer
ken?"
„Och ja, Lisa, toe, doe dat als je kunt?"
„Nu, ik zal zien wat ik voor je doen kan.
Maar 't is nu hoog tijd, .dat ilc naar huis ga,
om daar de huishoudelijke zaken waf te re
gelen. Want moeder is ziek, en vader
enfin, daar weet je alles vain, 't Kan 'n ge
zellige avond voor me worden."
„Nu. adieu, Gerlrudc. Kom eens spoedig
bij me terug."
„O, lieél gauw, als je 't goed va.nd't. Eu bij
voorbaat hartelijk dank, Lisa."
„Waarvoor? Voor den procuratiehouder?"
Konrad Barenfeld was langzaam doorge-
loopen. Die onverwachte ontmoeting 'had
hem weer eenigsziins ontroerd. Kon dat een
wenk van het Noodlot zijn, om liet gunstige
oogenblik le benutten? Tevergeefsch trachtte
bijzijn gevoel te beheerschen. Ontbrak het
hem aan moed? Waartoe? Ja., waartoe? Was
het licm duidelijk, welke verlangens k-j koe
sterde? Eigenlijk wél, maar ook pa.s sedert
van middag, toen hij vernomen .had dtaf hij
haar niet meer zien zou, dat zij verlangde
een andere lucht in te ademen dan die in de
handelszaak. En hij was zelf toch ook han
delsman! Kon hij haar aanbieden wat zij
zocht?
Eensklaps hoorde hij een lichten tred ach
ter zich. Een rilling ging hem door de leden,
torn hij slaan bleef en omkeek. Daar was zij.
„Gooien avond, juffrouw," sprak hij, met
een zeer beleefden groet. „Dat is iln korten
lijd de tweede maai dat ik 't genoegen heb
u te ontmoeten."
Lisa overwon haar neiging om zich over
moedig te toonen.
„Ik heb me tot nu toe niet durven ver
hoedden, dat 'n ontmoeting met mij u .genoe
gen zou kunnen doen. Gaat u soms ook ook
naar huis?"
„Als u 't me wilt toeslaan, -dan ga ik zoo
ver met u mee."
,,'t Zal me aangenaam zijn. Ik geloof niet
dat men hierin iets verkeerds kan zien. Of is
u soms bang, dat 't aanleiding tot praatjes
zou kunnen geven?"
Biirenfeld trok de wenkbrauwen op.
„Ik geloof dat u me beschamen wilt, juf
frouw."
„Beschamen? Volstrekt niet. Vroeger was
i'k altijd degene die zich schamen moest."
„U? Ik wist werkelijk niet
„Ja, ja, doe maar niet uw best om Ite
ontkennen. Ik heb uw goedkeuring maar
hoogst zelden kunnen verwerven."
„Ik kan u in ernst verzekeren, dat u zich
vergist."
„Nee, nee, .ik vergis me niet! Zoo iels kan
ik dadelijk aan iemands gezicht zien. Ik weet
wel dat ik mijn kuurtjes heb en dat ik dan
niet aardig ben. Vindt u 't vreem.d dat ik
somtijds .nukkig ben, en dat nog wel in mijn
onderlijk huis?"
Haar vraag was op den man af. Barenfeld
keek haar bliksemsnel aan, en het bloed steeg
hem naar het hoofd, toen haar schoone ge
stalte zijn blikken gevangen hield, haar hel
dere, licht trillende stem en de tred van haar
elegant geschoeide voetjes hem in de ooren
klonken. Met 'n gevoel van weerzin dacht hij
er in dit oogenblik aan, hoe dit verrukkelijk^
kind wend opgesloten gehouden in eeai «apo*
Ihcck, in hel gezelschap van een paar balf-
gekken. „In dc Witte Zwaan I" Necai, hij vond
het waarachtig niet vreemd, dat zij tin zulte
eon .gezin wel eens nukkig .kon zijn! Van n«
af aan zou hij dat zeker miel vreemd meer
vinden.
„Als 't uw ernstig verlangen is, op uw
vraag 'n oprecht antwoord van mij le ont
vangen, stel me dan in de gelegenheid, juf
frouw, u onder andere omstandigheden mijw
meening le zeggen."
„U bedoelt zeker, -dat '4 geen onderwerp is,
om hier op straat -le behandelen? ZooaJs a
verkiest."
Er kwam even een waas voor Biirenfeld'»
oogen.
„U begrijpt me niet verkeerd. Wanneer tl
't we nacht, dan
„O, nee, volstrekt niet. Zóó belangrijk- is 't
niet. Maar nu u 't woord w e n s c h t tocli
gebruikt, mag ik misschien wel een wénscli
aan u kenbaar maken?"
„U heeft slechts le bevelen."
Zij zag hem van terzijde opmerkzaam aai*
„Zoo sprak u vroeger óók niet Maar tea:
zake. U kent, .geloof ilc, graaf Schoner, mie®
waar? Is u soms 'n vriend van hem?"
Verrast bleef Barenfeld staan.
„Schonersprak hij langzaam.
Lisa merkte op hoe zijn kleur verschoot,
en plotseling maakte een onverklaarbaar go-
voel zich Yan haar meester.
Wordt vervolgd*-