■r* jaargang* „DE E EM LAN PER". Lasa UE7 Woensdag 5 Februari 1913. BUITENLAND. FEUILLETON. Jonge Liefde. ir 288 Uitgevers: VALKHOFF Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTR AAT 1. Vrijzinnige Concentratie? Politiek Overzicht De nieuwe oorlogstoestand. Be UmlkaM-oorloff. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post - 1.ÖO. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - 0.10. Afzonderlijke nummers Ö.05. Deze Courant versckynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 1regels 0.50» Uko rogel moor0.1O# Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Grooto lottere naar plaatsruimte. "Voor handel en bod rijt bostaan zeor voordooligo bopalingon tot hot herhaald udverteoren in dit Blad, by abonnement. Eono oirculairo, bovattonde de voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. Amersfoort's vrijzinnigen zullen zdch verblijd hebben over het bericht in ons blad van Zaterdag j.L, behelzende, da-t de bespre kingen tuischen de besturen van Gemeente belang, Araersfoortsch Belang en. de afdeeling van den Vrijz. Dem. Bond geleid hadden tot het 'besluit om op Vrijdag 7 dezer gelijktijdig zij het niet terzelfder plaatse, 'n ledenverga dering te houden. Wanneer drie kiesvereenigjiigen, na onder ling overleg van de besturen, besluiten om op één zelfden avond haire loden te convoooeren, •dan ligt het vermoeden voor de hand, dat hier wait achter schuilt; precies te iglssen, wat er achter schuilt, is vaak moeielijk maar zelden zal men dots kwaads gissen. Zoo zullen velen bij het hooren van de klolc ook thans zich verdiept hebben ln gissingen, waar de klepel wel mocht hangen., en, het opschrift van dit artikel lezende, wellicht in de mcening verkeeren, dat wij hen uiil den gis zullen helpen. Het spijt ons dan hunne nieuwsgierigheid niet te kunnen bevredigen. Eerst op de ver gadering zelve, zullen zij den julsten toedracht kunnen vernemen en zoo er al iels mocht uit lekken van de besprekingen van Vrijdag avond jj. de besturen bestaan weliswaar uitslui tend uit mannen, maar ook dezen lijden wel eens aan die eigenschap, dtie men zoo gaarne al9 't speciaal vrouwelijke, liever nog „oud- wljfsche" voorstelt men neme het noodige voorbehoud in acht en verheuge zich niet al te vroeg. Want dit mogen wij wei zeggen, dat de overeenstemming, gelijk velen die begeer den, niot verkregen is en naar wij vreezen, ook niet verkregen zal worden. Want mogen» wij den Amersfoortschen briefschrijver in het vrijz.-dem. weekblad „Vooruitgang* beschou wen als den woordvoerder van de bij de plaat selijke afdeelinig van den V. D. Bond aangeslo ten vrijzinnig-democraten men woet, dat hier zeer vele losloopende vrijz.-dem. ziijn. •dan achten wij het vrijwel buitengesloten, dat er van samenwerking der 3 vrijzinnige orga nisaties ook bij de a.s. raadsverkiezingen, al thans hij eerste stemming iets komen zal. De bewuste (briefschrijver verklaart in vol len ernst, dat hij liefst zou zien, dat bij de volgende raadsverkiezingen elk der vrijz. groe pen met eigen candid at en uitkwam; district I en III acht hjj zoo overwegend vrijzinnig, dat zonder eenigen twijfel een der vrijzinnige candidaten ln herstemming zou komen, ter wijl hij hel als van zelf sprekend beschouwt, dat bij herstemming alle vrijzinnigen dien overgebleven candidaat zouden steunen. Ald/us het naieve optimisme van den v.-d. briefschrijver, die ten bewijze, dat hij niet door persoonlijke veoten geleid wordt geen gelegenheid laat voorbijgaan om te herinne ren aan z'n kort verblijf in deze gemeente; waarlijk hij doet dan telkens overbodige moei te, "het blijkt reed® meer dan voldoende uit z'n brieven, dat hij de Amersfoort er® nog niet kent Evenmin als de regen uitblijft, omdat hel Biltscbe instituut mooi weer voorspelde, zul len de Amersfoortscho kiezers hun gedrags lijn bepalen naar de voorspellingen van dezen ■politieken weerprofcet. Wie de toestanden hier kent en onder oogen wil zien, weet, dat er tusschen ver schillende vrijzinnige personen en vooral tus schen hun aanhang groote verbittering be staat, welke in verkiezingstijden scherp aam den dag treedt en het lioogere belang van de vrijzinnige partij vaak op den achtergrond doet stellen. Moeielijk en ondankbaar is dan) de taak 'der vaandeldragers. Gelukkig komt er thans danl? zij het, le gen alle miskenning in, volharden van hel be stuur van Gemeentebelang bij z'n verzoenings gezinde houding eeniige kentering, maar de boog is nog strak gespannen. Het is o zoo róekelooze taktiek, welke do v.-d. briefschrijver aanbeveelt. De omstan digheden zijn er nog allerminst naai' om 'n vriend schap pclijken wedstrijd gelijk hij zou willen tusschen de vrijzinnige 'kiesver- eemigingen te houden. Moesten in I en III de vrijzinnigen wederom togen elkaar in het veld: komen, wij zijn er zeker van, dat de helft van de officieren zich aan den strijd zouden ont trekken, terwijl het de andere helft, met moei te hun tegenzin overwonnen hebbende, niet zou gelukken hun manschappen in bedwang te houden; de soldaten zouden den krijg met zoo stijgende verbittering en zoo hartstochte lijk en liaat voeren, da t .er geen sprake van kon zijn hen den volgenden dag naast elkaar te gen den gemeenschappelijken vijaaid te doen optrekken. Maar stel nu al eens, dat de voorspellingen wèl vervuld werden, dat bij herstemming al len den verguisden candidaat, dien zij den vorigen dag nog zoo fel bestreden, krachtig en eerlijk steunden, waarvoor dient dan die verbittering wekkende en demoraliseerende strijd, waartoe al die moeiten, al -die onkos ten, al die krachtsverspilling? Waarom dan niet liever getracht dien zelfden candidaat bij eerste stemming gekozen te krijgen? Wij hopen dan ook vurig en niet zonder grond dat de leiders van Amersfoortsch Belang en Gemeentebelang met nuchterder blik de situatie overziende, den briefschrijver niet zullen volgen en liever zullen trachten tijdig tot overeenstemming te komen. En in dien er obk in de afdeeling van den V. D. Bond leden mochten zijn, die Amersfoort kennen, dan zijn wij er van verzekerd, dal ook zij geen nutteloozem strijd zullen begeeren, Wensclit de vrijz.-dcm. afdeeling, zich ont worstelende aan de krachtige stroomiaug, wel ke door het geheele landi gaat, geen concen tratie ook bij de raadsverkiezingen wij ge- loovcn, dat zij dan zich zelf het meest bena deelt. Want niet alleen zou zij, die zich toch al niet in overmate van sympathie van dc Amers- foorlsche burgerij mag verheugen, door hare onverzoenlijke houding de welgezindeu en de nict-aangesloten vrijzinnig-democraten nog meer afslootten, maar zij zou ook zich zelve den weg naar het stadhuis afsnijden. De af deeling zal toch wel niet verwachten, dat zij uit eigen kracht 'n raadszetel zou kunnen ver overen. En nu nxoge zij zeggen: „bat is ons om geen raadszetel te doen'maar dan vra ger. wij: wat wil zij dan? Is zij opa-echt over tuigd van de groote waarde cn het heil liarer beginselen, dan moet zij toch er naar stre ven die beginselen te doen doorwerken ter plaatse waar zulks effect kan hebben. Ver kiest zij ecfalier haar scherpe critiek slechts lo doen hooren in den kleinen kring barer geest verwanten en deinst zij er voor terug ook zelf 'n deel der verantwoordelijkheid op zich te nemen, het is haar recht cn wij zullen haar niet verder lastig vallen. Met den naam Adrianopel is nu reeds sedert weken het lot van de Balkanvolken verbon den geweest. Dc vraag aan wien Adrianopel zal behooren, is beslissend geweest \oor de kwestie: Oorlog of vrede? cn heeft den door slag gegeven lot de hervatting van den strijd. Aan den vooravond van den dag waarop de vijandelijkheden weder zijn begonnen, liet de Bulgaarsche regeering door de Mir, haar officieus orgaan, verklaren, om elk misver stand le voorkomen, dat de vraag van het be zit van Adrianopel onherroepelijk hel hoofd punt van de onderhandelingen uilmaakl. De overgang van deze stad in Bulgaarsche han den is eene onmisbare voorwaarde, die alle andere cischen van de bondgenoolen onaan geroerd laat, zooais dc bepaling van de nieuwe grenzen, dc kwestie van de oorlogsschade vergoeding, enz. Deze zullen worden gesteld, nis het juiste tijdstip is gekomen, en zij zullen uit den aard der zaak verscherjat worden, als hel weder tot bloedvergieten mocht komen. Hier wordt Adrianopel het hoofdpunt ge noemd, maar uit hetgeen daaraan wordt loc- gevoegd, kan men zien, dat men daar nu leeds voorbij is. Inderdaad is het nu gecne vraag meer of Adrianopel Turksch zal blijven of Bulgaarsch zal worden. Tusschen de regejs door kan men in dc mededeclingen, die van Turksche zijde worden gedaan over de hou ding, die in den nu weder geopenden veld tocht zal worden aangenomen, duidelijk zien, dal Adrianopel als verloren wordt beschouwd. Men wil zich, zoo wordt van Turksche zijde aanhoudend verzekerd, bepalen tot eene ver dedigende taktiek. Een Turksche aanval van de Tsjataldja-linie uit tot ontzet van Adriano pel, ligt blijkbaar niet in de bedoeling van de Turksche legeraanvoerders. Daaruit volgt, dat de mogelijkheid daarvoor niet aanwezig is. Als men eenige kans zag om Adrianopel tc redden, dan zou men zeker het uiterste daarvoor in het werk stellen. Het lot van Adrianopel is dus bezegeld. Gisteren is melding gemaakt van een gerucht, dat Skulari gevallen was. Dal gerucht is niet bevestigd; het is blijkbaar voorbarig ge weest. Maar Adrianopel is er slechter aan toe dan Skulari. Als dc vijandelijk heden niet waren hervat, dan zou de ves ting, die op geen ontzet kan hopen, spoedig door den honger tot dc overgave gebracht zijn; nu dc strijd weer begonnen is, komt liet vuur der kanonnen het zwaard van den hon ger te hulp, en dat kan de catastrophe slechts verhaasten. Wij zien dus het merkwaardige verschijn sel, dat dc strijd, die tot aan. het tijdstip der hervatting van den oorlog liep om Adriano pel, daarna door den drang der omstandig heden aanstonds van karakter is veranderd. Het is nu niet meer Adrianopel, waarom ge streden wordt; ife inzet van den strijd heeft een wijdcrcn omvang gekregen. Die omvang is nu nog niet te bepalen; maar men krijgt daarvan een idee uit de verklaring, die de eerste Bulgaarsche gevolmachtigde, dr. Danew, even voordat hij Engeland verliet, aan een vertegenwoordiger van Reuter liceft af gelegd. llij heeft daarin gezegd: „Nog eenmaal moeten de kanonnen spre ken en de Turken lot liet besef brengen van den toestand, dien ieder ander dan zij reeds begrepen heeft. De naaste toekomst berust bij de geweren en kanonnen, cn wij Bulgaren zullen de toekomst niet voorspellen. Misschien is er voor de wereld, eene groolere verrassing in petto dan de vroegere gebeurtenissen van den oorlog deden voorzien. Maar de Turken moeten nu wel welen, dat na Maandag de voorwaarden van de bondgenoofcen zeer ver schillend zullen zijn van die, welke reeds werden gesteld. De Midia—Rodosto-lijn zal eene zaak van het verleden zijn." Deze verklaring verdient de aandacht niet alleen om haren inhoud, maar ook 0111 den persoon, die haar heeft afgelegd. In dezen oorlog hebben de Bulgaren steeds de leiding gehad; zij hebben den toon aangegeven, de anderen zijn hen gevolgd en dc groote mo gendheden zijn met hunne actie steeds ach teraan gekomen. Wanneer men dat in het oog houdt, dan opent deze verklaring een zeer ruim verschiet. Sofia, '1 Fcfar. Blijkens niel-officieele bc- rkichlen, is de kanonnade voor Adrianopel gisterenavond om acht uur begonnen en duur de met lusscheiipoozen voort. Heden morgen werd het bombardement hervat. Sommige wijken moeten in br&nd staan. Konstantinopel, 4 F e b r. Regeerings- telegrammen berichten, dat de Bulgaren gis terenavond het bombardement van Adriano pel hebbep begonnen. Zij vielen ook de noor delijke en oostelijke forten aan, maar wer den met gemak teruggeslagen. Het garnizoen is vol moed en geestdrift. Een andere officieel telegram maakt me#* ding van een gevecht bij Malalcpe in de buurt van Gallipoli. Bij de Tsjataldjalinieu liceft geen ernstige strijd plaats gehad; maar do Bulgaren zitleu toch niet stil, want men liceft gezien, dat het dorp van dien naam, dat d« grens van de Bulgaarsche liniën aanwijst, heden in vlammen stond, liet is blijkbaar om taktisclie redenen vernietigd. Konstantinopel, 4 Febr. lieden na middag om 1 uur deelden de ambassadeurs aan de Porte het verzoek van de consuls in Adria nopel mede tot inrichting van eene onzijdige zóne, waar de vreemdelingen ccnc toevlucht zouden kunnen vinden. De grootvizier ver klaarde zich bereid toe tc staan wat werd gevraagd, maar merkte op, dal men vooral de toestemming van dc Bulgaren moei zien tc krijgen. Sofia, -1 Febr. Men heeft hier de over tuiging, dat Adrianopel binnen eene weck zal worden genomen. In dc regecringskringcn is men geneigd godsdienstige voorrechten toe te staan aan de mohammedanen in Adrianopel. De correspondent van de Daily Ma.il le Kon stantinopel hoeft eene verklaring overgeseind, door hem ontvangen van een der voornaamste leden van het vorige kabinet, dut Adrianopel hot verzet nog slechts eenige dagen zal kun nen uithouden. Het garnizoen moet zich we den met paarden- en hondenvleesdh Konstantinopel, 4 Febr. Men verze kert, dat officieusc Bulgaarsche gevolmachtig den binnen kort naar Konstantinopel zullen komen tot behandeling van dc kweslie van Adrianopel. De vijandelijkheden zijn begonnen op Galli poli. Konstantinopel, 4 Febr. Geen enkel officieel bericht bevestigt de hervatting van de vijandelijkheden in Tsjalaldja en Galli poli. De grootvizier zal morgen naar hel hoofd kwartier in Hademkeui vertrokken. Djavid Paclia, onder wiens bevel nog do overblijfselen staan van eeniige balaillons, dia indertijd zijn geslagen maar zich weer heb ben samengevoegd, heeft zich, volgens een be richt uit Saloniki, naar Erseka 2teruggctrok- ken ten gevolge van het oprukken van de den- de Gr.iekschc divisie van Koritzn uit: Zijne troepen zijn geheel uitgeput en lijden bitteren nood. Kenschetsend voor de in de Bulgaarsche rcgceringskringen licerschciide stemming is de volgende venklaring vau de Mir kort voor hel einde van den wapenstilstand: De toestand laat geen weg toe voor verdere onderhande lingen. Nu de Turken zich aan den raad vaaï de groote mogendheden niot hebben onder worpen, moet dc oorlog voortgezet worden. Wanneer de vijandelijkheden zijn begonnen, zal dc vraag naar het lot van het vilajet Adri anopel, niet van de stad Adrianopel, zoonl* sommige weoindc bladen zich ten onrechte uitdrukten, op den achtergrond treden en men zal moeten beginnen over Kon&tantino- pel en de Dardanellen te spreken. De Bulgaarsche gezant te Parijs Stanciovr verklaarde aan oen medewerker van d« Niemand schat hoog genoeg, wat hij kan zijn, en laag genoeg, wat hij i s. ROMAN VAN RUDOLF IIEKZOG 82 naar het Hoogduitsch door J. L. VAN DER MOER. Terwijl Gertrude dc eerste regels das, be gon de groote spanning wel 'n beetje te wij ken. Ze kon zelfs een vroolijken glimlach niet onderdrukken. Maar daarna las zij weer met grootere opmerkzaamheid, en ten slotje over took een diepe blos haar gelaat en tuurde zij bevend, gedurende geruiracn tijd, op die zonderlinge verzen. „Hij schijnt met anders te kunnen," sprak zii zacht, „hij kin niet nalaten bij alles gek heid te maken. AJs man schaamt i© zich, zijn .gevoelig hart te to one n, en reeds bij voorbaat dekt ie zijn terugtocht met 'n grap, voor 't geval de partij door hem verloren mocht worden Dit is dus je liefdesver klaring Vergis ik me niet? Is 't wer kelijk waar?" En plotseling voedde zij iets diks in de keel en tranen in de oogen. Zij liep snel naar haar slaapkamertje, sloot de deur achter zich dicht, liet zich op een stoel neervallen en drukte liet blonde 'kopje diep in (haar hoofdkussen. „Jozef!" fluisterde zij snikkend, „Jozef ik heb je zoo liefI" Op hetzelfdp uur zat Graaf Jozef Schoner op het redacliebureau op zijn penhouder le kou- wen. Dc geheele journalistiek kwam hem in d'it oogenfali'k slechts voor als een chaos van letters en van 'lettergrepen. Voor de eerste maal sedert hij zijn buzarensabel voor dc pen .had omgeruild, dacht hij met eenigen wee moed aan zijn oud wapenschild. En hij droom de hoe mooi het zijn moest, met een blond vrouwtje onbekommerd en in liefde te kun nen leven in het oude slot van zijn vaderen, beschut door de W.i>üte Zwaan, in plaats van te moeten bestaan van zijn salaris als dagblad schrijver „Maar kom, vooruit! Geen muizenissen!" sprak hij eindelijk vast besloten. „Als zij maar wil, dan kunnen we zóó ook wel gelukkig zijn HOOFDSTUK X. Toen Heinrich Pfalzdorf Woensdagsavonds, volgens belofte bij de Meinard's aanklopte, hoorde hij in de gang reeds dat er in dc ka mer luid gesproken werd. Hij luisterde wat scherper toe en meende een grove stem te herkennen, zonder evenwel te weten aan wien deze behoorde. In elk geval bleek er bezoek te zijn, en dit viel hem vol strekt niet moe, omdat hij zoo gehoopt had op een herhaling van dien venrukkelijken Zondagavond!, in den intiemen huiselijken kring. Teleurgesteld, stond hij reeds met zichzelf te overleggen of hij maar niet heen zou gaan en zijn bezoek tot een betere gelegenheid uit stellen, toen de deur geopend werd en de oude musicus het hoofd naar builen stak. „Ha! Natuurlijk onze jong© vriend. Dat dacht ilc al dadelijk, toen ik de voordeur hoorde opengaan. Kom binnen, kom binnen! „Ja, maar ik meen 'dal er bezoek is. Laat ik u dan niet storen. Ik kan immers op 'n ande ren dag wel eens terugkomen? „DwaarheidI" bromde de oude heer. „Wij, hebben u immers verwacht? Maak maar geen complimenten en kom binnen." „Is daar iemand?" klonk van uil de kamer de grove slem. En tegelijkertijd vertoonde zich een zeer welgedaan heer naast Meinard aan dc deur. Nu herinnerde Heinrich zich den man. Het was de vriend van zijn patroon, in wiens tegenwoordigheid eenige maanden ge leden, in de apotheek, dc kunstbewerking op die kat was beproefd, bij welk experiment de' gekleede jas van den apotheker er zoo treurig was afgekomen, de koster Stramm. Destijds had .hij reeds een sterke antipathie jegens de- zon man gekoesterd. De heer Stramm keek den onverwachten bezoeker brubaal in het gezicht. „Nou, wie is dat dan?" ,,'n Leerling van me," jokte de oude, terwijl hij Heinrich met zaohten drang naar binnen deel gaan. ,,'t Spijt me wel, meneer Stramm, maar u zult begrijpen, dat de zaken voor moe ten gaan, met waar? U zult ons zeker spoe dig wel weer eens 't genoegen van 'n bezoek gunnen?" „Mij dunkt dat, zoo lang de les duurL, ik juffrouw Vilma wel gezelschap zou kunnen houden," meende de koster, die er zdch over ergerde gestoord te worden. Maar te zelfder tijd merkte hij «eer teleurgesteld op, dat de juffrouw, die tegenover hem altijd zulk een koele houding aannam, anet van vreugde stra lende oogen was opgestaan en den jongeling warm dc hand drukte. „Majn dochter moet óók ba} de les tegen woordig zijn," antwoordde Meinard met ecu veeibeteckcnend knipoogje aan Heinrich, u,aan gezien onze leerling zoowel zang- als viool les neemt." .Dat wal dus met andere woorden zeggen, dat ik hier overbodig ben," bitste Stramm, met een ven ij ni gen blik op den „leerling", wien hij, wat nader tredend, hoogst onbeschei den toevoegde: „Ik meen dat ik den jongen heer, die hier zoo 'n sterke apotheeklueht mee brengt, wel eens ergens anders ontmoet heb? Wacht eensHal Nu ben ik erl Is u niet de 'leerling uit de Witte Zwaan?" „Zooals u zegt," antwoordde Heinrich kort af, geraakt over het brutaal optreden van den man. Ilierna wendde hij zich weer tot Vilma. „Mij dunkt dat 'n jongmensch in zijn leer jaren wijzer doet, de handelswetenschap te beoefenen, in plaats van zijn tijd aan zingen en vioolspelen te helsteden. Dat zal mesneer Friedrich zeker ook wèl zoo gewenscht vin den/* Heinrich keerde zich woedend om. Maar voordat hij den vlegel behoorlijk van ant woord kon dienen, kwam de heer des huizes kalmeerend tusschenbeiden. „U maakt toch a-ltijd grapjes, meneer Stramm. U heeft dadelijk 'n aardigheidje ge reed, dat 'n heel gezelschap vroolijk maakt. Jammer dat nu juist vandaagenfin, 't jaar heeft gelukkig nog meer dagen. We zullen dus maar zeggen „tot weerziens," meneer Stramm. De heer Stramm ging heen. Aan de deur draaide hdj zich evenwel nog even om en sprak o.p hatelijk en toon: .Jufrouw Vilma, van af morgen wiJ ik ook wel zangles bij u ne men. Dat is altijd meer vertrouwd en solid» dan met zoo'n joaigmensch. En u is immer» toch zoo op de vormen gestold?" Hierop verdween hij, cn Meinard falof d« vuist hem dreigend achterna. „Zoo 'n vlegelI" siste Heinrich tusschen de tanden. „Als de gastvrijheid, die u me ver», leent, 't me niet verboden had, dan verzeker ik u dat ik hem 'n oorveeg .bad gegeven." Vilma stond doodsbleek bij de tafel. ,,'t le maar goed dial u zich hebt kunnen beheerscheiL U ziet wel, dat wij 't ook doen." Heinrich trad op haar toe en nam haar de band. „Nu ik u zoo bleek en ontdaan voor me zie staan, juffrouw Vilma, doet 't me werkelijk? leed, dat ik dien vent ongestraft heb laten vertrekken." „Dan zouden we elkaar misschien niet zon spoedig hebben kunnen woebzicn," antwoord» de zij op matten toon. „Waarom?" riep Heinriah verschrikt uit, „Is u dan zoo bizonder bevriend met dien man?" Zij trok haar hand terug en schudde treurig, het hoofd. .Dat mocht wat," bronmde de oude heer. „Zoo 'n schijm-heiiliigie vlegel! Omdat ons huisje zijn eigendom is en hij 1 me lastig kan maiken met de huur, draait ie voortdurend om mijn dochter heen. Maar eer bracht ik liaar zeil naar 't kerkhof, dan dat i'k mijn kind aan. zoo'n gemeenen schavuit „Meneer Meinard," viel Heinrich hem zacbf ln de rede on vatte hem bij de hand, welko de oude man, als moest hij een eed afleggen, omhoog stak, „sp:* 3 uw dochter Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1913 | | pagina 1