■r* jaargang*
„DE E EM LAN PER".
Lasa UE7
Woensdag 5 Februari 1913.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
Jonge Liefde.
ir 288
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1.
Vrijzinnige Concentratie?
Politiek Overzicht
De nieuwe oorlogstoestand.
Be UmlkaM-oorloff.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post - 1.ÖO.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10.
Afzonderlijke nummers Ö.05.
Deze Courant versckynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie
advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 1regels 0.50»
Uko rogel moor0.1O#
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lottere naar plaatsruimte.
"Voor handel en bod rijt bostaan zeor voordooligo bopalingon
tot hot herhaald udverteoren in dit Blad, by abonnement.
Eono oirculairo, bovattonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Amersfoort's vrijzinnigen zullen zdch
verblijd hebben over het bericht in ons blad
van Zaterdag j.L, behelzende, da-t de bespre
kingen tuischen de besturen van Gemeente
belang, Araersfoortsch Belang en. de afdeeling
van den Vrijz. Dem. Bond geleid hadden tot
het 'besluit om op Vrijdag 7 dezer gelijktijdig
zij het niet terzelfder plaatse, 'n ledenverga
dering te houden.
Wanneer drie kiesvereenigjiigen, na onder
ling overleg van de besturen, besluiten om op
één zelfden avond haire loden te convoooeren,
•dan ligt het vermoeden voor de hand, dat
hier wait achter schuilt; precies te iglssen,
wat er achter schuilt, is vaak moeielijk maar
zelden zal men dots kwaads gissen.
Zoo zullen velen bij het hooren van de klolc
ook thans zich verdiept hebben ln gissingen,
waar de klepel wel mocht hangen., en, het
opschrift van dit artikel lezende, wellicht in
de mcening verkeeren, dat wij hen uiil den gis
zullen helpen.
Het spijt ons dan hunne nieuwsgierigheid
niet te kunnen bevredigen. Eerst op de ver
gadering zelve, zullen zij den julsten toedracht
kunnen vernemen en zoo er al iels mocht uit
lekken van de besprekingen van Vrijdag avond
jj. de besturen bestaan weliswaar uitslui
tend uit mannen, maar ook dezen lijden wel
eens aan die eigenschap, dtie men zoo gaarne
al9 't speciaal vrouwelijke, liever nog „oud-
wljfsche" voorstelt men neme het noodige
voorbehoud in acht en verheuge zich niet al
te vroeg. Want dit mogen wij wei zeggen, dat
de overeenstemming, gelijk velen die begeer
den, niot verkregen is en naar wij vreezen,
ook niet verkregen zal worden. Want mogen»
wij den Amersfoortschen briefschrijver in het
vrijz.-dem. weekblad „Vooruitgang* beschou
wen als den woordvoerder van de bij de plaat
selijke afdeelinig van den V. D. Bond aangeslo
ten vrijzinnig-democraten men woet, dat
hier zeer vele losloopende vrijz.-dem. ziijn.
•dan achten wij het vrijwel buitengesloten, dat
er van samenwerking der 3 vrijzinnige orga
nisaties ook bij de a.s. raadsverkiezingen, al
thans hij eerste stemming iets komen zal.
De bewuste (briefschrijver verklaart in vol
len ernst, dat hij liefst zou zien, dat bij de
volgende raadsverkiezingen elk der vrijz. groe
pen met eigen candid at en uitkwam; district
I en III acht hjj zoo overwegend vrijzinnig,
dat zonder eenigen twijfel een der vrijzinnige
candidaten ln herstemming zou komen, ter
wijl hij hel als van zelf sprekend beschouwt,
dat bij herstemming alle vrijzinnigen dien
overgebleven candidaat zouden steunen.
Ald/us het naieve optimisme van den v.-d.
briefschrijver, die ten bewijze, dat hij niet
door persoonlijke veoten geleid wordt geen
gelegenheid laat voorbijgaan om te herinne
ren aan z'n kort verblijf in deze gemeente;
waarlijk hij doet dan telkens overbodige moei
te, "het blijkt reed® meer dan voldoende uit
z'n brieven, dat hij de Amersfoort er® nog niet
kent
Evenmin als de regen uitblijft, omdat hel
Biltscbe instituut mooi weer voorspelde, zul
len de Amersfoortscho kiezers hun gedrags
lijn bepalen naar de voorspellingen van dezen
■politieken weerprofcet.
Wie de toestanden hier kent en onder
oogen wil zien, weet, dat er tusschen ver
schillende vrijzinnige personen en vooral tus
schen hun aanhang groote verbittering be
staat, welke in verkiezingstijden scherp aam
den dag treedt en het lioogere belang van de
vrijzinnige partij vaak op den achtergrond
doet stellen. Moeielijk en ondankbaar is dan)
de taak 'der vaandeldragers.
Gelukkig komt er thans danl? zij het, le
gen alle miskenning in, volharden van hel be
stuur van Gemeentebelang bij z'n verzoenings
gezinde houding eeniige kentering, maar
de boog is nog strak gespannen.
Het is o zoo róekelooze taktiek, welke do
v.-d. briefschrijver aanbeveelt. De omstan
digheden zijn er nog allerminst naai' om 'n
vriend schap pclijken wedstrijd gelijk hij
zou willen tusschen de vrijzinnige 'kiesver-
eemigingen te houden. Moesten in I en III de
vrijzinnigen wederom togen elkaar in het veld:
komen, wij zijn er zeker van, dat de helft van
de officieren zich aan den strijd zouden ont
trekken, terwijl het de andere helft, met moei
te hun tegenzin overwonnen hebbende, niet
zou gelukken hun manschappen in bedwang te
houden; de soldaten zouden den krijg met
zoo stijgende verbittering en zoo hartstochte
lijk en liaat voeren, da t .er geen sprake van kon
zijn hen den volgenden dag naast elkaar te
gen den gemeenschappelijken vijaaid te doen
optrekken.
Maar stel nu al eens, dat de voorspellingen
wèl vervuld werden, dat bij herstemming al
len den verguisden candidaat, dien zij den
vorigen dag nog zoo fel bestreden, krachtig
en eerlijk steunden, waarvoor dient dan die
verbittering wekkende en demoraliseerende
strijd, waartoe al die moeiten, al -die onkos
ten, al die krachtsverspilling? Waarom dan
niet liever getracht dien zelfden candidaat bij
eerste stemming gekozen te krijgen?
Wij hopen dan ook vurig en niet zonder
grond dat de leiders van Amersfoortsch
Belang en Gemeentebelang met nuchterder
blik de situatie overziende, den briefschrijver
niet zullen volgen en liever zullen trachten
tijdig tot overeenstemming te komen. En in
dien er obk in de afdeeling van den V. D. Bond
leden mochten zijn, die Amersfoort kennen,
dan zijn wij er van verzekerd, dal ook zij
geen nutteloozem strijd zullen begeeren,
Wensclit de vrijz.-dcm. afdeeling, zich ont
worstelende aan de krachtige stroomiaug, wel
ke door het geheele landi gaat, geen concen
tratie ook bij de raadsverkiezingen wij ge-
loovcn, dat zij dan zich zelf het meest bena
deelt. Want niet alleen zou zij, die zich toch al
niet in overmate van sympathie van dc Amers-
foorlsche burgerij mag verheugen, door hare
onverzoenlijke houding de welgezindeu en de
nict-aangesloten vrijzinnig-democraten nog
meer afslootten, maar zij zou ook zich zelve
den weg naar het stadhuis afsnijden. De af
deeling zal toch wel niet verwachten, dat zij
uit eigen kracht 'n raadszetel zou kunnen ver
overen. En nu nxoge zij zeggen: „bat is ons
om geen raadszetel te doen'maar dan vra
ger. wij: wat wil zij dan? Is zij opa-echt over
tuigd van de groote waarde cn het heil liarer
beginselen, dan moet zij toch er naar stre
ven die beginselen te doen doorwerken ter
plaatse waar zulks effect kan hebben. Ver
kiest zij ecfalier haar scherpe critiek slechts lo
doen hooren in den kleinen kring barer geest
verwanten en deinst zij er voor terug ook zelf
'n deel der verantwoordelijkheid op zich te
nemen, het is haar recht cn wij zullen haar
niet verder lastig vallen.
Met den naam Adrianopel is nu reeds sedert
weken het lot van de Balkanvolken verbon
den geweest. Dc vraag aan wien Adrianopel
zal behooren, is beslissend geweest \oor de
kwestie: Oorlog of vrede? cn heeft den door
slag gegeven lot de hervatting van den strijd.
Aan den vooravond van den dag waarop
de vijandelijkheden weder zijn begonnen, liet
de Bulgaarsche regeering door de Mir, haar
officieus orgaan, verklaren, om elk misver
stand le voorkomen, dat de vraag van het be
zit van Adrianopel onherroepelijk hel hoofd
punt van de onderhandelingen uilmaakl. De
overgang van deze stad in Bulgaarsche han
den is eene onmisbare voorwaarde, die alle
andere cischen van de bondgenoolen onaan
geroerd laat, zooais dc bepaling van de nieuwe
grenzen, dc kwestie van de oorlogsschade
vergoeding, enz. Deze zullen worden gesteld,
nis het juiste tijdstip is gekomen, en zij zullen
uit den aard der zaak verscherjat worden, als
hel weder tot bloedvergieten mocht komen.
Hier wordt Adrianopel het hoofdpunt ge
noemd, maar uit hetgeen daaraan wordt loc-
gevoegd, kan men zien, dat men daar nu
leeds voorbij is. Inderdaad is het nu gecne
vraag meer of Adrianopel Turksch zal blijven
of Bulgaarsch zal worden. Tusschen de regejs
door kan men in dc mededeclingen, die van
Turksche zijde worden gedaan over de hou
ding, die in den nu weder geopenden veld
tocht zal worden aangenomen, duidelijk zien,
dal Adrianopel als verloren wordt beschouwd.
Men wil zich, zoo wordt van Turksche zijde
aanhoudend verzekerd, bepalen tot eene ver
dedigende taktiek. Een Turksche aanval van
de Tsjataldja-linie uit tot ontzet van Adriano
pel, ligt blijkbaar niet in de bedoeling van
de Turksche legeraanvoerders. Daaruit volgt,
dat de mogelijkheid daarvoor niet aanwezig
is. Als men eenige kans zag om Adrianopel
tc redden, dan zou men zeker het uiterste
daarvoor in het werk stellen.
Het lot van Adrianopel is dus bezegeld.
Gisteren is melding gemaakt van een gerucht,
dat Skulari gevallen was. Dal gerucht is niet
bevestigd; het is blijkbaar voorbarig ge
weest. Maar Adrianopel is er slechter
aan toe dan Skulari. Als dc vijandelijk
heden niet waren hervat, dan zou de ves
ting, die op geen ontzet kan hopen, spoedig
door den honger tot dc overgave gebracht
zijn; nu dc strijd weer begonnen is, komt liet
vuur der kanonnen het zwaard van den hon
ger te hulp, en dat kan de catastrophe slechts
verhaasten.
Wij zien dus het merkwaardige verschijn
sel, dat dc strijd, die tot aan. het tijdstip der
hervatting van den oorlog liep om Adriano
pel, daarna door den drang der omstandig
heden aanstonds van karakter is veranderd.
Het is nu niet meer Adrianopel, waarom ge
streden wordt; ife inzet van den strijd heeft
een wijdcrcn omvang gekregen. Die omvang
is nu nog niet te bepalen; maar men krijgt
daarvan een idee uit de verklaring, die de
eerste Bulgaarsche gevolmachtigde, dr.
Danew, even voordat hij Engeland verliet, aan
een vertegenwoordiger van Reuter liceft af
gelegd. llij heeft daarin gezegd:
„Nog eenmaal moeten de kanonnen spre
ken en de Turken lot liet besef brengen van
den toestand, dien ieder ander dan zij reeds
begrepen heeft. De naaste toekomst berust
bij de geweren en kanonnen, cn wij Bulgaren
zullen de toekomst niet voorspellen. Misschien
is er voor de wereld, eene groolere verrassing
in petto dan de vroegere gebeurtenissen van
den oorlog deden voorzien. Maar de Turken
moeten nu wel welen, dat na Maandag de
voorwaarden van de bondgenoofcen zeer ver
schillend zullen zijn van die, welke reeds
werden gesteld. De Midia—Rodosto-lijn zal
eene zaak van het verleden zijn."
Deze verklaring verdient de aandacht niet
alleen om haren inhoud, maar ook 0111 den
persoon, die haar heeft afgelegd. In dezen
oorlog hebben de Bulgaren steeds de leiding
gehad; zij hebben den toon aangegeven, de
anderen zijn hen gevolgd en dc groote mo
gendheden zijn met hunne actie steeds ach
teraan gekomen. Wanneer men dat in het
oog houdt, dan opent deze verklaring een zeer
ruim verschiet.
Sofia, '1 Fcfar. Blijkens niel-officieele bc-
rkichlen, is de kanonnade voor Adrianopel
gisterenavond om acht uur begonnen en duur
de met lusscheiipoozen voort. Heden morgen
werd het bombardement hervat. Sommige
wijken moeten in br&nd staan.
Konstantinopel, 4 F e b r. Regeerings-
telegrammen berichten, dat de Bulgaren gis
terenavond het bombardement van Adriano
pel hebbep begonnen. Zij vielen ook de noor
delijke en oostelijke forten aan, maar wer
den met gemak teruggeslagen. Het garnizoen
is vol moed en geestdrift.
Een andere officieel telegram maakt me#*
ding van een gevecht bij Malalcpe in de buurt
van Gallipoli. Bij de Tsjataldjalinieu liceft
geen ernstige strijd plaats gehad; maar do
Bulgaren zitleu toch niet stil, want men liceft
gezien, dat het dorp van dien naam, dat d«
grens van de Bulgaarsche liniën aanwijst,
heden in vlammen stond, liet is blijkbaar om
taktisclie redenen vernietigd.
Konstantinopel, 4 Febr. lieden na
middag om 1 uur deelden de ambassadeurs aan
de Porte het verzoek van de consuls in Adria
nopel mede tot inrichting van eene onzijdige
zóne, waar de vreemdelingen ccnc toevlucht
zouden kunnen vinden. De grootvizier ver
klaarde zich bereid toe tc staan wat werd
gevraagd, maar merkte op, dal men vooral de
toestemming van dc Bulgaren moei zien tc
krijgen.
Sofia, -1 Febr. Men heeft hier de over
tuiging, dat Adrianopel binnen eene weck
zal worden genomen.
In dc regecringskringcn is men geneigd
godsdienstige voorrechten toe te staan aan
de mohammedanen in Adrianopel.
De correspondent van de Daily Ma.il le Kon
stantinopel hoeft eene verklaring overgeseind,
door hem ontvangen van een der voornaamste
leden van het vorige kabinet, dut Adrianopel
hot verzet nog slechts eenige dagen zal kun
nen uithouden. Het garnizoen moet zich we
den met paarden- en hondenvleesdh
Konstantinopel, 4 Febr. Men verze
kert, dat officieusc Bulgaarsche gevolmachtig
den binnen kort naar Konstantinopel zullen
komen tot behandeling van dc kweslie van
Adrianopel.
De vijandelijkheden zijn begonnen op Galli
poli.
Konstantinopel, 4 Febr. Geen enkel
officieel bericht bevestigt de hervatting van
de vijandelijkheden in Tsjalaldja en Galli
poli.
De grootvizier zal morgen naar hel hoofd
kwartier in Hademkeui vertrokken.
Djavid Paclia, onder wiens bevel nog do
overblijfselen staan van eeniige balaillons, dia
indertijd zijn geslagen maar zich weer heb
ben samengevoegd, heeft zich, volgens een be
richt uit Saloniki, naar Erseka 2teruggctrok-
ken ten gevolge van het oprukken van de den-
de Gr.iekschc divisie van Koritzn uit: Zijne
troepen zijn geheel uitgeput en lijden bitteren
nood.
Kenschetsend voor de in de Bulgaarsche
rcgceringskringen licerschciide stemming is
de volgende venklaring vau de Mir kort voor
hel einde van den wapenstilstand: De toestand
laat geen weg toe voor verdere onderhande
lingen. Nu de Turken zich aan den raad vaaï
de groote mogendheden niot hebben onder
worpen, moet dc oorlog voortgezet worden.
Wanneer de vijandelijkheden zijn begonnen,
zal dc vraag naar het lot van het vilajet Adri
anopel, niet van de stad Adrianopel, zoonl*
sommige weoindc bladen zich ten onrechte
uitdrukten, op den achtergrond treden en
men zal moeten beginnen over Kon&tantino-
pel en de Dardanellen te spreken.
De Bulgaarsche gezant te Parijs Stanciovr
verklaarde aan oen medewerker van d«
Niemand schat hoog genoeg, wat hij kan
zijn, en laag genoeg, wat hij i s.
ROMAN VAN RUDOLF IIEKZOG
82 naar het Hoogduitsch
door J. L. VAN DER MOER.
Terwijl Gertrude dc eerste regels das, be
gon de groote spanning wel 'n beetje te wij
ken. Ze kon zelfs een vroolijken glimlach niet
onderdrukken. Maar daarna las zij weer met
grootere opmerkzaamheid, en ten slotje over
took een diepe blos haar gelaat en tuurde
zij bevend, gedurende geruiracn tijd, op die
zonderlinge verzen.
„Hij schijnt met anders te kunnen," sprak
zii zacht, „hij kin niet nalaten bij alles gek
heid te maken. AJs man schaamt i© zich,
zijn .gevoelig hart te to one n, en reeds bij
voorbaat dekt ie zijn terugtocht met 'n grap,
voor 't geval de partij door hem verloren
mocht worden Dit is dus je liefdesver
klaring Vergis ik me niet? Is 't wer
kelijk waar?"
En plotseling voedde zij iets diks in de
keel en tranen in de oogen. Zij liep snel naar
haar slaapkamertje, sloot de deur achter
zich dicht, liet zich op een stoel neervallen
en drukte liet blonde 'kopje diep in (haar
hoofdkussen.
„Jozef!" fluisterde zij snikkend, „Jozef ik
heb je zoo liefI"
Op hetzelfdp uur zat Graaf Jozef Schoner op
het redacliebureau op zijn penhouder le kou-
wen. Dc geheele journalistiek kwam hem in
d'it oogenfali'k slechts voor als een chaos van
letters en van 'lettergrepen. Voor de eerste
maal sedert hij zijn buzarensabel voor dc pen
.had omgeruild, dacht hij met eenigen wee
moed aan zijn oud wapenschild. En hij droom
de hoe mooi het zijn moest, met een blond
vrouwtje onbekommerd en in liefde te kun
nen leven in het oude slot van zijn vaderen,
beschut door de W.i>üte Zwaan, in plaats van te
moeten bestaan van zijn salaris als dagblad
schrijver
„Maar kom, vooruit! Geen muizenissen!"
sprak hij eindelijk vast besloten. „Als zij maar
wil, dan kunnen we zóó ook wel gelukkig
zijn
HOOFDSTUK X.
Toen Heinrich Pfalzdorf Woensdagsavonds,
volgens belofte bij de Meinard's aanklopte,
hoorde hij in de gang reeds dat er in dc ka
mer luid gesproken werd. Hij luisterde wat
scherper toe en meende een grove stem
te herkennen, zonder evenwel te weten aan
wien deze behoorde. In elk geval bleek
er bezoek te zijn, en dit viel hem vol
strekt niet moe, omdat hij zoo gehoopt had
op een herhaling van dien venrukkelijken
Zondagavond!, in den intiemen huiselijken
kring.
Teleurgesteld, stond hij reeds met zichzelf
te overleggen of hij maar niet heen zou gaan
en zijn bezoek tot een betere gelegenheid uit
stellen, toen de deur geopend werd en de
oude musicus het hoofd naar builen stak.
„Ha! Natuurlijk onze jong© vriend. Dat dacht
ilc al dadelijk, toen ik de voordeur hoorde
opengaan. Kom binnen, kom binnen!
„Ja, maar ik meen 'dal er bezoek is. Laat ik
u dan niet storen. Ik kan immers op 'n ande
ren dag wel eens terugkomen?
„DwaarheidI" bromde de oude heer. „Wij,
hebben u immers verwacht? Maak maar geen
complimenten en kom binnen."
„Is daar iemand?" klonk van uil de kamer
de grove slem. En tegelijkertijd vertoonde zich
een zeer welgedaan heer naast Meinard aan
dc deur. Nu herinnerde Heinrich zich den
man. Het was de vriend van zijn patroon, in
wiens tegenwoordigheid eenige maanden ge
leden, in de apotheek, dc kunstbewerking op
die kat was beproefd, bij welk experiment de'
gekleede jas van den apotheker er zoo treurig
was afgekomen, de koster Stramm. Destijds
had .hij reeds een sterke antipathie jegens de-
zon man gekoesterd.
De heer Stramm keek den onverwachten
bezoeker brubaal in het gezicht.
„Nou, wie is dat dan?"
,,'n Leerling van me," jokte de oude, terwijl
hij Heinrich met zaohten drang naar binnen
deel gaan. ,,'t Spijt me wel, meneer Stramm,
maar u zult begrijpen, dat de zaken voor moe
ten gaan, met waar? U zult ons zeker spoe
dig wel weer eens 't genoegen van 'n bezoek
gunnen?"
„Mij dunkt dat, zoo lang de les duurL, ik
juffrouw Vilma wel gezelschap zou kunnen
houden," meende de koster, die er zdch over
ergerde gestoord te worden. Maar te zelfder
tijd merkte hij «eer teleurgesteld op, dat de
juffrouw, die tegenover hem altijd zulk een
koele houding aannam, anet van vreugde stra
lende oogen was opgestaan en den jongeling
warm dc hand drukte.
„Majn dochter moet óók ba} de les tegen
woordig zijn," antwoordde Meinard met ecu
veeibeteckcnend knipoogje aan Heinrich, u,aan
gezien onze leerling zoowel zang- als viool
les neemt."
.Dat wal dus met andere woorden zeggen,
dat ik hier overbodig ben," bitste Stramm,
met een ven ij ni gen blik op den „leerling",
wien hij, wat nader tredend, hoogst onbeschei
den toevoegde: „Ik meen dat ik den jongen
heer, die hier zoo 'n sterke apotheeklueht mee
brengt, wel eens ergens anders ontmoet heb?
Wacht eensHal Nu ben ik erl Is u
niet de 'leerling uit de Witte Zwaan?"
„Zooals u zegt," antwoordde Heinrich kort
af, geraakt over het brutaal optreden van den
man. Ilierna wendde hij zich weer tot Vilma.
„Mij dunkt dat 'n jongmensch in zijn leer
jaren wijzer doet, de handelswetenschap te
beoefenen, in plaats van zijn tijd aan zingen
en vioolspelen te helsteden. Dat zal mesneer
Friedrich zeker ook wèl zoo gewenscht vin
den/*
Heinrich keerde zich woedend om. Maar
voordat hij den vlegel behoorlijk van ant
woord kon dienen, kwam de heer des huizes
kalmeerend tusschenbeiden.
„U maakt toch a-ltijd grapjes, meneer
Stramm. U heeft dadelijk 'n aardigheidje ge
reed, dat 'n heel gezelschap vroolijk maakt.
Jammer dat nu juist vandaagenfin, 't jaar
heeft gelukkig nog meer dagen. We zullen dus
maar zeggen „tot weerziens," meneer Stramm.
De heer Stramm ging heen. Aan de deur
draaide hdj zich evenwel nog even om en
sprak o.p hatelijk en toon: .Jufrouw Vilma, van
af morgen wiJ ik ook wel zangles bij u ne
men. Dat is altijd meer vertrouwd en solid»
dan met zoo'n joaigmensch. En u is immer»
toch zoo op de vormen gestold?"
Hierop verdween hij, cn Meinard falof d«
vuist hem dreigend achterna.
„Zoo 'n vlegelI" siste Heinrich tusschen de
tanden. „Als de gastvrijheid, die u me ver»,
leent, 't me niet verboden had, dan verzeker
ik u dat ik hem 'n oorveeg .bad gegeven."
Vilma stond doodsbleek bij de tafel.
,,'t le maar goed dial u zich hebt kunnen
beheerscheiL U ziet wel, dat wij 't ook doen."
Heinrich trad op haar toe en nam haar
de band.
„Nu ik u zoo bleek en ontdaan voor me zie
staan, juffrouw Vilma, doet 't me werkelijk?
leed, dat ik dien vent ongestraft heb laten
vertrekken."
„Dan zouden we elkaar misschien niet zon
spoedig hebben kunnen woebzicn," antwoord»
de zij op matten toon.
„Waarom?" riep Heinriah verschrikt uit,
„Is u dan zoo bizonder bevriend met dien
man?"
Zij trok haar hand terug en schudde treurig,
het hoofd.
.Dat mocht wat," bronmde de oude heer.
„Zoo 'n schijm-heiiliigie vlegel! Omdat ons huisje
zijn eigendom is en hij 1 me lastig kan maiken
met de huur, draait ie voortdurend om mijn
dochter heen. Maar eer bracht ik liaar zeil
naar 't kerkhof, dan dat i'k mijn kind aan.
zoo'n gemeenen schavuit
„Meneer Meinard," viel Heinrich hem zacbf
ln de rede on vatte hem bij de hand, welko
de oude man, als moest hij een eed afleggen,
omhoog stak, „sp:* 3 uw dochter
Wordt vervolgd.